Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Slootweg over “Portugese accountant moet klein beursfonds uit de brand helpen” en “Beroepsorganisatie accountants heeft toch zorgen over Portugese firma in Nederland”
Vragen van het lid Slootweg (CDA) aan de Minister van Financiën over de berichten «Portugese accountant moet klein beursfonds uit de brand helpen» en «Beroepsorganisatie accountants heeft toch zorgen over Portugese firma in Nederland» (ingezonden 5 juni 2023).
Mededeling van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 6 juli 2023).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de berichten «Portugese accountant moet klein beursfonds
               uit de brand helpen»1 en «Beroepsorganisatie accountants heeft toch zorgen over Portugese firma in Nederland»2 van het Financiële Dagblad?
            
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat Investeringsmaatschappij Value8 op het «strafbankje» zit bij Euronext
               Amsterdam, omdat zij al langere tijd geen accountantsverklaring kunnen overleggen?
            
Antwoord 2
            
Value8 had tot 22 juni 2023 niet voldaan aan de wettelijke verplichting om een jaarrekening,
               gecontroleerd door een OOB-accountant, op tijd bij de AFM te deponeren.3 Het is essentieel dat beleggers betrouwbare informatie hebben om weloverwogen beslissingen
               te nemen over hun investeringen. De wettelijke controle door een accountant geeft
               een redelijke mate van zekerheid over de betrouwbaarheid van de informatie in de jaarrekening.
               Voor beursgenoteerde bedrijven moet deze verplichte controle worden uitgevoerd door
               een accountantskantoor dat bevoegd is om een controleverklaring aan een organisatie
               van openbaar belang (OOB) te verstrekken. Als een beursvennootschap geen geschikte
               accountant kan vinden, kan zij niet voldoen aan de tijdige publicatie van een jaarrekening
               die is gecontroleerd door een OOB-accountant. Als gevolg hiervan heeft Euronext, volgens
               de regels van het Euronext Rule Book, maatregelen opgelegd en heeft aan negen beursfondsen,
               waaronder Value8, aangekondigd voornemens te zijn om de toelating tot de handel op
               de gereglementeerde markt in Amsterdam te schrappen omdat de betreffende ondernemingen
               zich niet houden aan de eisen die gelden voor op Euronext genoteerde bedrijven.
            
Vraag 3
            
Wat is de reden waarom deze zes accountantsorganisaties (PwC, EY, KPMG, Deloitte,
               BDO en Mazars) de boeken bij Value8 niet willen controleren?
            
Antwoord 3
            
Wat de reden is dat Value8 geen Nederlandse accountantsorganisatie bereid heeft gevonden
               een wettelijke controle uit te voeren is mij niet bekend. In het algemeen kunnen er
               verschillende redenen zijn voor een accountantsorganisatie om de opdracht tot controle
               van de boeken van een onderneming niet te accepteren. In Standaard 210 van de Nadere
               Voorschriften Controle- en Overige Standaarden is vastgelegd op grond waarvan een
               accountantskantoor een opdracht zou kunnen weigeren. Dit kan bijvoorbeeld wanneer
               de accountantsorganisatie niet de capaciteit heeft maar ook wanneer een accountantsorganisatie
               bij het cliënt-acceptatieonderzoek vaststelt dat de interne beheersing niet op orde
               is, en het onwaarschijnlijk is dat de accountant een oordeel kan uitspreken.
            
Vraag 4
            
Wat is volgens u de reden dat slechts zes accountantsorganisaties een vergunning willen
               om organisaties van openbaar belang (oob’s) te controleren?
            
Antwoord 4
            
De keuze om wel of geen organisaties van openbaar belang te willen controleren is
               een individuele afweging van een accountantsorganisatie. Ik ben niet bekend met de
               exacte reden dat niet meer accountantsorganisaties de keuze maken om OOB-controles
               uit te voeren. Ik verwijs verder naar mijn antwoorden op vraag 5.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat een accountantsorganisatie aan veel hogere kwaliteitseisen moet voldoen
               om een oob te controleren?
            
