Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de COSAC Voorzittersconferentie, gehouden in Stockholm, Zweden van 14 mei tot en met 16 mei 2023
22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement
BO/ Nr. 86 VERSLAG
Vastgesteld 21 juni 2023
Van zondag 14 mei tot en met dinsdag 16 mei 2023 vond in Stockholm, Zweden, de plenaire
conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen van de
Europese Unie, hierna aangeduid als de plenaire COSAC, plaats. Naast de genoemde delegaties
namen ook delegaties van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten van de
Europese Unie deel als waarnemer, evenals delegaties van de Raad van de Europese Unie
en van de Europese Commissie.
De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond uit Ruud Koole (PvdA), lid van de commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, en Raoul Boucke (D66), ondervoorzitter van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer. De ambtelijke
ondersteuning bestond uit Den Hartog (Eerste Kamer) en Timmer, Poulino (beiden Tweede
Kamer).
De delegatie brengt als volgt verslag uit1:
1. En marge van de conferentie
Voorafgaand aan de conferentie heeft de delegatie op maandag 15 mei 2023 een technische
briefing gekregen, verzorgd door Bengt van Loosdrecht, Nederlands Ambassadeur te Zweden.
Met name is gesproken over het politieke en economische landschap in Zweden, de relaties
met Nederland en het Zweedse EU-Voorzitterschap, mede ook in het licht van de oorlog
in Oekraïne en de gevolgen daarvan.
2. Plenaire COSAC
De conferentie werd geopend door Andreas Norlén, Voorzitter van de Zweedse Rijksdag.
De heer Norlén benoemde de ingewikkelde periode voor het Zweedse voorzitterschap door
de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de hoge inflatie. Norlén stelde de voortdurende
oorlog in Oekraïne centraal in zijn toespraak en stelde dat deze plenaire COSAC een
kans biedt om het te hebben over de situatie en het beter coördineren van steun aan
Oekraïne. Ook ging Norlén in op de vele subsidiariteitstoetsen die het Zweedse parlement
indient. Hij zou het interessant vinden om vaker hierover informatie uit te wisselen
met andere nationale parlementen.
Het permanente lid van het COSAC-secretariaat, Bruno Dias Pinheiro, presenteerde het
39ste halfjaarlijks COSAC-rapport dat inging op de thema’s 1. Het Fit for 55 pakket; 2.
Het versnelde besluitvormingsproces in reactie op crises; 3. Informatie-uitwisseling
tussen nationale parlementen, onder andere door het gebruik van IPEX.
Na de vaststelling van de agenda en de procedurele zaken volgde een videoboodschap
van de Voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, waarin zij sprak
over drie grote taken waar de EU zich de komende tijd op moet richten. Ten eerste,
de noodzaak om opnieuw over de veiligheid van Europa na te denken, met in gedachten
de oorlog in Oekraïne. Ten tweede, de race in de wereld om de schone en digitale technologie
van de toekomst en de bijbehorende focus op het concurrentievermogen van Europa. Ten
derde, de noodzaak om de Europese democratieën beter te beschermen. Von der Leyen
noemde dat de prioriteiten van het Zweedse voorzitterschap goed aansluiten op deze
taken.
3. Sessies
1) Het Zweedse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
De eerste sessie werd gewijd aan het Zweedse voorzitterschap van de Europese Unie
en werd ingeleid door de Zweedse Minister van Europese Zaken, Jessika Roswall. Minister
Roswall begon met de boodschap dat hulp aan Oekraïne de eerste prioriteit heeft tijdens
het voorzitterschap, alsook het sanctioneren van Rusland. Daarnaast noemde zij het
belang van het vervolgen van oorlogsmisdaden in Oekraïne. Roswall sprak verder over
de hoge prioriteit die het Zweedse voorzitterschap geeft aan stabiliteit in de Westelijke
Balkan, hetgeen gezien de huidige geopolitieke situatie niet alleen voor die regio
maar voor de gehele EU van belang is. Zij gaf aan dat het, mede door de waarschijnlijke
toetreding van verschillende landen, goed is om opnieuw te reflecteren op hoe de EU
werkt en bestuurd moet worden. Daarnaast ging zij verder in op migratie, het Fit for
55 pakket, concurrentievermogen, handel en rechtsstatelijkheid als belangrijke focuspunten
voor het Zweedse EU-voorzitterschap.
Salvatore de Meo, voorzitter van de commissie voor Constitutionele Zaken van het Europees
Parlement, sprak over de huidige constitutionele wetgevingsagenda van het Europees
Parlement, de opvolging van de Conferentie over de Toekomst van Europa en de aankomende
Europese verkiezingen.
In het debat dat volgde spraken vele delegaties hun steun uit voor de prioriteiten
van het Zweedse voorzitterschap, de reactie van de EU op de oorlog in Oekraïne en
de toetreding van Zweden tot de NAVO. Ook gaven verschillende parlementen, waaronder
de delegaties van de Duitse Bundestag, aan dat het wenselijk is dat Roemenië en Bulgarije
lid worden van Schengen.
In zijn bijdrage stelde het lid Boucke aan de orde dat rechtsstatelijkheid een belangrijk punt op de agenda van het huidige
voorzitterschap is, dat er in verschillende EU-lidstaten helaas sprake is van achteruitgang
op dit thema, en sprak de hoop uit dat de volgende EU-voorzitter, Spanje, dit opnieuw
zal agenderen.
2) Dertig jaar interne markt
De Vicevoorzitter van het Europees Parlement, Othmar Karas, opende deze sessie met
aandacht voor de problemen waar de EU mee kampt. Karas sprak over de geschiedenis
van de Europese interne markt en de verschillende crises waar de interne markt de
afgelopen jaren te maken heeft gekregen (Brexit, de pandemie, inflatie, energiecrisis
en de oorlog in Oekraïne), waarbij hij opmerkte dat deze de EU intern sterker hebben
gemaakt. Karas geeft daarnaast aan dat de EU haar plek in de wereldmarkt dreigt kwijt
te raken. Er is volgens hem veel onbenutte potentie van de Europese interne markt.
Deze potentie kan benut worden door onder andere de Green Deal, NextGenerationEU, REPowerEU, voorstellen voor de digitale markt, de industriële strategie van de EU en de Critical Raw Materials Act te implementeren. Karas sloot af door te benadrukken dat de interne markt erg succesvol
is geweest in de afgelopen 30 jaar, en dat er door hard werk te verrichten in de komende
tientallen jaren nog veel doelstellingen gehaald kunnen worden.
De volgende spreker, Kerstin Jorna, directeur-generaal van het Directoraat-generaal
voor de Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en MKB van de Europese Commissie,
benadrukte dat de interne markt een belangrijke Europese waarde is en dat zij vandaag
nog even relevant is als 30 jaar geleden. Zij ging in op deze relevantie met verschillende
invalshoeken; de interne markt beschermt ons, de interne markt maakt mogelijk en de
interne markt maakt dat onze stem wordt gehoord.
Tijdens het daaropvolgende debat verwelkomden vele sprekers de interne markt als een
groot succes van de EU die heeft gezorgd voor vele mogelijkheden, innovaties en welvaart.
Gedurende discussie werd vaak genoemd dat de interne markt nog niet «af» is en dat
er nog vele uitdagingen in het verschiet liggen, zoals de groene- en digitale transitie.
Ook het lid Koole benoemde deze successen en uitdagingen. Hij voegde daaraan toe dat het belangrijk
is dat sociaal beleid verweven moet zijn met de eengemaakte markt, zodat ook de burger
centraal kan staan.
