Antwoord schriftelijke vragen : Antwoorden op vragen van het lid Van Haga over websites met kindermisbruik op Nederlandse servers
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over websites met kindermisbruik op Nederlandse servers (ingezonden 11 mei 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) mede namens de Minister
en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 7 juli
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2777.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Aantal aangetroffen websites met ernstig kindermisbruik
in twee jaar tijd verdubbeld»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was u op de hoogte van de toename van op Nederlandse servers gehoste websites met
kindermisbruik, en zo ja, vanaf wanneer bent u hiervan op de hoogte gebracht?
Antwoord 2
Er blijkt geen toename van gehoste websites met kindermisbruik op Nederlandse servers
te zijn. Uit de monitoring door de TU Delft over 2022, waarvan ik het rapport onlangs
met uw Kamer heb gedeeld, en het jaarrapport van de Internet Watch Foundation (IWF)
blijkt juist dat het aandeel van Nederlandse servers is gedaald.2 Dat laat onverlet dat het aandeel nog steeds te hoog is en dat we dat stevig moeten
aanpakken.
Vraag 3
Indien u al eerder op de hoogte was van de toename van deze websites die op Nederlandse
servers wordt gehost, welke stappen heeft u naar aanleiding hiervan ondernomen? Indien
u geen actie heeft ondernomen, kunt u dan uitleggen waarom niet?
Antwoord 3
De ambitie van het kabinet is er te allen tijden op gericht al het beeldmateriaal
van online seksueel kindermisbruik van Nederlandse servers te weren. Het rapport bevestigt
dat dit een omvangrijk, ernstig en lastig te bestrijden fenomeen is.
De inzet bij de bestrijding van online materiaal van seksueel kindermisbruik (CSAM)
gaat voor een belangrijk deel uit van zelfregulering door de internetsector. Het is
evenwel niet eenvoudig om het opslaan of online plaatsen van illegale content aan
te pakken. Het is via de Richtlijn Elektronische Handel verboden om aan internettussenpersonen
een algehele monitoringsverplichting op te leggen. Veel Nederlandse datacentra verhuren
opslagruimte en verzorgen de aansluiting daarvan op het internet. Hun klanten plaatsen
daar hun netwerkapparatuur, servers en opslagruimte voor webhosting. Deze hostingdiensten
worden vaak doorverhuurd aan tussenpersonen in andere landen (die de webhosting daar
veelal onder een eigen merk leveren), die vervolgens weer webruimte verhuren aan privépersonen
of organisaties. Datacentra hebben daarom niet altijd zicht op wie aan het eind van
de keten precies gebruik maken van hun diensten en welke content er wordt gehost.
De Nederlandse overheid werkt reeds jaren samen met de internetsector aan de bestrijding
van illegale content online. Zo is er al in 2008 een Notice-and-Takedown (NTD) gedragscode
overeengekomen tussen overheden, internetaanbieders, hostingbedrijven, en andere tussenpersonen.3 Daar is in 2018 een addendum op gekomen voor het verbeteren van de bestrijding van
materiaal van online kindermisbruik. Materiaal dat door het in de NTD-gedragscode
als «trusted flagger» aangewezen Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) als
strafbaar wordt aangemerkt, wordt hierdoor in de meeste gevallen al binnen 24 uur
na het ontvangen van een verzoek daartoe verwijderd door hostingpartijen. Aanvullend
bevat de in 2021 geactualiseerde Gedragscode Abusebestrijding maatregelen die hostingproviders
kunnen nemen tegen misbruik van hun diensten voor meerdere vormen van illegale activiteiten.
Om ook bestuursrechtelijk te kunnen handhaven heeft het kabinet de oprichting van
een Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) aangekondigd.
Het wetsvoorstel is op 12 juni jl. naar uw Kamer verzonden.4
Deze Autoriteit krijgt de wettelijke bevoegdheid aanbieders van hostingdiensten op
bestuursrechtelijke basis te verplichten online kinderpornografisch en/of terroristisch
materiaal op hun server ontoegankelijk te maken of te verwijderen danwel deze partijen
op te dragen passende en evenredige maatregelen te treffen om de opslag en doorgifte
van online kinderpornografisch en/of terroristisch materiaal via hun diensten te beperken.
