Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 (migratieonderwerpen)(Kamerstuk 32317-845)
32 317 JBZ-Raad
Nr. 847 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 21 juli 2023
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de
brief van 13 juli 2023 inzake de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 20 en
21 juli 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 845) over de brief van 19 juni 2023 inzake verslag van de formele JBZ-Raad van 8–9 juni
2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 842) en over de brief van 9 juni 2023 inzake Fiche: Aanbeveling inzake de bestrijding
van online piraterij van live (sport)evenementen (Kamerstuk 22 112, nr. 3718).
De vragen en opmerkingen zijn op 17 juli 2023 aan de Minister en Staatssecretaris
Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 21 juli 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Kat
De adjunct-griffier van de commissie, Meijer
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
8
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie
11
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
13
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
13
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 20 en 21 juli 2023.
Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat op 21 juni 2023 de Raadsposities op de ontwerpverordeningen
voor de verzameling en overdracht van Advance Passenger Information (API) voor grensbewakings-
en rechtshandhavingsdoeleinden zijn aangenomen. Kan de Staatssecretaris toelichten
op welke manier het voorstel API Grensbewaking illegale migratie tegengaat? Hoe groot
zal de impact op illegale migratiestromen naar verwachting zijn, wanneer het voorstel
wordt aangenomen en geïmplementeerd?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat door Nederlandse inzet het
mogelijk is API-gegevens langer te bewaren ten behoeve van de bestrijding van illegale
migratie. Daarentegen is het teleurstellend dat het niet is gelukt de reikwijdte van
het API Grensbewakingsvoorstel naar uitgaande vluchten en intra-Schengen vluchten
uit te breiden. Kan de Staatssecretaris toelichten op welke andere manier er alsnog
meer controle kan komen op uitgaande vluchten en intra-Schengen vluchten? Kan de Staatssecretaris
toelichten op welke wijze hierin samengewerkt kan worden tussen lidstaten? Op welke
wijze kan straks informatiedeling plaatsvinden?
Verder lezen de leden van de VVD-fractie dat de Europese Commissie een onderzoek uitvoeren
naar het opstellen van een wetgevend kader ten behoeve van de verzameling van API-gegeven
bij andere vervoersmodaliteiten. Wat deze leden betreft is dit een belangrijk onderdeel
om meer controle op de (illegale) migratiestromen te krijgen. Is de Staatssecretaris
bereid om in EU-verband een voortrekkersrol te nemen om ook op andere vervoersmiddelen
dan vliegtuigen meer controle te krijgen ten behoeve van het tegengaan van illegale
en secundaire migratie? Kan bij het onderzoek ook gekeken worden naar de inzet van
camera’s, op bijvoorbeeld snelwegen en grensovergangen, en meer internationale samenwerking?
Antwoord
Het onderwerp Advance Passenger Information (API) staat niet op de agenda van de huidige
JBZ-Raad. In verband met het korte tijdsbestek van dit schriftelijk overleg wordt
het antwoord op deze vragen voor het eind van het zomerreces aan uw Kamer verzonden.
De leden van de VVD-fractie vragen welke lessen de Staatssecretaris trekt uit recent
beleid van Denemarken om meer grip te krijgen op migratie. Welke mogelijkheden ziet
de Staatssecretaris om recent Deens beleid en wetgeving toe te passen in Nederland?
Kan de Staatssecretaris hier concrete voorbeelden van geven?
Antwoord
Zoals uw Kamer bekend is Denemarken niet aan dezelfde EU-regels gebonden als Nederland,
gezien de opt-out die het land heeft op (onder andere) Europese asiel- en migratiewetgeving. Hierover
is uw Kamer eerder geïnformeerd.1 Het kabinet heeft op het vlak van migratiebeleid goede en doorlopende contacten met
Denemarken, zowel op politiek als hoogambtelijk niveau. Het kabinet trekt ook binnen
de EU waar dat kan samen met Denemarken op, bijvoorbeeld bij de onderhandelingen over
het Asiel- en Migratiepact, op het vlak van Schengengerelateerde zaken, of op EU-migratiesamenwerking
met derde landen.
De leden van de VVD-fractie vinden het van het grootste belang dat instrumentalisering
van migratie wordt tegengaan. Autocraten aan de buitengrens van Europa mogen migratie
niet als wapen gebruiken om de EU onder druk te zetten. Deelt de Staatssecretaris
de mening van deze leden dat het zowel in het belang van migranten, als de EU is dat
Europese wetgeving de ruimte biedt om instrumentalisering van migratie te bestrijden?
Vindt de Staatssecretaris ook dat hiervoor strengere regels en wetten nodig zijn dan
voor andere elementen uit het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS)?
Antwoord
Het kabinet is het eens met de leden van de VVD-fractie dat het in gevaar brengen
van grote groepen migranten voor (geo-)politieke doeleinden onaanvaardbaar is. Het
is daarom belangrijk dat lidstaten die met instrumentalisering worden geconfronteerd
te ondersteunen. Dat kan met Europese sancties, diplomatieke druk, of met wetgeving
die lidstaten de flexibiliteit biedt om de situatie aan hun grenzen adequaat op te
lossen. In de conceptteksten van de Crisis- en Overmachtsverordening is voor dat laatste
een brede set aan instrumenten opgenomen.
Het kabinet acht het voor door instrumentalisering getroffen lidstaten van belang
dat hen de mogelijkheid wordt geboden asielverzoeken versneld maar zorgvuldig aan
de grens af te ronden en daarbij ongewilde secundaire migratie te voorkomen. Daarbij
is het van belang dat de betrokken lidstaten het recht op asiel dienen na te leven.
Het afgelopen jaar heeft Nederland ervaren dat de Europese wetgeving rond asiel te
rigide is in tijden van een asielcrisis, zo stellen de leden van de VVD-fractie. Tegelijkertijd
is het in het belang van Nederland dat zoveel mogelijk asielzoekers een opvang en
procedure krijgen aan de buitengrens, en dat EU-landen niet een crisis als excuus
gebruiken om asielzoekers door te sturen. Hoe vindt de Staatssecretaris een optimale
balans tussen flexibiliteit in tijden van crisis en er wel voor zorgen dat opvang
en procedures plaatsvinden op de juiste plek? Welke flexibiliteit wil de Staatssecretaris
geven aan landen om ervoor te zorgen dat ze opvang en procedures ook in tijden van
crisis kunnen uitvoeren?
Antwoord
Het kabinet maakt graag van deze gelegenheid gebruik uw Kamer nader te informeren
over de inhoud van de voorliggende voorstellen voor de Crisis- en Overmachtsverordening
(hierna: Crisis-verordening) en de voortgang van de onderhandelingen. Mogelijk stuurt
het Spaans voorzitterschap op zeer korte termijn (nog vóór het Europees zomerreces)
aan op de aanname van een algemene oriëntatie in Coreper. Het is nog niet zeker of
dit gezien het uiteenlopend krachtenveld en de nog sterk in beweging zijnde teksten
ook gaat lukken.
Zoals eerder gemeld, is het eerdere voorstel voor een Instrumentaliseringsverordening
inmiddels met de Crisisverordening samengevoegd. Door deze samenvoeging vormt het
voorstel voor de Crisisverordening nu een overkoepelend wettelijk kader voor een aanpak
ten tijde van een migratiecrisis, overmacht, of instrumentalisering. Of er sprake
is van een van deze situaties, en zo ja, welke solidariteit en flexibiliteit er in
regelgeving mag worden toegepast, wordt op basis van een voorstel van de Europese
Commissie ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad. Het besluit wordt vervolgens
op basis van een gekwalificeerde meerderheid genomen. In de verordening is allereerst
een voorstel voor het inkorten van de tijdslijnen voor het solidariteitsmechanisme
uit de Raadspositie op de AMMR en het treffen van aanvullende solidariteitsmaatregelen
voor lidstaten in crisis opgenomen. Daarnaast worden verschillende mogelijke derogaties
op regelgeving gecreëerd. Deze derogaties zijn altijd tijdelijk van aard; ze mogen
maximaal 12 maanden worden toegepast. De derogaties die worden toegestaan kunnen per
crisissituatie verschillen, omdat ze moeten aansluiten bij de aard van de crisis en
lidstaten moeten helpen adequaat op de situatie te reageren. Zo is de mogelijkheid
in de verordening opgenomen om de termijnen te verlengen voor het registreren van
een asielaanvraag of voor het behandelen van een asielaanvraag (en eventuele terugkeer)
in de grensprocedure. Prioritering van asielaanvragen van kwetsbare groepen wordt
in deze situaties verplicht.
Daarnaast wordt voorgesteld om in geval van crisis de termijnen voor Dublinoverdrachten
te kunnen verlengen, of om in een exceptionele omstandigheden de verantwoordelijkheid
voor een asielverzoek van een lidstaat in crisis over te laten nemen door andere lidstaten.
Ook liggen verschillende andere derogaties op de asielprocedureverordening (tijdelijk
geen of minder grensprocedures, of juist een verbreding van de reikwijdte van grensprocedures)
en de herziene opvangrichtlijn voor. Het eerder in de Crisisverordening opgenomen
voorstel voor de introductie van een status voor onmiddellijke bescherming is, mede
met het oog op de huidige toepassing van de Richtlijn Tijdelijke bescherming, ingetrokken.
