Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 350 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 3 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 23 juni 2023
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
De begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2023 komt
te luiden:
Wijziging begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2023
(Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
Vastgestelde begroting (incl. NvW)
Mutaties 1e suppletoire begroting (incl. NvW)
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
25.428.966
14.179.542
201.164.293
16.342.880
1.002.319
11.930.371
Beleidsartikelen
1
Belastingen
3.059.245
3.197.340
196.089.253
326.652
39.696
11.580.275
2
Financiële markten
1.031.101
1.031.101
8.459
129
129
69
3
Financieringsactiviteiten publiek-private sector
2.411.862
2.411.862
1.124.850
15.035.141
607.900
228.458
4
Internationale financiële betrekkingen
2.969.354
595.227
16.534
23.729
– 185.001
78.750
5
Exportkrediet-verzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
10.089.366
176.366
109.182
12.000
12.000
38.000
6
Btw-compensatiefonds
3.760.838
3.760.838
3.760.838
1.244
1.244
1.244
9
Douane
736.312
736.312
605
21.277
21.277
0
13
Toeslagen
898.568
1.798.176
0
621.467
203.833
0
Niet-beleidsartikelen
8
Apparaat
374.166
374.166
54.572
13.280
13.280
3.575
10
Nog onverdeeld
98.154
98.154
0
287.961
287.961
0
Toelichting
Algemeen
In deze nota van wijziging wordt het volgende geregeld:
De ouders die onrecht zijn aangedaan door de problemen met de kinderopvangtoeslag
moeten vaak lang wachten voor zij tot financieel herstel kunnen komen en een nieuwe
start kunnen maken. Voor veel ouders duurt dit té lang. Hun leven staat in de wachtstand.
De urgentie om de hersteloperatie beter en sneller te laten verlopen is daarom groot.
Naast eerdere maatregelen over de integrale beoordeling, is de Kamer op 2 juni 2023
geïnformeerd over een aantal aanvullende en vernieuwende maatregelen en denkrichtingen
die als doel hebben de ouder sneller duidelijkheid te geven en de regie van de ouder
meer centraal te stellen.1 Er is inmiddels doorgewerkt aan de verdere uitwerking van het pakket. In de komende
periode kijken we naar de uitvoerbaarheid, de uitvoerders en toetsen we onze aannames.
De maatregelen voor het voorkomen van bezwaren en het versnellen van de afhandeling
van bezwaren en de maatregelen voor het vereenvoudigen en versnellen van de oplevering
van dossiers leiden naar verwachting niet tot (significante) budgettaire gevolgen.
Dit geldt niet voor de maatregelen die betrekking hebben op de vergoeding van aanvullende
schade. Het kabinet gaat uit van een aantal van 42.000 gedupeerde ouders op basis
van 63.000 aanmeldingen. De meerkosten van deze maatregelen worden op basis van de
op dit moment beschikbare inzichten en verwachtingen geraamd op maximaal € 198,7 mln.
ten opzichte van de reeds beschikbare en gereserveerde middelen voor werkelijke schade
(cumulatief € 131,9 mln. in 2023–2026). Hiermee is er dekking voor de situatie waarin
maximaal circa 2.100 van de gedupeerde ouders de route via de Commissie Werkelijke
Schade volgen en maximaal circa 16.500 van de gedupeerde ouders voor een vaststellingsovereenkomst
kiezen. Hierbij is aangenomen dat het gemiddeld toegekende schadebedrag niet stijgt
als gevolg van het verlagen van de eisen voor het aannemelijk maken van causaliteit.
Dit betreft primair betalingen aan ouders (€ 154,1 mln. extra). Per behandeld verzoek
gaan de bedragen omlaag, maar omdat we meer mensen kunnen accommoderen zullen er ook
meer apparaats- en uitvoeringskosten moeten worden gemaakt (€ 44,6 mln. extra). Deze
meerkosten zijn naar verwachting inpasbaar binnen op de al beschikbare en op de Aanvullende
Post gereserveerde budgetten voor Toeslagenherstel. De totale begroting voor Toeslagenherstel
wijzigt daarmee niet en blijft circa € 7,1 mld.
Bovenstaande betreft nadrukkelijk een schatting. De werkelijke budgettaire gevolgen
van deze maatregelen zijn op voorhand niet met zekerheid te bepalen. Zo is het aantal
ouders dat uiteindelijk gebruik maakt van de mogelijkheid tot een vaststellingsovereenkomst
of de route via de Commissie Werkelijke Schade in sterke mate bepalend voor de programma-
en uitvoeringskosten. In de berekening is op het punt van hogere instroom van ouders
die nu twijfelen een verzoek bij de Commissie Werkelijke Schade te doen, het nog vast
te stellen schadekader en de impact van het verlagen van de eisen voor het aannemelijk
maken van causaliteit inherent nog een grote mate van onzekerheid. De ontwikkeling
op deze punten zal nauwlettend gevolgd worden en met de uitkomsten van deze ontwikkelingen
zal de raming bijgesteld worden. Daarnaast is bovenstaande kostenraming nog gebaseerd
op circa 63.000 aanmeldingen van ouders. Hiermee wordt aangesloten bij de aannames
waarop de huidige Toeslagenherstelbegroting (na goedkeuring van de 1e suppletoire begroting 2023) is gebaseerd. Autonome ontwikkelingen, zoals verwachte
stijging in het totaal aantal aanmeldingen bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen,
worden in de regel éénmaal per jaar verwerkt in de begroting en wel na de voorjaarbesluitvorming.
