Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het mogelijk stopzetten van voedselhulp door het World Food Programme in de Palestijnse gebieden
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het mogelijk stopzetten van voedselhulp door het World Food Programme in de Palestijnse gebieden (ingezonden 6 juni 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen7 juli 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «WFP operations in Palestine risk suspension due to
funding shortfall»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Vraag 2
Klopt het dat het Wereld Voedselprogramma (WFP) door onderfinanciering 60% van de
voedselhulp in de Palestijnse gebieden moet gaan stopzetten?
Antwoord 2
Ja, het klopt dat WFP noodgedwongen een deel van hun voedselhulp moet stopzetten vanwege
een gebrek aan financiering. Dit betreft een opschorting van de hulp aan 205.000 begunstigden,
die ook hulp ontvangen van het bureau van de United Nations Special Coordinator for the Middle East Peace Process (UNSCO) of het Palestijnse nationale programma voor cashtransfers.
Vraag 3
Wat is uw eerste oordeel over deze berichtgeving?
Antwoord 3
Dit is een zeer zorgelijke ontwikkeling die helaas in lijn is met een wereldwijde
trend. In 2023 hebben de humanitaire noden een recordhoogte bereikt vanwege een samenkomst
van factoren zoals de toename van conflict, economische schokken, natuurrampen en
droogte. Tegelijkertijd heeft de inflatie de prijs van voedsel en brandstof wereldwijd
opgedreven, waardoor de operationele kosten van het WFP zijn gestegen. Daarom heeft
Nederland ook besloten om onze reguliere ongeoormerkte bijdrage aan het WFP in 2023
bijna te verdubbelen tot 60 miljoen euro per jaar om daarmee de toename van de noden
en de operationele kosten op te vangen. Nederland is echter slechts één van de vele
donoren waarvan het WFP afhankelijk is waardoor ons handelingsperspectief relatief
beperkt blijft. De ongekende toename in wereldwijde noden zal breder moeten worden
opgevangen. Onder deze huidige omstandigheden blijft het WFP dus gedwongen om wereldwijd
te bezuinigen en zeer moeilijke keuzes te maken. Dit heeft niet alleen voor de Palestijnse
gebieden consequenties, maar ook voor andere operaties wereldwijd.
Vraag 4
Hebben vertegenwoordigers van het WFP contact met u gezocht over dit probleem? Zo
ja, wat hebben zij gevraagd en wat was uw reactie?
Antwoord 4
Ja, we hebben contact gehad met het WFP over dit probleem en onze zorgen over de situatie
in de Palestijnse gebieden aangekaart. We hebben laten weten ons bewust te zijn van
de groeiende wereldwijde financieringskloof en toegelicht dat we om deze reden onze
totale ongeoormerkte bijdrage aan het WFP bijna hebben verdubbeld voor 2023. Deze
bijdrage kan het WFP zelf flexibel inzetten waar de noden het hoogst zijn; zo ook
in de Palestijnse gebieden. We blijven ook in gesprek met het WFP over verdere mogelijke
maatregelen om de organisatie efficiënter te maken en over het verbreden van de donorbasis
om daarmee de financieringstekorten het hoofd te bieden.
Vraag 5 en 8
Deelt u de mening dat het stil komen vallen van 60% van de voedselhulp in de Palestijnse
gebieden rampzalige gevolgen zou hebben voor de bevolking, die nota bene onder een
illegale bezetting leeft, en dat ook Nederland zich in moet spannen om dit te voorkomen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Wat vindt u ervan dat voedselhulp in de Palestijnse gebieden überhaupt nodig is, aangezien
deze voor een groot deel wordt veroorzaakt door de Israëlische onderdrukking van een
levensvatbare Palestijnse economie?
Antwoord 5 en 8
Het stil vallen van 60% van de voedselhulp is zeer zorgwekkend. Zie antwoord vraag
4 voor Nederlandse inspanningen richting het WFP om dit te voorkomen. Ook beoogt het
Nederlandse OS-programma in de Palestijnse Gebieden bij te dragen aan een levensvatbare
Palestijnse economie o.a. via landbouwprogramma’s die het voedselaanbod vergroten.
Bij de noodzaak van voedselhulp spelen de bezetting van de Palestijnse Gebieden, de
zwakke positie van de Palestijnse Autoriteit en het uitblijven van een vredesproces
een grote rol. Het kabinet blijft zich daarom in bilaterale contacten en in EU-verband
inzetten voor een eerlijke en duurzame oplossing van het conflict.
Vraag 6
Bent u bereid om (ook in Europees verband) extra middelen ter beschikking te stellen
voor het WFP?
Antwoord 6
In 2023 heeft het kabinet de reguliere ongeoormerkte bijdrage aan WFP bijna verdubbeld
naar 60 miljoen euro.
Vraag 7
Welke stappen gaat u nog meer zetten om het stilvallen van de voedselhulp in de Palestijnse
gebieden te voorkomen.
Antwoord 7
Behalve onze bijdrage aan het WFP, heeft Nederland in 2023 besloten EUR 19 miljoen
ongeoormerkt aan UNRWA (Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan
Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten) te doneren als onderdeel van een meerjarige
bijdrage. UNRWA speelt een belangrijke rol in noodhulpvoorziening in de Palestijnse
Gebieden en kan de Nederlandse bijdrage flexibel inzetten waar de noden het hoogst
zijn. Naast onze bijdragen aan UNRWA geeft Nederland ongeoormerkte bijdragen aan humanitaire
partners zoals de Rode Kruis- en de Halve Maanbeweging.
Vraag 9
Zijn u nog meer gevallen in de wereld bekend waar grote delen van de voedselhulp stil
komen te liggen als er geen extra financiering komt?
Antwoord 9
Het WFP kampt wereldwijd met een financieringstekort door een combinatie van toenemende
noden en stijgende operationele kosten. Vooral in landen als Afghanistan, Democratische
Republiek Congo (DRC), Pakistan en Ethiopië is de honger dit jaar extreem toegenomen.
Deze situatie heeft het WFP gedwongen om te bezuinigen op andere operaties, onder
andere in landen als Bangladesh, Zuid-Sudan, Oeganda, Tsjaad, Burundi en Jemen. Deze
bezuinigingen nemen verschillende vormen aan: inkrimping van het eigen personeel,
vermindering van voedselrantsoenen of stopzetting van voedselhulp in bepaalde geografische
gebieden. Naar verwachting zullen ook andere operaties moeten bezuinigen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.