Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuik en Boswijk over het bericht ‘Het geheim van Brabant: hoe criminelen azen op boerenstallen’
Vragen van de leden Kuik en Boswijk (beiden CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Het geheim van Brabant: hoe criminelen azen op boerenstallen» (ingezonden 15 juni 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 juli
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Het geheim van Brabant: hoe criminelen azen op boerenstallen»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat bij de vrijwillige uitkoop van boeren het gevaar toeneemt
dat boeren worden geïntimideerd door drugscriminelen, om leegstaande schuren te laten
gebruiken voor drugsproductie en andere criminele praktijken?
Antwoord 2
Ik herken het potentiële risico dat leegstand met zich mee kan brengen. Dit risico
zal bij veehouders die gebruikmaken van een vrijwillige stoppers-regeling naar mijn
huidige inschatting beperkt zijn. Per brief van 12 juni 2023 heeft de Minister voor
Natuur en Stikstof uw Kamer geïnformeerd over twee beëindigingsregelingen die per
3 juli 2023 opengesteld worden voor een grote groep veehouders die vrijwillig hun
productie willen beëindigen. Het gaat om de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties
(Lbv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij-locaties met piekbelasting
(Lbv-plus). Een vereiste in beide regelingen is dat veehouders hun productiecapaciteit
(te weten stallen, mestkelders en -silo’s, voer- en sleufsilo’s) moeten laten slopen.
Deze sloopplicht heeft mede tot doel leegstand en daarmee drugsproductie en andere
criminele praktijken te voorkomen.
Toezicht op tijdige sloop van de productiecapaciteit ligt bij gemeenten, die geïnformeerd
worden over wie een subsidie heeft aangevraagd (binnen de grenzen van hun gemeente)
en wie een subsidiebeschikking heeft ontvangen. Verder komen in de periode richting
de sloop nog verschillende partijen op het erf en in/rond de stallen, zoals ecologen
voor het flora- en faunaonderzoek, sloopbedrijven voor het maken van een offerte en
opkopers die inrichting en apparatuur uit de stallen komen waarderen.
Vraag 3
Is bij het beleid van vrijwillige uitkoop ook rekening gehouden met de criminele intimidatie
en infiltratie in leegstaande schuren en loodsen, waar nu al veel boeren mee te maken
hebben?
Antwoord 3
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat indien boeren zich laten uitkopen, er samen met
hen moet worden gekeken hoe zij weerbaar kunnen zijn tegen criminelen? Zo ja, hoe
wordt hier over nagedacht en op welke manier gaat u dit bewerkstelligen?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 zijn veehouders die een subsidie voor
beëindiging van hun productie ontvangen verplicht om hun productiecapaciteit (stallen,
mestkelders en -silo’s, voer- en sleufsilo’s) te laten slopen. Na realisatie van de
sloop zal, vanwege het ontbreken van een voor de buitenwereld afgeschermde productieruimte,
een (voormalige) veehouderijlocatie voor drugscriminelen weinig tot geen aantrekkingskracht
hebben.
Vraag 5
Hoe worden boeren die aangeven dat zij te maken hebben met mogelijk criminele activiteiten
in een verhuurde schuur of loods, op dit moment geholpen? Kunnen zij bijvoorbeeld
anoniem terecht bij hulpinstanties, zoals de politie, en zo ja, zijn zij op de hoogte
van deze mogelijkheid?
Antwoord 5
Vanuit meerdere programma’s, instanties en publiek-private samenwerkingsverbanden
worden boeren bewust gemaakt van de risico’s op potentieel crimineel gebruik van schuren
en loodsen. Daarbij worden concrete maatregelen aangereikt hoe boeren zichzelf weerbaar
kunnen maken tegen mogelijk criminele activiteiten.
Boeren die desondanks te maken hebben met mogelijke criminele activiteiten in een
verhuurde schuur of loods kunnen bij hulpinstanties als de politie terecht door (al
dan niet anoniem) in contact te treden en melding te maken van de situatie. De politie
zal ter plaatse komen voor onderzoek naar de mogelijke criminele activiteiten. Indien
een drugslab wordt aangetroffen zal deze (na afronding van het onderzoek) worden ontmanteld.
Verder leveren de hulpinstanties de benodigde (na)zorg aan de getroffene(n). Vanuit
de eerder genoemde programma’s en instanties worden boeren op verschillende manieren
gewezen op de mogelijkheden om te melden.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de oproep van ondermijningsbestrijder Knoops om een concrete
aanpak uit te rollen wat betreft het weerbaar maken van boeren tegen criminelen en
het afschrikken van criminelen om boeren te benaderen?
Antwoord 6
Ik sta positief tegenover de oproep dat we moeten kijken hoe we boeren weerbaar kunnen
houden tegen criminelen. Vanuit het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023–2026 wordt
dan ook breed ingezet op het weerbaar maken van ondernemers in kwetsbare branches.
Specifiek voor boeren wordt hiertoe de instelling van een vertrouwenspersoon ondermijnende
criminaliteit bij de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) gefinancierd.
We verkennen de mogelijkheid tot inzet van dergelijke vertrouwenspersonen bij andere
brancheorganisaties, onder andere binnen de agrarische sector.
Een gerichte aanpak voor deelnemers aan de stoppersregeling is niet aan de orde, gezien
het vanwege de sloopplicht en het bijkomend toezicht vanuit de betrokken instanties
niet aannemelijk is dat zij in de periode tot aan de sloop een verhoogd risico lopen
benaderd te worden door criminelen.
Vraag 7
Bent u bereid om een landelijke aanpak te ontwerpen om boeren in heel Nederland weerbaar
te maken tegen criminelen die het hebben gemunt op hun leegstaande stallen en silo’s?
Antwoord 7
Op 30 mei 2023 heeft uw Kamer ingestemd met de motie2 tot het landelijk uitrollen van een aanpak, zodat ook in andere gebieden boeren weerbaarder
worden tegen drugscriminaliteit en de drempels om hulp te vragen worden verlaagd.
Daarbij wordt onder andere gekeken naar de mogelijkheden tot het aanstellen van vertrouwenspersonen
bij andere brancheorganisaties binnen de agrarische sector. Dit sluit aan bij de voorgenomen
acties zoals beschreven in het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2023–2026.
Als voorbeeld noem ik bewustwordingscampagnes gericht op ondernemers en bewoners vanuit
de Platforms Veilig Ondernemen en de inzet van het instrument «Veilig Buitengebied»,
gefaciliteerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid waarbij
gemeenten met lokale publieke en private partners een samenwerkingsnetwerk opzetten
om de veiligheid en weerbaarheid van boeren en tuinders te vergroten.
Ik informeer uw Kamer uiterlijk dit najaar nader over de stand van zaken van uitvoering
van de motie via de tweede halfjaarbrief georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.
Vraag 8
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het oprichten van een «vliegende brigade»
als aanspreekpunt voor gedupeerden van drugsafvaldumpingen, waarover de CDA-fractie
op 17 januari 2023 schriftelijke Kamervragen heeft gesteld?3
Antwoord 8
In het verlengde van de gesprekken over de inrichting van een nieuwe Rijkssubsidieregeling
voor de opruimkosten van drugsafval worden met het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat en betrokken partijen gesprekken gevoerd over de suggestie een «vliegende
brigade» op te richten. Naast de optie een dergelijke nieuwe «brigade» op te richten
bekijken we ook of de taken die een dergelijke «brigade» zou moeten uitvoeren niet
bij een bestaande dienst kunnen worden neergelegd. Ik informeer uw Kamer uiterlijk
dit najaar nader over de stand van zaken via de tweede halfjaarbrief georganiseerde,
ondermijnende criminaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.