Schriftelijke vragen : De stoppersregeling voor de aanpak van piekbelasters
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de stoppersregeling voor de aanpak van piekbelasters (ingezonden 14 juni 2023).
Vraag 1
Hoe kan het dat de stoppersregeling ziet op de aanpak van 3.000 piekbelasters, terwijl
in het rapport-Remkes wordt gesproken over 500 à 600 piekbelasters? Waar komt dit
verschil vandaan?
Vraag 2
Hoe kunt u zeggen dat er «geen lijst met piekbelasters» bestaat, maar tegelijkertijd
wel weet dat 3.000 bedrijven voor de piekbelastersregeling in aanmerking komen? Waarop
is het aantal 3.000 gebaseerd? Hoe weet u dat zo’n 60 procent van de piekbelasters
zich in Gelderland bevindt als u niet weet welke bedrijven dat zijn en hoeveel zij
uitstoten?
Vraag 3
Hoe verhoudt de stoppersregeling zich tot de andere opties die agrariërs volgens u
hebben: verplaatsen, innoveren of extensiveren? Deelt u de mening dat de stoppersregeling
nú al dwingend is omdat de overige regelingen, waarbij boeren wél kunnen blijven boeren,
nog niet eens bekend zijn gemaakt?
Vraag 4
Welke mogelijkheden zijn er voor agrariërs die kiezen voor de optie «verplaatsen»?
Wat bedoelt de Europese Commissie (EC) in dit kader precies met: «Begunstigden van
de regelingen doen de toezegging dat de sluiting van hun productiecapaciteit definitief
en onomkeerbaar is en dat zij niet op een andere plaats in Nederland of binnen de
EU dezelfde activiteit zullen beginnen»? Waar moeten deze agrariërs heen als ze nergens
meer in de Europese Unie (EU) mogen boeren?1
Vraag 5
Wat is uw definitie van «bedrijfswaarde»? Hoe wordt 120 procent van de bedrijfswaarde
berekend? Wordt hierbij rekening gehouden met de hypotheeklasten en de fiscale afrekening
voor de stoppende agrariërs?
Vraag 6
Blijft het, los van de vergoeding, voor stoppende agrariërs mogelijk om hun stallen
en/of schuren te gebruiken voor andere doeleinden of moeten deze opstallen worden
verwijderd?
Vraag 7
Wat bedoelt u precies met: «Van de 3.000 piekbelasters die niet willen stoppen, vragen
we om een ondernemingsplan te maken dat de provincie moet goedkeuren»? Wat betekent
dit voor de huidige vergunningen van die agrariërs? Op grond waarvan zijn of worden
zij verplicht dit ondernemingsplan bij de provincie in te dienen en op basis waarvan
wordt het beoordeeld?2
Vraag 8
Hoe reageert u op de eerste ervaringen van agrariërs met de onlinerekentool, waarmee
zij zelf kunnen bezien of zij piekbelaster zijn? Hoe reageert u op veehouder Herman
Pieter Prangsma die zegt: «Je moet eerst bijna een studie volgen om alles te kunnen
invullen. De vragen zijn veel te gedetailleerd»? Hoe reageert u op boerin Irene van
der Marel die zegt: «Dit is echt specialistenwerk. Ik zou er zelf niet aan beginnen»?3
Vraag 9
Hoe reageert u op melkveehouder Rudie Haarman die na het invullen van zijn gegevens
piekbelaster bleek te zijn en later die dag opeens niet meer? Hoe kan dit gebeuren?4
Vraag 10
Wat gebeurt er met de gegevens nadat die op de site zijn ingevuld? Worden de gegevens
door u gebruikt om de piekbelasters in kaart te brengen? Hoe kan het dat de gegevens
volgens u niet worden opgeslagen, maar in de rekentool wél moeten worden «bewaard»
om de tool te kunnen gebruiken?
Vraag 11
Waarom drijft u de boeren, met uw onbegrijpelijke regelingen en stikstofgekte, tot
wanhoop? Bent u ertoe bereid uw stikstofbeleid onmiddellijk te schrappen en de boeren
te laten boeren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Alexander Kops, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.