Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over religie en buitenlands beleid
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over religie en buitenlands beleid (ingezonden 13 juli 2023).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 23 augustus 2023).
Vraag 1
Kunt u aangeven hoe de vier hoofdaanbevelingen uit de brief «religie en buitenlands
beleid» uit 2018 zijn opgevolgd en wat de huidige stand van zaken is?1
Antwoord 1
Ik onderstreep nogmaals het belang van adequate kennis van religie en religieuze geletterdheid
voor een beter buitenlands beleid. Gedegen kennis van de religieuze geschiedenis,
context en gebruiken is onontbeerlijk om effectief buitenlands beleid te kunnen voeren
en de complexe uitdagingen van onze tijd te begrijpen. Religie is een belangrijke
maatschappelijke en politieke drijfveer in een groot deel van de wereld en het is
daarom in het belang van de Nederlandse buitenlandse politiek om daar voldoende aandacht
aan te besteden.
Er is goede vooruitgang geboekt op de implementatie van de vier hoofdaanbevelingen
uit de brief «religie en buitenlands beleid» uit 2018. Vrijheid van religie en levensovertuiging
en de relatie tussen religie en buitenlans beleid maakt structureel deel uit van strategiesessies
over internationale betrekkingen zoals de jaarlijkse BZ-strategiedagen. Door het digitale
format zijn deze dagen specifiek voor de posten een belangrijke bron van informatie
en bieden zij goede mogelijkheid tot het uitwisselen van informatie. Beginnende beleidsmedewerkers
krijgen als vast onderdeel van hun opleiding bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken
voorlichting over religie en diplomatie. De Academie Internationale Betrekkingen (AIB)
biedt in samenwerking met de beleidsdirecties structureel een aantal thematische en
regionale opleidingen aan, waarin aandacht is voor religie zowel voor meer ervaren
als beginnende beleidsmedewerkers. In nauwe samenwerking met de speciaal gezant voor
religie en levensovertuiging (SGRL) organiseert de AIB regelmatig lunchlezingen en
seminars met experts, zoals in najaar 2022 met Azza Karam, hoogleraar Religie en Duurzame
Ontwikkeling aan de Vrije Universiteit. Verder wordt de Nederlandse inzet op religie
en diplomatie gewaarborgd door de speciaal gezant voor religie en levensovertuiging
(SGRL), een functie die in 2019 is gecreëerd ter opvolging van de motie van Van Helvert
c.s. De speciaal gezant levert in nauwe samenwerking met de mensenrechtenambassadeur
de Nederlandse inzet op dit vlak en neemt actief deel aan diverse internationale en
Europese netwerken voor vrijheid van religie en levensovertuiging, waaronder de International Religion and Freedom of Belief Alliance (IRFBA), de International Contact Group for Freedom of Religion and Beliefen het Transatlantic Network for Religion and Diplomacy (TPNRD). De SGRL draagt bij aan het onderhouden van de strategische partnerschappen
en samenwerkingsverbanden met andere overheden, universiteiten, multilaterale organisaties
en het nationale en internationale maatschappelijk middenveld.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke rol religie (inclusief religieuze minderheden) specifiek vervult
in de context van vredesopbouw en conflictbemiddeling in zijn algemeenheid? En meer
specifiek in de volgende landen: Nigeria, Irak, Ethiopië, Mali, Oeganda, en Indonesië?
Antwoord 2
Het kabinet ondersteunt vredesopbouw en conflictbemiddeling met als doel om mensen
en gemeenschappen te ondersteunen bij het voorkomen van gewelddadige conflicten. De
noden, wensen en oplossingen van mensen, inclusief die van kwetsbare groepen en (religieuze)
minderheden staan daarbij centraal. Daar waar relevant nemen onze uitvoeringspartners
religie mee in conflictanalyses en betrekken ze religieuze actoren en religieuze minderheden
bij het ontwerp en de uitvoering van hun projecten. Inclusieve vredesprocessen leiden
vaak tot betere resultaten en meer duurzame vrede.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in 2021 een strategisch partnerschap –
Joint Initiative for Strategic Religious Action (JISRA) – gesloten met Mensen met een Missie waarbij de inzet zich met name richt op bevordering
van vrijheid van religie en levensovertuiging in Ethiopië, Indonesië, Irak, Kenia,
Mali, Nigeria en Oeganda. Door gerichte aandacht voor dit thema wordt ingezet op conflictbemiddeling
en vredesopbouw. Dit programma werkt nauw samen met religieuze actoren om interreligieuze
dialoog te bevorderen en discriminatie, extremistische bewegingen en haat jegens andere
(niet-)religieuze groeperingen tegen te gaan. Programmadoelstellingen zijn het versterken
van de stem van religieuze actoren als onderdeel van het maatschappelijk middenveld
en het versterken van de constructieve rol van religieuze actoren bij vredesopbouw
en conflictbemiddeling. Het consortium neemt deel aan internationale fora om deze
prioriteiten te bevorderen. In de genoemde landen zet JISRA zich onder andere in op
het volgende:
– Indonesië: verwijderen van bepalingen over godslastering uit het ontwerp wetboek van
strafrecht; bevorderen van aandacht voor vrijheid van religie en levensovertuiging
in het onderwijs; wijzigen van lokale overheidsregels die religieuze minderheidsgroepen
en vrouwen discrimineren op basis van subjectieve religieuze waarden.