Hierna volgde een interactieve sessie met als moderator Katarina Areskoug, voorzitter
van het bestuur van het Centrum voor Europese Studies aan de Lund Universiteit. Eerst
kregen de keynote sprekers het woord. Anna Stellinger, adjunct directeur-generaal
Internationale en Europese Zaken van de Confederation of Swedish Enterprise, stelde dat de focus moet liggen op de uitdagingen en strategie op de lange termijn
wanneer het gaat om de interne markt. Ook waarschuwde zij voor competitie binnen de
interne markt en had zij het over meer gereedschappen voor de Europese Commissie om
de interne markt te kunnen waarborgen. De tweede spreker, Therese Svanström, Voorzitter
van de Swedish Confederation of Professional Employees (TCO) sprak over het belang van sociale partners die betrokken zijn bij de interne
markt. Daarnaast vroeg zij aandacht voor «een leven lang leren» en het omscholen van
mensen naar een ander beroep en voor het gender perspectief in de arbeidsmarkt.
Hierna opende moderator Areskoug een interactieve quiz met zes vragen die de aanwezige
delegaties konden beantwoorden. De gegeven antwoorden werden door een panel plenair
besproken.
3) Naar een groene transitie
Deze sessie werd voorgezeten door Matilda Ernkrans, ondervoorzitter van de commissie
Europese Zaken van de Zweedse Rijksdag. Heléne Fritzon, lid van de ENVI commissie
van het Europees Parlement, was de eerste spreker bij deze sessie. Zij sprak over
de weg die Zweden al in de jaren zeventig is ingeslagen om de afhankelijkheid van
olie te verlagen, en het idee van een eerlijke transitie waarin iedereen betrokken
is en bijdraagt. Binnen tien jaar werd de emissie uitstoot bijna gehalveerd, aldus
Ernkrans. Zij vervolgde met de stelling dat als de klimaatdoelen voor 2030 en 2050
moeten worden gehaald, er een veelomvattend Fit for 55 pakket moet worden onderhandeld.
Verder benadrukte zij dat de EU haar collectieve kracht en de interne markt moet inzetten
om de rest van de wereld aan te moedigen mee te bewegen in de groene transitie. Tot
slot vroeg zij aandacht voor de specifieke rol die vrouwen kunnen spelen in de groene
transitie en in het bijzonder de invulling van de banen die hiermee ontstaan.
De tweede spreker op dit onderwerp was Daniel Mes, lid van het kabinet van uitvoerend
vicepresident Frans Timmermans van de Europese Commissie. Mes benadrukte de grote
rol die burgers spelen in de groene transitie en het belang van successen op lange
en korte termijn. De nationale implementatie van de onlangs door de EU gestelde doelen
en wetgeving zal een grote uitdaging zijn, aldus Mes. Daarnaast noemde hij de samenwerking
met bedrijven om de doelen te halen een belangrijke factor. Mes noemde Scandinavië
een voorbeeld in de omgang met en het betrekken van kleine en middelgrote bedrijven
in de groene transitie.
Hierna sprak Johan Kuylenstierna, directeur-generaal van Formas – een onderzoeksraad
voor duurzame ontwikkeling, over een code rood voor de mensheid om de huidige situatie
waarin ons klimaat verkeert te omschrijven. Kuylenstierna droeg drie specifieke punten
aan; het katalyseren en versnellen van de transitie, het belang van de implementatie
op verschillende bestuursniveaus en de ontwikkeling van competenties en vaardigheden
die nodig zijn voor de banen die de groene transitie met zich meebrengt.
In de daaropvolgende discussie benadrukten veel sprekers de sociale aspecten die de
groene transitie met zich meebrengt en het belang van rekening houden met de verschillende
soorten energie in lidstaten. Het lid Boucke noemde in zijn bijdrage dat de huidige generatie de laatste is die klimaatverandering
kan aanpakken en tevens de eerste generatie die de consequenties van klimaatverandering
ondervindt. Ook beaamde hij dat de aanpak sociaal moet zijn, met de mensen en voor
de mensen, in zowel dorpen, steden als platteland.
