Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de ontslagen bij VDL Nedcar en het mogelijk aanwenden van verschillende Europese defensiefondsen
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Defensie en van Economische Zaken en Klimaat over de ontslagen bij VDL Nedcar en het mogelijk aanwenden van verschillende Europese defensiefondsen (ingezonden 2 juni 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie) (ontvangen 4 juli 2023). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3028.
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuwsbericht «VDL Nedcar kondigt massaontslag aan: helft personeel
eruit»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat zijn – gezien de recente ontwikkelingen in de Europese defensie-industrie, inclusief
de oprichting van de European Defence Industry Reinforcement through common Procurement
Act (EDIRPA) en de Act in Support of Ammunition Production (ASAP) – de plannen van
de Nederlandse regering om de defensie-industrie in Nederland te ondersteunen en te
versterken, met name op het gebied van banencreatie?
Antwoord 2
De oorlog in Oekraïne markeert de terugkeer van intensieve oorlogsvoering op het Europese
continent. De op vredestijd geënte productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie
biedt onvoldoende handelingsvermogen voor de krijgsmachten van de Europese Unie (EU).
De EU-lidstaten hebben baat bij een sterkere Europese defensie-industrie, die in staat
is te voorzien in de aanzienlijk toegenomen behoefte van lidstaten. Zowel voor het
aanvullen van de eigen voorraden, als voor het voortzetten en opschalen van steun
aan Oekraïne. De noodzaak om de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie
significant op te schalen is dan ook hoog. Deze tijd vraagt daarom om een actieve
(internationale) industriepolitiek, waaronder meer maatwerk, gericht op een robuuste
(Europese) defensiesector. De maatregelen die zijn beschreven in de Kamerbrief «DIS
in een geopolitieke context» (Kamerstuk 31 125, nr. 123) vormen hierbij de leidraad. Ten aanzien van EU-programma’s die zijn gericht op de
versterking van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis zal het kabinet
zich inzetten voor de positionering van de Nederlandse Defensie Technologische en
Industriële Basis in dergelijke programma’s.
Vraag 3 en 4
Zijn er met de implementatie van de ASAP, die zich richt op het verhogen van de productie
van munitie en raketten, specifieke plannen om de creatie van banen binnen de Nederlandse
defensie-industrie te waarborgen?
Hoe bent u van plan, gezien de situatie in Oekraïne en de dringende behoefte aan munitie
en raketten, zoals aangepakt door ASAP, de continuïteit en veerkracht van de defensie-industrie
te waarborgen, met name wat betreft het waarborgen van voldoende personeel en vaardigheden?
Antwoord 3 en 4
In Nederland zijn op dit moment geen bedrijven die munitie en raketten (eindproducten)
produceren. Er zijn wel bedrijven die componenten van met name raketten maken, bijvoorbeeld
omhulsels van raketten en radargeleiding. Dergelijke bedrijven kunnen in aanmerking
komen voor steun van het ASAP-voorstel dat is gericht op het verhogen van de productiecapaciteit
van de Europese defensie-industrie. Het kabinet zal zich, net als bij andere EU-programma’s
ter ondersteuning van de defensie-industrie, inzetten voor een goede positionering
van Nederlandse bedrijven in het ASAP-voorstel, zodra dat is aangenomen.
Vraag 5
Wat is de verwachte impact op de Nederlandse defensie-industrie en haar personeel
van de drie-sporenbenadering die door de EU-Raad is overeengekomen voor de levering
en gezamenlijke aankoop van munitie voor Oekraïne?
Antwoord 5
De Raad is overeengekomen om via drie parallelle sporen de levering van grond-tot-grond
munitie, artilleriemunitie en raketten aan Oekraïne te vergroten en te versnellen,
en de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie op te schalen. Het eerste
spoor ziet op het bevorderen van leveringen uit eigen voorraad en reeds lopende orders.
