Schriftelijke vragen : Het bericht dat commissarissen en bestuurders bij zo'n twintig woningcorporaties privéhuizen blijken te verhuren voor persoonlijk rendement
Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA) en Van Baarle (DENK) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht dat commissarissen en bestuurders bij zo'n twintig woningcorporaties privéhuizen blijken te verhuren voor persoonlijk rendement (ingezonden 28 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het gezamenlijk onderzoek van de NOS en Nieuwsuur, waaruit blijkt
dat commissarissen en bestuurders bij zo'n twintig woningcorporaties privéhuizen blijken
te verhuren voor persoonlijk rendement?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat bestuurders en commissarissen van woningcorporaties, gezien
hun publieke functie, een voorbeeldrol hebben en dat het daarom principieel onwenselijk
is dat zij vastgoed verhuren voor persoonlijk rendement?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het verhuren van deze huizen voor maandbedragen die niet redelijk
zijn dubbel onwenselijk is en afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de sector?
Vraag 4
Klopt het dat woningcorporaties het huizenbezit van de functionarissen op dit moment
niet hoeven te melden bij de Autoriteit woningcorporaties? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Zo ja, waarom is hiervoor gekozen?
Vraag 5
Hoe is het mogelijk dat na de uitkomsten van de Parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties
in 2014 een lacune is blijven bestaan in het toezicht op het vastgoedbezit van corporatiebestuurders
en de (schijn van) belangenverstrengeling die hier mogelijk uit voortvloeit?
Vraag 6
In hoeverre overtreden bestuurders van woningcorporaties die privévastgoed verhuren
voor persoonlijk rendement in de directe omgeving van de woningcorporatie waarvoor
zij werken de Woningwet, waarin staat dat het lidmaatschap van bestuurders en commissarissen
bij woningcorporaties onverenigbaar is met enige andere functie waarvan de uitoefening
nadelig kan zijn voor de belangen van de corporatie?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de genoemde praktijken de integriteit van de corporatiesector
schaden en het daarom van cruciaal belang is om zo spoedig mogelijk met aangescherpte
regelgeving en aanpassingen van het toezichtkader te komen?
Vraag 8
Heeft de regelgeving voldoende sanctionerende maatregelen wat u betreft, mede gezien
deze recente berichtgeving?
Vraag 9
Hoe gaat u sturing geven aan en toezien op de aanscherping van de regels en de handhaving
van deze aangescherpte regelgeving?
Vraag 10
Klopt het dat de Autoriteit woningcorporaties, die toezicht moet houden op de sector,
een onderzoek gaat instellen naar het privé verhuren van huizen door hoge functionarissen
van woningcorporaties? Zo ja, bent u bereid de uitkomsten van dit onderzoek met de
Tweede Kamer te delen?
Vraag 11
Klopt het dat Aedes de integriteitscode gaat aanscherpen specifiek op dit punt? Bent
u in overleg met Aedes hierover en bent u van mening dat dit afdoende is? Hoe zorgt
u ervoor dat ook bestuurders van woningcorporaties die niet zijn aangesloten bij Aedes
zich houden aan deze integriteitscodes?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
Inge van Dijk, Kamerlid -
Medeindiener
Stephan van Baarle, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.