Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pouw-Verweij over het wegnemen van obstakels om recreatiewoningen te bestemmen voor permanente bewoning
Vragen van het lid Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het wegnemen van obstakels om recreatiewoningen te bestemmen voor permanente bewoning (ingezonden 19 april 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) mede namens
de Minister voor Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 29 juni 2023).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat wanneer een gemeente het permanent bewonen van recreatiewoningen
wil toestaan, deze bestaande woningen vanwege de nieuwe bestemming als nieuwe woningen
worden aangemerkt?1
Antwoord 1
In de brief die aan de gestelde vragen ten grondslag ligt geven gedeputeerde staten
(GS) van de provincie Zuid-Holland aan dat de gemeente Nieuwkoop de recreatiebestemming
van een aantal vakantieparken niet mag wijzigen naar een woonbestemming. Volgens GS
zou deze bestemmingswijziging in strijd zijn met het Luchthavenindelingbesluit Schiphol
(LIB), omdat uit artikel 2.2.1d van het LIB volgt dat in het betreffende gebied geen
nieuwe woningbouwlocaties zijn toegestaan. GS geven daarbij aan dat de transformatie
van recreatiewoningen naar woningen wordt gezien als een nieuwe woningbouwlocatie
in de zin van het LIB.
Bij de beantwoording van vraag 5 wordt nader ingegaan op de vraag of sprake is van
een nieuwe woningbouwlocatie in de zin van het LIB, wanneer recreatiewoningen worden
getransformeerd naar woningen.
Vraag 2
Tellen recreatiewoningen die geschikt worden geacht voor permanente bewoning mee in
de aantallen nieuw te bouwen woningen in uw woningbouwplannen? Zo ja, hoeveel woningen
verwacht u toe te voegen aan de woningbouwplannen met permanent bewoonbare recreatiewoningen?
Antwoord 2
Wanneer recreatiewoningen worden getransformeerd tot reguliere woning, en deze voorheen
nog niet permanent werden bewoond, moeten deze worden meegeteld in de nieuwbouwcijfers.
In mijn Kamerbrief over de vervolgaanpak vakantieparken, deel ik een inventarisatie
van provincies van het aantal parken dat geschikt zou zijn voor transformatie naar
wonen. Op veel van deze parken wordt grotendeels al permanent gewoond. Het is nog
niet duidelijk hoeveel woonéénheden de facto kunnen worden toegevoegd op deze parken.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat recreatiewoningen die na een zorgvuldige afweging geschikt
worden geacht voor permanente bewoningen niet als nieuwbouw horen te worden aangemerkt?
Antwoord 3
Wanneer recreatiewoningen worden getransformeerd tot reguliere woning, en deze voorheen
nog niet permanent werden bewoond, moeten deze worden meegeteld in de nieuwbouwcijfers.
Of recreatiewoningen, die zijn getransformeerd naar woningen, in de zin van het LIB
worden aangemerkt als nieuwe woningen, is echter primair aan de Minister van I&W.
In de beantwoording van vraag 5 wordt hierop nader ingegaan.
Vraag 4
Bent u bekend met artikel 2.2.1.d van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol, waarmee
bij woningen aangemerkt als «nieuwbouw» deze woningen als minder wenselijk worden
vastgesteld met het oog op geluid en groepsrisico?
Antwoord 4
In het beperkingengebied 5 van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol zijn buiten
bestaand stedelijk gebied geen nieuwe woningbouwlocaties toegestaan uit het oogpunt
van het beperken van geluid- en groepsrisico. Tevens wordt hiermee woningbouw vermeden
op plaatsen waar dat ook omwille van het gebruik van Schiphol niet wenselijk is. Dit
sluit aan bij het gehanteerde principe om zo min mogelijk over dichtbebouwd stedelijk
gebied te vliegen. Daarom dient het buitengebied gevrijwaard te blijven van nieuwe
woningbouwlocaties. «Buitengebied» betreft het gebied buiten het bestaand stedelijk
gebied (BSG).
Vraag 5
Bent u bereid om voor bestaande recreatiewoningen die na besluitvorming hierover door
de gemeenteraad de status permanent bewoonbare woning krijgen een regeling te treffen
die het mogelijk maakt om af te wijken van het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Een recreatiewoning wordt in het LIB als woning beschouwd, ongeacht of deze permanent
wordt bewoond of niet. Gelet hierop vallen bestaande recreatiewoningen die worden
getransformeerd naar woningen niet onder het begrip nieuwe woningbouwlocatie en dus
evenmin onder het verbod van artikel 2.2.1d, eerste lid, van het LIB. Een nieuw vakantiepark
met recreatiewoningen (of een vakantiepark dat in strijd met het LIB is gerealiseerd)
zou wel onder het verbod van nieuwe woningbouwlocaties in het buitengebied vallen.
Voor de casus in de gemeente Nieuwkoop geldt dat als de recreatiewoningen al waren
gerealiseerd voor de inwerkingtreding van het LIB, het LIB in beginsel geen belemmering
vormt om de recreatiebestemming te wijzigen in een woonbestemming.
Vraag 6
Wilt u de wettelijke obstakels inventariseren in verband met het omvormen van recreatiewoningen
naar woningen waarin permanent mag worden gewoond, de Kamer hierover te informeren
en met maatregelen te komen om deze obstakels uit de weg te ruimen?
Antwoord 6
Er vindt structureel gesprek plaats in het kader van de aanpak vakantieparken met
provincies, gemeenten en Vitale Vakantieparksamenwerkingen (VVP Veluwe, VVP Overijssel,
VVP Drenthe) om obstakels te signaleren en te adresseren.
De VVP Veluwe noemt bijvoorbeeld het toepassen van verevening, en uitponden als knelpunten.2 In de vervolgaanpak ga ik samen met partijen verder aan de slag met het wegnemen
van knelpunten.
Vraag 7
Bent u bereid om met de provincies in overleg te gaan om ook de Omgevingsverordeningen
aan te passen om procedurele drempels voor het omvormen van recreatiewoningen naar
permanente woningen weg te nemen?
Antwoord 7
Ja, ik zie hier een verband met mijn brief over vakantieparken. In het kader van deze
brief ga ik ook in gesprek met provincies over het transformeren van vakantieparken
naar wonen. Daarnaast spreek ik provincies in brede zin over de woningbouwprogrammering
aan de woondealtafel. In beide gesprekken kunnen ook eventuele procedurele drempels
om in omgevingsverordeningen de transformatie van vakantieparken mogelijk te maken
worden besproken.
Vraag 8
Wilt u met de gemeente Nieuwkoop en met Provincie Zuid-Holland in gesprek gaan over
een casus die op bovenstaande feiten berust?3
Antwoord 8
Zeker, ik heb inmiddels de gemeente Nieuwkoop en de provincie Zuid-Holland geïnformeerd
over de beantwoording van deze vragen. Als bij de provincie of gemeente daaraan behoefte
bestaat ben ik uiteraard bereid tot een nader gesprek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.