Antwoord 5
            
Een Nederlandse accountantsorganisatie, die de wettelijke controle uitvoert bij een
               organisatie van openbaar belang, moet voldoen aan aanvullende kwaliteitseisen. Volgens
               de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) is een OOB-accountantsorganisatie verplicht
               om een intern toezichtsstelsel te hebben dat onafhankelijk is en het beleid en de
               algemene gang van zaken van de accountantsorganisatie controleert. Bovendien stelt
               de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants in de Nadere Voorschriften Controle-
               en Overige Standaarden extra eisen aan OOB-accountantsorganisaties. Deze standaarden
               zien onder andere op de onafhankelijkheid van de accountant, de kwaliteitsbeheersing
               en rapportagevereisten. Dit is belangrijk gezien het publieke belang van de organisaties
               waarvan de accountant de jaarrekening controleert. Daarom moet een accountantsorganisatie
               die een OOB controleert, een daartoe strekkende vergunning van de AFM hebben. Deze
               vergunningvereisten zijn strenger dan die voor een reguliere vergunninghoudende accountantsorganisaties,
               die geen OOB’s controleren. Kortom, een accountantsorganisatie die OOB-organisaties
               wenst te mogen controleren, moet inderdaad aan aanvullende eisen voldoen.
            
Vraag 6
            
Heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een zelfevaluatie uitgevoerd over de
               vraag of en op welke wijze zij kan faciliteren dat er meerdere kantoren een oob-licentie
               gaan aanvragen?
            
Antwoord 6
            
Kantoren kunnen informatie op de website van de AFM vinden over vergunningseisen voor
               wettelijke controles, inclusief de voorwaarden en het aanvraagproces. Daarnaast biedt
               de AFM op verzoek informatie aan (potentiële) aanvragers. Sinds de invoering van de
               mogelijkheid tot registratie van auditkantoren uit andere lidstaten in 2017, staat
               informatie op de website van de AFM over deze registratiemogelijkheid, inclusief de
               voorwaarden, het aanvraagproces en de benodigde informatie.
            
De AFM heeft geen zelfevaluatie gedaan over het bevorderen van meer aanvragen voor
               OOB-vergunningen door accountantsorganisaties. Als toezichthouder heeft de AFM tot
               taak de naleving te controleren van de bij en krachtens de Wet toezicht accountantsorganisaties
               en Europese Auditverordening 537/2014 gestelde regels, en beoordeelt de AFM aan de
               hand van de wettelijke vereisten aanvragen voor vergunningen en registraties van organisaties
               die wettelijke controles in Nederland beogen te verrichten. Het verdergaand faciliteren
               van markttoetreding dan het verstrekken van informatie over proces en inhoud van een
               vergunningaanvraag behoort niet tot de taken van de AFM.
            
Vraag 7
            
Is de Minister het ermee eens dat slechts zes kantoren met een oob-vergunning de absolute
               ondergrens is bereikt? Welke maatregelen om dit aantal te verhogen overweegt u als
               de ondergrens wordt bereikt?
            
Antwoord 7
            
Hoewel het aantal kantoren met een OOB-vergunning inderdaad is gedaald tot zes, ben
               ik van mening dat de prioriteit moet liggen bij de kwaliteit van de controle en de
               beschikbaarheid van accountants voor het uitvoeren van wettelijke controles bij OOB-organisaties.
               Ik ben van mening dat het aantal OOB-kantoren niet de maatstaf is voor het waarborgen
               van kwaliteit in de controlepraktijk; wel het aantal accountants dat bevoegd is om
               de controleverklaring te tekenen, naast natuurlijk het aantal controlemedewerkers
               en specialisten. Onze inspanningen moeten gericht zijn op het waarborgen van de beschikbaarheid
               van accountants voor alle OOB-organisaties. Mede om dit te verzekeren zal ik in het
               Wetsvoorstel toekomst accountancysector een aanwijzingsbevoegdheid voorstellen, waardoor
               de NBA een accountant kan aanwijzen op verzoek van een OOB-organisatie in gevallen
               dat het een OOB-organisatie niet lukt een accountant te vinden.
            
