Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat de verbreding van de snelweg A4 tussen het Knooppunt Burgerveen en de N14 is stilgelegd
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de verbreding van de snelweg A4 (voorlopig) van de baan is (ingezonden 6 juni 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 28 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Verbreding snelweg A4 (voorlopig) van de baan»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Het bericht is inhoudelijk juist, maar inmiddels ook achterhaald. Het betreft het
traject A4 Knooppunt Burgerveen-N14. Er werd gewerkt aan het ontwerpTracébesluit voor
de verbreding van dit traject en de vervanging van het Ringvaartaquaduct in zuidelijke
richting. Het project is een jaar geleden niet opgenomen in de lijst van de zogenoemde
stikstofprioriteiten. Daarom is het project stilgelegd en heeft Rijkswaterstaat de
omgeving hierover geïnformeerd. Dit is de aanleiding geweest voor dit bericht. Herstarten
van de MIRT-Planuitwerking was voorzien nádat het stikstofonderzoek voor de stikstofprioriteiten
(waaronder het project A4 Haaglanden-N14) is afgerond.
Nadien is tijdens het BO MIRT najaar 2022 besloten om € 80 mln. toe te voegen vanuit
de middelen uit het coalitieakkoord voor de ontsluiting van woningbouwlocaties aan
het projectbudget voor de A4 Knooppunt Burgerveen-N14 ter dekking van het opgetreden
tekort bij dit project. Dit is vanwege het belang van dit project voor de woningbouwopgave.
Inmiddels is sprake van een aanzienlijke budgettaire inpassingsopgave als gevolg van
excessieve prijsstijgingen, een noodzakelijke structurele budgettoevoeging voor instandhouding
en de stikstofproblematiek. In dat kader is besloten om de projecten die een bijdrage
hebben gekregen vanuit de middelen uit het Coalitieakkoord voor de ontsluiting van
woningbouwlocaties buiten de inpassingsopgave te plaatsen, waaronder de A4 Knooppunt
Burgerveen-N14.
Helaas is het behouden van het beschikbare budget voor de A4 Haaglanden-N14 niet mogelijk
gebleken (vanwege de financiële omvang van dit project).
Het voorgaande betekent dat de MIRT-Planuitwerking van de A4 Knooppunt Burgerveen-N14
zo spoedig mogelijk wordt opgepakt zodra er sprake is van (zicht op) stikstofruimte
en personele capaciteit bij Rijkswaterstaat. In een later stadium zal over de herstart
en budgettering van de MIRT-Planuitwerking van de A4 Haaglanden-N14 besloten moeten
worden.
Vraag 3
Hoe hoog scoort de A4 op traject tussen knooppunt Burgerveen en Leidschendam in de
Integrale Mobiliteitsanalyse (IMA), en hoe hoog specifiek ter hoogte van Leiderdorp?
Antwoord 3
Op pagina 76 van de IMA 2021 is een kaartbeeld opgenomen van de top 50 snelwegtrajecten
met de hoogste economische verlieskosten per jaar in 2040 in het Lage groeiscenario.
Het traject A4 Knooppunt Burgerveen-N14 komt naar voren in de categorie EUR 25 mln.
tot EUR 50 mln. per jaar.
Vraag 4
Deelt u de zorgen over de files op de A4 ter hoogte van Leiderdorp en de impact op
de veiligheid en leefbaarheid van Leiderdorp en Zoeterwoude?
Antwoord 4
Ja. Het is duidelijk dat bij filevorming op de A4 ongewenste omrijdbewegingen ontstaan
via het Onderliggend Wegennet, ook in Leiderdorp en Zoeterwoude.
Vraag 5
Hoe hoog zijn de variabelen in de IMA op basis waarvan u bepaalt of de A4 ter hoogte
van Leiderdorp wel of niet een probleem voor de doorstroming of de veiligheid en leefbaarheid
vormt?
Antwoord 5
Op basis van de IMA 2021 kan gesteld worden dat het traject een aanzienlijk doorstromingsprobleem
kent. Op basis van verkeerstellingen is gebleken dat er ongewenste omrijdbewegingen
plaatsvinden bij filevorming op de A4.
Vraag 6
Bent u bekend met de onveilige verkeerssituatie die ontstaat als gevolg van het niet
op tijd aangeven dat er op het betreffende traject twee rijstroken eindigen richting
Leiden, en auto’s op het laatste moment twee rijstroken moeten invoegen?
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 7
In zuidelijke richting begint de splitsing van de weg in de hoofdrijbaan en de parallelbaan
in de verdiepte ligging ter hoogte van Leiderdorp. Dit is aangegeven met borden en
belijning. Het zogenoemde puntstuk, het punt vanaf waar niet meer van strook gewisseld
kan worden, ligt enkele honderden meters na het einde van de verdiepte ligging.
Dit is geen optimale situatie. De verdiepte ligging met een open-dicht-overkapping
wordt door weggebruikers ervaren als een tunnel. Het is vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid
gewenst dat weggebruikers in deze situatie zo min mogelijk van rijstrook wisselen.
Als het wisselen van rijstrook echter pas ná het eindigen van de verdiepte ligging
kan plaatsvinden, is de afstand tot het puntstuk korter dan wenselijk.
In het kader van het project A4 Knooppunt Burgerveen-N14 zal worden gewerkt aan deze
situatie, door enerzijds extra capaciteit toe te voegen (in de verdiepte ligging)
en anderzijds de splitsing stroomopwaarts te verplaatsten tot ruim vóór de verdiepte
ligging.
Vraag 8
Bent u bereid om op een eerder moment verkeersborden te plaatsen die aangeven dat
er op het betreffende traject twee rijstroken eindigen in de richting van Leiden?
Antwoord 8
Op een eerder moment verkeersborden plaatsen heeft geen toegevoegde waarde. Er staan
borden op 1.100 meter (voorwegwijzer), 500 meter en 100 meter voor het begin van de
afrit. Een vrachtwagen heeft voor een rijstrookwisseling circa 300 meter nodig. Een
auto heeft voor een rijstrookwisseling circa 200 meter nodig. Twee rijstrookwisselingen
zijn dus voor beide categorieën goed mogelijk tussen het moment van waarnemen van
de voorwegwijzer en het feitelijk begin van de afrit. Het pas laat wisselen van rijstrook
is vooral het gevolg van rijgedrag, niet van het gebrek aan reisinformatie.
Vraag 9
Bent u bekend met de onveilige verkeerssituatie die ontstaat als gevolg van vrachtauto’s
die ervoor kiezen om op het betreffende traject de parallelweg te volgen en auto’s
van de N11 die moeilijk kunnen invoegen op de A4 richting Amsterdam?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 10
In noordelijke richting wordt de capaciteit van de weg onvolledig gebruikt. Een proef
met Flitsmeister om meer doorgaande automobilisten te adviseren om de parallelstrook
te gebruiken was succesvol.
Met een toenemend gebruik van de parallelstrook neemt echter ook het vrachtverkeer
op deze strook toe, wat het invoegen van verkeer vanaf de N11 bemoeilijkt. Het is
niet mogelijk om vrachtwagens van deze strook te weren, omdat ook vrachtwagens deze
nodig hebben om de A4 te verlaten en op te gaan. Een ander nadeel van het gebruik
van de parallelbaan voor doorgaand verkeer is dat het afwijkt van het uitgangspunt,
dat de hoofdrijbaan gebruikt wordt voor doorgaand verkeer en de parallelbaan benut
wordt voor lokaal/regionaal verkeer. Daarom wordt het doorgaande verkeer niet op de
bebording geadviseerd om de parallelbaan te gebruiken en worden deze hier niet geplaatst.
In het kader van het project A4 Knooppunt Burgerveen-N14 zal worden gewerkt aan extra
capaciteit op de hoofdrijbaan, waardoor het in mindere mate nodig zal zijn om de parallelbaan
te gebruiken voor doorgaand verkeer.
Vraag 11
Bent u bereid om verkeersmaatregelen te onderzoeken die vrachtauto’s ontmoedigen om
op het betreffende traject de parallelweg te volgen?
Antwoord 11
Op de verkeersborden wordt doorgaand verkeer richting Amsterdam over de hoofdrijbaan
geleid. Daarmee wordt het gebruik van de hoofdrijbaan voor vrachtverkeer gestimuleerd.
Als doorgaand vrachtverkeer de parallelbaan echter geheel niet meer zou mogen gebruiken,
zullen meer vrachtwagens op de A4 vaak twee rijstroken moeten opschuiven naar de hoofdrijbaan.
Uit een studie die vanuit het programma Smart Mobility is gedaan naar rij- en weefgedrag
is gebleken dat er eerder files optreden wanneer al het vrachtverkeer via de hoofdrijbaan
of via de parallelbaan wordt geleid. Spreiding over hoofdrijbaan en parallelbaan geeft
het beste resultaat.
Vraag 12
Op basis waarvan zou u kunnen bepalen om toch de A4 tussen knooppunt Burgerveen en
Leidschendam te verbreden en op basis waarvan specifiek ter hoogte van Leiderdorp?
Antwoord 12
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.