Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Ephraim over het afnemend psychisch welbevinden onder jongvolwassenen
Vragen van het lid Ephraim (Groep Van Haga) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het afnemend psychisch welbevinden onder jongvolwassenen (ingezonden 15 juni 2023).
Mededeling van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
            13 juli 2023).
         
Vraag 1
            
Herinnert u zich dat u op vraag 3 en 4 van de eerder gestelde vragen van het lid Ephraim1 geantwoord heeft met «Daarnaast werkt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
               (OCW) in het hoger onderwijs met de onderwijsinstellingen aan een integrale aanpak
               mentale gezondheid. In het mbo wordt vanuit de Gezonde School-aanpak en het programma
               Welbevinden op School samengewerkt aan de mentale gezondheid van studenten. In dat
               kader zullen de resultaten van dit onderzoek ook bij de instellingen in het hoger
               onderwijs en mbo onder de aandacht worden gebracht. In gesprekken met jongeren heb
               ik hier ook oog voor»? Wat is het programma Welbevinden op School van plan te doen
               aan de mentale gezondheid van jongeren?
            
Vraag 2
            
Wordt er bij dit programma ook gekeken naar de problemen die vooral meisjes hebben?
Vraag 3
            
Zo ja, wordt de aanpak al naar gelang de bevindingen daarop aangepast?
Vraag 4
            
Herinnert u zich dat u op vraag 5 van de eerder gestelde vragen reageerde met «Er
               bestaan inderdaad al langer zorgen over de mentale gezondheid van de Nederlandse bevolking,
               specifiek onder jongeren en jongvolwassenen. Zo noemt de Volksgezondheid Toekomstverkenning
               2020 dit een van de grootste gezondheidsrisico’s voor de toekomst. Dit komt onder
               meer omdat we in de samenleving hoge eisen stellen aan onszelf en aan elkaar. De druk
               om te presteren is hoog: op school, in het sociale leven en op het werk. Zowel offline
               als online. Daarbij komt ook dat jongvolwassenen in toenemende mate zorgen hebben
               over hun toekomst door maatschappelijke kwesties, zoals klimaat, energie en wonen.
               De corona pandemie heeft een vergrootglas gelegd op de bestaande problematiek en heeft
               extra druk gelegd op de mentale gezondheid»? Denkt u dat er enige verantwoordelijkheid
               bij het onderwijs ligt die deze druk op de schouders van jonge mensen legt via lessen/lesmateriaal?
            
Vraag 5
            
Zo ja, kunt u dat middels een analyse nader toelichten?
Vraag 6
            
Heeft u ideeen over op welke manier de lessen en het lesmateriaal dusdanig kunnen
               worden bijgesteld dat studenten daar minder stress van ervaren?
            
Vraag 7
            
Herinnert u zich dat u op vraag 6 en 7 van de eerder gestelde vragen reageerde met
               «Om meer te weten te komen over de oorzaken van en oplossingen voor deze gevoelens
               van angst, onzekerheid en stress, ben ik 25 april 9 jl. in gesprek gegaan met jongeren,
               ouders, hulpverleners en bestuurders. Ik blijf dit gesprek de komende tijd voeren»?
               Wat is er uit de gesprekken met jongeren, ouders, hulpverleners en bestuurders gekomen?
            
Vraag 8
            
Welke inzichten heeft u hierbij opgedaan en tot welke overwegingen en conclusies bent
               u gekomen?
            
Vraag 9
            
Herinnert u zich dat u op vraag 9 van de eerder gestelde vragen reageerde met «Ik
               herken de signalen van eenzaamheidsgevoelens die uit de corona tijd voortkomen en
               voor een deel van de jongeren ook van na die tijd. Dit is een van de redenen waarom
               de aanpak «Eén tegen Eenzaamheid» is uitgebreid voor de doelgroep jongeren»? Kunt
               u concreet uiteenzetten wat er in deze aanpak specifiek voor jongeren zal worden gedaan?
            
Vraag 10
            
Herinnert u zich dat u op vraag 13 van de eerder gestelde vragen reageerde met «Ik
               vind de toenemende prestatiedruk onwenselijk en we moeten daar iets aan doen. De eerder
               genoemde maatschappelijke kwesties blijken bij te dragen aan het gevoel van «alles
               moeten» en hoge verwachtingen vanuit de jongere zelf en vanuit de samenleving. De
               mentaliteit van «alles eruit halen wat erin zit» is ook onderzocht in onder andere
               het voortgezet onderwijs, in het rapport «Druk in het voortgezet onderwijs» Uit dit
               rapport blijkt dat scholieren vooral door toetsen, cijfers en huiswerk een grote (prestatie)druk
               ervaren. Bijna driekwart van de ondervraagde havo- en vwo-scholieren ervaart best
               veel tot veel druk om goede resultaten te halen op school»? Ziet u een verband tussen
               de prestatiedruk onder jongeren en het maatschappelijk stigma op mbo-opleidingen?
            
Vraag 11
            
Herinnert u zich vraag 13 van de eerder gestelde vragen «Hoe kan het dat er in steeds
               meer gezinnen sprake is van «opvoedingsproblemen», zoals de Wetenschappelijke Raad
               voor Regeringsbeleid (WRR) schetst? Om wat voor problemen gaat het dan en waarom hebben
               we in toenemende mate problemen met het opvoeden van onze kinderen? Vraagt de maatschappij
               te veel van ouders? Hebben we te weinig tijd om onze kinderen op te voeden? Is de
               wereld waarin ouders/verzorgers kinderen moeten grootbrengen te complex geworden»?
               Bent u van mening dat de opvoedingsproblematiek deels zijn oorsprong vindt in het
               hedendaags onderwijs, dat een steeds grotere, opvoedkundige, rol speelt in het opvoeden
               van kinderen?
            
Vraag 12
            
Zo ja, bent u dan van mening dat de toenemende invloed van het onderwijs en daarmee
               indirect van de overheid op de opvoeding van kinderen en jongeren misschien een slechte
               zaak is en zou moeten worden teruggedrongen?
            
Vraag 13
            
Herinnert u zich vraag 18 van de eerder gestelde vragen «Heeft u een idee wat de invloed
               is van maatschappelijke ontwikkelingen in het buitenland, bijvoorbeeld vanuit de Verenigde
               Staten, op de gemoedstoestand van jonge mensen? Wat doet de grote aandacht voor bepaalde
               ideologieën, zoals bijvoorbeeld de transgenderbeweging en de Black Lives Matter (BLM)-movement,
               met het welzijn van jonge mensen? Welke invloed heeft de zeer aanwezige diversiteits-
               en inclusiviteitsbeweging en de daarmee gepaard gaande cancelcultuur op hen?» Waarop
               u antwoordde met «Er zijn diverse redenen en oorzaken die leiden tot een verslechterde
               mentale gezondheid. Er zijn geen directe causale relaties tussen de genoemde maatschappelijke
               ontwikkelingen/ideologieën die worden genoemd in de vraagstelling. Naar mijn weten
               is er geen onderzoek waaruit dit blijkt.»? Denkt u dat de «schuld» van racisme en/of
               slavernij die jongeren meegegeven wordt een zware last, is die kan leiden tot mentale
               gezondheidsproblemen?
            
Vraag 14
            
Herinnert u zich uw antwoord op vraag 20 van de eerder gestelde vragen «Ik vind het
               belangrijk dat jongeren weten waar zij mentale hulp en ondersteuning kunnen vinden
               en krijgen. Dit gaat gelukkig al vaak goed, maar kan altijd beter. Zeker nu de mentale
               gezondheid en het welbevinden onder jongeren onder druk staat. Met de aanpak Mentale
               gezondheid: van ons allemaal zet ik in om die hulp en ondersteuning zo goed mogelijk
               te kunnen bieden aan jongeren. De doelen van de aanpak gaan over het bespreekbaar
               en zichtbaar maken van het belang van mentaal gezond zijn en blijven, het bieden van
               laagdrempelige ondersteuning en het bieden van handvatten om met de eigen mentale
               gezondheid aan de slag te gaan. Dit doen we samen met maatschappelijke partners, het
               bedrijfsleven en het sociale en culturele domein. Zo zijn er al interventies en platforms
               als de «Alles Oké? Supportlijn» en Jongerenhulponline, met als doel: het verbeteren
               van de mogelijkheden voor jongeren om op de juiste plek de meest passende anonieme
               hulp te kunnen ervaren, met een goede verwijzing naar lokale voorzieningen in eigen
               omgeving als dit nodig blijkt»? Denkt u dat jongeren, door de hoeveelheid aan hulplijnen/organisaties
               die het Nederlandse zorglandschap inmiddels rijk is, door de bomen het bos niet meer
               zien wanneer zij hulp nodig hebben?
            
Mededeling
            
De vragen van Kamerlid Ephraim (Groep Van Haga) over het afnemend psychisch welbevinden
               onder jongvolwassenen (2023Z10962) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
            
De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd
               vergt.
            
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.