Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Michon-Derkzen en Van Campen over het bericht ‘Boer Erik Jan doelwit criminele bendes:” Ze hebben alles gesloopt”
Vragen van de leden Michon-Derkzen en Van Campen (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Boer Erik Jan doelwit criminele bendes: «Ze hebben alles gesloopt»» (ingezonden 9 mei 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 20 juni 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2748.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Boer Erik Jan doelwit criminele bendes: «Ze hebben
alles gesloopt»»1?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het genoemde bericht.
Vraag 2
Klopt het dat criminelen in toenemende mate azen op waardevolle hightech apparatuur
van boeren? Blijkt uit de politiecijfers inderdaad dat er sprake is van een toename
van het aantal diefstallen uit schuren?
Antwoord 2
Sinds enkele jaren worden GPS-systemen gestolen uit landbouwvoertuigen.
Er is op basis van politiecijfers in de eerste 5 maanden van 2023 ten opzichte van
dezelfde periode vorig jaar een lichte toename te zien van het aantal meldingen dat
gemaakt wordt over diefstallen van GPS-apparatuur uit landbouwvoertuigen. In 2023
zijn er tot 30 mei ongeveer 50 meldingen of aangiftes ontvangen van diefstal van GPS
uit schuren, stallen of van een erf. In heel 2022 was het aantal ongeveer 130 en in
2021 ongeveer 110. In veel gevallen was er sprake van diefstal van meer dan 1 GPS-systeem.
Vraag 3
In welke regio’s zijn boeren het meest kwetsbaar? Zijn dat de grensregio’s of ziet
u door heel Nederland een stijging?
Antwoord 3
De politie heeft mij geïnformeerd dat GPS-diefstal uit landbouwvoertuigen vooral plaatsvindt
in de regio’s Noord-Nederland, Flevoland, Zuid-Holland en Zeeland. Het betreft daarmee
zeker niet uitsluitend grensregio’s. De stijging is in al deze genoemde gebieden te
zien, niet in de rest van Nederland.
Vraag 4
Welke concrete acties onderneemt de politie op dit moment om deze diefstallen tegen
te gaan?
Antwoord 4
De politie werkt samen met brancheorganisaties en Platforms Veilig Ondernemen om deze
diefstallen te voorkomen. Zo is een gezamenlijke preventieactie en -campagne opgezet
waarbij de sector is gewezen op de gevaren en een handelingskader gedeeld met agrarische
ondernemers. De politie deelt trends, cijfers en ontwikkelingen met de branche om
zo specifieke waarschuwingen te kunnen geven in bepaalde gebieden. In het kader van
de opsporing worden bij meldingen van dergelijke diefstallen zoveel mogelijk sporen
verzameld. Binnen de politieorganisatie is verduidelijkt welke omvang en impact dergelijke
diefstallen hebben zodat de keuze om hier forensische capaciteit op in te zetten met
de juiste onderbouwing plaats kan vinden. Omdat het vaak internationale actieve groepen
betreft die dit delict plegen worden sporen zoveel mogelijk vergeleken in een internationale
databank.
Vraag 5
In hoeverre deelt u de analyse dat er sprake is van criminaliteit van georganiseerde
criminele bendes uit Oost-Europa?
Antwoord 5
Politiedata en internationale informatie-uitwisseling toont aan dat GPS-diefstallen
bij agrarische bedrijven inderdaad nagenoeg uitsluitend gepleegd worden door Oost-Europese
dadergroepen.
Vraag 6
Op welke wijze vindt er samenwerking plaats met de (politie)autoriteiten van de bronlanden
van dit soort bendes?
Antwoord 6
In de afstemming met andere Europese landen staat informatie-uitwisseling centraal.
Wanneer een verdachte wordt aangehouden wordt contact opgenomen met het bronland.
Er wordt informatie uitgewisseld over eventuele gepleegde strafbare feiten in land
van herkomst en het bronland wordt geïnformeerd over de aanhouding in Nederland. Deze
informatie is in Nederland van belang voor een eventueel strafdossier, om aan te tonen
dat er sprake is van mobiel banditisme – een vorm van internationaal georganiseerde
criminaliteit door rondtrekkende bendes. En op basis daarvan een passende straf te
eisen, overeenkomstig de richtlijn voor strafvordering mobiel banditisme.
