Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sahla over het voorstel van de Europese Commissie over long-term care
Vragen van het lid Sahla (D66) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het voorstel van de Europese Commissie over long-term care (ingezonden 10 juli 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 21 augustus 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het voorstel van de Europese Commissie over long-term care?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Hoe reflecteert u op dit voorstel?
Antwoord 2
Het demissionair kabinet erkent het belang van toegankelijke en kwalitatief goede
langdurige zorg voor alle EU-burgers, ongeacht leeftijd en beperkingen. Over het algemeen
zijn de aanbevelingen van de Raad in lijn met het Nederlandse beleid over de langdurige
zorg, zowel bij de zorg thuis als in een instelling.
Vraag 3
Waarom heeft Nederland ervoor gekozen om de benoeming van een nationaal coördinator
voor long-term care ambtelijk te beleggen?
Antwoord 3
Nederland heeft er niet voor gekozen een nationaal coördinator te benoemen. De door
de Raad van de EU op 8 december 2022 aangenomen Raadsaanbeveling (Publications Office (europa.eu)) is op meerdere punten aangepast ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie
van 7 september 2022. Zo is in onderdeel 10.a) de mogelijkheid opgenomen om in plaats
van een coördinator te kiezen voor een ander coördinatiemechanisme. In lijn met het
gestelde in het betreffende BNC-fiche (Kamerstukken 22 112, nr. 3527) is ervoor gekozen een nationaal, ambtelijk aanspreekpunt aan te wijzen. Dit in het
belang van bereikbaarheid en ervaringsuitwisseling tussen de lidstaten en met de Commissie.
Vraag 4
Waarom is de Kamer hier niet over geïnformeerd of geconsulteerd?
Antwoord 4
De Kamer is hierover geïnformeerd in het hiervoor gemelde BNC-fiche en in het schriftelijk
overleg over de Raadsaanbeveling in het najaar van 2022 (Kamerstukken 22 112, nr. 3567).
Vraag 5
Op basis van welke criteria is de coördinator benoemd en wat wordt precies zijn/haar
rol en mandaat?
Antwoord 5
Er is geen coördinator benoemd. Ik verwijs naar antwoord 3.
Vraag 6
Klopt het dat de de nationale coördinatoren van de verschillende lidstaten op 19 juni
jl. in Brussel over de kwaliteitsindicatoren hebben gesproken?
Antwoord 6
Er is inderdaad op 19 juni jl. een bijeenkomst geweest van nationale coördinatoren
en contactpersonen. Deze ambtelijke bijeenkomst was gericht op kennismaking en kennisuitwisseling
over kwaliteitssystemen in de verschillende lidstaten.
Vraag 7
Wat wordt de inzet van Nederland bij dat overleg?
Antwoord 7
Nederland heeft bij deze door de Europese Commissie als «mutual learning» geduide
bijeenkomst informatie gegeven over het systeem van de Nederlandse kwaliteitskaders,
protocollen, richtlijnen en kwaliteitsstandaarden in de verschillende sectoren van
de langdurige alsmede over het toezicht daarop. Naar aanleiding van de presentaties
door verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben de aanwezigen ervaringen
met deze verschillende systemen met elkaar gedeeld.
Vraag 8
Kunt u toezeggen dat inclusiviteit in de zorg wordt meegenomen als speerpunt in de
Nederlandse inbreng voor kwaliteitsindicatoren?
Antwoord 8
De inhoud van kwaliteitsindicatoren is en blijft de nationale bevoegdheid van de lidstaten.
De Raadsaanbeveling geeft aanbevelingen over aspecten die in indicatoren meegenomen
kunnen worden, maar is geenszins verplichtend voor de lidstaten. Dat neemt niet weg
dat inclusiviteit in de zorg een belangrijk thema is. Indien in een volgende bijeenkomst
specifiek de inhoud van kwaliteitsindicatoren besproken wordt, kan Nederland ervaringen
met indicatoren met betrekking tot inclusiviteit in de zorg ter tafel brengen.
Vraag 9
Hoe wordt de Kamer geïnformeerd over het behaalde resultaat?
Antwoord 9
Vooralsnog ligt de focus van de bijeenkomsten op «mutual learning», dus het delen
van kennis en ervaringen tussen de lidstaten. De opgedane kennis kan in Nederland
benut worden bij het verbeteren van de toegang tot en kwaliteit van de langdurige
zorg. Dit komt tot uitdrukking in beleid met betrekking tot langdurige zorg.
Er is geen sprake van onderhandelingen waarbij bepaalde resultaten wel of niet behaald
worden.
Vraag 10
Welke vervolgstappen neemt u in navolging van het voorstel van de Commissie?
Antwoord 10
Vooralsnog ligt de focus op het uitwisselen van kennis en ervaring tussen de lidstaten.
Waar passend worden deze informatie en relevante onderdelen van de aanbeveling meegenomen
in bestaande en toekomstige plannen en programma’s voor langdurige zorg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.