Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Pouw-Verwenij en Omtzigt over de bestrijding van desinformatie door de denktank Desinformatie
Vragen van de leden Pouw-Verwenij (JA21) en Omtzigt (Omtzigt) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnelandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de bestrijding van desinformatie door de denktank Desinformatie (ingezonden 1 mei 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) mede
            namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 26 juni
            2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2633.
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het artikel ««Desinformatie» over vaccins bestrijden. Wat
               deden ambtenaren achter de schermen?»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Herinnert u zich dat deze zaken niet aan het licht kwamen toen u antwoord gaf op de
               vraag: «Kunt u de vraag beantwoorden of de Nederlandse overheid (inclusief alle ministeries,
               alle diensten zoals AIVD en MIVD, leger(onderdelen), de politie, de NCTV, agentschappen
               zoals het RIVM, ZBO’s en andere eenheden en datacentra (zoals het Land Information
               Manoeuvre Centre)) de afgelopen vier jaar toegang heeft (of gehad heeft) tot de portal
               van Meta waar desinformation gemeld wordt of vergelijkbare portals bij andere sociale
               media bedrijven of andere manieren om bepaalde content minder zichtbaar of onzichtbaar
               te maken, gebruikers een waarschuwing, een ban of een schaduwban te geven?»2
Antwoord 2
            
Het is juist dat de denktank desinformatie niet is genoemd in de beantwoording, waarnaar
               wordt verwezen, omdat de denktank geen toegang heeft tot een dergelijk portal bij
               Meta of andere sociale media bedrijven. De denktank heeft ook niet de status van «trusted
               flagger». Deelnemers aan de denktank kunnen, net als ieder ander, reageren op rondgaande
               berichten of een bericht rapporteren bij vermoeden van desinformatie. Bedrijven die
               een melding ontvangen of waarbij een bericht gerapporteerd wordt, maken hun eigen
               onafhankelijke afweging over of sprake is van een overtreding van de gebruikersvoorwaarden.
            
Vraag 3
            
Hoe komt het dat deze vraag onvolledig beantwoord is?
Antwoord 3
            
De vraag is volledig beantwoord. In de beantwoording3 is aangegeven dat «Naast deze speciale statussen het kan voorkomen dat ministeries
               in contact treden met online platformen zonder dat zij een bepaalde status, of toegang
               tot bepaalde portalen hebben. Er is hier geen compleet overzicht van. Net als dat
               bedrijven of burgers meldingen kunnen doen bij online platformen, kunnen organisaties
               binnen de rijksoverheid om verschillende redenen, en vanuit hun diverse taakopvatting
               in contact treden met online platformen.» Het contact van ambtenaren uit de denktank
               desinformatie met platformen valt hier ook onder. Deelnemers van de denktank hebben
               contact gehad met platformen zonder dat zij hierbij een bepaalde status, of toegang
               tot bepaalde portalen hadden.
            
Vraag 4
            
Wilt u ervoor zorgdragen dat de bovengenoemde vraag nogmaals beantwoord wordt maar
               nu volledig en wel over de afgelopen vier jaar?
            
Antwoord 4
            
Voor de organisaties binnen de rijksoverheid waarvan bekend is dat ze over een «trusted
               flagger» status beschikken bij Meta of andere online platformen, verwijs ik u naar
               de beantwoording van eerdere Kamervragen4. Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 3, had de denktank desinformatie
               geen dergelijke status.
            
In dezelfde antwoorden staat ook beschreven dat het kan voorkomen dat ministeries
               in contact treden met online platformen zonder dat zij een bepaalde status, of toegang
               tot bepaalde portalen hebben. Dit gebeurt, zoals aangegeven, vanuit verschillende
               taakopvattingen. Bijvoorbeeld wanneer hacking of phishing aan de orde lijkt te zijn
               of wanneer er nep-accounts zijn aangemaakt door anderen, die moeten doorgaan voor
               accounts van bewindspersonen of een account van een ministerie. Zoals eerder aangegeven,
               is er geen compleet overzicht van alle interacties, die overheidsorganisaties de afgelopen
               vier jaar hebben gehad met online platformen.
            
