Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over toezicht op geprivilegieerde gesprekken in de Extra Beveiligde Inrichting
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over toezicht op geprivilegieerde gesprekken in de Extra Beveiligde Inrichting (ingezonden 22 mei 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 26 juni 2023). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2866.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «De familie van Taghi bleef Inez Weski bestoken als
doorgeefluik van berichten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen over de communicatie tussen familieleden
van en gedetineerden van de EBI en de afdelingen met Intensief Toezicht (AIT)?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Waarom schreef u op 3 februari 2023 in de genoemde antwoorden dat «communicatie tussen
gedetineerden en geprivilegieerde personen zijn uitgesloten van de toezichtsmaatregelen
die op basis van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) opgelegd kunnen worden», terwijl
artikel 38 lid 7 Pbw die ruimte wel laat, zoals ook blijkt uit uw antwoorden op 6 september
2022?
Antwoord 3
Mijn beantwoording van 3 februari 2023 zag op de mogelijkheid van het inperken van
de communicatie van gedetineerden in de penitentiaire inrichting (hierna: PI) middels
toezichtsmaatregelen.3 Mijn beantwoording van 6 september 2022 zag op het ongecontroleerde contact dat verdachten
met elkaar zouden kunnen hebben op zittingsdagen.4
Vraag 4
Welke ruimte biedt artikel 38 lid 7 Pbw ter bescherming van de veiligheid van bezoekers
om toezicht uit te oefenen op geprivilegieerd contact?
Antwoord 4
In artikel 38, zevende lid, van de Penitentiaire beginselenwet (hierna Pbw)5 is opgenomen dat geprivilegieerde contacten zich tijdens het bezoek vrijelijk met
de gedetineerde kunnen onderhouden, tenzij sprake is van een ernstig gevaar dat van
de gedetineerde uitgaat voor de veiligheid van de bezoeker. De veiligheid ziet enkel
op de fysieke veiligheid van de bezoeker. Het uitoefenen van toezicht op de inhoud
van de communicatie tussen gedetineerden en geprivilegieerde contacten is niet toegestaan.
Deze ruimte biedt de Pbw niet. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
en de Richtlijn die onder meer ziet op het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures
(Richtlijn 2013/48/EU) bieden die ruimte niet. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden,
bijvoorbeeld in het geval van (het opstarten van) een strafrechtelijk onderzoek, hebben
politie en justitie bevoegdheden om op dit contact inbreuk te maken.
Ten aanzien van het verblijf in de rechtbank heb ik als Minister geen rol in een ordentelijke
gang van zaken tijdens een rechtszitting. De rechtbank is hiervoor verantwoordelijk.
De rechtbanken hebben maatregelen getroffen om te voorkomen dat ongecontroleerd contact
plaatsvindt tussen verdachten tijdens zittingsdagen. Pogingen tot verbale en non-verbale
communicatie tussen verdachten worden direct door de beveiliging beëindigd. Er is
ook permanent toezicht op de verdachten, zowel tijdens de zitting als tijdens de schorsing.
Vraag 5
Wanneer is volgens u de veiligheid van de bezoekers in het geding?
Antwoord 5
Zoals uit de beantwoording van vraag 4 en art. 38 lid 7 Pbw volgt is de veiligheid
van bezoekers in het geding als de fysieke veiligheid wordt aangetast. Om de fysieke
veiligheid van bezoekers te borgen kan de directeur onder andere bepalen dat tijdens
bezoek toezicht wordt uitgeoefend, geprivilegieerd bezoek is hiervan uitgezonderd.
De directeur kan hiertoe besluiten indien hiervoor signalen komen vanuit de PI of
het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP).
Daarnaast kan de veiligheid in het geding zijn als bezoekers op enige wijze worden
ingezet en/of onder druk worden gezet door de gedetineerde. Om deze veiligheid van
bezoekers te kunnen borgen, inclusief die van geprivilegieerd contact, verwijs ik
u naar de beantwoording van vraag 6.
