Schriftelijke vragen : Het afnemend psychisch welbevinden onder jongvolwassenen
Vragen van het lid Ephraim (Groep Van Haga) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het afnemend psychisch welbevinden onder jongvolwassenen (ingezonden 15 juni 2023).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u op vraag 3 en 4 van de eerder gestelde vragen van het lid Ephraim1 geantwoord heeft met «Daarnaast werkt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW) in het hoger onderwijs met de onderwijsinstellingen aan een integrale aanpak
mentale gezondheid. In het mbo wordt vanuit de Gezonde School-aanpak en het programma
Welbevinden op School samengewerkt aan de mentale gezondheid van studenten. In dat
kader zullen de resultaten van dit onderzoek ook bij de instellingen in het hoger
onderwijs en mbo onder de aandacht worden gebracht. In gesprekken met jongeren heb
ik hier ook oog voor»? Wat is het programma Welbevinden op School van plan te doen
aan de mentale gezondheid van jongeren?
Vraag 2
Wordt er bij dit programma ook gekeken naar de problemen die vooral meisjes hebben?
Vraag 3
Zo ja, wordt de aanpak al naar gelang de bevindingen daarop aangepast?
Vraag 4
Herinnert u zich dat u op vraag 5 van de eerder gestelde vragen reageerde met «Er
bestaan inderdaad al langer zorgen over de mentale gezondheid van de Nederlandse bevolking,
specifiek onder jongeren en jongvolwassenen. Zo noemt de Volksgezondheid Toekomstverkenning
2020 dit een van de grootste gezondheidsrisico’s voor de toekomst. Dit komt onder
meer omdat we in de samenleving hoge eisen stellen aan onszelf en aan elkaar. De druk
om te presteren is hoog: op school, in het sociale leven en op het werk. Zowel offline
als online. Daarbij komt ook dat jongvolwassenen in toenemende mate zorgen hebben
over hun toekomst door maatschappelijke kwesties, zoals klimaat, energie en wonen.
De corona pandemie heeft een vergrootglas gelegd op de bestaande problematiek en heeft
extra druk gelegd op de mentale gezondheid»? Denkt u dat er enige verantwoordelijkheid
bij het onderwijs ligt die deze druk op de schouders van jonge mensen legt via lessen/lesmateriaal?
Vraag 5
Zo ja, kunt u dat middels een analyse nader toelichten?
Vraag 6
Heeft u ideeen over op welke manier de lessen en het lesmateriaal dusdanig kunnen
worden bijgesteld dat studenten daar minder stress van ervaren?
Vraag 7
Herinnert u zich dat u op vraag 6 en 7 van de eerder gestelde vragen reageerde met
«Om meer te weten te komen over de oorzaken van en oplossingen voor deze gevoelens
van angst, onzekerheid en stress, ben ik 25 april 9 jl. in gesprek gegaan met jongeren,
ouders, hulpverleners en bestuurders. Ik blijf dit gesprek de komende tijd voeren»?
Wat is er uit de gesprekken met jongeren, ouders, hulpverleners en bestuurders gekomen?
Vraag 8
Welke inzichten heeft u hierbij opgedaan en tot welke overwegingen en conclusies bent
u gekomen?
Vraag 9
Herinnert u zich dat u op vraag 9 van de eerder gestelde vragen reageerde met «Ik
herken de signalen van eenzaamheidsgevoelens die uit de corona tijd voortkomen en
voor een deel van de jongeren ook van na die tijd. Dit is een van de redenen waarom
de aanpak «Eén tegen Eenzaamheid» is uitgebreid voor de doelgroep jongeren»? Kunt
u concreet uiteenzetten wat er in deze aanpak specifiek voor jongeren zal worden gedaan?
Vraag 10
Herinnert u zich dat u op vraag 13 van de eerder gestelde vragen reageerde met «Ik
vind de toenemende prestatiedruk onwenselijk en we moeten daar iets aan doen. De eerder
genoemde maatschappelijke kwesties blijken bij te dragen aan het gevoel van «alles
moeten» en hoge verwachtingen vanuit de jongere zelf en vanuit de samenleving. De
mentaliteit van «alles eruit halen wat erin zit» is ook onderzocht in onder andere
het voortgezet onderwijs, in het rapport «Druk in het voortgezet onderwijs» Uit dit
rapport blijkt dat scholieren vooral door toetsen, cijfers en huiswerk een grote (prestatie)druk
ervaren. Bijna driekwart van de ondervraagde havo- en vwo-scholieren ervaart best
veel tot veel druk om goede resultaten te halen op school»? Ziet u een verband tussen
de prestatiedruk onder jongeren en het maatschappelijk stigma op mbo-opleidingen?