Vraag 5
            
Kunt u precies aangeven hoe het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (inclusief
               ambtenaren, agentschappen, zelfstandig bestuursorganen (ZBO’s) en inspecties) te werk
               is gegaan in de afgelopen vijf jaar bij het bestrijden van desinformatie, hoe dat
               gedefinieerd is en welke informatie minder zichtbaar of onzichtbaar gemaakt is op
               internet?
            
Antwoord 5
            
Nee, dat kan ik niet, want er is geen overzicht van de inzet van het Ministerie van
               VWS en de daaronder vallende gremia op het gebied van desinformatie. Het Ministerie
               van VWS en de verschillende gremia, die hieronder vallen, hebben niet de bevoegdheid
               of mogelijkheid informatie minder zichtbaar of onzichtbaar te maken op internet. De
               beslissing hiertoe ligt bij de sociale media platformen, die hierover gaan.
            
Het Ministerie van VWS hanteert de rijksbrede definitie van desinformatie5.
Hieronder is er een beschrijving gegeven van de inzet van het Ministerie van VWS,
               de IGJ en het RIVM.
            
Inzet van het Ministerie van VWS
In 20186 heeft de toenmalig Staatssecretaris van VWS een brief naar de Tweede Kamer gestuurd
               naar aanleiding van een daling in de vaccinatiegraad. In deze brief zijn zes actielijnen
               omschreven, waaronder de actielijn «actief tegengaan van onjuiste informatie». De
               reden voor deze actielijn is dat het actief verspreiden van misvattingen over vaccinaties
               kan leiden tot onzekerheid of onduidelijkheid bij ouders en tot onnodige gezondheidsschade
               bij kinderen.
            
Op 15 april 2019 heeft de eerste bijeenkomst van de denktank desinformatie plaatsgevonden,
               waarbij een aantal uitgangspunten voor de denktank is opgesteld. In de brief7 waarmee uw Kamer hierover is geïnformeerd is ook beschreven dat deelname aan de denktank
               desinformatie op eigen initiatief is en er voor VWS een faciliterende rol werd voorzien.
               Vanaf april 2019 is de denktank desinformatie meermaals bij elkaar gekomen en was
               de inzet van de denktank gericht op het beschikbaar stellen van betrouwbare informatie
               en hebben deelnemers van de denktank op individuele titel ingezet op het weerspreken
               van onjuiste informatie op sociale media, televisie, in kranten en in vakbladen.
            
De Tweede Kamer is doorlopend geïnformeerd over de inzet van de denktank8.
Naast de denktank desinformatie die is opgericht in 2019 onder de vlag van de Vaccinatiealliantie
                  is er vanuit het Ministerie van VWS geïntensiveerde inzet geweest op de aanpak van
                  desinformatie in het kader van de COVID-19 pandemie. Deze aanpak richtte zich op twee
                  sporen:
               
1. Het verspreiden van kennis over desinformatie om bewustwording te creëren
2. Het verspreiden van middelen over specifieke onderwerpen waarover veel desinformatie
                        rondgaat.
                     
Over deze aanpak is de Tweede Kamer uitvoerig geïnformeerd9. Met de geïntensiveerde aanpak van desinformatie werd invulling gegeven aan de motie
                  van de leden Van der Voort en Backer10.
               
Inzet van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
Voor BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaren geldt in beginsel dat zij zich niet onbeperkt
                  kunnen uiten over alle onderwerpen. Hun vrijheid van meningsuiting wordt mede bepaald
                  door de richtlijnen en professionele normen van hun eigen beroepsgroep (bijvoorbeeld
                  het NHG of de KNMG). Discussie en reflectie binnen de verschillende beroepsgroepen
                  is altijd heel nuttig. Maar daarná verwacht de inspectie van artsen en andere zorgverleners
                  wel dat zij zich houden aan de algemeen aanvaarde normen en standpunten van hun beroepsgroep.
                  Ook in hun uitspraken aan patiënten en op sociale media. Hun informatie moet feitelijk,
                  controleerbaar en begrijpelijk zijn. Het geven van evident onjuiste informatie of
                  zelfs het verspreiden van complottheorieën past daar zeker niet bij. In gevallen,
                  waarin een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar in strijd handelt met deze richtlijnen
                  en professionele normen, kan de inspectie een onderzoek starten.
               
