Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de wereldwijd dalende geboortecijfers en de mogelijke oorzaken daarvoor
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de wereldwijd dalende geboortecijfers en de mogelijke oorzaken daarvoor (ingezonden 13 juli 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3327.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de – wereldwijde – berichtgeving en statistieken aangaande
dalende geboortecijfers, sinds het begin van 2022?1,
2,
3,
4,
5,
6,
7
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn er, anders dan waarschijnlijkheidshypotheses, inmiddels wetenschappelijk onderbouwde
verklaringen voor de dalende geboortecijfers in een groot deel van de wereld en meer
specifiek voor Nederland? Zo nee, gaat er hiernaar (internationaal) breed onderzoek
gedaan worden? Indien dat niet het geval is, bent u dan bereid om hier in Nederland
een onderzoek naar te starten?
Antwoord 2
De trend van dalende geboortecijfers past in de theorie van de demografische transitie,
een empirische wetmatigheid hoe zowel geboorte als sterfte zich ontwikkelen in de
tijd, in vier fasen:
– In de eerste fase, karakteristiek voor pre-industriële samenlevingen, zijn zowel geboorte
als sterfte hoog en groeit de bevolking nauwelijks.
– In de tweede fase daalt de sterfte maar zijn geboorten nog steeds hoog, waardoor de
bevolking sterk groeit.
– In de derde fase daalt ook het aantal geboorten, zodat de groei afvlakt.
– In de vierde fase zijn zowel geboorte als sterfte laag, waardoor de bevolking nauwelijks
meer groeit of zelfs krimpt, zoals nu in Nederland8, Europa als geheel, Japan en ook in China.
Er wordt wereldwijd al decennialang vanuit verschillende onderzoekdisciplines onderzoek
gedaan naar de verschillende redenen waarom het geboortecijfer daalt tijdens de transitie
van hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer.9 Hieruit blijkt dat het geboortecijfer daalt als gevolg van complexe en onderling
verbonden sociaaleconomische factoren die de voortplantings-beslissingen beïnvloeden.
Omdat daar al veel onderzoek naar is en wordt gedaan, ga ik niet een nieuw onderzoek
starten.
Vraag 3
Houdt u rekening met de mogelijkheid dat het coronabeleid (bijvoorbeeld omdat vrouwen
in de vruchtbare leeftijd hun kinderwens hebben uitgesteld) en/of de coronavaccinaties
invloed hebben (gehad) op de geboortecijfers? Zo ja, kunt u dan uiteenzetten op welke
manier(en) het beleid en de vaccinaties volgens u zouden kunnen hebben bijgedragen
aan de afname van het aantal (levend)geborenen in Nederland en daarop reflecteren?
En bent u voornemens om een impactanalyse te maken van de (mogelijke gevolgen) van
het coronabeleid op de geboortecijfers in Nederland?
Antwoord 3
Ondanks een dalende trend in de geboortecijfers was er volgens het CBS in 2021, midden
in de COVID-19-pandemie, juist een toename van het aantal geboortes.10 Zoals aangegeven in mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Haga
(Groep Van Haga) van 31 augustus 202211, verlaagt vaccinatie tegen COVID-19 daarnaast het risico op ernstige (levensbedreigende)
zwangerschapscomplicaties door COVID-19. Diverse internationale onderzoeken tonen
aan dat COVID-19-vaccinatie tijdens de zwangerschap veilig is voor zowel moeder als
kind. Ook laten buitenlandse onderzoeken geen negatieve effecten van de coronavaccins
op de vruchtbaarheid zien.12 Ik zie dan ook geen aanleiding om een impactanalyse te maken van de gevolgen van
het coronabeleid voor de geboortecijfers in Nederland.
Vraag 4
Aangezien de European Medicines Agency (EMA) heeft onderkend dat de coronavaccinaties
cyclus- en menstruatieproblemen kunnen veroorzaken13, zoals bijvoorbeeld hevige menstruatiebloedingen, is het dan mogelijk dat deze menstruatieproblemen
resulteren in een afname van de algemene vruchtbaarheid in Nederland? Zo nee, waarom
niet, aangezien verstoringen van de menstruatiecyclus inherent zijn aan verminderde
vruchtbaarheid?
Antwoord 4
Het Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) van het EMA concludeerde dat er een aanneembare mogelijkheid is dat hevig
vaginaal bloedverlies kan worden veroorzaakt door vaccinatie met de vaccins van BioNTech/Pfizer
en Moderna.14 Dit is daarom als mogelijke bijwerking aan de bijsluiters toegevoegd. Het PRAC geeft
aan dat menstruatiestoornissen in het algemeen veel voorkomen door uiteenlopende oorzaken,
en dat er geen aanwijzingen zijn dat deze bijwerking een negatief effect heeft op
de vruchtbaarheid.
Vraag 5
Heeft u zicht op het percentage vrouwen in Nederland dat waarschijnlijk te maken heeft
gekregen met verstoringen in hun menstruatiecyclus na coronavaccinatie en wat de (lange
termijn) gevolgen daarvan zijn voor de Nederlandse geboortecijfers?
Antwoord 5
Bijwerkingencentrum Lareb ontving tot eind oktober 2022 in totaal ruim 27.000 meldingen
van diverse menstruatieklachten na coronavaccinatie op ongeveer 19,8 miljoen gegeven
vaccinaties aan vrouwen. De verstoringen die kunnen optreden herstellen meestal binnen
enkele maanden en hebben geen invloed op de vruchtbaarheid.15
Vraag 6
Weet u of er op dit moment nog (lange termijn) studies gaande zijn naar de mogelijke
neonatale en maternale gevolgen van coronavaccins? Zo ja, wat zijn de laatste bevinden
op dit gebied? Zo nee, vindt u dat dergelijke studies opgestart zouden moeten worden,
teneinde in kaart te brengen wat de coronavaccins mogelijk voor invloed hebben (gehad)
op de vruchtbaarheid?