Het parlement zal met de reguliere begrotingscyclus en de Voortgangsrapportage Herstel
Toeslagen geïnformeerd worden over eventuele ontwikkelingen in de verwachte budgettaire
impact van de maatregelen. Daarnaast is er op dit moment te veel onzekerheid over
de autonome ontwikkelingen om deze al budgettair te verwerken. Dit geldt ook voor
de impact van autonome ontwikkelingen zoals de verwachte toename in het aantal aanmeldingen
op zowel deze maatregelen als de al bestaande regelingen voor Toeslagenherstel.
Het inrichten van de alternatieve schaderoute vraagt capaciteit en tijd. De huidige
inschatting is dat het inrichten van een regionale pilot na de zomer, en een definitieve
route eind 2023 of begin 2024 haalbaar is. Als deze routes succesvol blijken laten
huidige doorrekeningen zien dat de laatste verzoeken om vergoeding van aanvullende
schade via een vaststellingsovereenkomst in de eerste helft van 2027 behandeld kunnen
worden. Uitvoerbaarheid en juridische houdbaarheid worden nog verder uitgewerkt en
getoetst. Door het grofmazige karakter kan naar verwachting een significante versnelling
ten opzichte van de huidige situatie gerealiseerd worden. De versnelling hangt wel
sterk af van hoeveel ouders een daadwerkelijk vereenvoudigde schadebeoordeling willen
en hoeveel ouders een beoordeling willen door de de Commissie Werkelijke Schade. Het
kabinet gaat uit van de situatie waarin maximaal 4% van de gedupeerde ouders de route
via de de Commissie Werkelijke Schade volgen. Daarnaast is ook relevant hoe snel de
de Commissie Werkelijke Schade de eigen verbetermaatregelen kan uitvoeren. De Commissie
Werkelijke Schade heeft hiervoor nog geen planning opgeleverd. Daarnaast zijn er de
eerdere genoemde onzekerheden over de instroom en de uitvoerbaarheid van de voorgestelde
maatregelen.
Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Artikel 13 – Toeslagen
Personele uitgaven
De personele uitgaven van de Commissie Werkelijke Schade zijn herijkt en worden in
2023–2027 met € 17,7 mln. naar boven bijgesteld. Deze middelen zijn afkomstig vanuit
de reservering op de Aanvullende Post.2
Opdrachten
Vanuit de reservering op de Aanvullende Post wordt € 26,8 mln. toegevoegd aan «Opdrachten»
voor de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst route (incl. regionale pilot)
in 2023–2027.
(Schade)vergoeding
Voor de programmakosten van de vaststellingsovereenkomst route (incl. regionale pilot)
wordt vanuit de reservering op de Aanvullende Post € 97,3 mln. toegevoegd aan «(Schade)vergoeding»,
daarnaast wordt € 56,8 mln. herschikt binnen het instrument vanwege (verwachte) meevallers
in de ramingen.
Tot slot vindt een kasschuif plaats om het geheel meerjarig in 2023–2027 in het gewenste
ritme te zetten.
Meerjarige doorwerking
In de onderstaande tabellen zijn de standen eerste suppletoire begroting 2023 vóór
nota van wijziging, de mutaties en de standen suppletoire begroting 2023 na nota van
wijziging meerjarig opgenomen.
Tabel 2 Meerjarige doorwerking verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2023
2024
2025
2026
2027
13
Toeslagen
Stand vóór nota van wijziging
1.566.814
1.341.832
538.706
344.709
332.991
Personele uitgaven
3
235
1.455
9.994
6.048
Opdrachten
5.200
5.460
6.698
6.698
2.780
(Schade)vergoeding
– 51.982
– 4.021
58.291
69.125
25.880
Stand na nota van wijziging
1.520.035
1.343.506
605.150
430.526
367.699
Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2023
2024
2025
2026
2027
13
Toeslagen
Stand vóór nota van wijziging
2.048.788
1.532.459
610.220
344.709
332.991
Personele uitgaven
3
235
1.455
9.994
6.048
Opdrachten
5.200
5.460
6.698
6.698
2.780
(Schade)vergoeding
– 51.982
– 4.021
58.291
69.125
25.880
Stand na nota van wijziging
2.002.009
1.534.133
676.664
430.526
367.699
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën