Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Azarkan over het bericht ‘Man overleed nadat de politie hem taserde, Rijksrecherche doet onderzoek’
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Man overleed nadat de politie hem taserde, Rijksrecherche doet onderzoek» (ingezonden 5 juli 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3292.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van 10 juni 2023 in het NRC «Man overleed nadat de politie
hem taserde, Rijksrecherche doet onderzoek»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw eerste reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Het is altijd tragisch als iemand tijdens of na afloop van een politieoptreden komt
te overlijden. Ik betreur het feit dat de 32-jarige man is overleden en wil dan ook
mijn oprechte medeleven betuigen aan de familie en nabestaanden van deze man.
Vraag 3
Klopt het dat de man is overleden door toedoen van de politie?
Antwoord 3
Op 22 juni 2023 heeft het Openbaar Ministerie met betrekking tot dit incident bekend
gemaakt dat uit het voorlopig onderzoek is gebleken dat het politieoptreden een rol
heeft gespeeld bij het overlijden van het slachtoffer. Om die reden voert de Rijksrecherche
op dit moment onder leiding van het Openbaar Ministerie een feitenonderzoek uit naar
deze zaak. Omdat het onderzoek nog loopt, kan ik hier geen verdere uitspraken over
doen.
Vraag 4
Deelt u onze zorgen dat het inzetten van stroomstootwapens de gezondheid en levens
van mensen in gevaar kan brengen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het stroomstootwapen heeft voor de politie grote toegevoegde waarde, met name in de
incidentafhandeling. Aan het gebruik van elk geweldmiddel kleven risico’s. Het uitgangspunt
van ieder politieoptreden is de-escalatie. De politie mag alleen geweld gebruiken
als andere vormen van de-escalerend optreden niet tot het gewenste resultaat hebben
geleid. In die gevallen wordt door de politie afgewogen welk middel het best past
bij de situatie. Uit de pilot inzet stroomstootwapen is gebleken dat hier een de-escalerende
werking vanuit gaat.2 De cijfers met betrekking tot geweldsaanwendingen door politieambtenaren in 2022
bevestigen dit. In 74,8% van de gevallen waarin het stroomstootwapen werd gebruikt,
werd met enkel het dreigen met het stroomstootwapen de persoon onder controle gebracht.3
Uw Kamer heeft eerder zorgen geuit over mogelijke gezondheidseffecten als gevolg van
inzet van het stroomstootwapen. Om die reden heeft mijn ambtsvoorganger in 2019 het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) verzocht om een onderzoek
uit te voeren naar de gezondheidseffecten van blootstelling aan stroomstootwapens
in de context van wetshandhaving. De bevindingen en conclusies van het WODC-onderzoek
gaven geen aanleiding de gezondheidsrisico’s als hoog in te schatten. Momenteel monitort
het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) in samenwerking
met de GGD Amsterdam de gezondheidseffecten van inzet van het stroomstootwapen tot
eind 2024 middels het verzamelen en analyseren van medische beoordelingen door forensisch
artsen, kort na de inzet. De uitkomsten worden in het eerste kwartaal van 2025 verwacht.
Vooralsnog zijn mij geen signalen bekend die aanleiding geven om de uitkomsten niet
af te wachten.
Vraag 5
In hoeverre is deze gebeurtenis in lijn met uw aanpak van personen met verward gedrag?
Kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
Samen met de Minister voor Langdurige Zorg en Sport zet ik me al jaren in voor het
verbeteren van de domein overstijgende aanpak voor personen met verward en/of onbegrepen
gedrag. Zoals aangegeven in onze Kamerbrief van 26 juni 2023 moet deze aanpak ertoe
leiden dat personen met verward en/of onbegrepen gedrag tijdig passende zorg krijgen
en minder onnodig in aanraking komen met politie en justitie.4 Hiermee moet ook escalatie van problematiek worden voorkomen. Met deze aanpak hebben
we de afgelopen jaren al goede resultaten bereikt. Niet uitgesloten kan worden dat
er zich situaties voordoen waarbij de politie zich genoodzaakt ziet om geweld te gebruiken
jegens personen met verward en/of onbegrepen gedrag, wanneer andere vormen van de-escalerend
handelingen van de politie niet tot het gewenste effect hebben geleid.
Vraag 6
Hoe kan het dat de familie van deze man nog steeds geen informatie heeft ontvangen
over hoe het zo kon misgaan? Kunt u ervoor zorgen dat de nabestaanden zo snel mogelijk
deze informatie ontvangen?
