Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Michon-Derkzen en Idsinga over de stichting de Vrienden van XR
Vragen van de leden Michon-Derkzen en Idsinga (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Financiën over de stichting de Vrienden van XR (ingezonden 26 mei 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Financiën (ontvangen 14 augustus 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 3074.
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het artikel Ongrijpbare Rebellen van 25 mei 2023 in Elsevier Weekblad?1
Bent u bekend met het artikel Hoe zit Extinction Rebellion in elkaar? De leider stapt
uit de luwte: «De beweging probeert bewust ongrijpbaar te blijven» van 7 maart 2023?2
Antwoord 1 en 2
Ja, ik ben bekend met beide artikelen.
Vraag 3
Bent u bekend met de bij de Kamer van Koophandel geregistreerde stichting «Stichting
Vrienden van XR» (hierna: de Stichting), welke als doorgeefluik voor de financiën
zou fungeren richting Extinction Rebellion (hierna: XR)?
Antwoord 3
Ik ben hiermee bekend.
Vraag 4
Bent u het met de stelling eens dat de opmerking van bestuurder Jouwert van Geene:
«Wij hebben als bestuurders geen kennis van de plannen van de beweging en wij beslissen
ook niet waar het geld aan wordt besteed. Dat houden we heel bewust gescheiden» niet
kan kloppen omdat de ordeverstorende acties meestal ver van tevoren online worden
gedeeld en omdat de stichting trainingen faciliteert waarin mensen wordt geleerd hoe
een bevel van de politie niet uit te voeren?
Antwoord 4
Ieder individu, dus ook een bestuurder van een stichting, is zelf verantwoordelijk
voor zijn uitspraken. Het is niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid
om hier in de beoordeling te treden van dergelijke uitspraken.
Vraag 5
Welk bedrag in 2022 heeft de rijksoverheid overgemaakt aan Oxfam Novib en hoeveel
is begroot in 2023? Kunt u bij de beantwoording van deze vraag een uitsplitsing maken
per doel waarvoor middelen zijn overgemaakt of begroot?
Antwoord 5
Vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt geen subsidie gegeven aan Oxfam
Novib. Als Minister van Justitie en Veiligheid heb ik geen inzicht in de bestedingen
van andere departementen richting maatschappelijke organisaties, los van wat geopenbaard
wordt (zoals het jaarverslag van Oxfam Novib).
Vraag 6
Kunt u toelichten waarom u het geoorloofd vindt om organisaties te blijven subsidiëren
die in Nederland ordeverstorende acties financieren, waardoor ernstige openbare ordeverstoringen
plaatsvinden, trainingen worden gegeven om mensen aan te zetten tot het plegen van
strafbare feiten en agenten als gevolg van de ordeverstoringen gewond raken?
Antwoord 6
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft geen subsidie verstrekt aan Extinction
Rebellion. Daarnaast blijkt uit het openbare overzicht van het Ministerie van Financiën,
dat inzichtelijk maakt welke partijen middelen hebben ontvangen uit de Rijksbegroting3, dat Extinction Rebellion op de meest recente peildatum (ultimo 2022) geen middelen
had ontvangen van de rijksoverheid. Uit het openbare jaarverslag van Stichting Vrienden
van Extinction Rebellion blijkt niet dat zij in 2022 subsidie hebben ontvangen van
een overheidsinstantie.
Vraag 7
Bent u van mening dat organisaties die ordeverstorende acties financieren en trainingen
verzorgen om mensen aan te zetten tot het plegen van strafbare feiten, hun «algemeen
nut beogende instelling» (ANBI)-status moeten behouden? Zo nee, onder welke voorwaarden
kan deze status worden ontnomen?
