Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dassen over de brief van de staatssecretaris over Italiaanse Dublinzaken van 23 mei 2023
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van de Staatssecretaris over Italiaanse Dublinzaken van 23 mei 2023 (ingezonden 7 juli 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3301.
Vraag 1
Hoe verhoudt de doelstelling van de Dublinverordening om zo snel mogelijk duidelijkheid
te krijgen over welke lidstaat verantwoordelijk is voor een asielverzoek zich tot
de beslissing om de volledige overdrachtstermijn af te wachten bij zaken met een Dublinindicatie
voor Italië, terwijl de rechter heeft geoordeeld dat het niet mogelijk is om «vast
te stellen wanneer het gebrek aan opvangfaciliteiten zal zijn opgelost en de overdrachten
aan Italië weer kunnen worden hervat»?1
Antwoord 1
Het doel van de Dublinverordening is om te komen tot snelle vaststelling van de lidstaat
die verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming.
Het kabinet streeft ernaar om wanneer die verantwoordelijkheid is vastgesteld, personen
ook zo snel mogelijk over te dragen aan de verantwoordelijke lidstaat. Dit geldt eveneens
voor personen die onder de Dublinverordening worden overgedragen aan Italië. De keuze
om de volledige overdrachtstermijn af te wachten, volgt uit het feit dat de Italiaanse
autoriteiten aangeven dat het gaat om een tijdelijke opschorting. Wanneer de uiterste
overdrachtstermijn is verstreken, wordt de persoon alsnog opgenomen in de nationale
asielprocedure.
Vraag 2
Zijn de asielzoekers opgenomen in de nationale procedure nu de in de Dublinverordening
vastgelegde dwingende uiterlijke overdrachtstermijn (UOD) van zes maanden verstreken
is? Zo ja, welke registratiedatum wordt er gebruikt voor de asielaanvraag? Hoe verhoudt
zich deze datum tot de wettelijke vastgelegde maximale termijn van behandeling van
asielverzoeken, zoals beschreven in de Procedurerichtlijn?
Antwoord 2
In de gevallen waar de uiterste overdrachtstermijn (UOD) van zes maanden is verstreken,
worden deze in de nationale procedure opgenomen. Als registratiedatum voor de asielaanvraag
geldt de datum waarop het verzoek om internationale bescherming in Nederland is ingediend.
Voor deze zaken geldt evenwel dat de beslistermijnen ingevolge artikel 42, zesde lid,
van de Vreemdelingenwet, eerst aanvangt nadat is vastgesteld dat Nederland verantwoordelijk
is voor de behandeling van het verzoek. Dat is ook als zodanig in artikel 31 van de
Procedurerichtlijn bepaald.
Vraag 3
Gezien het al sinds december vorig jaar duidelijk is dat overdracht naar Italië niet
mogelijk is, Italië dit nogmaals bevestigd heeft in februari 2023 en de rechter dit
bevestigd heeft in april, kunt u reflecteren op het feit dat mensen niet direct bij
aankomst opgenomen zijn de nationale procedure, dan wel meteen na de rechterlijke
uitspraak?
Antwoord 3
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Hoeveel asielzoekers zitten er momenteel in de opvang die een Dublinindicatie voor
Italië hebben waarvan de vastgelegde dwingende uiterlijke overdrachtstermijn (UOD)
van zes maanden nog niet verstreken is? Bent u van plan ook in deze gevallen de UOD
af te wachten alvorens mensen op te nemen in de nationale procedure?
Antwoord 4
Zie in de tabel hieronder het aantal zaken waarin is vastgesteld dat Italië de verantwoordelijke
lidstaat is (omdat een claimakkoord is ontvangen) en waarvan de overdrachtstermijn
nog niet is verstreken. Het betreft afgerond in totaal 1910 zaken, waarvan 820 zaken
in 2023. Voor de zaken van vóór 2023 zal het gaan om zaken met een verlenging of opschorting
van de overdrachtstermijn bijvoorbeeld vanwege de situatie dat de personen in kwestie
met onbekende bestemming zijn vertrokken. In die gevallen wordt de duur tot aan het
moment van aflopen van de overdrachtstermijn dus langer dan zes maanden, zoals volgt
uit de Dublin wetgeving. Van het totaal aantal zaken van 1910 zijn er 390 als met
onbekende bestemming vertrokken, geregistreerd.
Aantal claimakkoorden
2020
2021
2022
2023
Eindtotaal
Afwachten overdracht MOB
<10
50
320
20
390
#N/B
<10
20
700
800
1520
Eindtotaal
<10
60
1020
820
1910
Bron: Metis 2023 ovv standdatum 202307.2
Ik ben vooralsnog van plan de uiterste overdrachtstermijn in deze zaken af te wachten,
omdat uit informatie van de Italiaanse autoriteiten blijkt dat sprake is van een tijdelijke
situatie. Wel wordt momenteel een verkenning gedaan voor wat betreft het versneld
afdoen (in spoor 2) van asielverzoeken van personen afkomstig uit veilige landen van
herkomst en Dublinclaimanten. Hierover wordt de Kamer schriftelijk geïnformeerd, zoals
door mij is toegezegd tijdens het Commissiedebat vreemdelingen- en asielbeleid van
28 juni jl.