Vraag 6
Vindt u ingrijpen geboden indien een ernstig risico bestaat op het onder druk zetten
van geprivilegieerde bezoekers op basis van eerdere ervaringen en is dit naar analogie
dan ook toepasbaar op telefonisch en schriftelijk contact? Zo ja, onder welke omstandigheden?
Antwoord 6
In onze rechtsstaat is het van groot belang dat iedereen vertrouwelijk kan communiceren
met een advocaat. Ingrijpen op het telefonisch en schriftelijk contact tussen gedetineerden
en geprivilegieerd bezoek is dan ook alleen mogelijk in zeer uitzonderlijke gevallen,
zoals blijkt uit mijn beantwoording van vraag 4. Binnen de grenzen van onze rechtsstaat
is wel gekeken hoe intensiever toezicht gehouden kan worden op dit contact. Het wetsvoorstel
dat op 6 juni jl. bij uw Kamer is ingediend om de Pbw op een aantal punten aan te
passen, beoogt onder meer een aanpassing die het mogelijk maakt om visueel toezicht
te houden op gesprekken tussen geprivilegieerde personen en een specifieke groep gedetineerden.6 Met het visueel toezicht kan straks direct worden ingegrepen op het moment dat wordt
waargenomen dat druk op de geprivilegieerde persoon wordt uitgeoefend door de gedetineerde.
Ook zie ik dat gedetineerden in de EBI met enige regelmaat met meerdere rechtsbijstandverleners
contact hebben, zonder dat dit op voorhand duidelijk te koppelen is aan een concrete
rechtszaak. Dat brengt een risico met zich mee dat gedetineerden met behulp van rechtsbijstandverleners
een communicatiekanaal kunnen opzetten met de buitenwereld. Om dit soort risico’s
te beperken en rechtsbijstandverleners ook te beschermen tegen de druk, dwang en/of
dreiging vanuit de georganiseerde criminaliteit wordt in het wetsvoorstel tot wijziging
van de Pbw voorgesteld het aantal rechtsbijstandverleners te beperken tot ten hoogste
twee. Hiermee geef ik uitvoering aan de daartoe strekkende motie van het lid Ellian.7
Vraag 7
In hoeverre is het volgens u nog verantwoord om Ridouan Taghi zonder toezicht te laten
communiceren?
Antwoord 7
Ik ga niet in op individuele gevallen. In zijn algemeenheid geldt dat alle contacten
van EBI-gedetineerden met de buitenwereld worden gecontroleerd, met uitzondering van
geprivilegieerd contact.
Vraag 8
Bent u bereid om zo spoedig mogelijk te realiseren dat toezicht wordt uitgeoefend
op alle communicatie van Ridouan Taghi, dus ook geprivilegieerd contact? Zo ja of
nee, waarom?
Antwoord 8
Ik ga niet in op individuele gevallen. In zijn algemeenheid kan ik antwoorden dat
naast de reeds genoemde voorgenomen wijzigingen van de Pbw ten aanzien van het geprivilegieerd
contact, mijn voorstel tot het wijzigingen van de Pbw ook ziet op de mogelijkheid
te bevelen dat een gedetineerde in de EBI of AIT wordt onderworpen aan verdergaande
beperkingen in zijn of haar communicatie. Dit bevel kan worden gegeven bij aanwijzingen
van een ernstige gevaarzetting voor de openbare orde en veiligheid vanuit een gedetineerde.
Aanleiding voor dit bevel kan zijn gelegen in concrete gedragingen van een gedetineerde
maar ook de gevaarzetting die van de status van een gedetineerde uitgaat.
Vraag 9
Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen de termijn van 3 weken te beantwoorden?
Antwoord 9
Zie de beantwoording van bovenstaande vragen. De vragen zijn zo snel als mogelijk
beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.