Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over voortgang gebiedsproces oliewinning Schoonebeek (Kamerstuk 33529-1119)
33 529 Gaswinning
32 849 Mijnbouw
Nr. 1165 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 11 juli 2023
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de brief van 31 januari
2023 inzake de voortgang gebieds-proces oliewinning Schoonebeek (Kamerstukken 33 529 en 32 849, nr. 1119).
De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 juli 2023. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Klink
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
1
Ziet u het als risico dat (dit deel van) de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)
wordt overgenomen door een ander bedrijf? Gaat het nieuwe nee-tenzij principe in de
mijnbouwwet ook gelden voor overnames?
Antwoord
Nee, in de Mijnbouwwet zijn reeds waarborgen opgenomen bij de overdracht van een belang
in een winningsvergunning. Voor een dergelijke overdracht is op grond van de Mijnbouwwet
voorafgaande toestemming van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
vereist. Hierbij worden de technische en financiële capaciteiten van de overnemende
partij getoetst, alsmede de manier waarop en de verantwoordelijkheidszin van de overnemende
partij de activiteiten wil gaan voortzetten. De uitkomst van deze toetsing kan reden
zijn om geen toestemming te verlenen voor een overdracht.
2
Op welke manier zullen bewoners worden betrokken bij het vervolgproces?
3
Op welke manier zullen bewoners worden betrokken bij het proces nadat een eventuele
vergunning is verleend?
Antwoord op vraag 2 en 3
Op 20 april jl. hebben de aanwezige deelnemers van de ontzorgtafel ingestemd met het
toezeggingendocument. Dit document is vervolgens op 30 mei door de NAM ondertekend.
Ikzelf heb namens de staat mede getekend en zal NAM houden aan de gemaakte afspraken.
Waar mogelijk zullen afspraken worden opgenomen in de vergunning. Daarnaast zal samen
met een afvaardiging van de ontzorgtafel en de gemeenten Emmen en Coevorden worden
bekeken hoe er de komende jaren voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede
manier worden uitgevoerd en gecontroleerd.
4
Hebben omwonenden een doorslaggevende stem bij de keuze voor de verwerkingsmethode
van het afvalwater?
Antwoord
Tijdens mijn recente bezoek aan Schoonebeek heb ik van meerdere bewoners gehoord dat
zij het gebiedsproces niet helder genoeg vonden. Bewoners hebben zelf het initiatief
genomen om een enquête te houden over het voornemen van NAM. De enquête is waardevol
en ik zal de uitkomsten goed bekijken. De enquête zegt iets over het draagvlak in
het dorp. Ik vind draagvlak belangrijk. Naast de enquête zijn er ook andere elementen
die het draagvlak mede bepalen. Een daarvan is de tafel die onlangs is gestart onder
leiding van dhr. Stelpstra over wat er moet gebeuren met de opbrengsten als eventueel
de oliewinning wordt herstart. Deze tafel is nu bezig en een aantal inwoners heeft
aangegeven dat zij dat een relevant element vinden bij de afweging of zij voor of
tegen zijn. Daarbij luister ik goed naar de stem van Drenthe. Ik ben het wat dat betreft
eens met de aangenomen motie1 van het lid Beckerman. Ik ga als bevoegd gezag en vergunningverlenende instantie
over het wegen van de verschillende elementen van het draagvlak. Mijn antwoord is
dus nog niet definitief en ik zal hierop terugkomen.
5
Om welke hoeveelheid afvalwater zal het gaan en hoe verhoudt dit zich tot de hoeveelheid
afvalwater die eerder in Twente is geïnjecteerd?
Antwoord
Vanwege een beperking in de watertransport capaciteit kon in Twente minder dan 50%
van de goedgekeurde injectiecapaciteit worden benut. Er werd rond de 3.000 m3 per dag geïnjecteerd. In Schoonebeek kan worden opgestart met een vergelijkbare hoeveelheid
waterinjectie als in Twente, en afhankelijk van de opnamecapaciteit van het gasveld
kan de olieproductie en daarmee de waterproductie worden opgevoerd. Er wordt uitgegaan
van een maximale waarde van 6.500 m3 per dag. De verwachting is echter dat in de praktijk de gemiddelde waterinjectie
per dag lager zal liggen.
6
Hoe zal de ontzorging geborgd blijven en wie zal daarvoor verantwoordelijk zijn?
7
Welke bevoegdheden zal de genoemde stichting hebben om de gemaakte afspraken af te
dwingen?
Antwoord op de vragen 6 en 7
Afspraak is afspraak. Ik zal de NAM daaraan houden, dat is ook de voornaamste reden
waarom ik het toezeggingendocument mede ondertekend heb. Waar mogelijk zullen afspraken
worden opgenomen in de vergunning. Daarnaast zal samen met een afvaardiging van de
ontzorgtafel en de gemeenten Emmen en Coevorden worden bekeken hoe er de komende jaren
voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede manier worden uitgevoerd en
gecontroleerd. Het staat nog niet vast dat een stichting hier de meest passende structuur
is.
8
Hoe zal er om worden gegaan met de enquête die binnenkort rondgaat in Schoonebeek?
Antwoord
Zie ook mijn antwoord op vraag 4. De uitslag van de enquête is inmiddels verschenen
en laat zien wat er bij de mensen speelt. Dat er zorgen leven over mogelijke aardbevingen,
vervuiling en bodemdaling wordt door deze enquête nog bevestigd. Ik wil de tijd nemen
om goed naar de uitkomsten te kijken en ik zal de zorgen die leven in Schoonebeek
meenemen in mijn afwegingen.
9
Is de oorzaak van de scheur in injectieput SCH-447 al duidelijk?
Antwoord
NAM heeft in opdracht van SodM een analyse gemaakt van de oorzaak van de schade in
put SCH-447. Het gaat bij SCH-447 om vervorming van de casing en tubing ter hoogte
van het geologisch aanwezige natuurlijke zout in de bodem («Röt-zoutpakket») op een
diepte van circa twee kilometer. Deze vervorming is hoogstwaarschijnlijk op die diepte
ontstaan door zoutvloei. Zoutvloei is een langzaam proces onder invloed van temperatuur
en geologische drukverschillen. Door vloei van het zout tegen de buitenkant van de
casing is de buitenbuis van SCH-447 en uiteindelijk ook de tubing binnenin plaatselijk
ingedrukt. Put SCH-447 is in 1968 geboord. In later geboorde putten zijn de effecten
van de zoutvloei gemitigeerd door de toepassing van dubbele en/of zwaardere verbuizing.
Alle putten in de nabijheid van SCH-447 dateren van na 1974 en zijn met een dubbele
buitenbuis uitgevoerd en sinds 1979 voorzien van extra versterkte casing ter hoogte
van het Röt-zoutpakket. In deze putten is een soortgelijke vervorming niet waargenomen.
10
Hoeveel windmolens op land zijn er nodig voor de oliewinning?
Antwoord
NAM is niet van plan om voor de energievoorziening van Schoonebeek windmolens op land
te bouwen. NAM wil groene stroom gebruiken voor het maken van stoom. NAM wil hiervoor
vooral de overschotten van groene stroom gaan gebruiken. Deze overschotten aan zonne-
en windenergie komen inmiddels met regelmaat voor en NAM schat in dat deze in de toekomst
vaker zullen voorkomen. De oliewinning in Schoonebeek heeft daarbij een flexibele
elektriciteitsvraag en kan bijdragen aan het stabiliseren van vraag en aanbod op het
(landelijke) elektriciteitsnet.
11
Welke aanvullende eisen bent u voornemens te stellen aan de koper van het veld om
verzakkingen, aardbevingen, bodemverontreinigingen en het opruimen van oude putten
te financieren en hoe wordt dat geborgd, aangezien de NAM het veld wil verkopen en
gezien het feit dat Schoonebeek vol zit met oude putten?
Antwoord
Bij een eventuele overdracht zullen alle verplichtingen overgaan, waaronder het opruimen
van oude putten. Voordat toestemming wordt verleend voor een overname, zal bij de
financiële toets ook gekeken worden of de nieuwe vergunninghouder voldoende middelen
heeft om aan de verwijderingsplicht te kunnen voldoen. Datzelfde geld voor de technische
capaciteiten.
12
Worden de twee oude injectieputten (TUB7 en 10) in het zeer kwetsbare natuurgebied
Het Springendal versneld ontmanteld, opgeruimd, gesaneerd en teruggegeven aan de natuur?
Wanneer worden de andere Twentse injectieputten in Dinkelland ontmanteld?
Antwoord
De putten TUB7 en TUB10 (Tubbergen) zijn al buiten werking en zullen worden weggehaald.
Bij het vergunnen van waterinjectie in Schoonebeek vervalt de noodzaak voor de waterinjectie
in Twente en kunnen ook de overige waterinjectielocaties (Rossum Weerselo) daar definitief
buiten gebruik worden gesteld. NAM zal dan hiertoe een verwijderingsplan moeten indienen.
In dit plan zal de ontmanteling van deze mijnbouwlocaties worden beschreven.
13
Wanneer verwacht u van het Staatstoezicht op de Mijnen een oordeel over de eerder
afgekeurde herafweging verwerking productiewater Schoonebeek?
Antwoord
NAM heeft onlangs, binnen de door SodM gestelde termijn, nieuwe documenten aangeleverd
bij SodM. SodM is nu bezig deze documenten te beoordelen. SodM heeft aangegeven dat
men hiermee tot oktober 2023 bezig zal zijn.