Het kabinet heeft uw Kamer via BNC-fiches geïnformeerd over de kabinetsposities op
de Crisis- en Overmachtsverordening en de Instrumentaliseringsverordening2, 3. Deze BNC-fiches vormen de leidraad van de inzet van het kabinet. In deze fiches
heeft het kabinet onder andere toegelicht dat het van mening is dat de Europese en
nationale asielsystemen zo crisisbestendig mogelijk moeten zijn. Het kan daarvoor
nodig zijn dat er ten tijde van crises, overmacht of instrumentalisering proportionele
en tijdelijke flexibiliteit kan bestaan in de toepassing van Europese regelgeving.
Daarbij is voor het kabinet van belang dat ook in crisissituaties de buitengrenslidstaat
zicht moet hebben op wie het Schengengebied betreedt, en dat secundaire migratie zoveel
mogelijk wordt voorkomen. Het kabinet zet daarnaast in op de naleving van het recht
op asiel, het principe van non-refoulement, het garanderen van basisbehoeften voor
migranten en de waarborgen voor ongehinderde toegang zoals verankerd in de EU-regelgeving.
Het kabinet kan in ieder geval, conform de inzet in de BNC-fiches, in geval van een
door de Raad vastgestelde situatie van crisis, instemmen met de voorgestelde verlenging
van registratie- en grensproceduretermijnen. Het kabinet staat ook positief tegenover
de mogelijkheid om de termijnen voor over- of terugname onder Dublin te verlengen,
omdat dit lidstaten ruimte biedt om ook wanneer zij onder druk staan hun Dublin-verantwoordelijkheden
uit te blijven voeren. Daarnaast verwelkomt het kabinet het voorstel dat een crisis
zoveel mogelijk op basis van een objectieve definitie wordt vastgesteld en dat de
Raad een doorslaggevende rol krijgt in besluitvorming over de te nemen maatregelen.
Het kabinet is nog niet onverdeeld positief over een aantal van de overige derogatie-
en solidariteitsmaatregelen, zoals derogaties ten opzichte van de Asielprocedureverordening
en de toepassing van Dublin. Tegelijkertijd hecht het kabinet ook ten zeerste aan
voortgang op de onderhandelingen op het Asiel- en Migratiepact, en aan het hebben
van handelingsperspectief wanneer om geopolitieke redenen een lidstaat of de Unie
onder druk wordt gezet. Deze afwegingen zal het kabinet meenemen in de beoordeling
van een eventueel voorstel voor een Raadspositie.
De discussie in de onderhandelingen spitst zich momenteel met name toe op het samenvoegen
van de eerdere Instrumentaliseringsverordening met de Crisis- en Overmachtsverordening,
de definitie van de verschillende uitzonderingssituaties, voldoende waarborgen voor
aanvragers, en de verschillende voorgestelde derogaties. Het kabinet zal uw Kamer
op de hoogte brengen van de voortgang op de besprekingen via het verslag van de JBZ-Raad.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat er een deal tot stand is gekomen tussen
de Europese Unie en Tunesië. Deze leden zien dit als een belangrijke stap in het tegengaan
van illegale migratie over de Middellandse Zee. Kan de Staatssecretaris meer informatie
geven over de inhoud van de gemaakte afspraken? Vanaf wanneer verwacht de Staatssecretaris
dat de eerste effecten van deze deal zullen optreden? Hoe zal worden gemonitord of
Tunesië zich aan de afspraken houdt en wat zijn de consequenties indien Tunesië de
afspraken niet naleeft?
Antwoord
De Europese Commissie en Tunesië zijn een breed partnerschap overeengekomen met een
pakket bestaande uit vijf pijlers4: 1) macro-economische stabiliteit, 2) economie en handel, 3) groene energietransitie,
4) people-to-people contacten, en 5) migratie.
Op migratiegebied is overeengekomen dat migratie en ontwikkeling (het adresseren van
grondoorzaken van migratie) in samenhang met elkaar moeten worden bekeken. Daartoe
hebben de Europese Commissie en Tunesië afgesproken dat zij duurzame ontwikkeling
en werkgelegenheid zullen bevorderen in achtergestelde gebieden in Tunesië met een
hoog migratiepotentieel. De Commissie en Tunesië hebben voorts afgesproken dat zij
nauwer gaan samenwerken op de aanpak van mensensmokkel- en handel, het verbeteren
van migratiemanagement in Tunesië inclusief de terugkeer van migranten uit Tunesië
naar hun landen van herkomst, verbeterd grensmanagement inclusief versterking van
de Search and Rescue capaciteit van Tunesië, terugkeer vanuit de EU naar Tunesië, herintegratie en legale
migratie. Daarbij is expliciet afgesproken dat de versterkte migratiesamenwerking
tussen de EU Tunesië in lijn moet zijn met internationaal recht. De overeenkomst wordt
naar verwachting besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 20 juli a.s.
