Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Thijssen en Bromet over de aanpak piekbelasting
Vragen van de leden Thijssen (PvdA) en Bromet (GroenLinks) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de aanpak van piekbelasting (ingezonden 14 juni 2023).
Mededeling van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 5 juli
2023).
Vraag 1
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)-rapport laat zien dat 60,1
procent van de mogelijke piekbelasters (1.803 «kandidaten») in Gelderland ligt, deze
provincie staat daarmee voor de grootste ruimtelijke opgave en in uw brief van 12 juni
2023 kondigt u een interbestuurlijke samenwerking aan met de provincie Gelderland:
Wat is precies het doel van deze interbestuurlijke aanpak? Welke partijen doen mee
aan deze samenwerking? Welke andere Ministers worden hier bij betrokken, gezien de
grote effecten die de transitie ook zal hebben op andere domeinen? Is deze samenwerking
ook gericht op het in stand houden of verbeteren van de economische vitaliteit van
de provincie, die door de transitie ingrijpend gaat veranderen? Wordt het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat (EZK) hier bij betrokken? Is deze samenwerking ook
gericht op het behouden van sociale voorzieningen, die mogelijk worden getroffen door
het veranderen of verdwijnen van werkgelegenheid? Is deze samenwerking ook gericht
op het versterken van de ov-verbindingen, zodat inwoners met elkaar verbonden blijven?
Wordt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) hier bij betrokken? Is
deze samenwerking ook gericht op het duurzaam en waardevol inrichten van vrij te komen
ruimte? Welke plannen of richtingen zijn daar al voor geformuleerd of in ontwikkeling?
Wat gaat het Rijk dan doen om Gelderland op deze punten te steunen als, sommige van,
de onderwerpen in subvragen b, c, d, e en f niet aan bod komen in de interbestuurlijke
samenwerking?1, 2
Vraag 2
Indien de agrarische bestemming op de grond van opgekochte boerenerven niet meer uitvoerbaar
is, welke bestemming komt daar dan voor in de plaats? Is er beleid in voorbereiding
voor de gronden bestemd voor agricultuur, die na opkoop niet meer economisch levensvatbaar
zijn? Zo ja, wat is de rolverdeling onder (mede)overheden en belanghebbenden in het
formuleren van een nieuwe bestemming voor deze gronden? Is aanmelding van vrijgekomen
gronden bij de Nationale Grondbank altijd op vrijwillige basis? Is er geen sprake
van dubbele compensatie bij een ondernemer wiens bedrijf wordt opgekocht voor 120
procent van de bedrijfswaarde en vervolgens deze grond verkoopt aan de Nationale Grondbank?
Hoe voorkomt u dat er na de opkoop van rechten van piekbelasters een economische impasse
ontstaat door de grote hoeveelheid braakliggend grond zonder economisch levensvatbare
bestemming? Hoe wordt gewaarborgd dat de omgeving vitaal en levendig wordt gehouden,
als ondernemers van een beëindigd bedrijf zeggenschap houden over de grond? Hoe zorgt
u ervoor dat het maximaliseren van de winst op deze gronden niet ten koste gaat van
een samenhangend en toekomstbestendig gebiedsplan?
Vraag 3
Indien een boerenbedrijf kan en wil verplaatsen, hoe krijgt dit bedrijf die grond
in handen? Welke rol ligt er voor de overheid in de verdeling van grond? Wordt grond
toegewezen vanuit de Nationale Grondbank of is de ondernemer ook vrij om dit onderling
te verhandelen met de eigenaren van voorheen gebruikte agrarische grond? In welk beleidsplan
wordt de methode vastgelegd waarmee grond wordt verhandeld of toegewezen? Hoe gaat
u waarborgen dat de gebieden waar een extensief bedrijf plaatsneemt op een plek waar
eerst verschillende bedrijven stonden niet verliezen aan maatschappelijke waarde en
sociale voorzieningen?
Vraag 4
Op welke manier gaat u toezien dat leegstaande stallen niet in de verkeerde handen
komen en bijvoorbeeld als drugslab worden gebruikt? Komt u met een budget voor de
sloop van lege stallen?
Vraag 5
Welke extra maatregelen treft u, ten opzichte van andere provincies, om Gelderland
financieel, juridisch en in de uitvoering bij te staan in de aanpak van stikstof en
piekbelasters in het bijzonder?
Vraag 6
In tabel 2 van het RIVM-rapport worden 28 industriële piekbelasters op een rijtje
gezet: Is het voor elk van de 28 industriële piekbelasters fysiek en financieel mogelijk
om stikstofuitstoot tot een acceptabel niveau te verlagen? Is de RIVM-lijst van industriële
piekbelasters (tabel 2) gerangschikt van meest tot minst belastend? Waarom is Schiphol
niet meegenomen in de nieuwe indicatieve lijst van het RIVM gezien het feit dat in
een eerdere berekening Schiphol als tweede grootste uitstoter van stikstof onder de
industriële piekbelasters stond? Wat betekent het vrijstellen van Schiphol voor de
berekende drempelwaarde? Kunt u per bedrijf uiteenzetten wat de ingeschatte stikstofuitstoot
is van deze 28 piekbelasters gezien het feit dat de industriële piekbelasters niet
zijn gehouden aan dezelfde privacyregels als agrarische bedrijven? Wat is het maatschappelijke
belang dat noodzakelijk maakt dat deze bedrijven hier mogen blijven vervuilen en niet
worden meegenomen in de opkoopregeling voor piekbelasters?
Vraag 7
Mochten de aanmeldingen van piekbelasters voor de opkoopregeling achterblijven, welke
mogelijkheden heeft u dan om het tempo te verhogen, bijvoorbeeld door bedrijven rondom
Natura 2000-gebieden gericht te benaderen?
Vraag 8
Welke stappen gaat u nemen na de aanmeldperiode, als onvoldoende piekbelasters zich
melden voor de opkoopregeling, om de stikstofuitstoot van deze bedrijven te verminderen?
Vraag 9
Wat zijn de gevolgen voor de aanpak van piekbelasting dan wel de piekbelasters zelf,
als men onvoldoende of geen gebruik maakt van het woest aantrekkelijke aanbod?
Vraag 10
U kondigt een «belteam» aan waar ondernemers terecht kunnen voor advies: Wat is de
precieze taakopvatting van het belteam? Wat zijn de vereisten qua kennis en expertise
voor een werknemer in het belteam? Hoeveel fte betreft dit momenteel en wat is de
gewenste bezetting?
Vraag 11
U kondigt bovendien zaakbegeleiders aan, vaste contactpersonen uit de regio voor advies
en ondersteuning bij de aanpak van piekbelasting: Wat is de precieze taakopvatting
van een zaakbegeleider? Wat zijn de vereisten qua kennis en expertise voor een zaakbegeleider?
Hoeveel fte betreft dit momenteel en wat is de gewenste bezetting? Kunt u deze gegevens
uiteenzetten per provincie? Kunt u deze dienstverlening verzekeren zonder dat de werkdruk
voor de begeleiders te hoog wordt gezien u «uitgebreide begeleiding» door de zaakbegeleider
belooft?
Vraag 12
Kunt u deze vragen en deelvragen apart van elkaar beantwoorden?
Mededeling
Op 14 juni jongstleden hebben de leden Thijssen (PvdA) en Bromet (GL) Kamervragen
gesteld over de aanpak piekbelasting (kenmerk 2023Z10821). Vanwege de benodigde afstemming kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke
termijn van 3 weken beantwoord worden.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.