Vraag 7
Wat is uw inzet om deze diefstallen terug te dringen en de pakkans van daders te vergroten?
Kwalificeren deze diefstallen als High Impact Crimes?
Antwoord 7
Met publieke en private partners zet ik structureel in op de aanpak van deze criminaliteit,
onder andere op het gebied van informatie-uitwisseling.
De aanpak van rondreizende dadergroepen maakt onderdeel uit van het Actieprogramma
Veilig Ondernemen 2023–2026 dat op 14 december 2022 is vastgesteld door het Nationaal
Platform Criminaliteitsbeheersing. Zo wordt momenteel door het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid en Platform Veilig Ondernemen aan een pilot gewerkt. Het doel is de
samenwerking tussen politie en gemeenten te verbeteren en de pakkans te vergroten.
Indien succesvol kan dit worden uitgebouwd. De politie vraagt Europol en enkele landen
naar de kennis en ervaring over dit fenomeen waarbij onderzocht wordt op welke wijze
samenwerking op dit vlak mogelijk is.
Ook met de branche wordt samengewerkt en trends en ontwikkelingen worden met de branche
gedeeld. De politie is samen met brancheorganisaties in gesprek met importeurs en
leveranciers van dergelijke GPS-systemen om te onderzoeken welke barrières kunnen
worden opgeworpen. Brancheorganisatie Cumela Nederland is sinds 2019 aangesloten bij
de aanpak van Stop Heling. Landbouwondernemers kunnen hun apparatuur registreren in
de Stop Heling-database. Bij diefstal wordt deze informatie in de aangifte opgenomen.
Bij aanschaf van dergelijke producten kan een koper via deze database controleren
of de apparatuur als gestolen geregistreerd staat. Indien dit het geval is, kan hiervan
melding worden gemaakt bij politie. Daarnaast genereert de koppeling tussen het Digitaal
Opkopers Register en de database Stop Heling notificatiemeldingen, als GPS-apparatuur
door een handelaar in gebruikte en ongeregelde goederen opgekocht is.
High impact crimes is een verzamelnaam voor delicten met een hoge maatschappelijke
of persoonlijke impact zoals onder andere woninginbraken, overvallen en straatroof.
Hoewel deze diefstallen van GPS-apparatuur een groot effect kunnen hebben op de bedrijfsvoering,
financiële schade en het veiligheidsgevoel, kwalificeren deze diefstallen zich niet
als zodanig als high impact crimes.
Vraag 8
Bestaat er op dit moment (structurele) afstemming met de agrarische sector, op nationaal,
provinciaal, dan wel lokaal niveau over hoe criminaliteit en ondermijning in de regio’s
wordt aangepakt? Zo ja, op welke wijze vindt dit plaats en welke partijen zijn hierbij
betrokken en hoe vallen de resultaten van deze aanpak te controleren? Zo nee, bent
u bereid om dit structureel in te richten?
Antwoord 8
Er vindt op meerdere manieren (structurele) afstemming plaats met publieke en private
partners over (georganiseerde ondermijnende) criminaliteit in het buitengebied. Zo
is er vanuit mijn ministerie periodiek contact met LTO, ZLTO en Cumela Nederland.
In het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing wordt in het kader van het Actieprogramma
Veilig Ondernemen 2023–2026 structureel gesproken met publieke en private partners,
waaronder over de veiligheid van het buitengebied. Diverse Regionale Informatie- en
Expertise Centra en Platforms Veilig Ondernemen brengen in afstemming met de agrarische
sector de problematiek in het buitengebied in beeld en passen interventies toe, zoals
het instrument Veilig Buitengebied. Dit instrument wordt met een financiering vanuit
mijn ministerie gefaciliteerd door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.