Daarna zal de overeenkomst per pijler nader worden uitgewerkt en geïmplementeerd.
Onderdeel van het politieke akkoord is versterkte politieke- en beleidsdialoog in
het kader van de EU-Tunesië Associatieraad. De Associatieraad, die dit najaar hervat
moet worden, biedt een belangrijke kans om politieke en institutionele betrekkingen
nieuw leven in te blazen, en om onder andere zorgen over de mensenrechtensituatie
op te brengen. Een verdere appreciatie van de gemaakte afspraken met Tunesië en een
terugkoppeling van het bezoek van de Minister-President volgt in het verslag van deze
Raad.
Het kabinet heeft terecht aangegeven dat deze afspraken een eerste stap zijn, zo constateren
de leden van de VVD-fractie. In welke opzichten zou de Staatssecretaris de afspraken
met Tunesië willen verbreden en verdiepen, zodat zowel Tunesiërs als migranten met
andere nationaliteiten naar Tunesië kunnen worden teruggestuurd? Daarnaast is het
van belang dat er meer migratiedeals worden gesloten met herkomst- en doorreislanden
in het Midden-Oosten en (Noord-)Afrika. Bij welke landen ziet de Staatssecretaris
hiervoor op de korte termijn mogelijkheden? Hoe gaat de Staatssecretaris zich ervoor
inzetten dat er de komende periode meer van dergelijke migratieafspraken tot stand
komen?
Antwoord
Een uitgebreidere appreciatie van het kabinet op de gemaakte afspraken met Tunesië
volgt in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli. Terugkeer van niet-Tunesische
migranten vanuit Europa is geen onderdeel van de gemaakte afspraken. Het kabinet benadrukt
in EU-verband doorlopend het belang en de urgentie om te komen tot brede partnerschappen.
Het kabinet roept de Commissie op om een soortgelijke brede partnerschapsinzet te
hanteren voor andere relevante landen, op basis van gelijkwaardigheid, met oog voor
wederzijdse belangen en een op maat gemaakte aanpak. Dat zal het kabinet ook tijdens
de aanstaande informele JBZ-Raad uitdragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Russische agressie tegen Oekraïne en de gevolgen voor interne veiligheid
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de signalering van de Adviesraad
Migratie met betrekking tot de tijdelijkheid van het verblijf van Oekraïense ontheemden
in Nederland en breder in de EU. Deze leden onderschrijven de zorgen van de Adviesraad
over het effect van de onzekerheid van de Tijdelijke beschermingsrichtlijn op de Oekraïners
zelf. Zij ondersteunen de inzet van de Staatssecretaris om te pleiten voor tijdige
besluitvorming over de verlenging hiervan. Daarnaast roepen deze leden de Staatssecretaris
op om als Nederland een koploper te blijven in het realiseren van beleid voor de lange
termijn en uiterlijk voor het einde van 2023 duidelijkheid hierover te verschaffen.
Antwoord
Het kabinet pleit ervoor dat er tijdig in EU-verband een besluit wordt genomen over
een eventuele verlenging van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming voor ontheemden uit
Oekraïne tot en met 4 maart 2025. Die duidelijkheid is niet alleen in het belang van
ontheemden, maar ook van gemeenten, werkgevers en andere partijen die een rol hebben
binnen de context van de opvang van Oekraïners in Nederland. Daarnaast vindt Nederland
het belangrijk dat er ook op EU-niveau een gecoördineerde aanpak tot stand komt ten
aanzien van verblijf en terugkeer van ontheemden uit Oekraïne voor de periode na maart
2025. Het kabinet zal uw Kamer hierover informeren via onder meer de JBZ-cyclus dit
najaar.
Migratie
De leden van de D66-fractie kijken met ontzetting en onrust naar recente berichten
over het beschieten van reddingswerkers op de Middellandse Zee door de Libische kustwacht.
Welke acties gaat de Staatssecretaris ondernemen om te zorgen dat dergelijke behandeling
van reddingswerkers niet meer voorkomt en dat de Europese Commissie als hoedster van
de verdragen daadwerkelijk actie gaat ondernemen?
Antwoord
Het kabinet vindt de recente berichtgeving over de situatie in Libië zorgelijk. Het
uitvoeren van opsporings- en reddingsoperaties (Search and Rescue) is een internationaalrechtelijke plicht voor staten en voor schepen die varen onder
de vlag van een bepaalde staat. Het is van belang dat betrokkenen deze verplichting
kunnen uitvoeren zonder daarbij te worden gehinderd. Opsporings- en reddingsoperaties
zijn cruciaal voor het redden van mensenlevens op zee.