14
Klopt het dat in het afsprakenkader geen juridische grondslag is opgenomen die als
basis kan dienen voor het maken van deze privaatrechtelijke afspraken? Klopt het tevens
dat er in het geheel geen feitelijke juridische borging van de afspraken is opgenomen
in het afsprakenkader? Op welke wijze kan het afsprakenkader dan dienen om wettelijke
en bovenwettelijke afspraken tussen de NAM en Schoonebeek daadwerkelijk vast te leggen?
Antwoord
Ja, het toezeggingendocument (voorheen: afsprakenkader) is geen bij de rechter afdwingbare
overeenkomst, maar het is een resultaat van de gesprekken die aan de ontzorgtafel
zijn gevoerd. De afspraken en toezeggingen zijn gedaan op vrijwillige basis en komen
bovenop de juridische verplichtingen. Dat was ook de insteek van het gesprek aan de
ontzorgtafel.
Ik zal de NAM aan de afspraken houden. Dat is ook de voornaamste reden waarom ik het
toezeggingendocument mede heb ondertekend. Waar mogelijk zullen afspraken worden opgenomen
in de vergunning. Daarnaast zal samen met een afvaardiging van de ontzorgtafel en
de gemeenten Emmen en Coevorden worden bekeken hoe er de komende jaren voor kan worden
gezorgd dat de afspraken op een goede manier worden uitgevoerd en gecontroleerd.
15
Is het überhaupt wenselijk dat er een dergelijk afsprakenkader tussen NAM en een dorp
tot stand moet komen als dat als onderdeel is van een gebiedsproces?
Antwoord
Het gebiedsproces zorgt ervoor dat initiatiefnemer en bewoners vroegtijdig met elkaar
in gesprek zijn gegaan. Op deze manier kunnen bewoners hun zorgen uiten, ontvangen
zij vroegtijdig informatie en kan de initiatiefnemer (in dit geval NAM) rekening houden
met de zorgen van bewoners en eventueel het voorgenomen initiatief daarop aanpassen,
voorafgaand aan de formele vergunningenprocedure. En NAM heeft ook, mede op basis
van de gesprekken aan de ontzorgtafel, daadwerkelijk haar plannen aangepast door te
kiezen voor nieuwe putten met nieuwere materialen.
16
Wat is de waarde van het afsprakenkader als de NAM zich niet verder committeert dan
het «zoveel mogelijk invulling geven aan» de voorwaarden en wensen van en dus niet
garandeert dat de afspraken nagekomen worden? Wat zijn de afspraken waard als de NAM
zelf mag kiezen wat zij wel of niet doet?
Antwoord
Het is in het belang van NAM om deze afspraken allemaal na te komen. Daarbij heb ik
ervoor gekozen om de afspraken te ondertekenen, zodat de omwonenden, maar ook uw Kamer,
weten dat het mij ernst is en er altijd een bewindspersoon is die het gesprek met
de NAM aan zal gaan wanneer de gemaakte toezeggingen in het toezeggingendocument onvoldoende
worden nagekomen. Daarnaast worden bepaalde toezeggingen op onderdelen opgenomen in
de vergunning en zijn daardoor handhaafbaar.
17
Wat is uw reactie op de stelling van inwoners van Schoonebeek dat de afspraken met
de NAM in de vergunning zouden moeten komen te staan of door overheden moeten worden
geregeld en niet in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de NAM en de inwoners?
Antwoord
De gemaakte afspraken komen bovenop de verplichtingen vanuit de vergunningen. Daarbij
staan er in het toezeggingendocument op verzoek van de bewoners ook een aantal afspraken
die eveneens in de vergunning kunnen worden opgenomen. Dat zal dan ook gebeuren. Voor
de overige afspraken zal worden bekeken welke vorm passend is om continuïteit te geven
aan de uitvoeringsfase van het toezeggingendocument. Op dit moment zijn de beide gemeenten
daarbij betrokken.
18
Op basis waarvan bent u bij de beoordeling van de aanmelding van de NAM tot de conclusie
gekomen dat er geen milieueffectrapportage benodigd is, terwijl er wel stoffen als
benzeen, ethylbenzeen, tolueen, arseen, kwik, zwavelwaterstof (H2S), lood en andere
zware metalen in dit afvalwater voorkomen? Zou het gezien de aanwezigheid van deze
stoffen niet logisch zijn om wel een milieueffectrapportage te verlangen?
Antwoord
In de gesprekken die ik gevoerd heb tijdens mijn verzoek is mij duidelijk geworden
dat bewoners verschillende zorgen hebben over effecten van de waterinjectie. Een deel
daarvan gaat over overlast tijdens werkzaamheden en een ander deel heeft bijvoorbeeld
betrekking op de effecten in de diepe ondergrond. Ik heb goed gekeken naar die inbreng
en anderzijds kijk ik naar het afwegingskader dat in wetgeving is opgenomen op te
kunnen bepalen of een uitgebreide m.e.r.-procedure van toepassing is en naar de elementen
waar de m.e.r. wel en niet over gaat. Zorgen of onderzoeken ten aanzien van de diepe
ondergrond maken bijvoorbeeld hoe dan ook geen onderdeel uit van een m.e.r.
Tevens werd mij tijdens mijn bezoek duidelijk dat bewoners op een eerder georganiseerde
informatieavond onvoldoende ruimte hebben ervaren om punten mee te geven aan de NAM
waarvan zij het belangrijk vinden dat de NAM daar serieus naar kijkt. Om aan die zorgen
tegemoet te komen heb ik met de NAM, de provincie en de gemeenten afgesproken om een
extra bijeenkomst te organiseren na de zomervakantie waarop vragen gesteld kunnen
worden en op basis waarvan de NAM kan aangeven welke onderdelen zij alsnog zal onderzoeken
als onderbouwing van de verschillende vergunningen. Ik zal daar in mijn vergunningprocedure
vervolgens op toezien.
19
Hoe kan het dat in de conceptafspraken enige tijd stond dat «onderzoek heeft laten
zien dat de huidige wijze van verwerking, waterinjectie, de voorkeur heeft boven andere
alternatieven»?
Antwoord
De concepten van het toezeggingendocument zijn door NAM opgesteld in samenspraak met
de deelnemers van de ontzorgtafel. Ik heb begrepen dat naar aanleiding van opmerkingen
en vragen door bewoners de desbetreffende passage is aangepast.
20
Op welke wijze van verwerking van het afvalwater wordt nu door de NAM ingezet en hoe
zal ervoor worden gezorgd dat de verwerking van het afvalwater op circulaire en schonere
wijze zal plaatsvinden?
Antwoord
Door gebruik te maken van kunststof watertransportleidingen, het boren van nieuwe
putten en het gebruik maken van nieuwe materialen zijn er minder mijnbouwhulpstoffen
nodig. Hiermee wordt de verwerking van productiewater schoner.
Circulariteit wordt nagestreefd door het productiewater uit de biosfeer te houden
en weer terug te brengen in de diepe ondergrond. Zo komen de stoffen afkomstig uit
de diepe ondergrond daar uiteindelijk weer terug. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
andere, diepere formaties in de ondergrond dan waaruit de winning heeft plaatsgevonden.
Daar komt bij dat deze manier van verwerken minder ruimtebeslag heeft en minder energie
verbruikt dan andere verwerkingsmethoden.
21
Hoe wordt er in het omgevingsproces en aan de ontzorgtafel invulling gegeven aan de
door de Kamer bij motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 36 072, nr. 7) uitgesproken voorkeur voor een circulair proces als voorwaarde voor het verplaatsen
van de verwerking van het afvalwater van Twente naar Schoonebeek en voor de oliewinning
in Schoonebeek?
Antwoord
In mijn brief2 van 13 april 2023 heb ik aangegeven dat de inzet van het gebiedsproces in Schoonebeek
is om te komen tot een schoner en beter proces in dialoog met de omgeving. Daarom
zijn bewoners en regionale overheden vroegtijdig betrokken bij het voornemen van de
NAM. De gesprekken aan de zogenaamde ontzorgtafel (onderdeel van gebiedsproces) hebben
ertoe geleid dat de NAM haar project naar aanleiding van deze gesprekken heeft aangepast.
Zo heeft de NAM het voornemen om nieuwe putten aan te leggen met nieuwe materialen.
Hierdoor wordt het risico op lekkages kleiner en zijn er minder mijnbouwhulpstoffen
nodig. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de zorgen die bewoners hebben als het gaat
om lekkages en het gebruik van mijnbouwhulpstoffen. Het gebiedsproces heeft geleid
tot betere betrokkenheid van bewoners en een schoner proces, met oog voor circulariteit.
Zie het antwoord bij vraag 20. Op deze wijze geef ik uitvoering aan het eerste deel
van de motie van het lid Agnes Mulder.
22
Geldt het nee-tenzij principe voor Schoonebeek, zoals u toe heeft gezegd in het debat?
Antwoord
Bij het nee tenzij principe geldt dat voorafgaand aan een mijnbouwactiviteit men in
gesprek gaat met de omgeving en dat er heldere afspraken worden gemaakt over de realisatie,
de exploitatie en het opruimen na het beëindigen van het project. Door voorafgaand
met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken ontstaat meer zekerheid rond mijnbouwactiviteiten.
Ik heb daarom bij Schoonebeek ingezet op een uitgebreid gebiedsproces waarbij bewoners
en NAM vroegtijdig met elkaar overleggen en afspraken maken. Daarnaast heb ik te maken
met de bestaande wettelijke kaders die ik als bevoegd gezag moet volgen voor de vergunningverlening
en voor de bestaande vergunning van de oliewinning Schoonebeek.
