Schriftelijke vragen : De (mogelijke) begrenzing Natuurvergunning Schiphol op 44 miljoen passagiers
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de (mogelijke) begrenzing Natuurvergunning Schiphol op 44 miljoen passagiers (ingezonden 1 augustus 2023).
Vraag 1
            
Herkent u de zinnen «Indien echter uit berekeningen blijkt dat de Planologische Kernbeslissing
               (PKB) 1995 en het Aanwijzingsbesluit (1996) meer beperkende besluiten zijn, dan moeten
               deze besluiten als het meest beperkende besluit(en) worden aangemerkt. Deze uitlegging
               heeft mogelijk ook een impact op het door IenW voor te bereiden LVB-1» uit de «Gespreksnotitie
               overleg tussen LNV/Schiphol/IenW» van oktober 2020?1
Vraag 2
            
Bent u het eens met deze passage? Zo nee, op welke manier, met welke onderbouwing,
               niet?
            
Vraag 3
            
Wat waren de uitkomsten van de hierboven genoemde berekeningen, kunt u deze overleggen?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 4
            
Welke opsomming van mogelijke impact kunt u geven op het door u voor te bereiden LVB-1?
               Geef, wanneer dat niet limitatief kan, uit oogpunt van het grote belang de drie belangrijkste
               (mogelijke) gevolgen en, naar uw mening, het meest waarschijnlijke gevolg.
            
Vraag 5
            
Herkent u de zin «Op het luchtvaartterrein wordt slechts zo veel verkeer toegelaten
               dat per gebruiksplanjaar niet meer dan 44 miljoen luchtpassagiers van het luchtvaartterrein
               gebruikmaken» uit diezelfde «Gespreksnotitie overleg tussen LNV/Schiphol/IenW» van
               oktober 2020?2
Vraag 6
            
Klopt het dat met deze zin wordt verwezen naar een voorwaarde uit het PKB 1995? Zo
               nee, hoe zit het dan?
            
Vraag 7
            
Kunt u uitsluiten dat het -op basis van het onder 1) en 4) gestelde- PKB 1995 niet
               het meest beperkende besluit is? En zo nee, kunt u bevestigen dat het -op basis van
               het onder 1) en 4) gestelde- PKB 1995 wel het meest beperkende besluit is? En zo ja,
               met welke onderbouwing kunt u dat uitsluiten en hoe zit het dan volgens u?
            
Vraag 8
            
Indien u bevestigt dat het PKB 1995 het meest beperkende besluit is, kunt u dat uitsluiten
               dat derhalve voor de referentiesituatie moet worden uitgegaan van een Schiphol met
               slechts 44 miljoen passagiers? Zo ja, wat is dan het aantal passagiers dat voldoet
               aan het meest beperkende besluit, volgens u?
            
Vraag 9
            
Wat is de meest reële inschatting voor dit jaar in aantal passagiers op Schiphol?
               En welke aantallen verwacht u in 2024, 2025 en 2030?
            
Vraag 10
            
Houdt Schiphol bij de ingediende vergunningaanvraag, rekening met het meest beperkende
               besluit? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk besluit wordt door de vergunningaanvrager
               dan daarvoor aangehouden? Welk besluit zou de vergunninghouder wettelijk moeten aanhouden?
            
Vraag 11
            
Klopt het dat u herhaald heeft besloten dat het ontbreken van een geldige vergunning
               op basis van de Wet Natuurbescherming (Wnb) voor Schiphol wordt gedoogd omdat de vergunning
               op afzienbare tijd vergunbaar zou zijn? Zo ja, wat is de maximale termijn die u als
               afzienbaar ziet en kunt u het eerste moment dat u of uw rechtsvoorgangers gedoogsteun
               verleende noemen?
            
Vraag 12
            
Bent u van mening dat de huidige vergunningaanvraag ook vergunbaar kan zijn als er
               een limiet zou gelden in de referentiesituatie van slechts 44 miljoen passagiers?
               Op welke manier motiveert u die mening?
            
Vraag 13
            
Kunt u zich voorstellen dat het PKB, met een harde limiet van slechts 44 miljoen passagiers,
               niet het meest beperkende besluit zou kunnen zijn? Wilt u dit motiveren?
            
Vraag 14
            
Is in het adviestraject van de Commissie m.e.r. in heden of verleden de limiet van
               44 miljoen passagiers aan de orde gekomen? Zo ja, wilt u deze stukken en correspondentie
               dan delen met de Kamer?
            
Vraag 15
            
Acht u het mogelijk dat Schiphol een Wnb vergunning kan worden toegekend als er voor
               de referentiesituatie moet worden uitgegaan van maximaal 44 miljoen passagiers? Zo
               ja, kunt u aangeven op welke manier dat zou kunnen?
            
Vraag 16
            
Klopt het dat in de onder 1 en 4 genoemde gespreksnotitie de paragrafen «Belang IenW/Schiphol»
               en «Redeneerlijn IenW/Schiphol» de belangen van IenW/Schiphol samenvallen?
            
Vraag 17
            
Zijn de belangen van u en Schiphol in deze daarmee precies identiek? Zo ja, waar verschillen
               de belangen?
            
Vraag 18
            
Zou u geen eigen afwegingen moeten maken? Zo, nee, vind u dit dan staatsrechtelijk
               zuiver?
            
Vraag 19
            
Wat betekent dit voor de derde partij in dit overleg, zijnde LNV?
Vraag 20
            
Zijn er ook paragrafen die het bijvoorbeeld het belang IenW/de burger samenvatten?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 21
            
Waar in de gespreksnotitie kunnen we concreet invullingen zien van de zo vaak gedane
               belofte dat er geen verslechtering mag optreden van de kwaliteit van de leefomgeving
               en luchtkwaliteit?
            
Vraag 22
            
Zou het niet logischer zijn dat, in plaats van dat u uw positie aan die van Schiphol
               koppelt, zoals duidelijk blijkt uit de kopjes van de paragrafen, de overheid zichzelf
               juist als één partij ziet, opstelt en als zodanig handelt?
            
Vraag 23
            
Komt er naar uw mening een moment dat u kiest voor het belang van burgers boven die
               van de luchtvaartsector, waarbij een nieuwe balans ontstaat? Zo ja, wanneer verwacht
               u -bij benadering- dat moment?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.