Samenwerking met de autoriteiten in Libië is belangrijk om Europese en Nederlandse
doelstellingen in het land te kunnen behartigen en mensenrechtenschendingen tegen
migrantenmisstanden te kunnen bespreken. Het kabinet zet zich daarbij actief in voor
de noodzakelijke aandacht voor mensenrechten, due diligence voor EU -programmering, onafhankelijke monitoring van derde partijen van door de
EU gefinancierde projecten, sancties tegen mensenhandelaren en een verbetering van
de behandeling van migranten en vluchtelingen na ontscheping en tijdens hun verblijf
in detentiecentra, dat arbitraire detentie moet worden beëindigd en voor sluiting
van de detentiecentra. Nederland blijft hier de komende tijd bilateraal en in EU-verband
stappen op zetten. Het behalen van duurzame resultaten op bovengenoemde inzet blijft
moeizaam in de complexe context in het land.
De Commissie ziet als hoedster van de verdragen toe op de tenuitvoerlegging in de
landen van de Europese Unie van de door de Raad en het Europees Parlement aangenomen
verordeningen en richtlijnen. Handelen van de Libische kustwacht valt buiten dat mandaat.
De leden van de D66-fractie hebben al vaker hun zorgen uitgesproken over de samenwerking
met Libië en roepen nogmaals in herinnering dat de Verenigde Naties (VN) de situatie
van migranten in Libië beschrijft als misdaad tegen de menselijkheid. Deze leden maken
zich dan ook zorgen over soortgelijke plannen voor het financieren van de Tunesische
kustwacht en vragen de Staatssecretaris zich er hard te maken dat financiële steun
aan Tunesië niet tot dezelfde misstanden mag leiden.
Antwoord
Het kabinet is van mening dat alle afspraken met Tunesië en de uitvoering ervan in
lijn moeten zijn met internationaal recht en moet voldoen aan mensenrechtenstandaarden.
Daar zal het kabinet zich blijvend voor inzetten. Een uitgebreidere appreciatie van
de gemaakte afspraken met Tunesië volgt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben in de media vernomen dat de EU een migratiedeal
met Tunesië heeft gesloten. Tunesië zou hiervoor één miljard euro krijgen. Deze leden
willen alle details van deze afspraak ontvangen, waaronder de totstandkoming van deze
deal, de financiële gevolgen daarvan, de voorwaarden van de deal en concreet wat Tunesië
gaat doen om de migratiestromen tegen te houden.
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden
van de VVD-fractie. De volledige overeenkomst is te raadplegen op de website van de
Commissie.5
Een verdere appreciatie van de gemaakte afspraken met Tunesië volgt in het RBZ-verslag.
De leden van de PVV-fractie vragen een nadere uitleg over de Procedureverordening
en de Asiel en migratiemanagementverordening welke vorige maand zijn aangenomen in
de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze leden willen concreet weten welke groepen
migranten bij aankomst in de EU kunnen worden vastgehouden tijdens de registratie
en screening. Klopt het dat kansrijke asielzoekers bij aankomst niet kunnen worden
vastgehouden?
Antwoord
Het kabinet verwijst de leden van de PVV-fractie naar het verslag van de JBZ-raad
van 9 juni voor een uitleg over het behaalde resultaat op de asielprocedureverordening6. De verplichte asielgrensprocedure zal gaan gelden voor specifieke groepen asielzoekers:
personen met een kansarm asielverzoek (met de nationaliteit van een land waarvan het
Europees gemiddelde inwilligingspercentage lager is dan 20%), personen die de autoriteiten
bij hun asielaanvraag proberen te misleiden, en personen die een mogelijk gevaar vormen
voor de openbare orde of veiligheid. Ook voor families met kinderen geldt dat hun
asielverzoek in een asielgrensprocedure moet worden afgehandeld als zij onder één
van voornoemde categorieën vallen. Alleenreizende minderjarige vreemdelingen (AMV’ers)
worden uitgesloten van de asielgrensprocedures, tenzij zij een mogelijk gevaar voor
de nationale orde of veiligheid vormen.
De leden van de PVV-fractie vragen wat er gebeurt als onvoldoende lidstaten bereid
zijn asielzoekers over te nemen. Heeft de Europese Commissie de bevoegdheid om lidstaten
te dwingen asielzoekers over te nemen van de aankomstlanden?
Antwoord
Het kabinet verwijst de leden van de PVV-fractie naar het verslag van de JBZ-raad
van 9 juni voor een uitleg over het behaalde resultaat op de Asiel- en Migratiemanagementverordening.
De Commissie zal elk jaar via een rapportage over de migratiesituatie in de EU aangeven
welke lidstaten naar verwachting onder hoge migratiedruk komen, en aan welke aantallen
herplaatsingen en financiële steun deze lidstaten behoefte hebben. Het minimumaantal
jaarlijkse herplaatsingen wordt, in evenwicht met de wettelijk verplicht gestelde
asielgrensprocedurecapaciteit, vastgelegd op 30.000. Op lidstaatniveau worden geen
verplichte herplaatsingen vastgelegd. Lidstaten dienen naar rato van inwonersaantal
en Bruto Binnenlands Product (BBP) bij te dragen, maar mogen kiezen of zij dit in
de vorm van herplaatsingen of in de vorm van een financiële bijdrage doen. De financiële
bijdrage is vastgesteld op 20.000 euro als alternatief voor elke herplaatsing. Voor
Nederland komt de minimale solidariteitsbijdrage daarmee op 1.500 herplaatsingen of
30 miljoen euro. Financiële bijdragen dienen te worden gestort in een financieel instrument
van de Commissie, waarvan de modaliteiten nog moeten worden uitgewerkt. Er is een
mogelijkheid gecreëerd dat een lidstaat op basis van een voorstel van de Commissie
wordt vrijgesteld van zijn solidariteitsbijdragen omdat hij zelf onder te hoge migratiedruk
staat. Een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten moet daar mee akkoord gaan.
Indien lidstaten onvoldoende toezeggingen doen om het in de AMMR vastgelegde minimumaantal
te bereiken, moeten lidstaten dit compenseren met de behandeling van asielverzoeken
van Dublinclaimanten die zij anders zouden overdragen naar de op solidariteit aanspraak
makende lidstaat. Dit kan maximaal oplopen tot het aandeel herplaatsingszaken waar
de lidstaat voor verantwoordelijk zou zijn geweest. Mede als resultaat van de inzet
van Nederland is afgesproken dat de Commissie in haar aanbevelingen over solidariteit
ook zal meewegen of lidstaten hun verantwoordelijkheden in het kader van de Dublin-verordening
goed uitvoeren. Als de Commissie constateert dat lidstaten hierin systematisch tekortschieten,
bijvoorbeeld met opvangomstandigheden die niet voldoen aan artikel 3 van het EVRM,
kunnen deze lidstaten niet in aanmerking komen voor solidariteit totdat zij weer aan
hun verplichtingen voldoen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie vinden het lastig om inbreng te geven zonder onderliggende
stukken, los van de geannoteerde agenda, maar hebben vooralsnog de volgende vragen
en opmerkingen.
Allereerst hebben de leden van de SP-fractie vragen over de Tunesiëdeal. Ondanks de
kritiek uit deze Kamer en van maatschappelijke organisaties heeft een ondemocratisch
college (de Europese Commissie) afspraken gemaakt met een ondemocratisch regime. Krijgt
het parlement de tekst van de afspraken snel toegestuurd? Wat is de rechtsgrond van
dit memorandum of understanding (MoU) en wat zijn de mogelijkheden van de lidstaten om deze afspraak af te wijzen?
Mede gezien de demissionaire status van dit kabinet, dat controversiële besluiten
moet uitstellen, vinden deze leden de deal zeer bedenkelijk.
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden
van de VVD-fractie. De volledige tekst van de overeenkomst is te raadplegen op de
website van de Commissie.7
Het Memorandum of Understanding is niet juridisch bindend.
Bij het voorstel om de Instrumentaliseringsverordening samen te voegen met de Crisisverordening
zien de leden van de SP-fractie een potentieel risico dat de woorden «instrumentalisering»
en «crisis» onderhevig zijn aan devaluatie, hetgeen door lidstaten misbruikt kan worden.
Hoe ziet de Staatssecretaris dat? Is er sprake van een (min of meer) objectieve definitie?
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden
van de VVD-fractie. Het kabinet deelt de opvatting van de leden van de SP-fractie
dat de definities van instrumentalisering en crisis objectief en helder moeten zijn
om potentiële devaluatie van de begrippen te voorkomen. Nederland pleit daarom voor
een systeem waarin een crisis op basis van objectieve criteria kan worden vastgesteld.
Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk dat de lidstaten betrokken worden bij besluitvorming
over of er sprake is van een crisis- of instrumentaliseringssituatie, zoals is opgenomen
in het voorstel.
Verder vragen de leden van de SP-fractie wat het tijdspad is van de triloog over het
Pact, nadat er op 8 juni 2023 een akkoord kwam over de Raadspositie.
Antwoord
Op de onderdelen waarop de lidstaten eerder een akkoord bereikten (de Eurodac-verordening,
de Screeningsverordening, de Asiel- en Migratiemanagementverordening en de Asielprocedureverordening)
is de triloog met het Europees Parlement reeds gestart. Het Spaanse voorzitterschap
is voornemens vóór het einde van 2023 op het gehele Pact tot een akkoord te komen
met het Europees Parlement. De Nederlandse wens is om de hervorming van het Asiel-
en Migratiepact af te ronden voor de Europese verkiezingen van april 2024.