Met het instrument zetten gemeenten met lokale publieke en private partners een samenwerkingsnetwerk
op om de veiligheid en weerbaarheid van boeren en tuinders te vergroten. Hier wordt
ingezet op de oog- en oorfunctie van ondernemers en inwoners in de buitengebieden,
wat bijdraagt aan het beeld over wat er speelt en leeft. Het instrument wordt dit
jaar geëvalueerd om resultaten van de aanpak te monitoren.
Bij de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie loopt een pilot met een vertrouwenspersoon
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Deze vertrouwenspersoon deelt beelden
met betrokken veiligheidspartners op fenomeenniveau. De pilot heeft verlenging van
financiering gekregen tot maart 2026 wegens succesvolle opbrengsten. In het Actieprogramma
Veilig Ondernemen 2023–2026 is mede daarom opgenomen bij meerdere brancheorganisaties
een vertrouwenspersoon aan te stellen. Hierover worden nu gesprekken gevoerd met brancheorganisaties
uit de agrarische sector. Daarnaast is Cumela structureel betrokken bij de aanpak
omtrent rondreizende dadergroepen.
Zoals in de halfjaarbrief georganiseerde ondermijnende criminaliteit2 toegelicht werk ik de komende jaren in den brede aan een verrijking en verscherping
van een rapportage over de resultaten van de aanpak, samen met alle partners. Daarbij
zal ook inzicht worden gegeven in de ontwikkeling van de wetenschappelijke inzichten,
zoals op 6 april 2023 in het commissiedebat aan uw Kamer is toegezegd. Met deze verrijking
en aanscherping verschuift het karakter van de voortgangsrapportage steeds meer van
een beschrijving van de aanpak naar een beeld van wat die aanpak oplevert en de effecten
daarvan in de maatschappij.
Vraag 9
Deelt u de opvatting en de zorgen dat – gelet op het grote aantal boeren zonder op
opvolgers – agrarische bestemmingen in toenemende mate het risico lopen om in criminele
handen terecht te komen? Hoe gaat u dit risico voorkomen en de sociaaleconomische
positie van het platteland borgen?
Antwoord 9
Ik deel de zorgen dat agrarische bestemmingen risico’s lopen op criminele inmenging.
Ik verwijs voor een antwoord hoe het kabinet hierop inzet naar het antwoord van de
voorgaande vragen en de beantwoording op vraag 1 en 2 van de leden Van Campen en Michon-Derkzen
(beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie
en Veiligheid over bescherming van boeren tegen drugscriminaliteit en het tegengaan
van ondermijning in het buitengebied, beantwoord op 26 april jongstleden.3 Hierin heb ik onder meer het volgende aangegeven. In het Nationaal Programma Landelijk
Gebied werkt het kabinet met verschillende partijen aan een transitie die integraal
inzet op het gebiedsgericht behalen van doelstellingen op het gebied van natuur en
stikstof, water, bodem en klimaat. We hebben daarin nadrukkelijk oog voor de sociaaleconomische
effecten die met deze transitie gepaard gaan. Uit signalen, incidenten en opsporingsinformatie
blijkt het risico op drugscriminaliteit en ondermijnende activiteiten op het platteland
overal in het land reëel. Daarom ben ik ook aan de slag met publieke en private partners
in het buitengebied om beter zicht te krijgen op de problematiek en deze te voorkomen.
Aanleiding was onder andere het in oktober 2020 verschenen rapport «Weerbare boeren
in een kwetsbaar gebied». Hieruit bleek dat ongeveer 1 op de 5 respondenten weleens
iemand aan de deur heeft gehad die het agrarisch vastgoed wilde gebruiken en zijn
of haar intenties mogelijk verband hielden met drugscriminaliteit. Diverse Regionale
Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s) hebben de problematiek in het buitengebied
verder in beeld gebracht. Verschillende RIEC’s en Platforms Veilig Ondernemen actief
op dit thema door middel van het voeren van bewustwordingscampagnes gericht op ondernemers
en/of bewoners en worden in verschillende regio’s integrale controles gehouden en
kijken gemeenten naar herbestemming in geval van leegstand. Zoals aangegeven wordt
met onder andere brancheorganisaties uit de agrarische sector gesprekken gevoerd een
vertrouwenspersoon ondermijnende criminaliteit aan te stellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.