Schriftelijke vragen : De uitvoering van het amendement Becker c.s. over voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van inburgeraars (35483-51)
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitvoering van het amendement Becker c.s. over voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen van inburgeraars (35483-51) (ingezonden 14 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met aangenomen amendement Becker c.s.1 over voor- en vroegschoolse educatie voor kinderen en inburgeraars?
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het van groot belang is om jonge kinderen van inburgeringsplichtigen
naar de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) te laten gaan omdat deze kinderen een
groter risico lopen om (taal)achterstanden op te lopen doordat hun ouders (nog) onvoldoende
de Nederlandse taal beheersen en met deelname aan de VVE onderwijs- en taalachterstanden
beter voorkomen kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze borgt u
dat zoveel mogelijk kinderen van inburgeringsplichtigen die in aanmerking komen voor
de VVE hier ook daadwerkelijk aan deelnemen? Welke stappen bent u hiervoor bereid
te zetten?
Vraag 3
Hoe wordt er, conform het amendement Becker c.s., als verplicht onderdeel van het
vaststellen van het Plan Inburgering en Participatie (PIP) afspraken gemaakt door
gemeenten met inburgeraars onder de Wet Inburgering (Wi) 2021 over VVE voor kinderen
in de leeftijd van 2,5 tot 5 jaar van inburgeraars? Kunt u de cijfers hiervan delen?
Bij hoeveel inburgeraars zijn tot nu afspraken gemaakt over de VVE van hun kinderen?
Hoe zien deze afspraken er doorgaans uit? Hoeveel inburgeraars met kinderen binnen
de relevante leeftijden voor de VVE hebben hiervoor geen afspraken gemaakt binnen
het PIP en hoeveel kinderen van inburgeraars die in aanmerking komen voor de VVE volgen
hierdoor uiteindelijk geen voorschoolse educatie?
Vraag 4
Op welke manier wordt, conform het amendement Becker c.s., het uitgangspunt gehanteerd
dat kinderen van inburgeraars die in bovenstaande leeftijdsgroep vallen ook gecommitteerd
zijn aan deelname aan de VVE, tenzij uitzonderlijke omstandigheden dat onmogelijk
maken? Hoeveel kinderen van inburgeraars gaan op dit moment naar de VVE? Hoeveel kinderen
van inburgeraars volgen op dit moment geen VVE terwijl zij hiervoor wel in aanmerking
komen en daaraan gecommitteerd zijn door gemaakte afspraken in het PIP? Op welke wijze
houden gemeenten toezicht op deze gemaakte afspraken?
Vraag 5
Klopt het dat gemeenten verplicht zijn om VVE aan te bieden aan inburgeringsplichtigen
en hun kinderen? Zo ja, bieden alle gemeenten dit in de praktijk ook aan? Zo nee,
zijn er gemeenten, en zo ja welke, die geen VVE aanbieden? Kunt de cijfers delen om
hoeveel gemeenten dit gaat? Hoe beoordeelt u dit? Bent u voornemens om deze gemeenten
alsnog aan te zetten tot het aanbieden van VVE? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Hoe wordt de deelname van kinderen van inburgeraars die in aanmerking komen voor de
VVE geregistreerd en gemonitord? Welke organisaties/instanties zijn hier verantwoordelijk
voor? Op welke wijze wordt geborgd dat kinderen van inburgeraars daadwerkelijk deelnemen
aan de VVE?
Vraag 7
In welke mate wordt de deelname van kinderen van inburgeraars die in aanmerking komen
voor de VVE ook geëvalueerd in het kader van de bredere evaluatie van de Wi 2021?
Wordt dit tussentijds geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de eerste resultaten sinds inwerkingtreding
van de Wi 2021? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Bente Becker, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.