Vraag 11
Herinnert u zich vraag 13 van de eerder gestelde vragen «Hoe kan het dat er in steeds
meer gezinnen sprake is van «opvoedingsproblemen», zoals de Wetenschappelijke Raad
voor Regeringsbeleid (WRR) schetst? Om wat voor problemen gaat het dan en waarom hebben
we in toenemende mate problemen met het opvoeden van onze kinderen? Vraagt de maatschappij
te veel van ouders? Hebben we te weinig tijd om onze kinderen op te voeden? Is de
wereld waarin ouders/verzorgers kinderen moeten grootbrengen te complex geworden»?
Bent u van mening dat de opvoedingsproblematiek deels zijn oorsprong vindt in het
hedendaags onderwijs, dat een steeds grotere, opvoedkundige, rol speelt in het opvoeden
van kinderen?
Vraag 12
Zo ja, bent u dan van mening dat de toenemende invloed van het onderwijs en daarmee
indirect van de overheid op de opvoeding van kinderen en jongeren misschien een slechte
zaak is en zou moeten worden teruggedrongen?
Vraag 13
Herinnert u zich vraag 18 van de eerder gestelde vragen «Heeft u een idee wat de invloed
is van maatschappelijke ontwikkelingen in het buitenland, bijvoorbeeld vanuit de Verenigde
Staten, op de gemoedstoestand van jonge mensen? Wat doet de grote aandacht voor bepaalde
ideologieën, zoals bijvoorbeeld de transgenderbeweging en de Black Lives Matter (BLM)-movement,
met het welzijn van jonge mensen? Welke invloed heeft de zeer aanwezige diversiteits-
en inclusiviteitsbeweging en de daarmee gepaard gaande cancelcultuur op hen?» Waarop
u antwoordde met «Er zijn diverse redenen en oorzaken die leiden tot een verslechterde
mentale gezondheid. Er zijn geen directe causale relaties tussen de genoemde maatschappelijke
ontwikkelingen/ideologieën die worden genoemd in de vraagstelling. Naar mijn weten
is er geen onderzoek waaruit dit blijkt.»? Denkt u dat de «schuld» van racisme en/of
slavernij die jongeren meegegeven wordt een zware last, is die kan leiden tot mentale
gezondheidsproblemen?
Vraag 14
Herinnert u zich uw antwoord op vraag 20 van de eerder gestelde vragen «Ik vind het
belangrijk dat jongeren weten waar zij mentale hulp en ondersteuning kunnen vinden
en krijgen. Dit gaat gelukkig al vaak goed, maar kan altijd beter. Zeker nu de mentale
gezondheid en het welbevinden onder jongeren onder druk staat. Met de aanpak Mentale
gezondheid: van ons allemaal zet ik in om die hulp en ondersteuning zo goed mogelijk
te kunnen bieden aan jongeren. De doelen van de aanpak gaan over het bespreekbaar
en zichtbaar maken van het belang van mentaal gezond zijn en blijven, het bieden van
laagdrempelige ondersteuning en het bieden van handvatten om met de eigen mentale
gezondheid aan de slag te gaan. Dit doen we samen met maatschappelijke partners, het
bedrijfsleven en het sociale en culturele domein. Zo zijn er al interventies en platforms
als de «Alles Oké? Supportlijn» en Jongerenhulponline, met als doel: het verbeteren
van de mogelijkheden voor jongeren om op de juiste plek de meest passende anonieme
hulp te kunnen ervaren, met een goede verwijzing naar lokale voorzieningen in eigen
omgeving als dit nodig blijkt»? Denkt u dat jongeren, door de hoeveelheid aan hulplijnen/organisaties
die het Nederlandse zorglandschap inmiddels rijk is, door de bomen het bos niet meer
zien wanneer zij hulp nodig hebben?
Indieners
-
Gericht aan
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Indiener
O.R. Ephraim, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.