Schriftelijke vragen : Het artikel “Beëindiging opvang ‘derdelander’ uit Oekraïne mag van de rechtbank”
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het artikel «Beëindiging opvang «derdelander» uit Oekraïne mag van de rechtbank» (ingezonden 18 augustus 2023).
Vraag 1
Kunt u verklaren waarom de informatievoorziening over het definitieve einde aan de
beschermingsrichtlijn voor derdelanders aan gemeenten en aan derdelanders zo laat
op gang is gekomen, wetende dat het al sinds begin 2023 duidelijk was dat dit moment
zou komen?1
Vraag 2
Klopt het dat derdelanders uit Oekraïne de afgelopen maanden verschillende brieven
hebben gehad over het beëindigen van de beschermingsrichtlijn en de opvang, waarvan
sommige brieven onjuiste juridische informatie bevatten?
Vraag 3
Kunt u zich voorstellen dat deze chaotische informatievoorziening extra verwarrend
is voor mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn en dat een en ander niet
helpt in de ordentelijke organisatie van een asielaanvraag of vertrek?
Vraag 4
Hoe is de individuele beëindiging van de beschermingsrichtlijn voor derdelanders juridisch
getoetst? Wanneer is deze toetsing in gang gezet?
Vraag 5
Vindt u, met de huidige kennis, dat er voldoende en voldoende tijdig is gestart met
deze juridische toets?
Vraag 6
Waarom houdt u vast aan het beëindigen van het recht op opvang en werk voor derdelanders
per vier september aanstaande, als de uitspraak van de andere proefprocessen en het
hoger beroep pas na deze datum komt, en we dus niet zeker weten of de gekozen aanpak
juridisch houdbaar is?
Vraag 7
Hoe wordt voorkomen dat er alsnog een grote chaos ontstaat als blijkt dat (voor bepaalde
groepen) het beroep wordt toegewezen?
Vraag 8
Op welke datum worden de individuele besluiten waarmee de tijdelijke bescherming per
vier september wordt beëindigd belendgemaakt aan de betrokkenen? Is er dan voor deze
betrokkenen nog voldoende tijd en gelegenheid om daartegen beroep in te stellen en
om een voorlopige voorziening te vragen waarmee de rechtsgevolgen van de beëindiging
worden opgeschort voor de duur van het beroep bij de rechtbank?
Vraag 9
Heeft de rechtspraak voldoende capaciteit om de (mogelijk duizenden) verzoeken vóór
4 september te beoordelen? Heeft u daarover overleg gevoerd en afspraken gemaakt met
de rechtspraak?
Vraag 10
Wat doet u om te zorgen dat, als de beëindiging van de tijdelijke bescherming onrechtmatig
wordt bevonden door de Raad van State, derdelanders die intussen uit de opvang zijn
gezet, kunnen terugkeren naar de opvangvoorziening waar zij nu verblijven en vaak
een baan hebben gevonden?
Vraag 11
Hoeveel extra mensen worden er in de asielopvang verwacht? Is het Centraal Orgaan
opvang asielzoekers (COA) reeds voldoende voorbereid op de komst van deze mensen?
Vraag 12
Waarom is ervoor gekozen gastgezinnen die derdelanders uit Oekraïne opvangen per september
te confronteren met allerlei financiële consequenties als zij hun gasten langer op
willen vangen? Deelt u de mening dat dit bijzonder ondankbaar is richting mensen die
anderhalf jaar lang mensen in hun eigen huis hebben opgevangen? Hoe gaat u ervoor
zorgen dat mensen die zich zo lang vrijwillig inspannen niet in de financiële problemen
komen?
Vraag 13
Welke verdere stappen bent u van plan te nemen om vrijwillige terugkeer te bevorderen?
Vraag 14
Bent u bereid deze vragen allemaal individueel te beantwoorden en dit voor 4 september
te doen?
Indieners
-
Gericht aan
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Anne-Marijke Podt, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.