Met de komst van de coronapandemie werd de IGJ meer dan voorheen met zorgverleners
                  geconfronteerd, die professionele normen schonden. Daarbij richt het toezicht zich
                  op de gedragsregels, richtlijnen en professionele normen van de beroepsgroepen met
                  betrekking tot COVID-19. Wanneer deze regels worden overschreden, dan krijgen de betrokken
                  zorgverleners in eerste instantie een (waarschuwings-)brief van de IGJ, waarin het
                  standpunt van de IGJ gecommuniceerd wordt. De volgende boodschappen worden daarbij
                  geuit:
               
– Er wordt aangegeven dat de IGJ, maar ook de maatschappij, mag verwachten dat wanneer
                        zij zich profileren als (huis)arts, zij zich ook houden aan de normen, richtlijnen
                        én attitude van hun beroepsgroep. Uitspraken, die haaks staan op deze uitgangspunten,
                        brengen (risicovolle) verwarring met zich mee en schaden het vertrouwen in de geneeskundige
                        zorg.
                     
– Verder wordt aangegeven dat de IGJ ervan uit gaat dat zij zich hieraan conformeren,
                        met behoud van ruimte voor kritische reflectie binnen de beroepsgroep. Als een betrokken
                        zorgverlener desondanks persisteert in zijn/haar uitlatingen, kan de IGJ vervolgstappen
                        nemen en handhavend optreden. Ultimo kan daarbij worden gedacht aan een gang naar
                        de tuchtrechter.
                     
Voor het uitvoeren van deze toezichthouden activiteiten baseert de inspectie zich
                  onder andere op informatie uit meldingen en signalen die zij ontvangt. Een belangrijk
                  doel van de denktank is het over en weer delen van signalen over desinformatie. Zo
                  heeft IGJ signalen uit de denktank gedeeld binnen haar organisatie. Ik wil hierbij
                  benadrukken dat dit niet betekent dat de denktank heeft besloten of er een actie werd
                  ondernomen richting een zorgverlener. Het is aan de IGJ om die afweging te maken.
               
Inzet van het RIVM
Het RIVM richt zich op het publiek voorzien van feitelijke informatie op basis van
                  de huidige stand van de wetenschap. Wanneer er onrust ontstaat over circulerende onjuiste
                  informatie dan zet het RIVM extra in op het aanbieden van de correcte informatie en
                  het ontkrachten van de onjuistheden. Vanuit VWS hebben wij het RIVM gevraagd wat hun
                  inzet is met betrekking tot desinformatie en daarbij werd onder andere het volgende
                  aangegeven: «het RIVM zet niet in op het uitvoeren van interventies om desinformatie
                  of de verspreiders ervan tegen te gaan. Het RIVM draagt dus niet bij aan inzet als
                  «shadowbanning».
               
Naast de invulling van het rol als kennisinstituut en deelname aan de denktank desinformatie
                  heeft het RIVM nog een aantal acties ondernomen:
               
• Er zijn door het RIVM kennissessies verzorgd voor de pers over verschillende aspecten
                        van de COVID-19 pandemie, zoals quarantaine, isolatie en testen.
                     
• RIVM is door factcheckende journalisten gevraagd voor uitleg van de wetenschap achter
                        mis/desinformerende berichten. Dit is schriftelijk gebeurd.
                     
• Een of enkele RIVM’ers zijn aanwezig geweest bij meetings van de Vaccinatiealliantie.
• Vanwege de toename in mis/desinformatie, is de aanpak van het reageren hierop vastgelegd
                        in een actielijn. Deze komt neer op:
                     
○ Signalering en monitoring;
○ Inhoud en impact analyseren;
○ Bespreken of en hoe additionele feitelijke informatie zal worden geboden, en;
○ Deze informatie bieden (altijd o.b.v. de huidige staat van de wetenschap).
• Er is een presentatie gegeven aan de denktank desinformatie, over hoe het RIVM omgaat
                        met desinformatie op sociale media.
                     