Antwoord 6
Met het zwangerschapsregister Moeders van Morgen onderzoekt Lareb de veiligheid van
de coronavaccins tijdens de zwangerschap. De eerste analyses van meer dan 4.000 zwangere
vrouwen die zijn gevaccineerd, duiden niet op een verhoogd risico op het optreden
van een miskraam, het vroegtijdig bevallen of het ontwikkelen van ernstige aangeboren
afwijkingen bij het kind. Deze resultaten zijn in lijn met de internationale literatuur
waar ook geen aanwijzingen zijn gevonden voor een verhoogd risico op nadelige uitkomsten
op de zwangerschap of het kind na een COVID-19-vaccinatie tijdens de zwangerschap.
Vraag 7
Onderschrijft u nog altijd de stelling dat er geen aanwijzingen zijn dat de dalende
geboortecijfers en coronavaccinatie met elkaar in verband gebracht zouden kunnen worden?
Zo ja, hoe onderbouwt u dat, aangezien de wetenschappelijke consensus ook is dat er
nog heel erg weinig bekend is over de invloed van deze vaccins op de maternale en
neonatale gezondheid en over de menstruatiecyclus en verstoringen daarvan en de gevolgen
daarvan op de vruchtbaarheid in het algemeen?
Antwoord 7
Ja, zie mijn antwoorden op vragen 3, 4, 5 en 6.
Vraag 8
Hoe reflecteert u op de openbaargemaakte data van vaccinproducenten, waaruit blijkt
dat een significant aantal zwangere vrouwen na hun coronavaccinatie te maken kregen
met het intra-uteriene verlies van hun baby’s, doodgeboortes, ernstige zwangerschapscomplicaties
zoals het losraken van de placenta, of kinderen baarden met (ernstige) aandoeningen
of misvormingen?
Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 6.
Vraag 9
Heeft u inzicht in het percentage zwangerschappen in Nederland dat sinds de gedocumenteerde
daling van het geboortecijfer is geëindigd in een miskraam, een vroeg en/of doodgeboorte,
of de geboorte van een kind met gezondheidsproblemen? Zo ja, is hierin een verandering
te zien ten opzichte van de jaren daarvoor en hoe verhouden zich deze percentages
tot de procentuele daling van de geboortecijfers in Nederland? Is het dalende geboortecijfer
hiervoor gecorrigeerd, of moeten deze percentages hiermee nog worden verrekend?
Antwoord 9
Perined is de landelijke organisatie voor perinatale registratie. Zij publiceren jaarlijks
de landelijke geboortezorgcijfers, waaronder enkele van de gevraagde aspecten zoals
sterftecijfers, cijfers over vroeggeboorte en aangeboren afwijkingen. Cijfers over
het jaar 2022 zijn op dit moment nog niet bekend.
Vraag 10
Heeft u vanuit (een deel van) de medische gemeenschap signalen gekregen dat er reden
tot zorg over onderzoek naar de geboortecijfers en/of de maternale en neonatale gezondheid
in Nederland is? Zo ja, welke partijen hebben hierover constateringen gedaan en gemeld
en op welke manier is hieraan gevolg gegeven?
Antwoord 10
Nee.
Vraag 11
Indien er meer miskramen, vroeg en/of doodgeboortes zijn en meer kinderen met aandoeningen
en afwijkingen worden geboren sinds de gedocumenteerde daling van het geboortecijfer,
weet u dan wat hiervan de oorzaken zijn, of is dit vooralsnog onduidelijk? Zo ja,
gaat u hierover informatie ophalen bij maternale en neonatale experts en onderzoek
doen?
Antwoord 11
Zie mijn antwoord op vraag 9.
Vraag 12
Indien de geboortecijfers de komende jaren niet meer op het oude niveau terugkeren,
vindt u dan dat er onderzoek gedaan moet worden naar de oorzaak van de blijven de
stagnatie?
Antwoord 12
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 13
Indien het geboortecijfer in Nederland niet aantrekt, wat zijn daarvan dan de lange
termijn gevolgen voor de Nederlandse samenleving?
Antwoord 13
In 2020 zijn door het NIDI en het CBS zeven nieuwe bevolkingsvarianten doorgerekend.
De resultaten van deze bevolkingsvarianten zijn gepubliceerd in het deelrapport Bevolking 2050 in beeld: drukker, diverser en dubbelgrijs. Het kabinet heeft dit rapport op 7 juli 2020 aan uw Kamer aangeboden.16
Vraag 14
Wat gaat u doen als niet alleen het geboortecijfer Nederland niet aantrekt, maar ook
blijkt dat de collectieve vruchtbaarheid van de Nederlandse populatie blijvend en
toenemend daalt?
Antwoord 14
Door het kabinet is de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 ingesteld
die begin 2024 advies zal uitbrengen over scenario’s, mogelijke beleidsopties en handelingsperspectieven
met betrekking tot de maatschappelijke gevolgen van de demografische ontwikkelingen.
Vraag 15
Indien er de komende jaren meer zwangerschappen eindigen in een miskraam en/of een
vroeg en/of doodgeboorte, en/of er blijvend meer kinderen met gezondheidsproblemen
geboren worden in Nederland, welke stappen gaat u dan zetten om de oorzaak daarvan
te achterhalen?
Antwoord 15
Het geboortezorgbeleid is gericht op integrale geboortezorg. Ik investeer daarbij
in kennis- en kwaliteitsontwikkeling via programma’s van ZonMw voor en door de betrokken
zorgprofessionals in de sector.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.