Op de Crisisverordening dient de Raad nog een Raadspositie te bereiken alvorens de
triloog kan worden gestart. Mogelijk stuurt het Spaanse voorzitterschap op zeer korte
termijn (nog vóór het Europees zomerreces) aan op de aanname van een Raadspositie.
Het is nog niet zeker of dit gezien het uiteenlopend krachtenveld en de nog sterk
in beweging zijnde teksten ook gaat lukken. Voor de positie van Nederland verwijst
het kabinet naar een vraag hierover van de leden van de VVD-fractie. Uw Kamer zal
op de hoogte worden gebracht van de voortgang op de besprekingen via het verslag van
de JBZ-Raad.
Tot slot krijgen de leden van de SP-fractie graag een update over het onderzoek naar
de rol van de Griekse autoriteiten in de scheepsramp van half juni 2023. Is de onafhankelijkheid
van dit onderzoek geborgd?
Antwoord
Het kabinet betreurt deze tragedie ten zeerste en heeft haar medeleven uitgesproken
in de richting van de slachtoffers en hun familieleden. Ook tijdens de Europese Raad
(ER) op 29–30 juni jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1972) kwam de ramp aan de orde. In de conclusies van de Voorzitter van de Europese Raad
wordt aangehaald dat de ER zijn diepe bedroefdheid hierover uitsprak. Het kabinet
steunt tevens de door de Voorzitter genoemde blijvende inzet van de EU om het bedrijfsmodel
van mensenhandelaars en smokkelnetwerken te ontwrichten en om de onderliggende oorzaken
van irreguliere migratie aan te pakken, met als doel beter om te gaan met de migratiestromen
en te voorkomen dat mensen dergelijke gevaarlijke reizen ondernemen.
Over de toedracht van de ramp in de Griekse wateren is momenteel nog veel onduidelijk.
Het kabinet acht het van groot belang dat hier onafhankelijk onderzoek naar wordt
gedaan. Dit benadrukt het kabinet ook in relevante bilaterale contacten en in Europese
overleggen. Op dit moment doen zowel het Griekse openbaar ministerie als de Griekse
kustwacht onderzoek, en ook de grondrechtenadviseur van Frontex werkt aan een rapportage.
Het kabinet wenst de uitkomsten hiervan af te wachten. Het kabinet merkt ten slotte
op dat het van belang is dat de Commissie, als hoedster van de verdragen, erop toe
blijft zien dat grensbeheer altijd in lijn is met Europees recht.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor
de komende JBZ-Raad. Uit de media hebben deze leden begrepen dat er in de loop van
zondag 16 juli een MoU tot stand is gekomen tussen de EU en de Tunesische regering
over de samenwerking op migratie. Zij ontvangen graag een precies overzicht van de
gemaakte afspraken.
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar de eerdere beantwoording van een gelijkluidende vraag
van de leden van de fracties van de VVD, PVV en SP. Eveneens verwijst het kabinet
deze leden naar de website8 van de Commissie waar de gemaakte afspraken zijn gepubliceerd.
Daarnaast vragen de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie naar de concrete (rechts)waarborgen
met betrekking tot de effectieve handhaving van de mensenrechten en de naleving van
het VN-Vluchtelingenverdrag bij de uitvoering van de Tunesiëdeal. In de afgelopen
weken is genoegzaam gebleken dat de Tunesische autoriteiten grove mensenrechtenschendingen
plegen en mensen zelfs zonder eten en drinken uitzet in de woestijn over de grens
met Libië. Welke concrete garanties zijn afgegeven dat vluchtelingen en migranten
conform de EU-mensenrechtenstandaard en het VN-Vluchtelingenverdrag zullen worden
behandeld? Welke mogelijkheden zullen worden geboden om daarop vanuit de EU en niet-gouvernementele
organisatie (ngo’s) toezicht te houden? Op welke wijze zullen EU-organisaties zoals
Frontex gaan samenwerken met de Tunesische autoriteiten? Wie is bevoegd om klachten
van vluchtelingen en migranten in behandeling te nemen? Hoe wordt erin voorzien dat
refoulement wordt voorkomen? Zijn er afspraken gemaakt over democratie en rechtsstaat
in Tunesië? En, ten slotte, wanneer krijgt de Kamer de concrete tekst van de Tunesiëdeal
voorgelegd?