Doen ze dat niet, dan kunnen er boetes worden opgelegd. Hiermee krijgt de Autoriteit
middelen om in te grijpen indien de zelfregulering hapert, bijvoorbeeld wanneer een
hoster weigert gehoor te geven aan een verwijderverzoek van illegale content in het zelfreguleringskader.
Vraag 4
Weet u wie er verantwoordelijk zijn voor de Nederlandse servers waarop websites met
kindermisbruik worden gehost? Hoeveel van deze eigenaren zijn Nederlands en hoeveel
zijn er afkomstig uit het buitenland? Hoeveel van deze servers zijn in particuliere
handen en hoeveel worden beheerd door bedrijven? Zijn deze servers in kaart gebracht
en, zo nee, kunt u hiernaar onderzoek doen en dit gedetailleerd in kaart brengen?
Antwoord 4
Het is lastig vast te stellen wie er precies verantwoordelijk zijn voor de servers
waarop websites met kindermisbruik worden gehost. Zoals onder vraag 3 is aangegeven,
verhuren veel Nederlandse datacentra opslagruimte en verzorgen de aansluiting daarvan
op het internet. Hun klanten plaatsen daar hun netwerkapparatuur, servers en opslagruimte
voor webhosting. Deze hostingdiensten worden vaak doorverhuurd aan tussenpersonen
in andere landen (die de webhosting daar veelal onder een eigen merk leveren), die
vervolgens weer webruimte verhuren aan privépersonen of organisaties. De privépersonen
en burgers kunnen de ruimte bijvoorbeeld gebruiken om hun eigen website in te richten.
Criminelen misbruiken diensten van hostingproviders voor illegale activiteiten. Veel
hostingproviders treden hier adequaat tegen op, maar een totaal overzicht naar nationaliteit
en eigenaarschap hebben wij niet.
De door de TU Delft ontwikkelde «CSAM Hosting Monitor» heeft de afgelopen jaren wel
inzichtelijk gemaakt welke bedrijven online materiaal van seksueel kindermisbruik
hosten en het volume van het materiaal. De monitor is gebaseerd op bij het Expertisebureau
Online Kindermisbruik (EOKM) binnengekomen meldingen. Er wordt ook bezien in hoeverre
door hostingbedrijven opvolging werd gegeven aan de verzoeken van het EOKM om hun
netwerken op te schonen. Dit geeft enigszins inzicht in het CSAM materiaal dat in
Nederland wordt gehost.
Vraag 5
Hanteert Nederland criteria waaraan personen/bedrijven die een server en/of ruimte
op een server afnemen van semi-publieke partijen, zoals providers of techbedrijven,
moeten voldoen? Weet u of bedrijven de personen aan wie zij een server en/of serverruimte
verhuren/verkopen screenen? Worden de websites die gehost worden op dit soort Nederlandse
servers (periodiek en/of steeksproefsgewijs) onderworpen aan controles door de eigenaar
van de servers? Zo ja, op welke manier gebeurt dat en verschilt dat per servereigenaar?
Antwoord 5
Er zijn geen wettelijke verplichtingen of criteria die het bedrijfsleven verplicht
om klanten te screenen of onderzoek te doen. Er zijn hostingproviders en resellers
(bedrijven die serverruimte doorverhuren) die naast hostingdiensten ook domeinregistratiediensten
aanbieden (het registreren van een website). Deze partijen moeten conform de nieuwe
Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtlijn verplicht accurate domeinnaamregistratiegegevens
bijhouden (ook wel WHOIS gegevens genoemd). Deze gegevens kunnen worden gevorderd
door opsporingsdiensten en/of het Openbaar Ministerie. Hierdoor zal het inzichtelijker
worden welke personen bepaalde websites hebben geregistreerd in de Europese Unie.
Er zijn verschillende vrijwillige initiatieven gaande die transparantie in de server-
en hostingmarkt in Nederland moeten vergroten. Een eerste richting betreft het ondersteunen
van de sector met informatie over criminele handelingen. De Stichting Nationale Beheersorganisatie
Internet Providers werkt samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan het
project Cleannetworks. Dit project beoogt het opzetten van een systeem om hostingproviders
structureel te informeren over actuele criminele handelingen en kwetsbaarheden. Hierdoor
kunnen zij deze activiteiten op hun eigen netwerken tegengaan en zich beveiligen tegen
dreigingen.
