Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over planning BNC-fiche mogelijke voorstellen van de Europese Commissie voor nieuwe eigen middelen (Kamerstuk 22112-3722)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3745
                   VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
            
Vastgesteld 30 augustus 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft op donderdag 13 juli 2023 enkele vragen en
                  opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over haar op 20 juni 2023 toegezonden
                  brief inzake Planning BNC-fiche mogelijke voorstellen van de Europese Commissie voor
                  nieuwe eigen middelen (Kamerstuk 22 112, nr. 3722).
               
De vragen en opmerkingen zijn op 13 juli 2023 aan de Minister van Financiën voorgelegd.
                  Bij brief van 25 augustus 2023 zijn de vragen beantwoord.
               
De voorzitter van de commissie, Tielen
De griffier van de commissie, Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de planning voor het BNC-fiche
                  ten aanzien van de mogelijke voorstellen van de Europese Commissie voor nieuwe eigen
                  middelen. Zij hebben begrip voor het voorgestelde proces.
               
De leden wijzen erop dat de Tweede Kamer op dit onderwerp een behandelvoorbehoud heeft
                  geplaatst. Derhalve kan er geen besluitvorming plaatsvinden voordat de Tweede Kamer
                  hierover is geïnformeerd.
               
De leden van de VVD-fractie lezen dat er mogelijk een eerste gedachtewisseling geagendeerd
                  staat voor de Europese Raad van 29 en 30 juni of de Ecofinraad van 14 juli. De leden
                  wijzen er op dat er geen Kamermeerderheid is voor uitbreiding van de eigen middelen
                  ten opzichte van eerdere besluitvorming. Zij wijzen daarbij specifiek op de voorgenomen
                  eigen middelen gericht op bedrijfswinsten. De leden van de VVD-fractie vragen het
                  kabinet vroegtijdig in Europese overleggen duidelijk te maken dat Nederland hier niet
                  mee zal instemmen. Bovendien verwachten de leden dat de Europese Commissie ook voorstellen
                  doet voor uitgavenvermindering binnen de Europese begroting om mogelijke tegenvallers
                  op te vangen of nieuwe ambities te financieren.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief aangaande de planning
                  van het BNC-fiche voor wat betreft de mogelijke voorstellen van de Europese Commissie
                  voor nieuwe eigen middelen. Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de PVV-fractie
                  nog enkele vragen.
               
Allereerst vragen de leden van de PVV-fractie om helderheid voor wat betreft de planning
                  van het BNC-fiche nu het kabinet de demissionaire status heeft. Wordt de bespreking
                  van het BNC-fiche nog geagendeerd en zo ja, voor wanneer? Kan de Kamer nog een kabinetsappreciatie
                  ontvangen en zo ja, wat voor toegevoegde waarde heeft de appreciatie gelet op de demissionaire
                  status van het kabinet?
               
Verder vragen de leden van de PVV-fractie naar het standpunt van het demissionair
                  kabinet voor wat betreft de nieuwe eigen middelen. Kan de Minister dit per nieuw eigen
                  middel aangeven en tevens aangeven in welke mate de voormalige coalitiepartijen hierin
                  verschillen? Tevens vragen de leden van de PVV-fractie deze vragen mee te nemen in
                  de eventuele kabinetsappreciatie.
               
Voorts vragen de leden van de PVV-fractie hoe dit voorstel ontvangen wordt bij de
                  andere lidstaten; hoe liggen de krachtsverhoudingen?
               
Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten wat de (macro)-economische en financiële
                  gevolgen voor Nederland en het bedrijfsleven van elk eigen middel zijn (inclusief
                  lasten en vestigingsklimaat). Kan de Minister tevens per eigen middel aangeven welke
                  verdeelsleutel er is toegepast? Gaat Nederland met de introductie van de nieuwe eigen
                  middelen meer of minder afdragen aan Brussel en hoeveel minder of meer?
               
Vervolgens vragen de leden van de PVV-fractie wat de belasting op multinationals (pijler-1)
                  inhoudt. Kan de Minister tevens puntsgewijs toelichten wat de verschillen zijn tussen
                  pijler1, het eigen middel op fictieve bedrijfswinsten, BEFIT en CC(C)TB?
               
Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten of de demissionair Minister bereid
                  is om de voorgestelde eigen middelen te laten doorrekenen door het CPB (assessment
                  review). Zo nee, waarom niet?
               
Ten slotte vragen de leden van de PVV-fractie of de Minister het eens is dat deze
                  voorstellen controversieel zijn gezien hun aard en de demissionaire status van het
                  kabinet.
               
II Reactie van de Minister van Financiën
               
Met interesse heb ik kennisgenomen van de opmerkingen die door de VVD-fractie zijn
                  gemaakt en de vragen die door de PVV-fractie zijn gesteld naar aanleiding van de op
                  20 juni 2023 verzonden brief inzake de planning van het BNC-fiche over voorstellen
                  van de Europese Commissie voor nieuwe eigen middelen (Kamerstuk 22 112, nr. 3722).
               