Vraag 5
Verwacht u dat er meer asielzoekers met een Dublinindicatie voor Italië bij zullen
komen in de opvang? Zo ja, om hoeveel mensen verwacht u dat het gaat? Bent u van plan
ook in deze gevallen de UOD af te wachten alvorens mensen op te nemen in de nationale
procedure?
Antwoord 5
Het is niet onaannemelijk dat ook in de aankomende periode verzoeken tot internationale
bescherming worden ingediend in Nederland door vreemdelingen voor wie geldt dat Italië
in beginsel de verantwoordelijke lidstaat is om hun verzoek in behandeling te nemen.
Het valt evenwel niet te voorspellen om welke aantallen het gaat. Verder verwijs ik
u naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Bent u het met de stelling eens dat mensen niet teruggestuurd mogen worden naar een
mensonwaardige situatie in de asielopvang?
Antwoord 6
Nederland mag in beginsel uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, en daarmee
dat een andere lidstaat zijn internationale verplichtingen nakomt, in het bijzonder
de mensenrechten volgend uit het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM)
en het Europees Handvest van de Grondrechten (het Handvest). Indien de situatie in
de verantwoordelijke lidstaat (bijvoorbeeld t.a.v. de asielopvang) dusdanig is dat
er structurele tekortkomingen zijn die de bijzonder hoge drempel van zwaarwegendheid
halen, dan kunnen vreemdelingen niet meer op grond van de Dublinverordening aan dat
land worden overgedragen.
Vraag 7
Gezien Italië EU-lidstaten verzocht heeft om Dublin-overdrachten aan Italië tijdelijk
op te schorten door een gebrek aan capaciteit en de rechter daarover gesteld heeft
dat er een «reëel risico is dat vreemdelingen buiten hun eigen wil en keuzes om bij
overdracht aan Italië terechtkomen in een toestand van zeer verregaande deprivatie
(…), waardoor zij niet kunnen voorzien in de belangrijkste basisbehoeften zoals onderdak,
eten en stromend water»3, en er dus sprake is van een mensonwaardige situatie in de asielopvang, hoe verhoudt
zich dit tot uw antwoord op vraag 6 en de uitspraken in uw brief?
Antwoord 7
Er wordt om de redenen die u noemt op dit moment tijdelijk niet overgedragen aan Italië.
Vraag 8
Voldoet de opvang in Italië op dit moment aan de criteria van de Opvangrichtlijn?
Wordt dit door Nederland getoetst en zo ja, hoe? Welke indicatoren gebruikt u om dit
te toetsen?
Antwoord 8
Het is aan de Europese Commissie als hoedster van de verdragen om toe te zien op de
naleving van het EU-acquis, dat geldt ook voor de naleving van de Opvangrichtlijn.
Nederland mag in beginsel uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel (zie
ook mijn antwoord op vraag 6). Voorts wordt uitgegaan van de informatie die de Italiaanse
autoriteiten hebben geboden.
Vraag 9
Bent u nog steeds van plan mensen terug te sturen naar Italië? Zo ja, hoe gaat u dan
voldoen aan de uitspraak van de rechter om ervoor te zorgen dat u «niet meer mag uitgaan
van het vermoeden dat Italië zal voldoen aan zijn internationale verplichtingen»?
Antwoord 9
De Italiaanse autoriteiten hebben aangegeven dat het gaat om een tijdelijke situatie.
Op het moment dat er voldoende aanleiding is aan te nemen dat de asielopvangsituatie
in Italië weer afdoende is voor terugkerende Dublinclaimanten, zullen zij weer worden
overgedragen aan Italië.
Vraag 10
Gezien u in uw brief stelt dat Italië unilateraal de Dublinsamenwerking tijdelijk
opschort, terwijl Italië aangeeft dat zij een groot capaciteitsgebrek hebben waardoor
zij hun internationale verplichtingen niet kunnen nakomen en u daarbij benadrukt dat
van Italië mag «worden verwacht dat zij haar internationale verplichtingen jegens
asielzoekers en Europese afspraken nakomt»4, kunt u reflecteren op de uitspraken van Italië dat zij kampen met een capaciteitstekort
en de uitspraken van de rechter dat u «niet meer mag uitgaan van het vermoeden dat
Italië zal voldoen aan zijn internationale verplichtingen»?
Antwoord 10
Via het geldend EU-acquis committeren alle lidstaten zich aan een werkend Dublin-systeem
en aan het bieden van opvang die voldoet aan de vereisten in internationaal recht.
Er mag dus worden verwacht van lidstaten dat zij hiertoe alles in het werk stellen,
desnoods met hulp van agentschappen van de Europese Unie. Het Dublin-systeem werkt
alleen als lidstaten ook daadwerkelijk de verantwoordelijkheid nemen voor de asielzoekers
wiens asielverzoek zij moeten behandelen, en niet als zij eenzijdig bepalen om geen
overdrachten en dus verantwoordelijkheid te accepteren.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.