Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de stoppersregeling voor de aanpak van piekbelasters
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de stoppersregeling voor de aanpak van piekbelasters (ingezonden 14 juni 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 28 juni
2023).
Vraag 1
Hoe kan het dat de stoppersregeling ziet op de aanpak van 3.000 piekbelasters, terwijl
in het rapport-Remkes wordt gesproken over 500 à 600 piekbelasters? Waar komt dit
verschil vandaan?
Antwoord 1
Zoals toegelicht in de Kamerbrief van 10 februari1 richt de aanpak zich, op basis van vrijwilligheid, op een bredere groep van 3.000
bedrijven. Hierdoor wordt het mogelijk een hoger doelbereik te realiseren, zonder
dat alle 3.000 bedrijven die als piekbelaster kwalificeren nu verplicht naar vrijwel
nul emissies terug moeten.
Dit zou wel het geval zijn bij het voorstel van de heer Remkes. De huidige aanpak
biedt dus meer ruimte voor vrijwilligheid.
Vraag 2
Hoe kunt u zeggen dat er «geen lijst met piekbelasters» bestaat, maar tegelijkertijd
wel weet dat 3.000 bedrijven voor de piekbelastersregeling in aanmerking komen? Waarop
is het aantal 3.000 gebaseerd? Hoe weet u dat zo’n 60 procent van de piekbelasters
zich in Gelderland bevindt als u niet weet welke bedrijven dat zijn en hoeveel zij
uitstoten?
Antwoord 2
Om circa 3.000 bedrijven de mogelijkheid te bieden mee te doen met de aanpak piekbelasting
is een drempelwaarde voor deelname vastgesteld waaraan naar verwachting circa 3.000
bedrijfslocaties zullen voldoen. Deze drempelwaarde heb ik vastgesteld op basis van
een analyse van het RIVM2. Ten behoeve van het inrichten van de ondersteuning heb ik tevens gevraagd naar een
inschatting van het aantal bedrijven per provincie. Het RIVM heeft deze analyse gedaan
op basis van de officiële depositiegegevens van de laatste twee jaar die beschikbaar
zijn (2019 en 2020). De door het RIVM gebruikte data zijn geschikt voor analysedoeleinden
zoals het bepalen van een drempelwaarde, maar zijn niet geschikt om te bepalen of
een individueel bedrijf piekbelaster is. Voor de bepaling of agrarische bedrijfslocaties
in aanmerking komen, is de feitelijke uitstoot in 2021 bepalend.
Vraag 3
Hoe verhoudt de stoppersregeling zich tot de andere opties die agrariërs volgens u
hebben: verplaatsen, innoveren of extensiveren? Deelt u de mening dat de stoppersregeling
nú al dwingend is omdat de overige regelingen, waarbij boeren wél kunnen blijven boeren,
nog niet eens bekend zijn gemaakt?
Antwoord 3
Die mening deel ik niet. De aanpak piekbelasting biedt ondernemers, op basis van vrijwilligheid,
ondersteuning bij het vormgeven van hun toekomstperspectief via zowel (een combinatie
van) innoveren, omschakelen, extensiveren, verplaatsen dan wel beëindigen. Bedrijfslocaties
die voldoen aan de drempelwaarde hebben zelf de keuze of ze gebruik willen maken van
de faciliteiten en regelingen binnen de aanpak piekbelasting. Indien zij dat willen,
kunnen ze zelf kiezen van welke (combinatie van) regelingen zij gebruik willen maken.
Ik deel de mening dan ook niet dat de beëindigingsregeling die begin juli open wordt
gesteld, dwingend zou zijn. Binnen de aanpak wordt ondernemers voldoende tijd gegeven
om keuzes te maken. Indachtig de motie-van Campen c.s.3 en zoals ook benoemd in de brief van 12 juni4 zal er daarom een periode zijn dat alle regelingen gelijktijdig openstaan.
Vraag 4
Welke mogelijkheden zijn er voor agrariërs die kiezen voor de optie «verplaatsen»?
Wat bedoelt de Europese Commissie (EC) in dit kader precies met: «Begunstigden van
de regelingen doen de toezegging dat de sluiting van hun productiecapaciteit definitief
en onomkeerbaar is en dat zij niet op een andere plaats in Nederland of binnen de
EU dezelfde activiteit zullen beginnen»? Waar moeten deze agrariërs heen als ze nergens
meer in de Europese Unie (EU) mogen boeren?5
Antwoord 4
Ik heb een subsidieregeling voor financiële ondersteuning bij verplaatsing in voorbereiding.