23
Mogen de inwoners nee zeggen of alleen praten over de voorwaarden waaronder oliewinning
door wordt gezet?
25
Wat gaat u eraan doen om bewoners echte zeggenschap te geven en het niet in een praatclub
te laten verzanden?
Antwoord op de vragen 23 en 25
Het gebiedsproces biedt bewoners de kans om aanvullende afspraken met NAM te maken.
De bewoners en NAM hebben samen het toezeggingen document opgesteld. Hierin zijn wensen
van de bewoners opgenomen. Dit is een belangrijke stap en wat mij betreft een startpunt
voor verder overleg. In mijn antwoord op de vragen 2 en 3 heb ik aangegeven hoe deze
afspraken worden geborgd. Ik vind draagvlak belangrijk. Bewoners hebben op eigen initiatief
een enquête gehouden en onlangs de resultaten gepubliceerd. Deze enquête is waardevol
en ik zal de uitkomsten goed bekijken. Naast de enquête zijn er ook andere elementen
die het draagvlak mede bepalen. Bewoners hebben ook aangegeven dat het gesprek aan
de tafel die over de besteding van de opbrengsten van de eventuele oliewinning meespeelt
bij de vraag over draagvlak. Mijn antwoord is dus nog niet definitief en ik zal hierop
terugkomen.
24
Welke lessen worden getrokken uit dit gebiedsproces? Wat zou u volgende keer anders
doen?
Antwoord
Het is belangrijk om lessen te leren uit deze pilot. Op dit moment wordt hard gewerkt
aan het «bijdragenspoor» onder voorzitterschap van gedeputeerde dhr. Stelpstra. Regionale
overheden, lokale overheden en bewoners overleggen in dit spoor met NAM en EZK om
te komen tot een verdeling van de opbrengsten van de eventuele oliewinning. Ik ben
van plan om na afronding van het gebiedsproces een evaluatie uit te voeren. Zodra
deze evaluatie is afgerond zal ik uw Kamer hierover informeren.
26
Wat is er bekend met betrekking tot de effecten van de afvalwaterinjectie op de in
Schoonebeek aanwezige zoutlaag? Treedt er verdunning op en kunnen daardoor holtes
ontstaan? Zo ja, welke mate van verdunning is veilig en welke niet?
Antwoord
In het winningsplan moet NAM onderbouwen hoe de waterinjectie veilig kan worden uitgevoerd.
Uitgaande van dit plan worden de ondergrondse effecten en de veiligheid van de waterinjectie
beoordeeld. De uitloging door het injectiewater en reactie met de zoutlagen wordt
hierbij ook bekeken. Verschillende adviseurs zoals TNO en SodM zullen mij hierover,
en over het ontstaan van eventuele holtes, adviseren. Ik geef alleen een vergunning
af op het moment dat voldoende is aangetoond dat de waterinjectie veilig en verantwoord
kan plaatsvinden.
27
Kunt u uitleggen wat het verschil is/zou moeten zijn tussen een ontzorgtafel en een
klankbordgroep? Op welke wijze worden bewoners nu echt ontzorgd binnen het gebiedsproces
en de ontzorgtafel?
Antwoord
Zoals eerder aangegeven, de gedachte bij de ontzorgtafel was om bij de start van het
proces de zorgen van bewoners op te halen. En vervolgens aan de hand daarvan informatieve
bijeenkomsten te organiseren en te kijken naar mogelijkheden om die zorgen weg te
nemen.
Het gesprek aan de tafel ging vooral over de impact van de voorgenomen activiteit
op de directe omgeving en wat NAM hieraan zou kunnen doen. De deelnemende bewoners
en de NAM hebben aan de ontzorgtafel gewerkt aan een toezeggingendocument. Een deel
van de afspraken sluit aan bij zorgen van de bewoners en NAM acteert daar op. Zo wordt
bijvoorbeeld extra monitoring ingericht en kan bij schade direct een aannemer worden
ingezet om de schade te repareren. Hiermee is de eerste fase van het ontzorgspoor
afgerond. In samenspraak met de tafel en de betrokken gemeenten zal worden nagedacht
hoe er de komende jaren voor kan worden gezorgd dat de afspraken op een goede manier
worden nageleefd. Zie ook mijn antwoord op de vragen 2 en 3.
28
Voor hoeveel afvalwater is er nog ruimte in het veld bij Schoonebeek? Hoelang is de
periode (in jaren) waarin er nog water geïnjecteerd kan worden totdat het veld vol
zit? Wat zijn de opties voor de periode daarna?
30
Klopt het dat afvalwaterinjectie in Drenthe voor slechts vijf jaar een oplossing is
omdat het gasveld daarna vol zal zitten?
