Schriftelijke vragen : Seizoensarbeid
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over seizoensarbeid (ingezonden 7 juli 2023).
Vraag 1
Waarom bent u van plan om de onderbrekingstermijn in de ketenbepaling van toepassing
te blijven verklaren voor seizoensarbeid, waaronder vele arbeidsmigranten, terwijl
u de onderbrekingstermijn voor andere werkenden schrapt? Waarom kiest u hier voor
een andere richting dan die volgt uit het rapport van de commissie Roemer dat arbeidsmigranten
beter beschermd dienen te worden?
Vraag 2
Bent u zich ervan bewust dat draaideurconstructies hierdoor voor seizoenswerkers mogelijk
blijven? Wat zegt u tegen de seizoenswerker die jaar in jaar uit voor dezelfde baas
werkt en die jaarlijks de zogeheten Werkloosheidswet (WW─)vakantie wordt ingedrukt,
zonder uitzicht op een vast contract?
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat seizoenswerkers net zoals andere werknemers bescherming verdienen?
Deelt u de opvatting dat seizoenswerkers na drie jaar voor dezelfde baas te hebben
gewerkt ook een vast contract verdienen?
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat seizoenspatronen er weliswaar voor zorgen dat er niet het
hele jaar door werk is, maar dat seizoenspatronen in beginsel te voorzien en planbaar
zijn omdat ze terugkerend zijn?
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat ondernemersrisico niet afgewenteld mag worden op werkenden?
Vraag 6
Op welke manier kunnen vaste contracten worden vormgegeven zodat er voor werkenden
zekerheid is, maar zodat ook kan worden ingespeeld op seizoenspatronen? Zouden urennormen
een uitkomst kunnen bieden? Welke andere instrumenten zijn denkbaar?
Vraag 7
Op welke manier gaat u seizoensarbeid wettelijk verankeren? Bent u nog steeds van
mening dat het niet mogelijk is om seizoensarbeid op een goede manier af te bakenen,
dat er op dit moment geen eenduidige en gedragen definitie van het begrip bestaat
en dat hierdoor een te ruime of te smalle invulling van het begrip wordt gehanteerd,
zoals u opmerkt in de brief «premiedifferentiatie WW»?1
Vraag 8
Waarom is de arbeidsrechtelijke uitzondering van seizoensarbeid wel toegestaan, terwijl
subsidieregelingen voor seizoensarbeid juridische belemmeringen kennen, bijvoorbeeld
in de vorm van staatssteunregels? Geldt het argument dat hier sprake kan zijn van
risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik ook niet voor deze uitzondering, net zoals
daar sprake van kan zijn bij een subsidieregeling?
Vraag 9
Welke andere uitzonderingen bestaan er voor seizoenswerk? Kunt u per uitzondering
aangeven in welk artikel van een wet of van een cao ze zijn geregeld?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Tom van der Lee, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.