Daarnaast is in gezamenlijkheid met de private sector een Gedragscode Abusebestrijding
opgesteld. Deze bevat maatregelen die hostingproviders kunnen nemen tegen misbruik
van hun diensten voor meerdere vormen van illegale activiteiten. De Gedragscode wordt
betrokken bij de inkoop van hostingdiensten voor de rijksoverheid.
Om de schaalvoordelen van hostingdiensten, dat wil zeggen de grootte van de datacapaciteit
die geleverd kan worden, minder toegankelijk te maken voor criminelen, is het van
belang dat alle hostingproviders hier maatregelen tegen nemen. Daarnaast heeft de
politie diverse hostingproviders op de hoogte gesteld van criminele dienstverleners
(ook wel resellers genoemd) die mogelijk misbruik maken van hun systemen. Daarbij
is verzocht, indien deze partijen bij deze hostingproviders bekend zijn, deze niet
meer als klant te accepteren. Hierover heb ik Uw Kamer op 16 maart geïnformeerd. 5
Vraag 6
Indien de eigenaren van (een deel van) de servers in Nederland waarop websites met
kindermisbruik worden gehost afkomstig zijn uit het buitenland, op welke manier is
de Nederlandse wet- en regelgeving met betrekking tot kindermisbruik, cybercrime en
aanverwante zaken dan op hen van toepassing? Hoe gaat u deze wet- en regelgeving handhaven
met betrekking tot deze buitenlandse servereigenaren?
Antwoord 6
Data die zich op Nederlandse servers bevindt, moet voldoen aan de Nederlandse wet-
en regelgeving. Dat geldt ook voor de eigenaren van de servers.
In Nederland wordt al een aantal jaren succesvol samengewerkt tussen de internetsector
en overheid op het gebied van illegale content. Overheid en internetsector richten
zich daarbij op het zo snel mogelijk offline halen van het aangetroffen materiaal
van seksueel kindermisbruik. Het beleid richt zich daarom op het notificeren en doen
verwijderen van illegale (dat wil zeggen strafbare of anderszins onrechtmatige) content.
In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid,
Sv kan de officier van justitie met een machtiging van de rechter-commissaris aan
een aanbieder van een communicatiedienst bevelen om gegevens ontoegankelijk te maken
als dit noodzakelijk is ter beëindiging van een strafbaar feit. Dit is geregeld in
artikel 125p Sv. In artikel 54a Sr is vervolgens bepaald dat als een aanbieder voldoet
aan dat bevel, de aanbieder niet wordt vervolgd.
Om zoveel mogelijk tot harmonisatie van regelgeving op het gebied van tussenhandeldiensten
in de Europese Unie te komen is de Digital Services Act (DSA) aangenomen. Deze verordening
biedt o.a. regels over het modereren op illegale inhoud en activiteiten, legt rapportageverplichtingen
op aan grote platformen en zoekmachines en verplicht elke lidstaat een digitaledienstencoördinator
aan te wijzen voor de handhaving van de DSA.
Vraag 7
Hoe reflecteert u op de rol van Nederland als wereldwijde «digitale mainport», waardoor
ons land een broedplaats lijkt te zijn geworden voor kindermisbruikers en cybercriminelen?
Kunt u uitleggen waarom ons land voor dit soort activiteiten zo aantrekkelijk is?
Antwoord 7
Nederland beschikt over een uitstekende digitale infrastructuur. Dat betekent dat
er sprake is van snelle verbindingen en beschikbaarheid van voldoende servers en opslagruimte
voor webhosting. Deze aspecten leveren de Nederlandse economie veel voordelen op,
maar kunnen ook misbruikt worden door criminelen.
Daartegen moet doelgericht en effectief worden opgetreden. Juist door deze belangrijke
rol van Nederland als wereldwijd internetknooppunt, is de aanpak van online criminaliteitsvormen,
waaronder die van online seksueel kindermisbruik, ook een prioriteit van dit kabinet.
Vraag 8
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat dergelijke activiteiten op servers in ons
land kennelijk wel worden opgepikt, maar dat aan deze activiteiten vervolgens geen
opvolging wordt gegeven in de vorm van aangifte en/of sancties?
Antwoord 8
Ik herken mij niet in het beeld dat er geen opvolging wordt gegeven door aangifte
en sancties. Zoals ik hierboven heb beschreven, voert de politie bijvoorbeeld gerichte
acties uit om hostingbedrijven te waarschuwen dat ze risico lopen voor criminele activiteiten.
Hostingbedrijven die op de hoogte zijn van strafbare feiten op hun websites of platformen
en daar vervolgens niet op acteren kunnen vervolgens aansprakelijk worden gehouden
volgend aan artikel 125p Sv jo. 54a Sr. Uit het verleden blijkt echter wel dat de
vervolging van hostingbedrijven die zich schuldig maken aan het actief faciliteren
van criminaliteit lastig kan zijn, maar niet onmogelijk.
Zoals ik ook in mijn beantwoording onder vraag 3 heb aangegeven, richt het kabinet
met de ATKM een nieuwe handhavingsautoriteit op die ook sancties kan opleggen indien
niet wordt voldaan aan verzoeken tot verwijdering.
Vraag 9
Weet u of er, en zo ja welke, personen/bedrijven die op in Nederland gehoste servers
websites met kindermisbruik laten draaien zijn opgespoord en vervolgd voor het distribueren
van illegaal en belastend materiaal? Zo ja, zijn ook de eventuele externe eigenaren
van die servers ingelicht en verhoord m.b.t kennis over deze websites die via hun
servers werden gehost? Zo ja, wisten deze personen/bedrijven daar vanaf en welke actie
hebben zij ondernomen om dit aan banden te leggen?
Antwoord 9
Nee. De aard van de meldingen en het onderzoek naar materiaal van online seksueel
kindermisbruik van het IWF is er niet naar om hier direct informatie over te verkrijgen.
Deze meldingen gaan over een URL, een andere benaming voor een webadres. Een URL dient
ertoe de hostende partij te verzoeken deze verwijzing te verwijderen, maar deze URL
bevat verder geen informatie die over eigenaarschap, geografische locatie e.d. direct
uitsluitsel geeft. In het overgrote deel van al het materiaal van seksueel kindermisbruik
dat zo wordt aangetroffen gaat het om reeds bekend materiaal dat verspreid wordt.
Het is van belang dat dit materiaal zo snel mogelijk verwijderd wordt.
Vraag 10
Hoeveel van de websites die volgens het rapport van de Internet Watch Foundation6 gehost worden op Nederlandse servers zijn inmiddels offline gehaald?
Antwoord 10
Er zijn geen specifieke gegevens beschikbaar over het offline halen van de websites
die door de IWF worden genoemd. De TU Delft Monitor over 2022 laat echter zien dat
het erop lijkt dat het landschap is veranderd. Dit zou het gevolg kunnen zijn van
het feit dat providers die in 2020/2021 dominant waren, maatregelen hebben genomen.
Zo heeft het hostingbedrijf dat in een eerdere monitor bovenaan stond met het volume
aan materiaal van seksueel kindermisbruik dat gehost werd, de banden verbroken met
de klanten die diensten draaiden, zoals image hosting, die werden misbruikt door de
criminelen die beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik deelden. Zodra deze hostingprovider
uit beeld verdween, daalde het totale volume van beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik
en kwamen andere providers en domeinen in beeld.
Vraag 11, 12 en 13
Heeft u enig zicht op de makers van de content op de websites met kindermisbruik die
in Nederland worden gehost? Zijn deze overwegend afkomstig uit het buitenland, of
van Nederlandse afkomst? Zijn zij verbonden aan bepaalde (criminele) organisaties?
Zijn er inmiddels al makers van deze content opgespoord en vervolgd?
Weet u in welke mate er Nederlandse kinderen te zien zijn op het materiaal dat wordt
aangeboden op de websites die gehost worden op Nederlandse servers? Zo nee, bent u
bereid dit uit te zoeken?
Weet u of, en zo ja in welke mate, het materiaal dat te zien is op de websites die
in Nederland worden gehost ook in Nederland is gemaakt?
Antwoord 11, 12 en 13
Indien er een indicatie is van een link met Nederland wordt het Team ter Bestrijding
van Kinderpornografie en Kindersekstoerisme van de politie ingezet. Die link kan een
slachtoffer of vervaardiger van Nederlandse afkomst zijn of de betrokkenheid van een
Nederlandse hoster en/of materieel dat in Nederland is gemaakt. Exacte cijfers over
de aantallen slachtoffers, vervaardigers en/of verspreiders van online materiaal van
seksueel kindermisbruik op websites die gehost worden op Nederlandse servers zijn
onbekend.
Als het gaat om de aanpak van kinderporno door de politie ligt de prioriteit, gelet
op de omvang van het fenomeen, bij het opsporen van slachtoffers om ze zo snel mogelijk
weg te kunnen halen uit een acute misbruiksituatie, zowel nationaal als internationaal.
Bij opsporingsonderzoeken ligt de focus op vervaardigers en misbruikers, keyplayers
en netwerken. Het lukt steeds beter om slachtoffers sneller te identificeren door
de goede samenwerking tussen de sector, politie en het openbaar ministerie. Wereldwijd
wordt goed samengewerkt met Interpol en andere opsporingsdiensten. Sinds de inrichting
in 2012 van de Teams ter Bestrijding van Kinderpornografie en Kindersekstoerisme bij
de politie zijn door deze teams al meer dan 2.000 kinderen in Nederland geïdentificeerd
en in veiligheid gebracht.
Duidelijk is dat seksueel getint beeldmateriaal dat zelf door minderjarigen wordt
gemaakt in opkomst is. Momenteel is 40–60% van het nieuwe materiaal zelf gemaakt.
Laat ik duidelijk stellen dat dit vaak geen geheel vrijwillig beeldmateriaal is: vaak
worden minderjarigen hiervoor onder druk gezet of gechanteerd en zijn ze zich er niet
van bewust dat ze gefilmd worden. Het gaat in deze gevallen dan niet om verbinding
met een criminele organisatie. Vanuit Nederlands perspectief wil ik me blijven inzetten
voor preventie en voorlichting om minderjarigen en hun ouders en voogden meer weerbaar
te maken tegen deze vorm van misbruik.
Vraag 14
Kunt u uitleggen waarom websites van dergelijke aard steeds zichtbaarder worden en
makkelijker vindbaar zijn? Betekent dit dat er minder hard wordt opgetreden tegen
dit soort digitale uitwassen en/of dat zedenzaken met kinderen en kindermisbruik in
Nederland frequenter voorkomen en/of dat er minder streng tegen wordt opgetreden?
Kunt u een analyse geven van de mogelijke redenen dat dergelijke content in toenemende
mate een groter en meer openbaar platform vindt?
Antwoord 14
Het is onduidelijk of de zichtbaarheid van dergelijke omgevingen steeds beter wordt
en of dit mogelijk het gevolg is van het feit dat opsporing op het DarkWeb steeds
succesvoller is of door daders zo wordt ervaren. Nog steeds is het Clearweb aanzienlijk
sneller dan het DarkWeb en dat kan ervoor zorgen dat beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik
nog steeds op openbare platformen te vinden is. Duidelijk is dat, ook in Nederland,
er steeds meer materiaal is opgenomen in tal van databases waarmee het internet geschoond
kan worden.
Wel is er zoals onder vraag 11 beantwoord is, voor nieuw materiaal een verschuiving
te zien naar zelf gemaakt materiaal, bijvoorbeeld op social media. Het is belangrijk
dat deze illegale inhoud gemeld wordt bij het EOKM of platformen zelf, zodat het sneller
kan worden verwijderd.
Vraag 15
Hoe verhoudt zich het belastende materiaal op de in Nederland gehoste websites tot
de cijfers van kindermisbruik en mensenhandel in ons land?
Antwoord 15
Het aandeel beeldmateriaal van online seksueel geweld tegen minderjarigen is lastig
af te zetten tegen cijfers van offline kindermisbruik en mensenhandel. Online beeldmateriaal
kan snel verspreid en aangepast worden en lang online blijven staan indien er niet
snel gehandeld wordt. Het risico op een hoog volume is daarbij heel groot. Voor offline
cijfers van kindermisbruik en mensenhandel worden aantallen slachtoffers bijgehouden,
niet het aantal van hen gedeeld beeldmateriaal.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.