Antwoord
De tekst van de overeenkomst kan worden geraadpleegd op de website van de Europese
Commissie, een uitgebreidere appreciatie van de gemaakte afspraken volgt via het verslag
van de Raad Buitenlandse Zaken op 20 juli. Vanzelfsprekend geldt dat de afspraken
binnen internationaalrechtelijke kaders vallen, en met inachtneming van mensenrechten
moeten worden uitgevoerd. Eveneens heeft Nederland steeds aangedrongen op het belang
van bescherming van migranten in Tunesië. Daar zal Nederland zich ook voor blijven
inzetten.
Crisis- Overmacht- en Instrumentaliseringverordening
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben de nodige vragen over de voorgestelde
Crisis-, Overmacht- en Instrumentaliseringsverordening. Daarover wordt, naar deze
leden begrepen, op korte termijn een Raadspositie beoogd. Met name het onderdeel «instrumentalisering»
baart zorgen. Eind 2022 verwierpen veel EU-lidstaten het voorstel vanwege het ondermijnende
effect op het EU-asiel-acquis. Deze leden lezen dat vrijwel elke grotere migratiestroom
aangemerkt zou kunnen worden als «instrumentalisering». Ook reddingen op zee na een
Search and Rescue (SAR)-operatie kunnen hieronder vallen, waardoor het oorspronkelijke
idee van een dreiging vanuit een staat is losgelaten.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie stellen dat er, als een dergelijke situatie
van instrumentalisering wordt vastgesteld, een «keuzemenu» in werking treedt waarbij
(grens-) lidstaten kunnen afwijken van de Europese asielregels. Er worden bepaalde
«registratiepunten aan de grens» aangewezen waar men een beschermingsverzoek zou moeten
indienen en er geldt een wachttijd van een paar weken voor de registratie van asielzoekers.
Tot die tijd zit men «in limbo» en is het gevaar van pushbacks levensgroot, zo stellen
deze leden. Ook gelden minder waarborgen voor detentie, rechtsbijstand en opvangomstandigheden.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie constateren dat het erop lijkt dat de
huidige voorstellen zijn gekopieerd van de door Polen toegepaste noodmaatregelen op
de door Belarus georkestreerde vluchtelingenstroom. Het leidde destijds tot inhumane
situaties waarbij vluchtelingen letterlijk in limbo raakten en tientallen mensen om
het leven kwamen. Het roept de vraag op of deze samengestelde Verordening niet zal
leiden tot een toename van schendingen van mensenrechten, waaronder illegale pushbacks.
Deelt de Staatssecretaris de gedachte van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie
dat als gevolg hiervan «secundaire migratie» naar noordwestelijke bestemmingslanden
te verwachten valt, omdat asielzoekers aan de grens in limbo zitten, tijdelijk niet
geregistreerd worden en doorreizen naar een land waar ze mogelijk wél beschermd worden
en toegang hebben tot een asielprocedure? Het maakt het EU-asielsysteem zwakker in
plaats van sterker doordat lidstaten tijdelijk EU-recht buiten werking kunnen stellen
en hierdoor grotere onderlinge verschillen ontstaan. Deze leden ontvangen graag een
reactie op bovenstaande.
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden
van de VVD-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
en het verslag. Zij hebben daarnaast vragen over de overeenkomst die gesloten is tussen
de EU en Tunesië over de beperking van irreguliere migratie.
Om te beginnen vragen de leden van de ChristenUnie-fractie welke controlemechanismen
in de overeenkomst zijn opgenomen ten aanzien van de materiële naleving van mensenrechten
verdragen. Hoe kan Tunesië hierop aangesproken worden en hoe kan naleving afgedwongen
worden?
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden
van de PvdA-fractie. De tekst van de overeenkomst kan worden geraadpleegd op de website
van de Europese Commissie, een uitgebreidere kabinetsappreciatie van de gemaakte afspraken
volgt via het verslag van de RBZ.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen daarnaast van de Staatssecretaris weten
of hij kan uitsluiten dat we in een zelfde situatie als met Libië terechtkomen waarbij
de door de EU ondersteunde kustwacht mensen van zee haalt en in een situatie brengt
waar zij onmenselijk behandeld worden.
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden
van de D66-fractie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat er een deal is gesloten
met Tunesië. Zij vragen de Staatssecretaris wanneer het parlement de uitwerking van
de migratiedeal met Tunesië ontvangt, zodat het parlement tijdig betrokken kan wordt
in besluitvorming. Hoe ziet de Staatssecretaris het proces van besluitvorming ten
aanzien van de deal voor zich? Wat zijn de eerstvolgende stappen, in Nederland en
binnen de Europese Unie?
Antwoord
Het kabinet verwijst u naar de beantwoording van gelijkluidende vragen van de leden
van andere fracties. De tekst van de overeenkomst kan worden geraadpleegd op de website
van de Europese Commissie, een uitgebreidere appreciatie van de gemaakte afspraken
volgt via het verslag van de RBZ-raad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Kat, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier