Schriftelijke vragen : Het stelselmatig achterhouden van stukken door de Belastingdienst en discriminatie van de islamitische instellingen
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Staatssecretaris van Financiën over het stelselmatig achterhouden van stukken door de Belastingdienst en discriminatie van de islamitische instellingen (ingezonden 25 augustus 2023).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het NRC-artikel «De fiscus was te hard voor de Haagse As-Soennah-moskee,
discrimineerde mogelijk zelfs»1.
Vraag 2
Bent u benaderd door de NRC voor vragen en hoe heeft u daarop gereageerd?
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van Rechtbank Den Haag van 8 augustus 2023?2
Vraag 4
Bent u op de hoogte van het feit dat rechtbank heeft aangenomen dat sprake is van
discriminatie doordat de Belastingdienst geen openheid van zaken heeft gegeven?
Vraag 5
Waarom heeft de Belastingdienst geen openheid van zaken gegeven door geen stukken
te overleggen op het verzoek van de rechtbank?
Vraag 6
Wat is het beleid van de Belastingdienst als de rechtbank in een procedure verzoekt
om stukken te overleggen?
Vraag 7
Wat zijn de redenen om geen stukken te overleggen in een rechtszaak als de rechtbank
daar expliciet om vraagt?
Vraag 8
Mag de Belastingdienst zelf bepalen om geen stukken te overleggen aan de rechtbank?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de Belastingdienst op grond van artikel 8:42 Algemene wet bestuursrecht
(Awb) verplicht is om alle op de zaak betrekking hebbende stukken te verstrekken?
Klopt het dat u eerder in een interview aan RTL4 heeft aangegeven dat – in de kern
– er niets aan de hand is3? Erkent u dat de Belastingdienst wederom geen stukken overlegd en daarmee artikel 8:42
Awb heeft geschonden? Bent u bereid om toch wel te erkennen dat er sprake is van een
structureel probleem?
Vraag 10
Gaat u onderzoek instellen naar het handelen van de Belastingdienst, in het bijzonder
naar het achterhouden van stukken? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Hoe classificeert u het bij voorbaat verdacht beschouwen van andere islamitische instellingen?
Vraag 12
Waarom zijn alleen islamitische instellingen door het CAF-team onderzocht? Welk (wetenschappelijk)
onderzoek ligt daaraan ten grondslag?
Vraag 13
Heeft het onderzoek naar de islamitische instellingen gevolgen gehad voor de donateurs
aan islamitische instellingen? Zo ja, welke gevolgen zijn dat?
Vraag 14
Kunt u het beeld uit de WOB-stukken bevestigen, zoals beschreven in het NRC-artikel,
dat donateurs op basis van hun tweede nationaliteit zijn geselecteerd? Is deze blauwdruk
nog beschikbaar? Zo ja, hoeveel mensen zijn opgenomen in deze blauwdruk?
Vraag 15
Welke nationaliteiten zijn in dat kader geselecteerd?
Vraag 16
Welke selectiecriteria zijn daarbij toegepast?
Vraag 17
Hoe zijn die selectiecriteria tot stand gekomen?
Vraag 18
Zijn deze mensen geïnformeerd over het feit dat zij op basis van hun tweede nationaliteit
zijn geselecteerd? Zijn deze personen geïnformeerd dat door die selectie dit gevolgen
heeft gehad voor hun giftenaftrek? Zo nee, waarom niet en bent u bereid deze personen
alsnog te informeren?
Vraag 19
Van hoeveel islamitische instellingen is sinds 2015 de ANBI-status ingetrokken?
Vraag 20
Zijn er nog moskeeën waarbij de ANBI-status in onderzoek is en dat onderzoek voortvloeit
uit het project van het CAF-team?
Vraag 21
Klopt het dat in de handleiding bij de giftenquery 2014–2018 aangegeven is dat een
gift aan een moskee als een risico op fraude moet worden aangemerkt?