– Ethiopië: inclusiviteit in de Nationale Dialoog; wetshandhaving en bescherming van
burgers in geloofsgemeenschappen, tegengaan van onjuiste informatie; integratie van
vrijheid van religie en levensovertuiging in het schoolcurriculum.
– Irak: bevorderen van inclusiviteit in de nationale dialoog; wetshandhaving en bescherming
van burgers uit religieuze minderheden.
– Nigeria: samenwerking met Nigeriaanse Interreligieuze Raad (christelijke en islamitische
geestelijken/traditionele leiders) dat adviseert bij religie gerelateerde conflicten
en werkt aan wederzijds begrip en vreedzame co-existentie; uitvoering interreligieuze
gemeenschapsactiviteiten ter bevordering van dialoog en tegengaan religieuze spanningen.
– Oeganda: inclusie van vrijheid van religie en levensovertuiging in het schoolcurriculum;
bevordering van deelname door vrouwen aan de top bij religieuze instellingen.
– Mali: integratie van waarden van vrijheid van religie en levensovertuiging in het
onderwijs; integratie van goed bestuur in de curricula voor de opleiding van religieuze
leiders; bredere verspreiding van het nationale beleid ter bestrijding van gewelddadig
extremisme en radicalisme.
Vraag 3
Bent u voornemens om in toekomstige landenbezoeken de aantasting van de vrijheid van
religie en levensovertuiging mee te nemen in de bilaterale dialoog? Zo ja, met welke
vragen precies? En zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja. Vrijheid van religie en levensovertuiging is een van de prioriteiten in het buitenlands
mensenrechtenbeleid van Nederland en wordt waar nodig altijd te berde gebracht, onder
andere door de mensenrechtenambassadeur en de speciaal gezant voor religie en levensovertuiging.
Ook in de regelmatige contacten met buitenlandse ambassades in Den Haag wordt dit
onderwerp besproken. Op welke wijze is context- en landafhankelijk.
Vraag 4
Hoe ziet u het belang van religieuze geletterdheid voor Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND)-medewerkers en mogelijk andere medewerkers van uw ministeries? Hoe waarborgt
u voldoende kennis van medewerkers op dit thema?
Antwoord 4
De IND neemt de deskundigheid van haar medewerkers zeer serieus. Er wordt echter bewust
voor gekozen om de medewerkers generalistisch op te leiden zodat zij handvatten hebben
om alle asielrelazen te kunnen beoordelen. Naar aanleiding van de voornemens in het
coalitieakkoord heeft het kabinet per brief, d.d. 4 november 2022 (Kamerstukken II,
vergaderjaar 2022–2023, 19 367, nr. 3003), uiteengezet hoe de deskundigheidsbevordering van IND-medewerkers op bekeringsthema’s
wordt verbeterd. De afgelopen jaren heeft de IND reeds veel stappen genomen op het
gebied van deskundigheidsbevordering. In de Basisopleiding Asiel is er specifiek aandacht
voor bekeringszaken. Daarnaast worden bestaande initiatieven door de IND bestendigd,
verdiept, uitgebreid en verbreed. Er vinden onder meer casusbesprekingen, intervisiebijeenkomsten
en themadagen plaats en worden er informatieve roadshows en/of trainingen georganiseerd
in geval van grote beleidswijzigingen of ontwikkelingen. Ook lopen er contacten met
verschillende relevante maatschappelijke organisaties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.