Antwoord op de vragen 28 en 30
NAM heeft aangegeven dat de opslagruimte in het veld voldoende is voor ten minste
10 jaar.
29
Speelt de lopende strafzaak tegen de NAM aangaande afvalwaterinjectie (bij Borgsweer)
een rol bij de afweging die u gaat maken over de afvalwaterinjectie in Drenthe?
Antwoord
In mijn brief van 12 april heb ik u geïnformeerd over de lopende strafzaak (Aanhangsel
Handelingen II 2022/23, nr. 2243). In mijn brief van 21 maart 2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1134) heb ik aangegeven dat ik de aanbevelingen van de bestuurlijke rapportage van dit
onderzoek overneem. Deze aanbevelingen gaan naar verwachting leiden tot een aanpassing
van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3). Op het moment dat ik een besluit neem over
een vergunningsaanvraag met betrekking tot Schoonebeek zal ik dat doen conform de
actuele wet- en regelgeving en het LAP3.
31
Onderneemt de NAM of onderneemt u initiatieven om het geïnjecteerde olie-afvalwater
in Twente terug te nemen uit de bodem?
Antwoord
NAM heeft aangegeven geen initiatieven te ondernemen om het geïnjecteerde olie-afvalwater
in Twente terug te nemen uit de bodem. Dat geldt ook voor mij.
Voor het bij een oliewinning geproduceerde afvalwater is injecteren (terugbrengen)
in de diepe ondergrond de gebruikelijke wijze van verwerking4. Er is dan ook geen aanleiding om het productiewater terug te nemen uit de diepe
ondergrond.
32
Wat vindt u ervan dat bewoners het gevoel hebben alleen te staan en in de steek gelaten
te worden door hun gemeente?
Antwoord
Dat is niet goed. Ik zie het als een taak voor de overheden (landelijk, regionaal
en lokaal) om er voor te zorgen dat bewoners niet alleen staan. Ik heb de goede hoop
dat zij zich alsnog gehoord zullen voelen. De gemeenten Emmen en Coevorden zijn intensief
betrokken in het gebiedsproces en komen op voor de belangen van hun bewoners. Ik ben
daarnaast op 30 mei met de bewoners in Schoonebeek in gesprek gegaan. Daarbij heb
ik gesproken met voor- en tegenstanders van het initiatief van NAM.
33
Herkent u dat wanneer bewoners het gevoel hebben dat wanneer een ontzorgtafel vooral
zorgt voor extra zorgen voor bewoners het proces niet goed is vormgegeven? Herkent
u dat bewoners in een onmogelijke positie komen?
Antwoord
Nee, dat herken ik niet. Het gebiedsproces is nog steeds gaande en ook bewoners hebben
daarin hun stem. De bijeenkomsten hebben geleid tot gesprekken in de gemeenten. Bewoners
hebben laten zien dat zij verschillende meningen hebben over de oliewinning en de
verwerking van het productiewater. Ik zal het gebiedsproces evalueren. Ik vind het
op dit moment nog te vroeg om conclusies te trekken over het gebiedsproces.
34
Herkent u zich in klachten over het machtsverschil tussen deelnemers aan de ontzorgtafel/bewoners
enerzijds en de NAM en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) anderzijds?
Antwoord
Ik herken die klachten niet. Zowel EZK als NAM hebben op een open wijze deelgenomen
aan de twaalf sessies van de ontzorgtafel. EZK heeft als regievoerder van het gebiedsproces
geprobeerd om iedereen de ruimte te geven om zijn of haar zorgen te uiten. De vragen
van de deelnemers zijn beantwoord. NAM heeft hier ook aan bijgedragen. EZK is bevoegd
gezag en heeft daarom tijdens het gebiedsproces aangegeven dat zij liever niet de
bijeenkomsten van de ontzorgtafel voorzit. Uiteindelijk is er dan ook een onafhankelijk
voorzitter gevonden en aangesteld.
35
Zorgen de een-op-een-sessies voor een verder ongelijk speelveld omdat bewoners het
gevoel hebben niet op te kunnen tegen de NAM? Zijn dit soort sessies gebruikt om kritische
geluiden te dempen?
Antwoord
Nee, alle geluiden mogen er zijn. In een-op-een-sessies kan men sneller de inhoud
in om specifiek vragen op te lossen. Naar wat ik heb begrepen, zijn de een-op-een-sessies
om die reden goed bezocht, maar hadden bewoners soms ook het gevoel letterlijk tegenover
de NAM te staan. Mede om deze reden heb ik met de NAM, de provincie en de gemeenten
afgesproken om een extra sessie te gaan organiseren na het zomerreces.
36
Herkent u zich in de kritiek dat het eigen financiële belang van zowel de NAM als
de staat centraal staat in het gebiedsproces?