Dit spoor zal een beperkte impact hebben op de Nederlandse defensie-industrie omdat
er geen Nederlandse producenten van grond-tot-grond munitie, artilleriemunitie en
raketten zijn. Spoor twee richt zich op het bevorderen van gezamenlijke aanschaf ten
behoeve van Oekraïne. Dit spoor kan een positieve impact hebben op de Nederlandse
defensie-industrie als bedrijven door de grotere Europese vraag orders ontvangen voor
componenten die in eindproducten worden gebruikt. De inschakeling van de Nederlandse
defensie-industrie in de gezamenlijke aanbestedingen uit het tweede spoor is daarom
een belangrijk aandachtspunt in deze verwervingen. Het derde spoor heeft tot doel
de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie op te schalen, waarvoor
de Commissie het ASAP-voorstel publiceerde. Dit spoor heeft een positieve impact op
de Nederlandse defensie-industrie als Nederlandse toeleveranciers via het instrument
Uniefinanciering aantrekken voor het verhogen van hun productiecapaciteit. Ook kan
het een positief effect hebben als Nederlandse bedrijven via het instrument kunnen
investeren in nieuwe capaciteit voor de productie van eindproducten.
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de recente massaontslagen bij VDL Nedcar?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Wat is er na de aangenomen motie van het lid Graus c.s., die de regering verzocht
te helpen met een integraal plan voor de doorontwikkeling en toekomstbestendig maken
van VDL Nedcar (Kamerstuk 35 570-XIII, nr. 16), tot nu toe gedaan om deze motie uit te voeren?
Antwoord 7
Teveel openheid kan zowel de bedrijfsvertrouwelijkheid als het proces schaden. Wat
ik er op dit moment wel over kan zeggen, is dat sinds bekend werd dat de productie
bij VDL Nedcar voor BMW over enkele jaren beëindigd zou worden het kabinet haar volle
medewerking verleent aan de zoektocht van VDL Nedcar naar nieuwe klanten en opdrachten,
onder meer via de inzet van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Het gezamenlijke doel is om de werkgelegenheid en bedrijvigheid in Born en
de regio langjarig zeker te stellen. Het kabinet onderhoudt intensief contact met
VDL Nedcar en betrokken andere partijen over de ontwikkelingen en ondersteunt waar
mogelijk, in afstemming en samenwerking met de provincie Limburg. Dat contact en ons
commitment is nog steeds actueel; de lijnen tussen betrokkenen zijn kort. Vanuit het
kabinet is de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) het eerste aanspreekpunt
voor VDL Nedcar. Bij het bezoek aan de fabriek op 24 april jl. heeft de Minister van
EZK weer uitvoerig met de bestuursvoorzitter van VDL Groep en de VDL Nedcar directie
over de toekomst gesproken. Waar relevant en opportuun zijn ook andere bewindspersonen,
waaronder de Minister-President, bij het proces betrokken geweest, onder meer in contacten
met potentiële klanten. Met de ondersteuning van het kabinet wordt ook invulling gegeven
aan de motie van het lid Graus c.s. (Kamerstuk 35 570-XIII, nr. 16) over een integraal plan voor de doorontwikkeling van VDL Nedcar, en aan de motie
van het lid Amhaouch c.s. (Kamerstuk 35 438, nr. 9) waar het gaat om kansen creëren voor behoud van werkgelegenheid en het stimuleren
van regionale investeringen rondom de maakindustrie.
Vraag 8
Bent u bereid om op zoek te gaan naar opties om VDL Nedcar te integreren in het EDIRPA-plan
van de EU, gezien het doel van EDIRPA om Europese industriële capaciteiten te versterken
door gezamenlijke inkoop door EU-lidstaten?
Antwoord 8
Het European Defence Industry Reinforcement through common Procurement Act (EDIRPA) beoogt door middel van een financiële prikkel samenwerking te bevorderen
tussen lidstaten bij de aanschaf van defensiematerieel. De door EDIRPA ondersteunde
aanschaf moet op korte termijn plaatsvinden. Het valt daarom te verwachten dat hiervoor
gebruik wordt gemaakt van producten van de plank, van reeds bestaande defensie-industrie.
Zoals voorgesteld door de Europese Commissie vloeien de middelen van EDIRPA naar consortia
van lidstaten die samen defensiematerieel aanbesteden. VDL Nedcar kan daarom niet
zonder meer integreren in het EDIRPA-plan. EDIRPA zal door vraagclustering en grotere
orders alleen indirect ten goede kunnen komen aan Europese bedrijven, waaronder Nederlandse
bedrijven.
Vraag 9
Ziet u kansen om VDL Nedcar, met haar productiecapiciteit en gespecialiseerde medewerkers,
te laten profiteren van deelname aan EDIRPA/ASAP, dat zich lijkt te richten op productie
van defensieproducten?
Antwoord 9
Nee, er zijn weinig kansen om VDL Nedcar te laten profiteren, omdat het EDIRPA-voorstel
alleen indirect ten goede zal komen aan bedrijven en hun productiecapaciteit (zie
antwoord op vraag 8). In het ASAP-voorstel is wel een directe financiële bijdrage
aan het opschalen van productiecapaciteit van Europese bedrijven voorzien. Het ASAP-voorstel
is evenwel gericht op de productiecapaciteit van een beperkt aantal defensiesystemen
(grond-tot-grond munitie, artilleriemunitie en raketten) die als eindproducten op
dit moment niet worden geproduceerd in Nederland. Het kabinet zet zich in om Nederlandse
bedrijven goed te positioneren in het toekomstige ASAP-programma als het gaat om de
productie van componenten.
Vraag 10
Zou het EDIRPA-plan, gezien de dringende behoefte aan defensieproducten in de EU,
een haalbaar alternatief kunnen bieden voor VDL Nedcar om zijn activiteiten en banen
te behouden?
Antwoord 10
Nee, het is niet de verwachting dat EDIRPA er voor kan zorgen dat VDL Nedcar zijn
activiteiten en banen kan behouden, omdat VDL Nedcar naar verwachting niet zonder
ingrijpende aanpassingen op korte termijn militair materieel kan gaan produceren.
Vraag 11
Welke steun of stimulansen kan de Nederlandse overheid bieden om VDL Nedcar te helpen
zijn activiteiten te veranderen om deel te nemen aan het EDIRPA-plan?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 12
Kunnen de technisch gespecialiseerde werknemers van VDL Nedcar bijdragen aan het oplossen
van het personeelstekort bij Defensie?
Antwoord 12
Ja. Technisch personeel is schaars en gewild in heel Nederland en ook Defensie heeft
een tekort aan technisch personeel. De technisch gespecialiseerde werknemers van VDL
Nedcar kunnen daarom zeker bijdragen aan het oplossen van die tekorten en daarom heeft
Defensie belangstelling om een deel van het VDL Nedcar personeel dat ontslagen dreigt
te worden over te nemen. Defensie zal hierbij de geldende procedures voor werving
van personeel hanteren.
Vraag 13
Bent u bereid om snel in gesprek te treden met VDL Nedcar, vakbonden en werknemers
om te bekijken waar Defensie ontslagen medewerkers een baan kan bieden?
Antwoord 13
Op 11 april jl. heeft de Staatssecretaris van Defensie samen met de president-directeur
van de VDL groep een intentieverklaring getekend om de samenwerking tussen Defensie
en VDL te intensiveren. Het overnemen van overtollige medewerkers past binnen de geest
van deze intentieverklaring. We hebben wekelijks contact met VDL Nedcar en blijven
zo op de hoogte van de actuele ontwikkelingen.
Vraag 14
Wilt u daarbij een flexibele houding hanteren?
Antwoord 14
Bij de reeds lopende gesprekken met VDL Nedcar en de voorgenomen gesprekken met vakbonden
en werknemers hanteert Defensie een flexibele houding; dit is in het belang van alle
partijen.
Vraag 15
Ziet u andere mogelijkheden om de ontslagen medewerkers in te zetten om andere personeelstekorten
bij de rijksoverheid op te lossen?
Antwoord 15
Ten aanzien van het helpen van ontslagen medewerkers naar een functie bij de rijksoverheid
is er vanuit Defensie wekelijks contact met VDL Nedcar. Het blijkt dat meer dan 100
organisaties zich inmiddels bij het mobiliteitscentrum hebben gemeld om de mogelijkheden
tot overgaan van personeel te onderzoeken.
Vraag 16
Zou u deze vragen een voor een, gemotiveerd en zo snel mogelijk willen beantwoorden?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.