4) Oekraïne
De sessie werd geopend door Hans Wallmark, voorzitter van de commissie Europese Zaken
van de Zweedse Rijksdag. Ivanna Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie voor
integratie van Oekraïne in de EU in het Oekraïense parlement, sprak over de al geboden
humanitaire hulp en de druk op Rusland door de sancties. Zij vroeg hierna aandacht
voor het belang van continue militaire steun om een eind te maken aan de oorlog. Het
gaat Rusland immers niet alleen om Oekraïne maar ook om het onderuit halen van de
internationale orde. Hierna vroeg Klympush-Tsintsadze aandacht voor de mogelijke steun
voor het herstel en de wederopbouw van Oekraïne, mede zodat het land zichzelf kan
transformeren en vooruitgang kan boeken in de toetreding tot de EU.
Anders Ahnlid, voorzitter van de ad hoc Raadswerkgroep inzake bevroren en vastgezette
Russische tegoeden, zette uiteen hoe er onder het Zweedse voorzitterschap de afgelopen
periode stappen zijn gezet in het inzetten van Russische bevroren tegoeden en bezittingen
om de reconstructie van Oekraïne te ondersteunen.
Hierna sprak Jean-Erik de Zagon, hoofd van de representatie van de European Investment Bank (EIB) van Oekraïne, over de kosten van de wederopbouw van Oekraïne, die op dit moment
geschat worden op 411 biljoen dollar. De grootste prioriteiten zijn investeringen
in de publieke sector en infrastructuur, aldus De Zagon. Hierna ging hij verder in
op de al gedane investeringen door de EIB en de fondsen die zijn opgezet om Oekraïne
in elk geval de komende achttien maanden te steunen, waaronder het EU voor Oekraïne
(EU24) initiatief. Dit initiatief bestaat uit 100 miljoen euro van de EIB en de creatie
van een fonds waar contributies kunnen worden gedaan door de Europese Commissie, lidstaten
en gelijkgestemde landen.
In de daaropvolgende discussie noemden bijna alle sprekers de het belang van voortzetting
van steun van de EU aan Oekraïne. Het lid Koole gaf in zijn bedrage aan dat Nederland Oekraïne zowel militair, economisch als moreel
steunt in deze strijd. Het is daarbij eveneens van groot belang dat Europa in de steun
voor Oekraïne ook verenigd blijft. Zowel voor wat betreft de stabiliteit van Europa
als bij de bescherming van Europese waarden, is het noodzakelijk de toetredingscriteria
te handhandhaven, aldus Koole. Hij voegde daaraan toe dat het wel nodig is om landen
te helpen om zo snel mogelijk aan de toetredingscriteria te kunnen voldoen.
COSAC-voorzittersbijeenkomst: conclusies en contributies
In de bijeenkomst van de commissievoorzitters werden de ontwerpcontributies en -conclusies
besproken, evenals de door delegaties ingediende amendementen op de ontwerpteksten.
De Eerste- en Tweede Kamerdelegatie kon zich goed vinden in de tekst die door het
voorzitterschap werd voorgelegd, en hebben hierop geen amendementen ingediend. Gedurende
de COSAC werden door andere delegaties nog amendementen ingediend, waaronder een vrijwel
unaniem aangenomen amendement die een positieve uitspraak bevat met betrekking tot
de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot het Schengengebied. De Nederlandse delegatie
gaf aan geen mandaat te hebben om steun voor dit amendement uit te spreken. Ook de
Oostenrijkse delegatie steunde dit amendement niet.
Vaststelling van de contributies en conclusies van de LXIX COSAC
De ontwerpcontributies en -conclusies, zoals besproken door de vergadering van de
COSAC-commissievoorzitters op maandag 15 mei 2023, werden bij consensus door de plenaire
vergadering aangenomen. Daarmee werd de plenaire vergadering gesloten.
Namens de delegatie,
De ondervoorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Boucke
Lid van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Koole
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.M. Boucke, Tweede Kamerlid