Antwoord
Nee, dat herken ik niet. Alleen wanneer de risico’s aanvaardbaar worden geacht en
de activiteit veilig kan worden uitgevoerd, wordt een vergunning verleend. Financiële
aspecten zijn geen onderdeel van de afweging resulterend in het besluit.
37
Wat moet het «product» zijn dat de ontzorgtafel oplevert? Zijn privaatrechtelijke
afspraken, waar ook bewoners voor moeten tekenen, wel een gewenst eindproduct?
Antwoord
Het gebiedsproces zorgt er voor dat initiatiefnemer en bewoners vroegtijdig met elkaar
in gesprek zijn. Het gebiedsproces biedt daarbij de kans om aanvullende afspraken
met NAM te maken. Op deze manier kunnen bewoners invloed uitoefenen op het voorgenomen
initiatief voorafgaand aan de formele vergunningenprocedure.
De deelnemende bewoners en representanten van belangenorganisaties zijn geen formele
vertegenwoordigers van de omgeving en zijn ook geen contractpartij bij het product
van dit proces zijnde het toezeggingendocument. De deelnemers dragen geen enkele verantwoordelijkheid
voor de toezeggingen van de NAM en de NAM vrijwaart de deelnemers van enige aansprakelijkheid
dan wel verantwoordelijkheid voor haar toezeggingen. Er is dus geen sprake van een
privaatrechtelijke overeenkomst. Omdat bewoners toch bezorgd hierover waren, is het
een toezeggingendocument geworden. Ik heb dit document mede ondertekend en ik zal
erop toezien dat NAM zich aan de toezeggingen houdt. Zie ook mijn antwoord op de vragen
2 en 3.
38
Hoe onafhankelijk is het Ministerie van EZK in het proces met bewoners wanneer ze
zowel initiatiefnemer, belanghebbende, bevoegd gezag voor vergunningverlening als
toezicht en handhaving is? Bemoeilijkt dit het proces met bewoners?
Antwoord
Het Ministerie van EZK is bevoegd gezag en regisseur van het gebiedsproces. Ik ben
niet de initiatiefnemer. Uiteindelijk neem ik wel een besluit over het initiatief
van NAM. Ik volg daarbij de wettelijke procedures van de vergunningverlening. Ik sta
waterinjectie alleen toe als dat veilig en verantwoord plaatsvindt. Het gebiedsproces
en het onderdeel ontzorgtafel daarbinnen staan los van de formele vergunningenprocedure.
Het gebiedsproces volgt de lijn zoals beschreven in mijn brief3 over de contourennota aanpassing Mijnbouwwet. Daarbij gaat het zoals eerder aangeven
onder meer over draagvlak.
39
Faalt het gebiedsproces? Is het gebiedsproces op deze manier een papieren tijger?
Antwoord
Het gebiedsproces is nog steeds gaande. Op dit moment wordt gestart met het bijdragen-
en vergunningenspoor. Binnen de drie sporen hebben de verschillende partijen een andere
rol. Ik kijk terug op de ontzorgtafel als een platform waarin verschillende bewoners
en belangenvertegenwoordigers open met elkaar het gesprek hebben gevoerd en zijn gekomen
tot afspraken en toezeggingen. Het gebiedsproces wordt later nog geëvalueerd, zie
ook het antwoord op de vragen 24 en 33.
40
Zorgt dit gebiedsproces voor spanning tussen bewoners in het gebied?
Antwoord
Er zijn in de gemeenten bewoners met verschillende meningen. Dat is ook niet vreemd
en hoort bij processen en projecten van deze omvang. Het gebiedsproces kan een bijdrage
leveren aan het creëren van een plek waar de verschillende meningen samenkomen en
waar informatie gedeeld wordt, met de gedachte dat een deel van de mogelijke spanningen
worden weggenomen. Het gaat erom dat iedereen zich kan uiten, maar polarisatie is
ongewenst. Alle partijen hebben hierin hun eigen verantwoordelijkheid.
41
Wie zal er in de genoemde stichting plaatsnemen?
Antwoord
Het staat nog niet vast dat een stichting hier de meest passende structuur is. Er
wordt nog gezocht naar een geschikte organisatievorm.
42
Herkent u dat in de aangenomen motie van het lid Beckerman (Kamerstuk 36 072, nr. 4) staat dat Drenthe de doorslaggevende zeggenschap moet krijgen?
Antwoord
Ik ben het eens met de aangenomen motie4 van het lid Beckerman over de doorslaggevende zeggenschap in Drenthe. Ik heb naar
aanleiding van de motie in uw Kamer gezegd dat ik de motie zo lees dat ik uiteindelijk
verantwoordelijk ben voor de afweging en het besluit over de eventuele vergunning.
Ik wil Drenthe zo volledig mogelijk betrekken, maar uiteindelijk geef ik formeel gezien
de vergunning, of niet.