• Het RIVM heeft een aantal keer op de eigen website en sociale media nepberichten ontkracht11.
Vraag 6
            
Kunt u aangeven wie de denktank desinformatie heeft opgericht en kunt u een lijst
               van leden (inclusief de functies bij overheden/bedrijven die zij uitoefenden) geven
               over de hele periode?
            
Antwoord 6
            
Uw Kamer is meermaals geïnformeerd over de oprichting en de werkwijze van de denktank
               desinformatie middels de Kamerbrieven12 van mijn voorganger over het actieplan Verder met Vaccineren. In mijn beantwoording
               op de vragen over de denktank desinformatie door het lid van Haga van 29 augustus
               202213 is de oprichting van de denktank nogmaals uitvoerig beschreven. De deelnemers van
               de denktank hebben zich aangemeld naar aanleiding van een oproep van de toenmalig
               Staatssecretaris van VWS bij een bijeenkomst van de Vaccinatiealliantie.
            
Zoals ook aangegeven in de beantwoording op de Kamervragen van 29 augustus 2022, worden
               de namen en functies van de deelnemers van de denktank niet openbaar gemaakt in verband
               met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de deelnemers. Om u een beeld
               te geven van de deelnemers en de deelnemende organisaties, deel ik met u dat onder
               andere de volgende organisaties betrokken zijn bij de denktank: Universiteit Utrecht,
               Maastricht University, Wageningen University & Research, Radboud UMV, VUMC, Erasmus
               MC, AJN Jeugdartsen Nederland, VWS, RIVM, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ),
               CBG, GGD, Facebook, Google, TNO en Lareb.
            
Vraag 7
            
Kunt u aangeven welke rechtsvorm de denktank had, welk mandaat de denktank had en
               volgens welk reglement de denktank gehandeld heeft bij het vaststellen van desinformatie?
            
Antwoord 7
            
De denktank brengt personen met verschillende expertises bij elkaar om te bespreken
               hoe om te gaan met circulerende desinformatie over vaccinaties. Deelnemers van de
               denktank maken een eigen afweging of zij reageren op desinformatie en wat deze reactie
               inhoudt. Als er een reactie wordt gegeven door een deelnemer dan is dat op eigen initiatief
               en op persoonlijke titel. Dit behoeft geen rechtsvorm, mandaat of reglement.
            
Vraag 8
            
Wat kostte de denktank en wie financierde de denktank (inclusief het inhuren, aantrekken
               van influencers?)? Kunt u de begrotingen en verantwoording van uitgaven aan de Kamer
               doen toekomen?
            
Antwoord 8
            
Deelname aan de denktank desinformatie is vrijwillig en er vindt geen financiering
               van de deelnemers van de denktank plaats. Er is vanuit de denktank ook geen gebruik
               gemaakt van de inzet van influencers, zoals ook omschreven bij de beantwoording van
               de Kamervragen van 29 augustus 2022. Het Ministerie van VWS bekostigt enkel de organisatie
               van de bijeenkomsten van de denktank.
            
Vraag 9
            
Onder wiens verantwoordelijkheid nam de denktank besluiten?
Antwoord 9
            
De denktank desinformatie is geen besluitvormend gremium.
Vraag 10
            
Welke definitie van desinformatie hanteerde de denktank en wie nam het besluit of
               iets desinformatie was? Kunt u dezelfde vragen beantwoorden voor misinformatie?
            
Antwoord 10
            
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5 hanteert VWS de rijksbrede definitie van
               desinformatie. Deze definitie is niet voorgelegd aan de denktank om te komen tot een
               gezamenlijk vastgestelde definitie. In het commissiedebat van 10 mei 2023 heeft de
               heer Omtzigt gevraagd naar de definitie van desinformatie met betrekking tot de denktank
               desinformatie14. Hiermee is deze vraag beantwoord.
            
Vraag 11
            
Welk mandaat had de denktank desinformatie? Kunt u dat mandaat openbaar maken?
Antwoord 11
            
Zie antwoord vraag 7.
Vraag 12
            
Kunt u een lijst van besluiten doen toekomen van zaken die door de denktank als desinformatie
               bestempeld zijn?
            
Antwoord 12
            
Nee. Er is geen sprake van gezamenlijke besluitvorming over informatie. De denktank
               is een netwerk, dat informatie uitwisselt.
            
