Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de berichtgeving over de inkoop en uitrol van de coronavaccinaties in Nederland
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Spor over de berichtgeving over de inkoop en uitrol van de coronavaccinaties in Nederland (ingezonden 2 mei 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2656.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Vaccins, aansprakelijkheid en politiek»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of de reconstructie van de vaccinonderhandelingen zoals deze in het
artikel is weergegeven op basis van Wet openbaarheid van bestuur (Wob)-verzoeken inderdaad
op een dusdanige manier is verlopen? Indien u opnieuw het argument aandraagt dat het
artikel in een «verkeerde context» is geplaatst en de gebruikte Wob-documentatie uit
het juiste verband is getrokken, kunt u dan de juiste context van de informatie uit
deze Wob-documenten concreet en gedetailleerd duiden en zelf met een accurate reconstructie
van de gebeurtenissen komen?
Antwoord 2
De aangegeven reconstructie bestrijkt een breed scala aan zaken rond het inkoopproces
van de COVID-19-vaccins. Zo stelt de reconstructie dat het samenwerkingsverband de
Indusive Vaccine Alliance (IVA) opging in een bredere Europese samenwerking. Die observatie
onderschrijf ik. Solidariteit en internationale samenwerking is cruciaal geweest in
het bestrijden van de pandemie. Voor een verdere reconstructie verwijs ik u naar onderstaande
antwoorden.
Vraag 3
Welke vier Ministers zetten hun handtekening onder het contract met AstraZeneca? Welke
overleggen met welke personen/belangengroepen/gremia gingen hieraan vooraf, op basis
van welke (juridische) overwegingen en wie waren bij deze overeenkomst nog meer betrokken
vanuit Nederland en de Nederlandse overheid?
Antwoord 3
Het gaat hier niet om Nederlandse Ministers, maar om de Ministers van Volksgezondheid
van Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië. Deze landen vormden samen de IVA. Deze
alliantie is ontstaan op initiatief van Duitsland, dat de overige drie landen hierover
benaderde. De doelstelling van de IVA was om te komen tot overeenkomsten met vaccinproducenten
voor de ontwikkeling en levering van COVID-19-vaccins.
De contacten tussen deze vier landen vonden plaats op ministerieel en hoog-ambtelijk
niveau.
Vraag 4
Waarom was het zo belangrijk dat deze deal gesloten werd, terwijl er nog veel onduidelijk
was? Waarom wordt er in Wob-documentatie gesproken over het «zich gecommitteerd voelen»
van Nederland aan deze deal en waarom was het waarborgen van een «politieke overeenkomst»
belangrijker dan het waarborgen van de veiligheid en de volksgezondheid en het gedegen
afkaarten van juridische en medische aansprakelijkheid?
Antwoord 4
Gezien de epidemiologische situatie was het van belang dat Nederland snel kon beschikken
over effectieve en veilige COVID-19-vaccins. Nederland was samen met de drie genoemde
landen initiator van Europese samenwerking bij de aankoop van de vaccins. Het aankoopproces
was complex, onder andere omdat de landen overeenkomsten aangingen voor producten
die nog niet op de markt waren. Met het sluiten van de overeenkomsten is geen concessie
gedaan aan het waarborgen van de veiligheid en de volksgezondheid.
Vraag 5
Waarom ging de Nederlandse regering akkoord met een zogenaamd Europees compensatiefonds
voor vaccinslachtoffers wat door de lidstaten zelf gefinancierd moest worden en waarbij
de vaccinproducenten geen enkele aansprakelijkheid hadden voor eventuele schadelijke
gevolgen van hun producten en waarvoor er bovendien geen verband tussen schade en
de coronavaccinaties hoefde te worden aangetoond? Waarom waren Nederland en de EU
bereid om de kosten van eventuele juridische verdediging van de farmaceuten als gevolg
van schadeclaims op zich te nemen?
Antwoord 5
Er is geen Europees compensatiefonds opgezet. Ook zijn de vaccinproducenten niet volledig
gevrijwaard van aansprakelijkheid. Bij claims van derden wordt de aansprakelijkheid
van de producent alleen onder specifieke en strikte voorwaarden door lidstaten overgenomen.
Deze voorwaarden zijn geregeld in de aankoopcontracten.
Vraag 6 en 7
Kunt u beargumenteren waarom het volgens u gerechtvaardigd is dat vaccinproducenten
zichzelf volledig vrijwaren van aansprakelijkheid voor gezondheidsschade als gevolg
van hun coronavaccins, wetende dat deze producenten zich er volledig van bewust zijn
dat hun vaccins nieuw en experimenteel zijn en er hierdoor een groot gebrek is aan
data met betrekking tot zowel de korte als de langetermijn-bijwerkingen, waardoor
de veiligheid en de effectiviteit niet kan worden gegarandeerd en er daar dus ook
geen stellingname over gedaan zou kunnen worden en deze producenten daarmee dus defacto
bewust en actief een medisch experiment op de bevolking uitvoeren?
Kunt u aangeven waarom de Nederlandse overheid bereid was een dergelijk groot risico
te nemen met de gezondheid en levens van haar burgers en de belangen van de farmaceutische
industrie laat prevaleren boven het belang van de burger?
Antwoord 6 en 7
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 5, zijn de vaccinproducenten niet volledig
gevrijwaard van aansprakelijkheid. Vaccins mogen in de Europese Unie alleen worden
gebruikt als ze voldoen aan strenge eisen aangaande de kwaliteit, veiligheid en werkzaamheid.
Dit wordt gecontroleerd door het Europees Medicijnagentschap (EMA). De COVID-19-vaccins
hebben het volledige markttoelatingsproces bij het EMA doorlopen. Producenten zijn
nog altijd verantwoordelijk voor schade als gevolg van handelingen die aan hen te
wijten zijn (bijvoorbeeld productiefouten). Ik hecht eraan om nogmaals te benadrukken
dat de COVID-19-vaccins die in Nederland gebruikt worden géén experimentele vaccins
zijn. Ik neem afstand van de stellingname dat er sprake zou zijn van een medisch experiment
op de bevolking en dat de overheid de belangen van de farmaceutische industrie zou
laten prevaleren boven het belang van de burger. Er is brede wetenschappelijke consensus
over het gegeven dat de gezondheidswinst die kan worden behaald door vaccinatie tegen
COVID-19 opweegt tegen de geringe kans op (ernstige) bijwerkingen.
Vraag 8
Vindt u het niet onwenselijk dat als gevolg van de overheidsfinanciering van een dergelijk
compensatiefonds burgers zelf opdraaien voor het betalen en compenseren van eventueel
geleden schade door coronavaccinatie, terwijl de vaccinatieprogramma’s al bekostigd
zijn uit gemeenschapsgeld en de bevolking bovendien onderhevig is geweest aan grote
druk, drang en dwang door de overheid om zich te laten vaccineren en daarbij ook nog
onvolledig en verkeerd is geïnformeerd over de effectiviteit van de vaccins, waardoor
er geen informed consent heeft kunnen plaatsvinden?
Antwoord 8
Er is geen compensatiefonds opgezet. Zoals ik onder andere op 15 juni jl. in reactie
op schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga)2 heb aangegeven, is in de communicatie over de COVID-19-vaccins altijd duidelijk gemaakt
dat vaccineren een vrije keuze is. Er is actief en op grote schaal gecommuniceerd
over de veiligheid en effectiviteit van de COVID-19-vaccins. Het doel hiervan was
burgers in staat te stellen om zelf een weloverwogen keuze te maken. Het kabinet heeft
zich verschillende malen uitgesproken tegen het gebruik van vaccinatiedwang of -drang.
Ik deel de mening dat er grote druk op mensen werd gelegd vanuit de overheid dan ook
niet.
Vraag 9
Kunt u de overeenkomsten met betrekking tot de aansprakelijkheid van vaccinproducenten
en de financiering van schadeclaims en schadecompensatie die uiteindelijk gesloten
zijn en op dit moment gelden aan de Kamer overleggen?