Vraag 8
            
Is het een taak voor de AFM of de Autoriteit Consument en Markt (ACM) om toe te zien
               dat er voldoende accountantsorganisaties zijn die een oob mogen controleren? Zo nee,
               wiens taak is dat wel?
            
Antwoord 8
            
De vraag of er voldoende accountantsorganisaties zijn, die de wettelijke controle
               van een organisatie van openbaar belang mogen uitvoeren, hangt samen met het gewenste
               niveau van borging van kwaliteit van die controles. Omdat de kwaliteit van die controles
               bij organisaties van openbaar belang nog steviger geborgd moet worden dan bij ondernemingen
               of instellingen die geen organisatie van openbaar belang zijn, zijn de eisen strenger
               en kunnen minder accountantskantoren daaraan voldoen. Op dit moment heb ik geen signalen
               dat er structureel onvoldoende accountants beschikbaar zijn voor het verrichten van
               OOB-controles. Wel bereiken mij signalen, onder meer van de Kwartiermakers toekomst
               accountancy, dat er mogelijk in de toekomst in het algemeen onvoldoende accountants
               beschikbaar zijn. Dit is zorgelijk en heeft mijn aandacht. Zo laat ik onder verantwoordelijkheid
               van de kwartiermakers en de NBA door twee experts, met ondersteuning, onderzoek doen
               naar modernisering van het beroepsprofiel van de accountant van de toekomst. Diezelfde
               twee experts verrichten momenteel ook onderzoek naar de implicaties van het voorstel
               tot modernisering van dat beroepsprofiel voor de opleidingseisen en het stelsel van
               vakbekwaamheid. De kwartiermakers zullen hier mij in hun eindrapportage hun conclusies
               geven, waarover ik uw Kamer zal informeren.
            
Vraag 9
            
Deelt u de zorgen van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants (NBA) dat
               er een verschil zit tussen de kwaliteitseisen die de AFM een Nederlandse accountantsorganisatie
               oplegt om een oob te mogen controleren en kwaliteitseisen die in andere Europese lidstaten
               gehanteerd worden, in dit geval door de Portugese toezichthouder ten aanzien van de
               beoogde accountant van Value8, Cravo Fortes Antao (CFA)?
            
Antwoord 9
            
Vooropgesteld, het is niet de AFM die kwaliteitseisen oplegt. Die vloeien voort uit
               Europese en Nederlandse wetgeving en uit beroepsreglementering door de NBA. De AFM
               is wettelijk toezichthouder, die toeziet op de naleving van wettelijke regulering,
               die naleving daarvan zo bevordert en indien nodig sanctioneert. In Nederland hebben
               we op goede gronden de keuze gemaakt om bovenop het Europese niveau van wettelijke
               borging van kwaliteit van de wettelijke controle bij organisaties van openbaar belang
               extra waarborgen voor accountantsorganisaties in de wet op te nemen, bijvoorbeeld
               op het gebied van governance. Een accountantsorganisatie uit een andere lidstaat, met een vergunning om organisaties
               van openbaar belang te mogen controleren, hoeft niet te voldoen aan de extra eisen
               die in Nederland gelden voor een accountantsorganisatie die de wettelijke controle
               van OOB-organisaties mag verrichten. Ik wijs er wel op dat de controle plaats vindt
               onder verantwoordelijkheid van een Nederlandse accountant, die onderworpen is aan
               het Nederlandse tuchtrecht en controle door de AFM.
            
Niettemin begrijp ik dat het vragen oproept als een relatief klein buitenlands kantoor
               de wettelijke controle doet van een entiteit die tot dat moment geen accountant kon
               vinden. Bovendien is deze situatie voor ons land nieuw. Hoewel ik van mening ben dat
               het, gegeven de beschikbare capaciteit in Nederland en het bevorderen van concurrentie
               op de markt, in beginsel een goede zaak kan zijn dat ook een accountantsorganisatie
               uit een andere lidstaat in Nederland de wettelijke controle kan en mag uitvoeren,
               moet wel voorop staan dat die controle van goede kwaliteit is. De kwartiermakers constateren
               dat aan eventuele zorgen tegemoet kan worden gekomen door een scherpe controle door
               de AFM op de uitgevoerde wettelijke controle. Zij zijn van mening zijn dat de AFM
               hiertoe voldoende is toegerust. Ik houd hierover dan ook contact met de AFM, die de
               ontwikkelingen op dit terrein nauwgezet volgt.
            