De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet vroegtijdig in Europese overleggen
                     duidelijk te maken dat Nederland hier niet mee zal instemmen.
Het demissionaire kabinet beoordeelt voorstellen voor nieuwe eigen middelen op hun
                  eigen merites. Dit oordeel wordt geformuleerd in het betreffende BNC-fiche. Een gevolg
                  van deze beoordeling op eigen merites is ook dat het demissionaire kabinet niet voorafgaand
                  aan deze beoordeling een standpunt zal innemen over een eventuele instemming met deze
                  voorstellen.
               
Allereerst vragen de leden van de PVV-fractie om helderheid voor wat betreft de planning
                     van het BNC-fiche nu het kabinet de demissionaire status heeft. Wordt de bespreking
                     van het BNC-fiche nog geagendeerd en zo ja, voor wanneer? Kan de Kamer nog een kabinetsappreciatie
                     ontvangen en zo ja, wat voor toegevoegde waarde heeft de appreciatie gelet op de demissionaire
                     status van het kabinet?
De bestaande informatieafspraken tussen het kabinet en de Kamer over onderwerpen gerelateerd
                  aan de Europese Unie, waaronder de BNC-fiches, blijven gelden ondanks de demissionaire
                  status van het kabinet. De demissionaire status van het kabinet is dan ook niet van
                  invloed op de door het kabinet voorgenomen planning van het betreffende BNC-fiche
                  zoals deze aan uw Kamer is toegezonden middels de brief van 20 juni 2023. Het BNC-fiche
                  stelt het parlement in staat om met het demissionaire kabinet van gedachten te wisselen
                  over de voorgestelde Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het voorstel.
                  Het parlement wordt voorts op de hoogte gehouden van het verloop van de onderhandelingen
                  en de voorgestelde Nederlandse inbreng daarbij via de geannoteerde agenda’s en verslagen
                  van de relevante bijeenkomsten van de Raad van de Europese Unie en de Europese Raad,
                  de kwartaalrapportages over de lopende onderhandelingen van EU-wetgevingsdossiers
                  en mogelijke nadere specifieke informatieafspraken tussen kabinet en parlement ten
                  aanzien van dit dossier.
               
Verder vragen de leden van de PVV-fractie naar het standpunt van het demissionair
                     kabinet voor wat betreft de nieuwe eigen middelen. Kan de Minister dit per nieuw eigen
                     middel aangeven en tevens aangeven in welke mate de voormalige coalitiepartijen hierin
                     verschillen? Tevens vragen de leden van de PVV-fractie deze vragen mee te nemen in
                     de eventuele kabinetsappreciatie.
In het betreffende BNC-fiche wordt de appreciatie van het kabinet op de voorgestelde
                  nieuwe eigen middelen gegeven en toegelicht per eigen middel. Het BNC-fiche bevat
                  een appreciatie namens het gehele demissionaire kabinet. Dientengevolge worden er
                  geen uitspraken gedaan over standpunten van individuele partijen.
               
Voorts vragen de leden van de PVV-fractie hoe dit voorstel ontvangen wordt bij de
                     andere lidstaten; hoe liggen de krachtsverhoudingen?
In het betreffende BNC-fiche wordt het krachtenveld nader toegelicht.
Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten wat de (macro)-economische en financiële
                     gevolgen voor Nederland en het bedrijfsleven van elk eigen middel zijn (inclusief
                     lasten en vestigingsklimaat). Kan de Minister tevens per eigen middel aangeven welke
                     verdeelsleutel er is toegepast? Gaat Nederland met de introductie van de nieuwe eigen
                     middelen meer of minder afdragen aan Brussel en hoeveel minder of meer?
In het betreffende BNC-fiche worden de financiële gevolgen van de voorgestelde eigen
                  middelen voor zowel de Nederlandse afdrachten als de Europese begroting toegelicht.
                  Dat geldt ook voor de verdeelsleutels van de voorgestelde eigen middelen. Het fiche
                  gaat ook in op de financiële consequenties en gevolgen voor de regeldruk voor bedrijfsleven
                  en burger.
               
Vervolgens vragen de leden van de PVV-fractie wat de belasting op multinationals (pijler-1)
                     inhoudt. Kan de Minister tevens puntsgewijs toelichten wat de verschillen zijn tussen
                     pijler1, het eigen middel op fictieve bedrijfswinsten, BEFIT en CC(C)TB?
Het is hier allereerst van belang duidelijk onderscheid te maken tussen voorstellen
                  voor eigen middelen en (voorstellen voor) Europese (of mondiale) afspraken over belastingheffing.
               
Zowel Pijler 1, BEFIT en de CC(C)TB betreffen (of betroffen in het geval van de CC(C)TB)
                  voorstellen voor Europese of internationale afspraken over belastingheffing. Het gaat
                  hierbij niet om Europese belastingen maar om Europese afspraken over nationale belastingheffing.
                  Deze voorstellen voor afspraken over belastingheffing staan los van voorstellen om
                  de nationale inkomsten die voortvloeien uit deze afspraken over belastingheffing als
                  grondslag te gebruiken voor een deel van de nationale bijdragen aan de financiering
                  van de EU-begroting. Instemmen met afspraken over belastingheffing bindt een land
                  op geen enkele wijze tot het instemmen met de introductie van een nieuw eigen middel
                  op basis ervan. De beleidsvoorstellen voor afspraken over belastingheffing worden
                  daarom ook los beoordeeld van voorstellen voor nieuwe eigen middelen die erop gebaseerd
                  worden. Het parlement ontving en ontvangt daarom ook losse BNC-fiches over dergelijke
                  voorstellen.
               