Antwoord 7
Kenmerkend voor de regeling voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) is dat
deze is gericht op generieke, landelijke erkenning van doelen die niet op het eigenbelang
of privébelang zijn gericht. Dit is in de wetgeving vormgegeven door de voorwaarde
dat een instelling, zowel statutair als feitelijk, uitsluitend of nagenoeg uitsluitend
het algemeen belang (nut) dient en geen winstoogmerk nastreeft. Het begrip «algemeen
nut» is in de wet neutraal vormgegeven en wordt ook blijkens de jurisprudentie neutraal
getoetst. Mensen hebben vanuit hun levensbeschouwelijke of politieke overtuiging verschillende
opvattingen over wat als algemeen nut zou moeten worden beschouwd. Dit valt ook terug
te zien in de verschillende doelen die ANBI’s nastreven en de daarbij behorende feitelijke
activiteiten. ANBI’s zijn binnen de kaders van de ANBI-regelgeving in principe vrij
hoe zij het nastreven van hun doel aanpakken. De grens van deze vrijheid in de ANBI-regeling
ligt bij overtreding van de wet (of daar waar toepassing van de integriteitstoets
in beeld komt) of waar een instelling door de rechter verboden wordt.
De Belastingdienst toetst of de instelling voldoet aan de voorwaarden voor ANBI’s.
Dit houdt in dat met de (statutaire én feitelijke) doelstelling primair het algemeen
belang moet worden beoogd (kwalitatieve toets). Daarnaast moet sprake zijn van feitelijke
activiteiten waarmee uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (>90%) het algemeen nut wordt
gediend (kwantitatieve toets).
Vraag 8
Kunt u met collega’s in het kabinet in gesprek gaan over de wenselijkheid van het
continueren van subsidierelaties indien gesubsidieerde organisaties ervoor kiezen
ordeverstorende acties in Nederland te financieren?
Antwoord 8
Organisaties die subsidie ontvangen vanuit het Rijk worden getoetst aan de subsidiekaders
van het betreffende subsidieverstrekkende departement. Bij het opstellen van een subsidieregeling
voert het subsidieverstrekkende departement vooraf een risicoanalyse uit, onder meer
naar het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik, en neemt hiertegen passende maatregelen
op grond van hun beleid. Hierbij kan ervoor worden gekozen om de subsidie te weigeren
of aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager te stellen. Subsidieverstrekkende departementen
hebben voldoende instrumenten beschikbaar om maatregelen te nemen bij misbruik of
oneigenlijk gebruik, bijvoorbeeld de Bibob-toets. Ik zie daarom geen reden om nader
in gesprek te gaan met collega’s van het Kabinet.
Vraag 9 en 10
Bent u het met de stelling eens dat ontstane schade als gevolg van ordeverstorende
acties makkelijker moet kunnen worden verhaald op een stichting die de openbare ordeverstorende
acties financiert en in stand houdt?
Kunt u toelichten waarom een stichting achter een ordeverstorende actie niet aansprakelijk
gesteld kan worden voor eventuele gemaakte schade, schoonmaakkosten en/of disproportionele
politie-inzet? Onder welke omstandigheden zou dit juridisch toch mogelijk zijn?
Antwoord 9 en 10
Een persoon of rechtspersoon, zoals een stichting, kan aansprakelijk worden gesteld
voor schade die is veroorzaakt door een onrechtmatige daad van deze persoon. Dit is
geregeld in artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Het is toegestaan om
maatschappelijke organisaties financieel te ondersteunen. Het is niet aan de Staat
om te treden in de wijze waarop burgers of organisaties hun geld besteden, zolang
dit binnen de grenzen van de wet blijft. Dit financieren zal dan ook niet snel als
een onrechtmatige daad kunnen worden aangemerkt. Dit wordt anders als de financiering
wordt verstrekt met het oogmerk tot het plegen van strafbare feiten, bijvoorbeeld
als de financier een bedrag verstrekt bestemd voor de aanschaf van wapens of het anderszins
plegen van strafbare feiten. Het is aan de rechter om aan de hand van de omstandigheden
van het geval te beoordelen of er sprake is van onrechtmatig handelen van de demonstranten
en/of hun financiers. Tot slot worden kosten gemaakt door politie voor handhaving
van de openbare orde niet doorberekend. Dit werk hoort bij de overheidstaak en is
onderdeel van maatschappelijke kosten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.