Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 395 Wijziging van de Politiewet 2012 in verband met een delegatiegrondslag voor een algemene maatregel van bestuur over de bewapening en uitrusting van buitengewoon opsporingsambtenaren
ARTIKEL I
ARTIKEL II
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de regels over de bewapening
en de uitrusting van buitengewoon opsporingsambtenaren bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de bewapening,
de uitrusting en de kleding van de ambtenaren van politie.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de bewapening
en de uitrusting van de in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering
bedoelde buitengewone opsporingsambtenaren.
B
In artikel 81, vijfde lid, wordt na «artikel 22» ingevoegd «, eerste lid».
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.