Deze regeling is bedoeld voor piekbelasters die hun veehouderijactiviteiten willen
verplaatsen. Ik streef ernaar de regeling eind 2023 te publiceren met het voorbehoud
dat ook deze regeling een staatssteuntoetsing door de Europese Commissie moet doorlopen.
Ondernemers die hun veehouderijactiviteit niet willen verplaatsen maar beëindigen,
kunnen een beroep doen op één van de beëindigingsregelingen. Deze steun mag alleen
worden verleend als de productielocatie daadwerkelijk definitief en onomkeerbaar wordt
gesloten en de betreffende ondernemer niet elders dezelfde activiteit zal starten.
De geciteerde tekst van de Europese Commissie heeft betrekking op steun voor beëindiging,
niet op steun voor verplaatsing.
Vraag 5
Wat is uw definitie van «bedrijfswaarde»? Hoe wordt 120 procent van de bedrijfswaarde
berekend? Wordt hierbij rekening gehouden met de hypotheeklasten en de fiscale afrekening
voor de stoppende agrariërs?
Antwoord 5
In het kader van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting
(Lbv-plus) wordt een forfaitaire vergoeding voor het waardeverlies van de productiecapaciteit
verstrekt. Deze vergoeding is gebaseerd op de voor leeftijd gecorrigeerde vervangingswaarde
van de stallen die op de betreffende veehouderijlocatie in gebruik zijn voor het houden
van dieren die vallen onder de doelgroep van de Lbv-plus, te weten melkvee, varkens,
pluimvee (kippen en kalkoenen) en vleeskalveren. Het subsidiepercentage voor deze
vergoeding bedraagt 120%. De hoogte van de vergoeding voor het waardeverlies staat
los van eventuele hypotheeklasten en een eventuele fiscale afrekening.
Vraag 6
Blijft het, los van de vergoeding, voor stoppende agrariërs mogelijk om hun stallen
en/of schuren te gebruiken voor andere doeleinden of moeten deze opstallen worden
verwijderd?
Antwoord 6
De Lbv-plus kent de verplichting om de productiecapaciteit (stallen, mestkelders-
en -silo’s, voer- en sleufsilo’s) te slopen. Indien een ondernemer stallen wil gebruiken
voor een andere economische activiteit en het bevoegd gezag stemt hiermee in, dan
kan hiervoor ontheffing worden gegeven. Voor de betreffende stal waarvoor ontheffing
van de sloopplicht wordt verstrekt, ontvangt de veehouder dan geen vergoeding voor
het waardeverlies.
Vraag 7
Wat bedoelt u precies met: «Van de 3.000 piekbelasters die niet willen stoppen, vragen
we om een ondernemingsplan te maken dat de provincie moet goedkeuren»? Wat betekent
dit voor de huidige vergunningen van die agrariërs? Op grond waarvan zijn of worden
zij verplicht dit ondernemingsplan bij de provincie in te dienen en op basis waarvan
wordt het beoordeeld?6
Antwoord 7
Vrijwilligheid staat centraal bij de aanpak piekbelasting. Er rust geen enkele verplichting
op ondernemers die voldoen aan de drempelwaarde. Zij zijn dus ook niet verplicht om
een ondernemingsplan op te stellen. Er zijn daarom ook geen gevolgen voor de huidige
vergunningen indien een ondernemer kwalificeert als piekbelaster, maar niet van de
regelingen gebruik maakt. Het door u aangehaalde citaat slaat op ondernemingsplannen
die niet tot 85% reductie in stikstofdepositie optellen. Bij een dergelijk plan, kan
de provincie aangeven dat de voorstellen in een ondernemingsplan, hoewel niet optellend
tot 85% emissiereductie, toch passen binnen de gebiedsopgaven. Als een provincie dat
doet, zal deze toch worden meegenomen in de aanpak piekbelasting.
Hoewel op ondernemers die voldoen aan de drempelwaarde dus geen verplichting rust
in het kader van de aanpak piekbelasting, wil ik hen wel van harte uitnodigen om na
te denken over de toekomst van het bedrijf. Met de (aankomende) regelingen voor innoveren,
extensiveren, omschakelen of verplaatsen, biedt dit kabinet naast de mogelijkheid
tot beëindiging de mogelijkheid om het bedrijf tegen gunstige voorwaarden toekomstbestendig
te maken.
Vraag 8
Hoe reageert u op de eerste ervaringen van agrariërs met de onlinerekentool, waarmee
zij zelf kunnen bezien of zij piekbelaster zijn? Hoe reageert u op veehouder Herman
Pieter Prangsma die zegt: «Je moet eerst bijna een studie volgen om alles te kunnen
invullen. De vragen zijn veel te gedetailleerd»? Hoe reageert u op boerin Irene van
der Marel die zegt: «Dit is echt specialistenwerk. Ik zou er zelf niet aan beginnen»?7
Antwoord 8
Met de tool (AERIUS Check) kunnen ondernemers door het invullen van enkele bedrijfsgegevens
zien of hun bedrijf onder de aanpak piekbelasting valt. Bij de vormgeving ervan is
aandacht geweest voor de gebruiksvriendelijkheid van de tool. Deze is ook getest met
agrarisch ondernemers en agrarisch adviseurs.De tool wordt goed gebruikt, maar ik
zie ook dat een deel van de ondernemers de tool ingewikkeld vindt. Ondernemers kunnen
bij de telefonische helpdesk van Bij12 terecht voor vragen. Verder zijn er (online)
bijeenkomsten waar de tool wordt toegelicht. Vanuit de aanpak piekbelasting wordt
gewerkt aan extra ondersteuning naast de ondersteuning die er al is, waaronder de
handleiding om de tool in te vullen. Zo komt er binnenkort een video handleiding beschikbaar.
Ook onderzoekt het Ministerie van LNV of er extra inloopbijeenkomsten georganiseerd
kunnen worden in het land waar ondernemers vrij toegankelijk naar toe kunnen.
Vraag 9
Hoe reageert u op melkveehouder Rudie Haarman die na het invullen van zijn gegevens
piekbelaster bleek te zijn en later die dag opeens niet meer? Hoe kan dit gebeuren?8
Antwoord 9
Een berekening in AERIUS Check met exact dezelfde invoer, levert altijd hetzelfde
resultaat. Er zit geen willekeur in de berekening. De berekening is wel gevoelig voor
wijzigingen in de invoer. Als in AERIUS Check de stallocatie bijvoorbeeld een paar
honderd meter wordt verplaatst, zal dit het resultaat beïnvloeden.
Vraag 10
Wat gebeurt er met de gegevens nadat die op de site zijn ingevuld? Worden de gegevens
door u gebruikt om de piekbelasters in kaart te brengen? Hoe kan het dat de gegevens
volgens u niet worden opgeslagen, maar in de rekentool wél moeten worden «bewaard»
om de tool te kunnen gebruiken?
Antwoord 10
AERIUS Check is volledig anoniem en slaat geen gegevens op. De ingevoerde gegevens
worden alleen gebruikt voor de specifieke berekening die op dat moment gemaakt wordt.
De gebruiker heeft de mogelijkheid om de gemaakte berekening uit AERIUS Check te downloaden
en zelf op te slaan voor later gebruik. Het enige dat AERIUS registreert is hoeveel
berekeningen er gestart worden en hoelang de wachtrij is. Dit gebeurt om de prestatie
van de tool te monitoren en te verbeteren.
Vraag 11
Waarom drijft u de boeren, met uw onbegrijpelijke regelingen en stikstofgekte, tot
wanhoop? Bent u ertoe bereid uw stikstofbeleid onmiddellijk te schrappen en de boeren
te laten boeren?
Antwoord 11
De urgentie is hoog om onze natuur te herstellen, de PAS-meldingen te legaliseren,
toestemmingverlening mogelijk te maken en ruimte te bieden aan urgente maatschappelijke
en economische ontwikkelingen. Om dit te bereiken zal de stikstofuitstoot fors moeten
worden gereduceerd. Het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten houden in de
aanpak nadrukkelijk oog voor de impact die deze kan hebben op boeren, hun gezinnen
en anderen in de regio waarin zij zich bevinden. Derhalve is voor hen ondersteuning
en begeleiding beschikbaar. Gegeven de urgentie is voortzetting van het stikstofbeleid
noodzakelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.