Antwoord 9
Zoals toegezegd tijdens het commissiedebat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus/pandemische
paraatheid van 10 mei jl., kom ik hier graag schriftelijk en vertrouwelijk op terug
bij uw Kamer.
Vraag 10
Klopt het dat Nederland een surplus aan Janssen-vaccins heeft (moeten) opkopen, omdat
andere Europese lidstaten minder wilden afnemen en anders de contracten moesten worden
opengebroken?
Antwoord 10
De EU sloot overeenkomsten met farmaceutische bedrijven (waaronder Janssen) voor de
aankoop van een bepaald aantal vaccins. De lidstaten spraken af dat deze overeenkomsten
vervolgens werden uitgewerkt in nationale contracten, waarin het totaal volume werd
verdeeld op basis van inwoneraantal (pro-rata). Gedurende het proces bleken sommige
landen toch minder vaccins te willen afnemen dan waar ze op basis van de pro-rata
afspraken recht op hadden. Een aantal landen (waaronder Nederland) heeft er hierop
voor gekozen om een groter volume af te nemen, ten einde het gecontracteerde volume
vol te maken. Hadden deze landen dit niet gedaan, dan had de EU als geheel, terug
naar de onderhandelingstafel gemoeten, met tijdsverlies als gevolg. Dit werd onwenselijk
geacht.
Vraag 11
Is het dan dus correct dat de «Dansen met Janssen»-campagne van de Nederlandse overheid
een marketingstrategie was om het overschot aan coronavaccins kwijt te raken en weinig
te maken had met medische/epidemiologische/gezondheidsoverwegingen en dat er daarmee
dus sprake is van medische misleiding? Zo nee, waarom niet? Kunt u dat beargumenteerd
onderbouwen?
Antwoord 11
Nee, «Dansen met Janssen» was geen strategie om een overschot aan coronavaccins kwijt
te raken. Mede op verzoek van uw Kamer is de mogelijkheid geboden om alsnog te kiezen
voor een vaccinatie met een Janssen-vaccin. Aangezien de jongere doelgroepen nog het
langste moesten wachten voordat zij volledig gevaccineerd zouden zijn, zijn zij op
de mogelijkheid van een Janssen-vaccin gewezen zodat zij op een goed geïnformeerde
manier hun eigen keuze konden maken. Ik neem nadrukkelijk afstand van de stellingname
dat er sprake zou zijn van medische misleiding.
Vraag 12
Hoe reflecteert u op de uitspraak van de voormalig Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over eventuele bijwerkingen van het in allerijl toegediende Janssen-vaccin
aan jongeren: «Over langetermijneffecten kan ik duidelijk zijn, die zijn er niet»?
Vindt u het gerechtvaardigd dat de voormalig Minister deze uitspraak deed, terwijl
er geen data was om die stelling te onderbouwen en ook geen medische noodzaak om jongeren
op grote schaal heel snel massaal in te enten?
Antwoord 12
Er bestaat wetenschappelijke consensus over het gegeven dat de kans op langetermijneffecten
van vaccinatie zeer klein is. Dit heeft de toenmalige Minister van VWS destijds ook
toegelicht in antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Van Houwelingen (FvD)
van 30 juli 20213.
Vraag 13
Hoe reflecteert u op de vele jongeren die na het ontvangen van het Janssen vaccin
aangaven veel last te hebben gehad van bijwerkingen? Vindt u, met de kennis van nu,
dat de kosten van de «Dansen met Janssen»-campagne, op hebben gewogen tegen de baten
en het mogelijke risico op (lange termijn en langdurige) gezondheidsproblemen, waaraan
jongeren, zonder dat zij zich daarvan bewust waren, zijn blootgesteld?
Antwoord 13
De baten van het blijven aanbieden van het Janssen-vaccin op basis van informed consent wogen op tegen de kosten en eventuele risico’s. Hiermee konden personen eerder worden
beschermd tegen ernstige ziekte door COVID-19. De bijwerkingen van COVID-19-vaccins
zijn doorgaans mild en kortdurend. Er is open en transparant gecommuniceerd over de
risico’s van het Janssen-vaccin ten opzichte van de mRNA-vaccins van BioNTech/Pfizer
en Moderna. Voorafgaand aan de vaccinatie hebben mensen die ervoor kozen om zich te
laten vaccineren op de vaccinatielocatie aangegeven hierover te zijn geïnformeerd.