Vraag 22
Klopt het dat in de handleiding bij de giftenquery uit 2016 staat dat giften aan «kerkelijke
instellingen alleen met hoofdletters in gevuld door allochtonen» een frauderisico
zijn?
Vraag 23
Klopt het dat het nationaliteitscodes zijn opgenomen in de handleiding bij de giftenquery
uit 2016, hetgeen volgens de handleiding, «Zeker bij giften een belangrijk gegeven»
is?
Vraag 24
Klopt het dat in de handleiding bij de giftenquery is opgenomen dat «giften boven
een drempelwaarde altijd als fraude moeten worden aangemerkt, bij twee organisaties
een voetnoot «mits niet autochtoon»?»
Vraag 25
Wat vindt u van de door de rechtbank aangehaalde handelwijze van de Belastingdienst
om snel een query te laten maken voordat de 2e nationaliteit van burgers uit een systeem
is verwijderd? Vindt u dat daarmee in de geest van uw (latere) toezegging om niet
te profileren op nationaliteit is gehandeld? Vindt u die handelwijze behoorlijk?
Vraag 26
Klopt het dat de rechtbank overweegt dat de aanleiding voor de controle het ontbreken
van de mogelijkheid van het kunnen opvragen van stukken bij een individuele belastingplichtige
was? Vindt u het in overeenstemming met het fair play- en zorgvuldigheidsbeginsel
om op die grond een derdenonderzoek in te stellen?
Vraag 27
Vindt u de gang van zaken, vanaf de brief van 30 mei 2018 waarin, zoals de rechtbank
overweegt, een volledig nieuw standpunt is ingenomen door de Belastingdienst, en de
beschikking van 14 juni 2018 waarin de ANBI-status is ingetrokken, zonder de As-Soennah-moskee
alsnog in de gelegenheid te stellen te kunnen reageren op dit nieuwe standpunt, behoorlijk?
Vraag 28
Vindt u het proportioneel c.q. voldoen aan de menselijke maat om de ANBI-status met
meer dan tien jaar terugwerkende kracht in te trekken?
Vraag 29
Wat voor nut heeft het de ANBI-status met meer dan vijf jaar terugwerkende kracht
in te trekken?
Vraag 30
Is het juist, zoals het NRC bericht, dat het besluit om geen mogelijkheid tot herstel
te bieden «onder druk van de leiding» is genomen? Wie of welke functie was die leiding?
Vraag 31
Hoe ziet u uw antwoorden op de laatste drie vragen, nu de wetgever heeft gewild dat
eerst een mogelijkheid tot herstel wordt geboden aan de ANBI-instelling?
Vraag 32
Gezien de laatste vier vragen: deelt u de zienswijze dat de Belastingdienst door het
niet bieden van een herstelmogelijkheid contra legem heeft gehandeld?
Vraag 33
Heeft het CAF-team ook onderzoeken ingesteld naar giften bij niet-islamitische geloofsinstellingen?
Zo nee, waarom niet? Als daar vanwege de naar aanleiding van procedures ingevoerde
systeem van collectebonnen toentertijd geen aanleiding meer voor was, waarom is de
Haagse As-Soennah-moskee dan deze optie niet geboden?
Vraag 34
Hoe reflecteert u op de uitspraak van de rechtbank die de door de inspecteur overgelegde
stukken te summier achtte? Waarom is dit niet, zoals door uw voorganger aan de Belastingdienst
opgedragen is, ruimhartig gebeurd?
Vraag 35
Houdt u vol dat de zaken waarin de Belastingdienst niet, zoals de wet voorschrijft,
uit zichzelf de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de As-Soennah-moskee en
de rechter geeft, incidenten zijn?
Vraag 36
Waarom was het noodzakelijk deze procedure zo te voeren en waarom kon deze niet worden
voorkomen?
Vraag 37
Bent u bereid om de islamitische instellingen die op oneigenlijke gronden zijn onderzocht
door de fiscus eventueel financieel te vergoeden voor de geleden schade? Zo nee, waarom
niet?
Indieners
-
Gericht aan
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Stephan van Baarle, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.