43
Staat u achter het antwoord dat u tijdens het commissiedebat over de Contourennota
aanpassing Mijnbouwwet op 23 maart 2023 (Kamerstuk 32 849, nr. 227) gaf op de vraag «Heeft het nee-tenzij principe ook betrekking op afvalwaterinjecties?»,
namelijk: «Ja, volledig. Dat zie je ook aan het project in Schoonebeek.″
Antwoord
Ja, zie ook het antwoord op vraag 22.
44
Herkent u dat u hiermee sterk de indruk wekt dat omwonenden daadwerkelijk zeggenschap
hebben over het wel/niet injecteren van afvalwater?
45
Herkent u dat bewoners het kabinet idee hebben dat u draait omdat u uw uitspraak «Als
Schoonebeek het niet wil, gaat het niet door» lijkt te nuanceren?
Antwoord op de vragen 44 en 45
Als dat zo is, dan moet ik dat beeld verduidelijken. Ik wil een nationaal programma
voor duurzaam gebruik van de diepe ondergrond opstellen, dat vooraf duidelijk maakt
waar nog welke activiteit mag plaatsvinden en onder welke voorwaarden. De keuze welke
mijnbouwactiviteiten in welke gebieden mogen plaatsvinden komt tot stand in een maatschappelijke
dialoog op nationaal niveau en wordt vastgelegd in het kader van het aangekondigde
programma voor duurzaam gebruik van de diepe ondergrond. Door voorafgaand aan de verschillende
activiteiten met elkaar in gesprek te gaan en afspraken te maken ontstaat meer zekerheid
rond mijnbouwactiviteiten. Dit is het doel van het nee tenzij principe.
46
Hebben bewoners nou wel of niet de mogelijkheid om een doorslaggevend oordeel te geven?
Of: welke waarde kent u nu daadwerkelijk toe aan het oordeel van omwonenden?
Antwoord
Zie mijn antwoorden op de vragen 2, 3, 4 en 42 over draagvlak en zeggenschap. Ik neem
het oordeel van bewoners mee bij mijn afweging om te komen tot een besluit. Het gebiedsproces
biedt de bewoners van Schoonebeek de kans om aanvullende afspraken met NAM te maken.
Ik weeg als bevoegd gezag alle belangen van de verschillende partijen af en geef alleen
een vergunning als het veilig en verantwoord kan.
47
Begrijpt u dat twijfel over beloftes van de overheid ervoor zorgt dat bewoners twijfelen
of ze zich nog moeten inzetten voor een enquête, om het draagvlak voor afvalwaterinjectie
te peilen?
Antwoord
Een aantal inwoners heeft, na een oproep van Dorpsbelangen Schoonebeek, met behulp
van een onderzoeksbureau een enquête opgezet en uitgevoerd. Inmiddels zijn de resultaten
van deze enquête gepubliceerd. Ik zal zoals eerder aangegeven in het commissiedebat
over de Contourennota aanpassing Mijnbouwwet op 23 maart 2023 de uitkomsten van deze
enquête betrekken bij mijn besluit.
48
Waarom heeft u een aanvraag van bewoners om (financiële) middelen voor het informeren
van Schoonebeek niet gehonoreerd?
Antwoord
Tijdens mijn werkbezoek op 30 mei jl. heb ik in mijn gesprek met Stichting Stop Afvalwater
Schoonebeek toegezegd de zaalhuur van twee bijeenkomsten te bekostigen. Dit zal dus
door EZK bekostigd worden.
49
Wilt u bewoners alsnog (financieel en of anderszins) ondersteunen bij het houden van
een enquête?
Antwoord
De bewoners die de enquête organiseren worden voor de ene helft ondersteund door de
gemeenten Coevorden en Emmen. Tijdens mijn werkbezoek heb ik in mijn gesprek met Dorpsbelangen
Schoonebeek toegezegd de andere helft van het enquête onderzoek te bekostigen. De
enquête is dus door gedeeltelijk door EZK bekostigd.
50
Hoe ervaart u het dat bewoners zeggen zich gemangeld te voelen door de overheid?
Antwoord
Ik vind het vervelend als bewoners dat gevoel hebben, zeker daar de intentie van het
proces van de ontzorgtafel gericht is op het met elkaar voeren van een open gesprek.
51
Welke lessen trekt u uit het gebiedsproces tot nu toe? Wat wilt u in de toekomst anders
doen?
Antwoord
Het is belangrijk om lessen te trekken uit deze pilot. Daarom ben ik van plan om het
gebiedsproces te evalueren. Ik neem in ieder geval mee dat ondanks dat op papier alle
belanghebbenden aan tafel zitten, representativiteit gedurende het proces blijvend
moet worden getoetst. Ook het duidelijk communiceren over de rol die bewoners hebben
is belangrijk gebleken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J. Klink, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier