Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over treinen tussen Groningen en Zwolle
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat Den Haag geen extra NS-treinen tussen Groningen en Zwolle wil toestaan (ingezonden 19 juni 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 13 juli
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Den Haag zet streep door extra NS-treinen in Groningen»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Welke belemmeringen ziet u om in de nieuwe vervoersconcessie voor het hoofdrailnetwerk
extra intercity’s door de Nederlandse Spoorwegen (NS) te laten rijden op het traject
Groningen-Zwolle?
Antwoord 2
Uiterlijk in augustus 2023 bied ik de ontwerpconcessie aan uw Kamer aan. In de ontwerpconcessie
wordt het volume van de concessie gespecificeerd. Het volume van de concessie en de
financiële omvang hangen samen. Het uitgangspunt van het kabinet is om de nieuwe concessie
binnen de huidige financiële kaders uit te voeren.
Vraag 3
Deelt u de opvatting van de noordelijke provincies en reizigersorganisatie Rover dat
er veel behoefte is aan extra intercityverbindingen op dit traject?
Antwoord 3
Extra intercityverbindingen tussen de Randstad en Groningen zouden de OV-bereikbaarheid
van Groningen, Assen en Zwolle vergroten en bijdragen aan een beter OV-product in
Noord-Nederland. Een verbeterd aanbod kan leiden tot groei van het OV-gebruik en bijdragen
aan de economische en ruimtelijke ontwikkeling van Noord-Nederland. Uiteraard sta
ik in algemene zin achter verbeteringen in het vervoerproduct, wanneer dat aansluit
bij de reizigersvraag en past binnen de (financiële) kaders.
Vraag 4
Welke technische of infrastructurele belemmeringen zijn er om met vier intercity’s
per uur te gaan rijden?
Antwoord 4
Op de bestaande infrastructuur kan logistiek gezien een passende dienstregeling gereden
worden met vier intercity’s per uur in de brede spits en buiten de spits drie intercity’s
per uur in verband met goederentreinen. Voorwaardelijk is dat de infrastructuur hiervoor
geschikt is. Bij structurele toevoeging van extra treinen is het waarschijnlijk noodzakelijk
om maatregelen te nemen om de infrastructuur passend te houden, bijvoorbeeld op het
gebied van tractie energievoorziening, overwegen en/of baanstabiliteit. Onderzoek
is nodig om inzichtelijk te maken welke maatregelen noodzakelijk zijn en wat de kosten
daarvan zijn.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de zorgen die leven bij de provincies Groningen, Drenthe en Friesland
over uw plannen om van het noorden een proeftuin voor het openbaar vervoer te maken?2
Antwoord 5
Vooropgesteld herken ik me op geen enkele manier in het beeld dat er plannen zouden
zijn om van het noorden een proeftuin voor het openbaar vervoer te maken. Voor mij
staat voorop dat elke reiziger een goed, betrouwbaar en voorspelbaar reisproduct krijgt
aangeboden, in welk landsdeel dan ook.
Het artikel gaat in op het voornemen van Arriva om op de baanvakken Leeuwarden-Zwolle
en Groningen-Zwolle stoptreindiensten in open toegang te exploiteren3. Ik ben over dit initiatief onder andere in gesprek met de provincies, en dan in
het bijzonder over de betekenis van dit initiatief voor de treindiensten die ik opneem
in de voorgenomen concessie. Uiteraard betrek ik de inbreng van de provincies bij
mijn uiteindelijke besluit.
Vraag 6
Kunt u uitleggen wat uw motivatie is om te experimenteren met marktwerking op het
spoor en kunt daarbij tevens aangeven waarom Noord-Nederland is gekozen als laboratorium?
Antwoord 6
Zoals tevens aangegeven in het antwoord op vraag 5 is geenszins sprake van een proeftuin
of laboratorium. Voor mij staat voorop dat elke reiziger een goed, betrouwbaar en
voorspelbaar reisproduct krijgt aangeboden, in welk landsdeel dan ook. Deze zomer
stuur ik u de ontwerpconcessie, waarin ook duidelijk wordt welke treindiensten ik
wil opnemen op de baanvakken in Noord-Nederland. Op dat moment ga ik graag met uw
Kamer in gesprek over de betekenis en gevolgen van dit besluit.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onlogisch is om dochterondernemingen van buitenlandse staatsbedrijven
toegang te geven tot het Nederlandse spoor als NS, voor 100 procent in handen van
de overheid, interesse heeft om meer treinen te laten rijden?
Antwoord 7
Op zichzelf juich ik toe dat vervoerders bereid zijn om financieel risico te dragen
om de reiziger van een goede dienstverlening te voorzien. In die zin zie ik zeker
potentiële meerwaarde in het toestaan van meerdere vervoerders op het Nederlands spoor.
Tegelijkertijd is het mijn rol om te borgen dat de reiziger verzekerd blijft van het
beste product, waaronder een betrouwbaar, samenhangende en hoogfrequente dienstverlening.
Daartoe heb ik ook het voornemen om een samenhangende HRN-concessie te verlenen.
Vraag 8
Wat is volgens u de meerwaarde van het verlenen van open toegang als overheden daarna
geen zeggenschap meer hebben over het geleverde aanbod en de prestaties van vervoerders
op het spoor?
Antwoord 8
De keuze voor de onderhandse gunning van de nieuwe HRN-concessie is van belang om
een samenhangend netwerk te behouden die de reiziger een hoogfrequent, kwalitatief
en betrouwbaar treinproduct biedt qua lijnvoering, dienstregeling en overstaptijden.
Deze zekerheid wil ik blijven bieden aan de reiziger richting de toekomst. Daarom
blijf ik een belangrijke rol zien voor het concessie-instrument.
Tegelijkertijd zie ik ook dat er vervoerders zijn die aanvullende treindiensten willen
aanbieden die voor de reiziger meerwaarde kunnen bieden. Niet in alle gevallen vind
ik dat er een noodzaak is om direct zeggenschap te hebben over treindiensten. Bovendien
kent sturing met concessies voor de internationale verbindingen zijn beperkingen,
omdat ik juridisch slechts tot aan de grens bevoegd ben. Overigens blijven de wettelijke
eisen gelden voor alle vervoerders zowel in open toegang als onder een concessie,
zoals op het gebied van toegankelijkheid.
Vraag 9
Kunt u zo spoedig mogelijk een volledig overzicht geven van de aanvragen die Arriva,
Qbuzzz en FlixTrain recent hebben ingediend voor toegang op het Nederlandse spoor?
Antwoord 9
Volledigheidshalve verstrek ik u alle meldingen die de afgelopen maanden zijn gedaan
bij de ACM en die interactie hebben met het besluit dat ik neem over de ontwerpconcessie.
Melding
Onderneming
Verbinding
Type
(Beoogde) start dienstverlening
31-05-21
Arriva
Groningen – Schiphol
Nachttrein
20-01-23
31-05-21
Arriva
Maastricht – Schiphol
Nachttrein
16-12-22
13-12-22
Arriva
Zwolle-Groningen
Binnenlands
01-01-25
13-12-22
Arriva
Zwolle-Leeuwarden
Binnenlands
01-01-25
09-03-23
Qbuzz
Dordrecht – Rotterdam – Utrecht
Nachttrein
21-12-24
22-05-23
FlixTrain
Rotterdam – Amsterdam – Oberhausen
Binnenlands/
Internationaal
01-08-24
22-05-23
Arriva
Groningen – Amsterdam – Parijs
Binnenlands/
Internationaal
01-06-26
08-06-23
QBuzz
Amsterdam – Berlijn
Internationaal
01-01-27
08-06-23
QBuzz
Amsterdam – Parijs
Internationaal
01-01-27
08-06-23
QBuzz
Amsterdam-Eindhoven
Binnenlands
01-01-27
13-06-23
NS Internationaal
Amsterdam – Berlijn (via Hengelo/Bentheim)
Binnenlands/
Internationaal
01-01-25
13-06-23
NS Internationaal
Amsterdam – Frankfurt/Basel
Internationaal
01-01-25
13-06-23
NS Internationaal
Amsterdam – Parijs/Londen
Internationaal
01-01-25
13-06-23
NS Internationaal
Amsterdam – Wenen/Innsbruck (NightJet)
Internationaal
01-01-25
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.