Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over de stakingen bij de sociale werkvoorziening
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de stakingen bij de sociale werkvoorziening (ingezonden 8 juni 2023).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen
14 juni 2023).
Vraag 1
Wat vindt u van de eisen van de stakers bij de sociale werkvoorziening, namelijk een
loonsverhoging van 10,15%, een verhoging van de reiskostenvergoeding van € 0,10 naar
€ 0,21 per kilometer en gelijke behandeling met andere gemeenteambtenaren?
Antwoord 1
Hoewel ik oog heb voor de zorgen en belangen van de werknemers in de sociale werkvoorziening,
zijn hun cao’s (cao Sociale Werkvoorziening (SW) en cao Aan de slag) aan de VNG en
Cedris als werkgeversorganisaties om af te sluiten met de vakbonden. De Rijksoverheid
is geen partij in de cao’s. Ook is het aan gemeenten hoe om te gaan met de verschillen
in arbeidsvoorwaarden tussen werknemers die vallen onder de cao’s SW en Aan de slag
enerzijds, en die onder de cao Gemeenten anderzijds. Daarom past mij terughoudendheid
bij het beoordelen van de door de vakbonden geëiste verbetering van de arbeidsvoorwaarden.
Omdat ik het belangrijk vind dat de werknemers passende arbeidsvoorwaarden hebben,
blijf ik in gesprek met de verantwoordelijke partijen over de situatie.
Vraag 2
Over hoeveel medewerkers bij de twee verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten
(cao’s) (cao Aan de slag en cao Sociale Werkvoorziening) gaat deze verhoging van het
loon en de reiskostenvergoeding?
Antwoord 2
Het aantal werknemers dat op dit moment onder beide cao’s valt en het aantal arbeidsjaren
dat zij vertegenwoordigen, zijn niet bekend. Statistieken over de Wet sociale werkvoorziening
(Wsw) worden een halfjaar na het betreffende jaar gepubliceerd. Op basis van actuele
prognoses vallen medio 2023 circa 57 duizend personen onder de cao SW en vertegenwoordigen
zij circa 54 duizend arbeidsjaren. Op basis van de informatie die werkgeverspartijen
VNG en Cedris hebben verstrekt, vallen medio 2023 circa 17 duizend personen onder
de cao Aan de slag en vertegenwoordigen zij circa 12 duizend arbeidsjaren. Daarbij
merk ik op dat in de cao’s de reiskostenvergoeding alleen van toepassing is voor werknemers
die verder dan zes kilometer van hun werk wonen. Daarom hebben minder werknemers baat
bij de verhoging van de reiskostenvergoeding dan de bovengenoemde aantallen.
Vraag 3
Hoeveel zou het inwilligen van de eisen de Rijksoverheid kosten?
Antwoord 3
De Rijksoverheid is niet de werkgever en is daarom geen partij in de cao’s. De Rijksoverheid
heeft daarom onvoldoende zicht op de kosten die gemoeid zijn met de eisen van de vakbonden.
Het inwilligen van de eisen van de vakbonden is aan de werkgeversorganisaties; voor
de cao SW is dit de VNG en voor de cao Aan de slag zijn dit de VNG en Cedris. De werkgevers
zijn verantwoordelijk voor de kosten van de cao’s.
De Rijksoverheid biedt gemeenten financiering voor de uitvoering van de Wsw en de
Participatiewet, waaronder beschut werk, via het Gemeentefonds. De middelen in het
Gemeentefonds zijn vrij besteedbaar en gemeenten besluiten zelf hoeveel middelen zij
vrijmaken om cao’s af te sluiten. Bij de financiering houdt de Rijksoverheid rekening
met stijgende loonkosten.
Dit biedt arbeidsvoorwaardenruimte, maar gemeenten zijn vrij om hier meer of minder
geld voor beschikbaar te stellen. In de meicirculaire 2023 van het Gemeentefonds heeft
het kabinet een compensatie voor de loonontwikkeling van € 110 miljoen toegekend op
de rijksbijdrage Wsw. Naast de algemene indexatie voor loonstijgingen heeft het kabinet
met de Voorjaarsnota 2023 besloten om van 2023 tot 2048 geld beschikbaar te stellen
om gemeenten te compenseren voor de bijzondere verhoging van het minimumloon in de
Wsw. Voor 2023 bedraagt deze compensatie € 26,6 miljoen. Binnen de rijksbijdrage Wsw
groeit ook het bedrag dat per werknemer beschikbaar is vanwege een volumevoordeel:
het aantal werknemers in de Wsw neemt sneller af dan was geraamd. Ook de budgetten
voor loonkostensubsidie, onder andere voor de werknemers onder de cao Aan de slag,
worden geïndexeerd op basis van het wettelijk minimumloon. Tot slot heeft het kabinet
eerder besloten om voor alle werkgevers het lage-inkomensvoordeel tijdelijk met terugwerkende
kracht te verhogen, vanwege de bijzondere verhoging van het wettelijk minimumloon
per 2023. Voor de werknemers onder beide cao’s ontvangen werkgevers hierdoor circa
€ 15 miljoen extra in 2023.
Vraag 4
Kunt u deze berekening onderbouwen?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Participatiewet op woensdag
14 juni?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.