Ten aanzien van de beleidsvoorstellen voor afspraken over belastingheffing geldt het
                  volgende.
               
Pijler 1 heeft betrekking op afspraken uit het in het Inclusive Framework (IF) van de OESO/G20 overeengekomen akkoord tussen landen. Het heeft betrekking op
                  bedrijven met een wereldwijde omzet van meer dan 20 miljard euro en een winstmarge
                  (winst gedeeld door omzet) van meer dan 10%. Hierdoor zullen ongeveer de honderd grootste
                  en meest winstgevende bedrijven in de wereld onder de reikwijdte vallen. Van de winst
                  boven de 10% zal 25% toegerekend worden aan landen waar de producten en diensten van
                  bedrijven geconsumeerd worden.
               
BEFIT kan gezien worden als de opvolger van de CC(C)TB voorstellen uit 2011 en 2016.
                  Het BEFIT richtlijnvoorstel is nog niet gepubliceerd, en wordt in het najaar van 2023
                  verwacht. De verwachting is dat de Europese Commissie een gemeenschappelijke grondslag
                  voor de vennootschapsbelasting voorstelt voor bedrijven met een omzet van meer dan
                  750 miljoen euro. Deze gemeenschappelijke grondslag wordt verdeeld onder de lidstaten
                  waar dit bedrijf actief is op basis van een allocatieformule. Lidstaten mogen over
                  de gealloceerde grondslag het nationale belastingtarief toepassen.
               
Ten aanzien van voorstellen voor nieuwe eigen middelen gebaseerd op nationale inkomsten
                  die voortvloeien uit afspraken over belastingheffing geldt het volgende.
               
Voor Pijler 1 geldt dat het multilaterale verdrag nog niet is ondertekend en geratificeerd.
                  Het beleidsvoorstel is dus nog niet in werking getreden. Een eventueel eigen middel
                  op basis van Pijler 1 kan pas daarna in werking treden.
               
Voor BEFIT geldt dat het richtlijnvoorstel nog niet is gepubliceerd. Een eventueel
                  eigen middel op basis van BEFIT kan pas in werking treden wanneer het richtlijnvoorstel
                  unaniem is aangenomen door de lidstaten en door hen is geïmplementeerd.
               
Omdat de Europese Commissie verwacht dat voorlopig nog geen nationale inkomsten voort
                  zullen vloeien uit deze beoogde Europese afspraken over belastingheffing en deze inkomsten
                  voorlopig dus nog niet gebruikt kunnen worden als grondslag voor nieuwe eigen middelen
                  heeft zij een tijdelijk eigen middel voorgesteld dat ook gerelateerd is aan bedrijfswinsten.
                  Daarbij worden niet de nationale inkomsten uit Europese afspraken over belastingheffing
                  gebruikt als grondslag voor een deel van de nationale bijdragen aan de EU-begroting
                  maar een bestaande statistiek uit de nationale rekeningen.
               
Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten of de demissionair Minister bereid
                     is om de voorgestelde eigen middelen te laten doorrekenen door het CPB (assessment
                     review). Zo nee, waarom niet?
Het demissionaire kabinet ziet geen reden tot het laten doorrekenen van de voorgestelde
                  eigen middelen omdat, zoals is opgenomen in het BNC-fiche, de eigen middelen geen
                  financiële consequenties en gevolgen hebben voor de regeldruk van burgers of bedrijven
                  in Nederland.
               
Ten slotte vragen de leden van de PVV-fractie of de Minister het eens is dat deze
                     voorstellen controversieel zijn gezien hun aard en de demissionaire status van het
                     kabinet.
De Tweede Kamer heeft op het dossier eigen middelen reeds een behandelvoorbehoud geplaatst.
                  Daardoor zal het demissionaire kabinet niet tot besluitvorming overgaan totdat de
                  Tweede Kamer hierover is geïnformeerd. De bestaande informatieafspraken tussen het
                  kabinet en de Kamer over onderwerpen gerelateerd aan de Europese Unie, waaronder de
                  BNC-fiches, blijven gelden ondanks de demissionaire status van het kabinet. Het BNC-fiche
                  stelt het parlement in staat om met het demissionaire kabinet van gedachten te wisselen
                  over de voorgestelde Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het voorstel.
                  Het parlement wordt voorts op de hoogte gehouden van het verloop van de onderhandelingen
                  en de voorgestelde Nederlandse inbreng daarbij via de geannoteerde agenda’s en verslagen
                  van de relevante bijeenkomsten van de Raad van de Europese Unie en de Europese Raad.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  
, - 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën - 
              
                  Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier