Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk en Krul over de wervingscampagne van Defensie
Vragen van de leden Boswijk en Krul (beiden CDA) aan de Minister van Defensie over de wervingscampagne van Defensie (ingezonden 5 juni 2023).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) mede namens de Staatssecretaris van Defensie
(ontvangen 26 juni 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de wervingscampagne van Defensie om mensen te vindendie
de Oekraïense of Russische taal machtig zijn?
Antwoord 1
Wij zijn op de hoogte van deze interne oproep en extern gepubliceerde vacatures.
Vraag 2
Onderschrijft ur de operationele behoefte aan deze kennis en kunde?
Antwoord 2
Ja. Het optreden van de krijgsmacht brengt inherent een behoefte aan tolken en vertalers
met zich mee om effectief te kunnen communiceren met burgers, organisaties, overheden
en krijgsmachten. Deze behoefte is er niet alleen in geval van militaire operaties
maar ook bij oefeningen en gereedstelling.
Vraag 3
Bent u van mening dat enkel feitelijke gedragingen een intrekkings- of weigeringsgrond
kunnen zijn voor een verklaring van geen bezwaar (vgb)?
Antwoord 3
Een veiligheidsonderzoek wordt uitgevoerd als een functie de nationale veiligheid
kan schaden. Vanwege de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer afgezet tegen de ernst
van de potentiële schade die een dergelijke functie kan veroorzaken is wettelijk vastgesteld
waarnaar wordt gekeken. Naast feitelijke gedragingen betreft dit dus ook de persoonlijke
omstandigheden.
Het veiligheidsonderzoek omvat krachtens art. 7 lid 2 Wet veiligheidsonderzoeken,
het instellen van een onderzoek naar gegevens die uit het oogpunt van de nationale
veiligheid van belang zijn voor de vervulling van de desbetreffende vertrouwensfunctie.
Hierbij wordt uitsluitend gelet op:
a) justitiële en strafvorderlijke gegevens als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie
en op de verklaringen omtrent het gedrag BES alsmede van gegevens als bedoeld in de
Wet politiegegevens en van gegevens verwerkt in het kader van de uitvoering van de
politietaak op Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
b) gegevens betreffende deelneming of steunverlening aan activiteiten die de nationale
veiligheid kunnen schaden;
c) gegevens betreffende lidmaatschap van of steunverlening aan organisaties die doeleinden
nastreven, dan wel ter verwezenlijking van hun doeleinden middelen hanteren, die aanleiding
geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van
de democratische rechtsorde.
d) gegevens betreffende overige persoonlijke gedragingen en omstandigheden, naar aanleiding
waarvan betwijfeld mag worden of de betrokkene de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende
plichten onder alle omstandigheden getrouwelijk zal volbrengen.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat Defensie een beleid voert waarbij mensen met «Russische banden»
(afkomst, familie, studie etc.) niet welkom zijn binnen de krijgsmacht? Zo ja, hoe
zorgt Defensie er dan voor dat de organisatie beschikt over voldoende Rusland-expertise?
Antwoord 4
Nee, Defensie voert een dergelijk beleid niet.
Vraag 5
Wat is het beleid van Defensie richting defensiepersoneel met «Russische banden»?
Welke criteria worden gehanteerd?
Antwoord 5
Er is geen specifiek beleid richting personeel met Russische banden. Wel gelden de
principes zoals genoemd in de antwoorden bij vraag 3.
Verder geldt dat personeel dat een vertrouwensfunctie vervult, verplicht is om gewijzigde
persoonlijke omstandigheden te melden bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(MIVD). Het gaat daarbij in ieder geval om:
a) gewijzigde financiële omstandigheden die tot financiële problemen kunnen leiden;
b) justitiële antecedenten;
c) wijzigingen over medebewoners (denk bijvoorbeeld aan het opnemen van (Oekraïense)
vluchtelingen);
d) een nieuwe partner.
Vraag 6
Is dit beleid vergelijkbaar met dat van onze NAVO-partners?
Antwoord 6
Op grond van NAVO-regelgeving is een veiligheidsonderzoek verplicht, maar wordt de
(wijze van) uitvoering daarvan bepaald door het nationaal beveiligingsbeleid van de
lidstaten. Hierdoor kunnen de criteria en de wijze van uitvoering van veiligheidsonderzoeken
onderling verschillen. Over het beveiligingsbeleid van andere NAVO-lidstaten kan de
regering zich niet uitlaten.
Vraag 7
Hoe wordt binnen veiligheidsonderzoeken rekening gehouden met de ervaring, opleidingsniveau,
veiligheidsbewustzijn en loyaliteit van de individuele Defensiemedewerker met «Russische
banden»? Is sprake van een individuele weging?
Antwoord 7
Bij het aannemen van een (aspirant) vertrouwensfunctionaris zijn ervaring en het opleidingsniveau
uitsluitend van belang voor de beoordeling of betrokkene geschikt is voor de functie.
Deze gegevens zijn geen onderdeel van het veiligheidsonderzoek.
In de Beleidsregel veiligheidsonderzoeken 2021 (Stcrt 2020, 59644) wordt vermeld op welke gegevens in het onderzoek wordt gelet. Veiligheidsbewustzijn
en loyaliteit worden daarin genoemd. De beoordeling van het onderzoek is altijd een
individuele weging van alle beschikbare gegevens waarbij tevens wordt gekeken naar
de betreffende vertrouwensfunctie en de mate waarin deze schade kan toebrengen aan
de nationale veiligheid.
Vraag 8
Is een dubbele nationaliteit van de Defensiemedewerker of de partner (en familie in
het land van herkomst van medewerker of partner) altijd reden tot intrekking/weigering
van een vgb?
Antwoord 8
Het hebben van een andere nationaliteit naast de Nederlandse nationaliteit is op zich
geen reden voor het weigeren of intrekken van een VGB.
Vraag 9
Kan een uitzending naar een land met een verhoogd risico later worden aangehaald om
de vgb van de uitgezonden medewerker in te trekken?
Antwoord 9
Defensiemedewerkers kunnen in het buitenland geplaatst worden of naar het buitenland
worden uitgezonden. Dit kunnen ook landen betreffen met een verhoogd risico. Een dergelijke
plaatsing of uitzending door Defensie is op zich geen gegeven dat leidt tot het intrekken
van een VGB.
Dit laat onverlet dat gegevens over feitelijke gedragingen van de betreffende Defensiemedewerker
tijdens de plaatsing of uitzending onderdeel kunnen vormen bij een (hernieuwd) veiligheidsonderzoek.
Vraag 10
Kunt u deze vragen binnen 14 dagen beantwoorden?
Antwoord 10
Voor beantwoording van deze schriftelijke vragen is de gebruikelijke termijn gehanteerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.