Vraag 13
            
Kunt u een lijst geven van interventies die de denktank mocht plegen en een lijst
               geven van interventies die de denktank gepleegd heeft (al dan niet via de leden van
               de denktank)? Kunt u aangeven wanneer en hoe vaak die interventies gepleegd zijn?
            
Antwoord 13
            
Nee. Dergelijke lijsten zijn er niet.
Vraag 14
            
Op basis van welke wet of welke andere regelgeving had de denktank de macht om iets
               als desinformatie te classificeren en daarop actie te ondernemen?
            
Antwoord 14
            
Er is geen sprake van bevoegdheden dan wel macht van de denktank desinformatie. Deelnemers
               van de denktank kunnen net als ieder ander reageren op rondgaande berichten of een
               bericht rapporteren bij vermoeden van desinformatie. Bedrijven, die een melding ontvangen
               of waarbij een bericht gerapporteerd wordt, maken hun eigen onafhankelijke afweging
               over of sprake is van een overtreding van de gebruikersvoorwaarden. Gebruikers van
               sociale media platforms hebben de vrijheid te kiezen of ze met deze voorwaarden akkoord
               gaan.
            
Vraag 15
            
Hoeveel en welk materiaal is door de denktank als desinformatie aangemerkt?
Antwoord 15
            
Zie antwoord vraag 12.
Vraag 16
            
Heeft u de acties van de denktank desinformatie getoetst aan de Grondwet (en specifiek
               aan artikel 7 over de vrijheid van meningsuiting en het verbod op censuur) en kunt
               u aangeven of u vindt dat die acties binnen de Grondwet gebleven zijn en alle adviezen
               daarover openbaar maken?
            
Antwoord 16
            
Er is geen sprake van censuur of van het beknotten van vrijheid van meningsuiting.
               Als deelnemers van de denktank op desinformatie reageren, dat blijft deze gewoon zichtbaar
               en vindbaar. Hoewel een lid van de denktank, net als elke andere gebruiker, berichten
               kan melden bij de platforms, waarop de berichten geplaatst waren, was het uitsluitend
               aan de platforms zelf om te beoordelen of de berichten in strijd waren met de gebruikersvoorwaarden.
               Noch de denktank noch het Ministerie van VWS heeft op enige manier (mede) bepaald
               welke berichten wel en niet toegestaan waren op de platforms.
            
Vraag 17
            
Heeft u de acties van de denktank desinformatie getoetst aan het Europees Verdrag
               voor de Rechten van de Mens (EVRM) (en specifiek aan artikel 10 over de vrijheid van
               meningsuiting en het verbod op censuur) en kunt u aangeven of u vindt dat die acties
               binnen de EVRM gebleven zijn en alle adviezen daarover openbaar maken?
            
Antwoord 17
            
Zie ook antwoord vraag 16.
Vraag 18
            
Kunt u de volgende documenten aan de Kamer doen toekomen:
a. Het overzicht van meldingen dat gemaakt is en het overzicht van signalen dat het Rijksinstituut
                     voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) rondstuurt;15
b. De Excellijst(en) waarnaar hier wordt verwezen;16
c. Deze drie zaken: het overzicht van de signalen, de antwoorden/acties en de database/archief,
                     zoals ze bestonden eind 2021:
                  
- Binnenkomende signalen van mis/desinformatie op vaccinaties worden per mail (en evt
                        binnen Facebookgroep) gedeeld in de groep;
- De antwoorden/acties worden terug gerapporteerd, tenminste naar RIVM/VWS gestuurd
                        zodat ze terug te vinden en op te vragen zijn;
- RIVM zal de binnenkomende signalen verzamelen en samen met de antwoorden in een database/archief
                        zetten (met rubrieken)?
                     17
Antwoord 18
            
In de bijlage bij deze beantwoording doe ik u vier documenten toekomen. Het zijn de
               laatst beschikbare versies van de documenten. De mate van georganiseerdheid die wordt
               veronderstelt in relatie tot de denktank komt niet overeen met wat er in werkelijkheid
               is gebeurd. Er is dus ook geen sprake geweest van lange termijn systematisch bijhouden
               van informatie.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.