Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het bericht ‘Aboutaleb stopt met dwangsom mesbezit’
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Aboutaleb stopt met dwangsom mesbezit» (ingezonden 20 april 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 14 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 2552.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Aboutaleb stopt met dwangsom mesbezit; Rechter fluit
aanpak van jongeren met steekwapen terug»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2 en 3
Bent u van mening dat burgemeesters een last onder dwangsom in hun instrumentarium
moeten kunnen hebben om messenbezit tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om een wettelijke grondslag te creëren waardoor burgemeesters een last
onder dwangsom op kunnen leggen voor messenbezit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Een last onder dwangsom kan een nuttig instrument zijn, ook om messenbezit tegen te
gaan. Het is echter afhankelijk van de aard en omvang van de lokale problematiek of
een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening (APV) als aanvulling op de Wet
wapens en munitie (WWM) nodig is. Dat verschilt per gemeente en het is niet aan mij
als Minister om daar een standpunt op in te nemen. In geval van een aanvullende bepaling
in een APV is een gemeentelijke last onder dwangsom mogelijk. Dat zo’n aanvullende
bepaling kan bestaan, blijkt ook uit de uitspraak van de Hoge Raad van 15 december
2020, waarin een APV-bepaling van de gemeente Amsterdam verbindend werd geacht.2
Vraag 4
Welke (extra) maatregelen bent u voornemens te treffen om het messenbezit onder jongeren
het hoofd te bieden?
Antwoord 4
Hoewel uit de cijfers blijkt dat de jeugdcriminaliteit in algemene zin daalt, is sprake
van een zorgwekkende toename van een kleine groep jongeren die persisteren in het
plegen van ernstige feiten, zoals (vuur)wapen- en geweldsdelicten. Om deze problematiek
onder jongeren terug te dringen, is in 2020 het Actieplan Wapens en Jongeren opgesteld.3
In de periode van 2020 tot en met 2022 zijn in het Actieplan Wapens en Jongeren zestien
acties geformuleerd én uitgevoerd om dit doel te bereiken. De gemeenten bepaalden
zelf welke van de acties het beste aansloten op hun lokale situatie en de doelgroep.
Alle deelnemende gemeenten hebben zich gecommitteerd aan het uitvoeren van in ieder
geval een viertal acties, namelijk:
– bewustwording via voorlichtingslessen van Halt;
– wapeninleveracties;
– zicht krijgen op risicojongeren (onder andere d.m.v. het gebruik van een
handreiking voor het verbeteren van de samenwerking rond risicojongeren);
– vroegsignalering bij signalen die duiden op wapenbezit.
Het doel van het Actieplan is om wapenbezit en wapengebruik, waaronder messenbezit,
onder jongeren te verminderen. Met de Kamerbrief van 8 maart jongstleden is de Kamer
geïnformeerd over het WODC-onderzoek «Plan- en procesevaluatie Actieplan Wapens en
Jongeren». De uitkomsten van het WODC-rapport bevestigen dat we nog meer moeten doen
om het wapenbezit onder jongeren terug te dringen.
In mijn brief van 1 juni aan de Kamer met een reactie op de plan- en procesevaluatie
van het Actieplan Wapens en Jongeren, wordt nader ingegaan op de opvolging van de
aanbevelingen uit het WODC-rapport. Bij het vervolg wordt in ieder geval ingezet op
contact met de doelgroep door de inzet van jongerenwerkers en rolmodellen en verdiepend
onderzoek naar de achterliggende oorzaken en werkzame interventies bij wapengeweld
door jongeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.