Antwoord 6
Het Openbaar Ministerie heeft recent een uitgebreid gesprek gehad met de nabestaanden
en hun advocaat. In dit gesprek is het voorlopig sectierapport gedeeld, alsmede de
stand van het onderzoek.
Vraag 7
Kunt u toelichten in welke gevallen het gerechtvaardigd is voor de politie om zo veel
geweld te gebruiken tegen iemand die duidelijk verward is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik wil benadrukken dat elke geweldsaanwending door de politie moet voldoen aan de
beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid. Het
uitgangspunt van ieder politieoptreden is de-escalatie. De politie mag alleen geweld
gebruiken als andere vormen van de-escalerend optreden niet tot het gewenste resultaat
hebben geleid. Vanwege de onvoorspelbaarheid van een gevaarsituatie kan het gebruik
van geweld of een geweldmiddel, zoals het stroomstootwapen, nooit helemaal tot nul
worden teruggebracht. Er kunnen zich situaties voordoen waarin de politie genoodzaakt
is om tijdens haar taakuitvoering geweld toe te passen. De politie gaat pas over tot
het gebruik van geweld nadat hiervoor, indien mogelijk, is gewaarschuwd.
Vraag 8
Kunt u uiteenzetten in welke gevallen de politie precies het stroomstootwapen mag
gebruiken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Inzet van het stroomstootwapen door de politie is aan strikte regels en voorwaarden
gebonden. Politieambtenaren dienen bij iedere geweldsaanwending de beginselen van
proportionaliteit, subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid af te wegen. In de
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren
staan bovendien een aantal specifieke inzetcriteria voor het gebruik van het stroomstootwapen
beschreven. De Ambtsinstructie maakt een onderscheid tussen het gebruik van het stroomstootwapen
in de schietmodus en in de schokmodus. Het gebruik van het stroomstootwapen in de
schietmodus is slechts geoorloofd:
a. om een persoon aan te houden ten aanzien van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen
dat hij een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd wapen bij zich heeft en dit tegen
een persoon zal gebruiken of aanstonds ander geweld tegen personen zal gebruiken;
b. om een persoon aan te houden die zich aan aanhouding, voorgeleiding of andere rechtmatige
vrijheidsbeneming tracht te onttrekken of heeft onttrokken;
c. ter verdediging tegen of voor het onder controle brengen van agressieve dieren;
d. om direct gevaar voor het leven van personen of voor het ontstaan van zwaar lichamelijk
letsel af te wenden.
Het gebruik van een stroomstootwapen in de schokmodus is slechts geoorloofd:
a. ter verdediging tegen of voor het onder controle brengen van agressieve dieren;
b. om direct gevaar voor het leven van personen of voor het ontstaan van zwaar lichamelijk
letsel af te wenden.
Aan de inzet van het stroomstootwapen gaat bovendien, zo mogelijk, een waarschuwing
vooraf.
Vraag 9 en 10
Kunt u toelichten waarom de politie het nodig achtte om een verwarde man op een fiets
te achtervolgen met minimaal zes politiebusjes en daarna met tien agenten op de man
te duiken en bovenop hem te gaan zitten? Zo nee, waarom niet?
Kunt u toelichten waarom het gebruik van een wapenstok niet voldoende was als de arrestant
al overmeesterd was, op de grond lag en er minimaal tien agenten bij waren? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Zoals in de beantwoording van vraag 3 aangegeven, kan ik hier geen uitspraken over
doen omdat het onderzoek nog loopt.
Vraag 11
Deelt u de mening dat er een breder onderzoek gedaan moet worden naar de inzet van
tasers door politieagenten?
Antwoord 11
De politieacademie monitort maandelijks de inzetten van het stroomstootwapen ter bespreking
met de politie en rapporteert daar periodiek extern over. Mijn ambtsvoorganger heeft
eerder aan de Kamer de toezegging gedaan om uiterlijk 2025 de geweldsmiddelen «onder»
het niveau van het vuurwapen te laten evalueren5. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenhang tussen het stroomstootwapen en de andere
geweldsmiddelen. Een breder onderzoek naar de inzet van stroomstootwapens door politieagenten
acht ik daarom op dit moment niet nodig.
Vraag 12
Bent u van mening dat het gebruik van het stroomstootwapen in deze situatie, zoals
door meerdere getuigen bevestigd en geschetst in vraag negen en tien, passend was?
Kunt u dit toelichten?
Antwoord 12
Zoals in de beantwoording van vraag 3 aangegeven, kan ik hier geen uitspraken over
doen omdat het onderzoek nog loopt. Ik kan, zoals u weet, daarnaast niet ingaan op
individuele casuïstiek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.