Vraag 10
            
Heeft de AFM mogelijkheden CFA te toetsen, zoals zij ook toetst bij Nederlandse accountantsorganisaties?
Antwoord 10
            
Elk kantoor uit een EU-lidstaat dat in Nederland actief wil zijn registreert zich
               bij de AFM. De AFM heeft op basis van de Europese Auditrichtlijn en de implementatie
               daarvan in de Wta niet de mogelijkheid om bij de aanvraag van een registratie van
               een auditkantoor dat is toegelaten in een andere EU-lidstaat op dezelfde wijze te
               toetsen zoals voor de vergunningverlening van een Nederlandse accountantsorganisatie.
            
Kort gezegd heeft de AFM bij een aanvraag van een registratie van een accountantsorganisatie,
               dat is toegelaten in een andere EU-lidstaat, alleen de mogelijkheid om te toetsen
               op juistheid en volledigheid van de aanvraag, waarbij vast moet komen te staan dat
               de aanvrager van de registratie inderdaad in een andere lidstaat is toegelaten om
               aldaar wettelijke controles te mogen verrichten, en dat het auditkantoor beschikt
               over een of meer externe accountants die in Nederland bevoegd zijn om als externe
               accountant wettelijke controles te mogen verrichten.
            
De gedachte achter dit systeem is dat de accountantsorganisatie, in de lidstaat waar
               zij is toegelaten voor het verrichten van wettelijke controles, al is getoetst op
               het voldoen aan de vereisten die – primair op basis van de Europese Auditrichtlijn
               – gelden voor het stelsel van kwaliteitsbeheersing en aan de governancevereisten ten
               aanzien van bovenal de beleidsbepalers van de accountantsorganisatie.
            
Gekoppeld aan het voorgaande, is de toezichthouder in de lidstaat waar de accountantsorganisatie
               oorspronkelijk is toegelaten voor het verrichten van wettelijke controles (de zogenoemde
               «home member state oversight body») kort gezegd belast met het toezicht op de naleving
               van het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de kwaliteit van wettelijke controles
               die worden verricht binnen de desbetreffende lidstaat. De toezichthouder in de lidstaat
               waar de accountantsorganisatie is geregistreerd om ook wettelijke controles te verrichten
               (de zgh. «host member state oversight body») is belast met het toezicht op de kwaliteit
               van wettelijke controles in haar lidstaat, omdat de controle plaats vindt onder verantwoordelijkheid
               van een Nederlandse accountant, die onderworpen is aan Nederlandse regelgeving, waaronder
               het Nederlandse tuchtrecht en controle door de AFM.
            
Mocht de AFM tekortkomingen aantreffen in Nederlandse wettelijke controles van de
               accountantsorganisatie uit een andere EU-lidstaat, dan kan de AFM een tuchtklacht
               indienen tegen de externe accountant, die de desbetreffende wettelijke controle heeft
               uitgevoerd.
            
Vraag 11
            
Heeft de AFM de mogelijkheid om het controledossier van de externe accountant te reviewen
               of is zij daarvoor afhankelijk van de Portugese toezichthouder?
            