Vraag 14
Waarom was de invloed van de VS, het World Economic Forum (WEF) en de Bill & Melinda
Gates Foundation op de inkoopstrategie van coronavaccins en de alliantie Inclusive
Vaccine Alliance (IVA) die Nederland in eerste instantie had vormgegeven zo groot?
Kunt u uitleggen waarom Nederland afzag van de eigen inkoopstrategie in samenwerking
met een aantal andere landen, na vragen van deze organisaties? Zijn er afspraken gemaakt
en/of overeenkomsten/deals gesloten met deze organisaties en zo ja, wat hielden deze
in en wie bij de Nederlandse overheid waren allemaal betrokken bij deze afspraken?
Kunt u deze afspraken/overeenkomsten en de overwegingen daarvoor delen met de Kamer?
Antwoord 14
De berichten uit het WOO verzoek waaraan gerefereerd wordt, geven weer hoe de genoemde
vertegenwoordigers (ambassade van de VS, het World Economic Forum (WEF) en de Bill & Melinda Gates Foundation) Nederland benaderden, met als doel de afspraken beter te begrijpen en hun mening
te geven hoe het inkopen van vaccins wereldwijd het best georganiseerd kon worden.
De genoemde organisaties hebben geen enkele invloed gehad op manier waarop Nederland
de inkoopstrategie – in samenwerking met de Europese partners – heeft vormgegeven.
Vraag 15
Kunt u het antwoord van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van
7 juli 2020, op de vraag van HollandBio of Nederland van plan is een vaccinatieplicht
in te voeren, alsnog openbaar maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
De e-mail van 7 juli 2020 waaraan wordt gerefereerd, komt uit een mailwisseling waarin
interne afstemming wordt gezocht voor de beantwoording van de eerste drie vragen van
HollandBio (zie bijlage 1). Het gaat hier dus niet om het antwoord op de vierde vraag,
namelijk of Nederland van plan is een vaccinatieplicht in te voeren. Ik maak de gelakte
passage uit de interne mailwisseling niet alsnog openbaar, omdat het belang van openbaarmaking
niet opweegt tegen het belang van het goed functioneren van de Staat. Wel heb ik het
antwoord van het Ministerie van VWS dat op 9 juli 2020 aan HollandBio is verzonden
als bijlage bij deze beantwoording gevoegd (zie bijlage 2).
Vraag 16
Hebben farmaceutische bedrijven en/of belangengroepen druk uitgeoefend op de Nederlandse
overheid om een vaccinatieplicht in te voeren? Zo nee, kunt u aantonen dat hierover
nooit communicatie heeft plaatsgevonden?
Antwoord 16
Nee, het is niet mogelijk om aan te tonen dat bepaalde communicatie niet heeft plaatsgevonden.
Vraag 17
Weet u hoeveel jongeren er na de «Dansen met Janssen»-campagne last hebben gekregen
van gezondheidsklachten, zoals bijvoorbeeld hartspierontstekingen? Zo nee, bent u
bereid om hiernaar specifiek onderzoek te doen?
Antwoord 17
Bijwerkingencentrum Lareb heeft, sinds de start van het vaccineren met het Janssen-vaccin,
3.444 meldingen ontvangen van vermoede bijwerkingen van het Janssen-vaccin in de leeftijdsgroep
18 t/m 25 jaar. De meeste meldingen betroffen milde bijwerkingen, zoals hoofdpijn,
vermoeidheid en spierpijn. Daarnaast werd bij 37 meldingen aangegeven dat er sprake
was van een medisch gezien ernstige situatie. Lareb geeft aan dat een gemelde bijwerking
niet altijd door het vaccin wordt veroorzaakt. Klachten of aandoeningen kunnen ook
een andere oorzaak hebben. Ook zegt het aantal meldingen niets over hoe vaak een bepaalde
bijwerking daadwerkelijk optreedt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.