Antwoord 11
            
Ja, de AFM heeft de bevoegdheid om controledossiers van wettelijke controles volgens
               Nederlands recht te onderzoeken bij accountantsorganisaties uit andere EU-lidstaten,
               die in Nederland zijn geregistreerd en hier actief zijn. Ook voor deze controles geldt
               dat de controle moet leiden tot een verklaring over de vraag of de jaarrekening een
               getrouw beeld geeft, als bedoeld in het Nederlandse jaarrekeningenrecht. De controleverklaring
               zelf moet voldoen aan alle totstandkomings- en inhoudelijke eisen op grond van wet
               of beroepsreglementering, die gelden in Nederland. Die eisen staan los van de verschillen
               in eisen die gelden voor de accountantsorganisatie. De dossieronderzoeken zijn onafhankelijk
               van de Portugese toezichthouder. Indien de AFM tekortkomingen ontdekt in Nederlandse
               wettelijke controles die zijn uitgevoerd door een accountant die in dienst is van
               een accountantsorganisatie uit een andere EU-lidstaat, dan kan de AFM een tuchtklacht
               indienen tegen de externe accountant die verantwoordelijk is voor de betreffende wettelijke
               controle.
            
Vraag 12
            
Deelt u de mening dat accountantskantoren aan dezelfde Nederlandse kwaliteitseisen
               moeten voldoen wanneer zij een oob in Nederland controleren, ongeacht of het accountantskantoor
               in Nederland of een ander EU-land is gevestigd? Zou het niet logisch zijn dat wanneer
               een accountantskantoor uit een ander EU-land in Nederland een oob controleert in ieder
               geval men aan dezelfde kwaliteitseisen voldoet?
            
Antwoord 12
            
De kwaliteitseisen aan accountantsorganisaties zijn uiteindelijk bedoeld om te zorgen
               dat de kwaliteit van de wettelijke controle goed is. In het geval van een controle
               van een OOB-organisatie door een accountant in dienst van een buitenlandse accountantsorganisatie
               gelden voor die specifieke controle de Nederlandse regels. Dit is de eerste keer dat
               een dergelijke casus speelt in Nederland. Op dit moment volgt de AFM dit als toezichthouder
               en houd ik hierover contact met de AFM.
            
Vraag 13
            
Bent u, indien nodig, bereid te pleiten voor aanpassing van Europese regelgeving zodat
               een accountantskantoor in lidstaat A alleen een oob mag controleren in lidstaat B,
               wanneer de accountantsorganisatie voldoet aan de kwaliteitseisen die de toezichthouder
               van lidstaat B oplegt aan de accountantsorganisaties uit lidstaat B?
            
Antwoord 13
            
Zoals ik u in antwoord op vraag 9 en 12 schetste vind ik het belangrijk dat de kwaliteit
               van de uitgevoerde wettelijke controle door accountants in dienst van accountantskantoren
               uit andere lidstaten goed is. Op dit moment volgt de AFM dit als toezichthouder en
               ik houd hier contact over met de AFM. Mocht deze of een toekomstige casus leiden tot
               de conclusie dat nadere voorschriften voor accountantsorganisaties op Europees niveau
               kunnen bijdragen aan het halen van de gewenste kwaliteit, dan zal ik daar met de Commissie
               over in gesprek gaan.
            
Vraag 14
            
Of heeft het uw voorkeur om de Nederlandse regelgeving zo aan te passen dat iedere
               accountsorganisatie die voldoet aan de Europese eisen om een oob te mogen controleren
               een Nederlandse vergunning mag krijgen en dat de AFM alleen mag toetsen langs die
               Europese meetlat?
            
Antwoord 14
            
Ik overweeg niet om de aanvullende nationale eisen, die gelden voor Nederlandse accountantsorganisaties
               die hier organisaties van openbaar belang willen en mogen controleren, te laten vervallen.
               De gemaakte keuze om in Nederland, in het belang van gebruikers van jaarrekeningen
               en bestuursverslagen van organisaties van openbaar belang, de kwaliteit van controleverklaringen
               te borgen met extra eisen, vind ik nog steeds een goede.
            
Vraag 15
            
Bent u over dit vraagstuk in gesprek met de AFM en NBA?
Antwoord 15
            
Ja, dat ben ik.
Vraag 16
            
Is het mogelijk om deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat Financiële
               markten van 21 juni 2023?
            
Antwoord 16
            
Ik heb mij ingespannen u de beantwoording van deze Kamervragen zo spoedig mogelijk
               te sturen, maar het is helaas niet gelukt dit te doen voorafgaand aan het commissiedebat
               van 21 juni jl.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.