Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de aanhoudende asielcrisis
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de aanhoudende asielcrisis (ingezonden 19 april 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 juni
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2539.
Vraag 1, 2 en 3
Bent u bekend met de berichtgeving dat de komende jaren er vele duizenden asielzoekers
meer naar Nederland reizen dan eerst gedacht en dat het aantal asielzoekers dat wordt
verwacht in 2023 volgens het hoogste scenario iets boven de 76.000 personen ligt?1
Bent u bekend met de inventarisatie van de NOS waaruit blijkt dat er deze zomer alweer
een crisissituatie bij aanmeldcentrum Ter Apel zal ontstaan?
Bent u bekend met de berichtgeving rondom premier Rutte waarbij hij naar aanleiding
van de nieuwe hoge instroomcijfers waarschuwde dat het «niet uit te sluiten» is dat
het aanmeldcentrum in Ter Apel weer dusdanig volloopt dat mensen in het gras moeten
slapen en waarin hij stelt dat het asielprobleem sinds afgelopen zomer alleen maar
groter is geworden?
Antwoord 1, 2 en 3
Ja, ik ben bekend met de genoemde berichtgeving en inventarisatie. Ik onderschrijf
dat nog veel werk verzet moet worden om ervoor te zorgen dat iedereen met een daartoe
strekkend recht verzekerd is en blijft van een opvangplek. In diverse brieven heb
ik uw Kamer geïnformeerd over de kabinetsbrede aanpak om de opgave op het asieldomein
aan te pakken, meest recentelijk op woensdag 24 mei 2023.2
Specifiek ten aanzien van Ter Apel vul ik graag aan dat ik mij maximaal inzet om een
herhaling van de crisissituatie van vorig jaar te voorkomen. Het uitgangspunt voor
alle betrokken partijen is dat de maximumcapaciteit van 2.000 personen te allen tijde
in acht wordt genomen. Daartoe heb ik verschillende kortetermijnmaatregelen genomen,
waaronder het opschalen van de personele capaciteit ten behoeve van de identificatie
en registratie van asielzoekers en het inzetten van een voorportaallocatie in Assen
per 1 juli 2023 waar ongeïdentificeerde asielzoekers tijdelijk kunnen verblijven.
Ook andere maatregelen zijn voorzien, zoals de realisatie van grootschalige en kleinschalige
opvang- en doorstroomlocaties. Mocht dit evenwel niet voldoende zijn dan ben ik genoodzaakt
verdergaande maatregelen te treffen, waarbij gedacht kan worden aan het tegengaan
van doelgroepbeperkingen en het plaatsen van vergunninghouders in hotels. Bij relevante
ontwikkelingen wordt u uiteraard geïnformeerd. De zoektocht naar aanvullende locaties
met een soortgelijke functie is in volle gang.
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat premier Giorgia Meloni in Italië de noodtoestand heeft
uitgeroepen vanwege de explosieve stijging van illegale immigranten?
Antwoord 4
Ja. Italië ziet een grote toename van irreguliere aankomsten met name over zee dit
jaar en de daarmee gepaard gaande volle opvangcentra. Dit jaar hebben al meer dan
31.000 migranten de Italiaanse kust bereikt, bijna vier keer zo veel als in dezelfde
periode vorig jaar. Toen waren dat er 8.000. Dat is zorgelijk. Deze toename van migratie
ziet het kabinet als een gemeenschappelijke Europese verantwoordelijkheid, dus een
Europese oplossing is nodig. Mede hierom sprak ik woensdag 19 april 2023 met mijn
Italiaanse collega Piantedosi over Europese oplossingen.
Zoals uw Kamer weet zet het kabinet zich binnen de EU al geruime tijd in voor meer
grip op migratie. Dat gaat via twee sporen, waarover ik ook met mijn Italiaanse collega
sprak. Ten eerste, nieuwe wetgeving. Het Europese Migratie- en Asielpact, waarover
de onderhandelingen gestaag vorderen, moet een structurele oplossing bieden. Het kabinet
hoopt tijdens de Europese Raad van juni 2023 met de lidstaten op belangrijke elementen
het eens te worden. Daar werkt het kabinet hard aan.
In de tussentijd is ook resultaat nodig, dat is het tweede element. De premier zette
zich daar met alle regeringsleiders voor in tijdens de Europese Raad van februari
2023. Daar zijn goede Europese acties geformuleerd (zoals het versterken van de buitengrenzen
met meer geld en asielgrensprocedurepilots, naleven van de huidige Dublin regels,
en intensivering van de EU inzet ten aanzien van gelijkwaardige en duurzame migratiepartnerschappen),
nu moeten deze afspraken worden omgezet in acties. Daar zit het kabinet bovenop; op
de eerstvolgende Europese Raad zullen de regeringsleiders de balans opmaken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het uitroeien van een noodtoestand inzake de asielcrisis gezien
de huidige ontwikkelingen voor Nederland ook geen overbodige luxe zou zijn? Zo ja,
wilt u deze noodtoestand per direct uitroepen?
Antwoord 5
In antwoord op deze vraag verwijs ik kortheidshalve naar mijn brief aan uw Kamer van
4 november 2022. In die brief zijn de uitkomsten neergelegd van de juridische verkenning
op asielbeslisstop en instroombeperking o.a. op de voet van artikel 111 van de Vreemdelingenwet
2000.3 De brief bevat onder meer de conclusie dat op dit moment niet gerechtvaardigd gesproken
kan worden van buitengewone omstandigheden als bedoeld in (artikel 110 en) 111 Vw2000,
alsook dat niet kan worden afgeweken van de regels die het Europees recht stelt.
Vraag 6
Wilt u het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag uit 1951 betrekken bij het uitroepen
van de noodtoestand? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
In antwoord op deze vraag verwijs ik kortheidshalve naar de brief van mijn ambtsvoorganger
aan uw Kamer van 3 juli 2020. Die brief bevat de kabinetsreactie op de verkenning
door mr. J.P.H. Donner en mr. dr. M. den Heijer van de vraag of, en zo ja op welke
wijze, het Vluchtelingenverdrag uit 1951 bij de tijd moet worden gebracht om een duurzaam
juridisch kader te kunnen bieden voor het internationale asielbeleid van de toekomst.
Onder meer is toegelicht dat de mogelijkheid voor opzegging van het Vluchtelingenverdrag
voor een EU-lidstaat als Nederland prohibitief is.4
Vraag 7
Wilt u een deal met Rwanda om asielzoekers daar hun asielprocedure te laten afwachten
betrekken bij het uitroepen van de noodtoestand? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7
Het kabinet zet in op brede, gelijkwaardige migratiepartnerschappen met derde landen,
om irreguliere migratie tegen te gaan en terugkeer te bevorderen. Het ondersteunen
van partnerlanden bij asielprocedures, opvang- en terugkeer is onderdeel van deze
inzet. Het bilaterale spoor en de Europese inzet liggen daarbij in het verlengde van
elkaar. Het verplaatsen van asielopvang en -procedures naar partnerlanden is een specifieke
vorm daarvan, die risico’s en complexe uitdagingen met zich mee brengt, ook op juridisch
gebied. Nederland is gebonden aan EU asielwet- en regelgeving.
Het kabinet zet zich er tijdens huidige onderhandelingen over het Asiel- en Migratiepact
wel voor in dat het zogeheten banden criterium, de voorwaarde dat een afgewezen asielzoeker
een band moet hebben met het betreffende veilig geachte derde land, wordt versoepeld.
Vraag 8
Heeft u de bereidheid om onderstaand vijf-puntenplan bij de uit te roepen noodtoestand?5 Zo ja, hoe gaat u dat doen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 8
Met betrekking tot de onmiddellijke asielstop wordt verwezen naar de in het antwoord
op vraag 5 aangehaalde Kamerbrief van 4 november 2022.
Met betrekking tot de intensivering van het grenstoezicht merkt het kabinet op dat
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 november 2022 heeft besloten
om het operationeel toezicht door de Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV)-eenheden van
de Koninklijke Marechaussee (KMar) voor een periode van zes maanden te intensiveren.6 De intensivering van de MTV-controles heeft als doel: 1) de bestrijding van irreguliere
migratie in het algemeen, het buigen van de migratiestromen naar Nederland waarmee
mogelijk de druk op de asielopvang kan worden verlicht en de bestrijding van mensensmokkel
in het bijzonder; 2) het voorkomen van mensonterende incidenten (zoals de omgekomen
vreemdelingen in vrachtwagens) en 3) het voorkomen van substantiële incidenten voor
de openbare orde en nationale veiligheid in Nederland. Op dit moment wordt de intensivering
van de MTV-controles met het licht op het aflopen van de periode van zes maanden samen
met de KMar bezien. Hierbij wordt ook gekeken naar de effecten die de intensivering
tot gevolg heeft gehad.
Met betrekking tot de mini-Schengenzone van omliggende landen werkt het kabinet met
gelijkgezinde landen aan een sterker, toekomst- en crisisbestendiger Schengengebied
ten aanzien van zowel de binnen- als buitengrenzen. Nederland overlegt regelmatig
met buurlanden en gelijkgezinde lidstaten over de versterking van de buitengrenzen,
het beperken van irreguliere binnenkomsten en het voorkomen van secundaire migratie.
Volgens het kabinet ligt de oplossing voor zowel de korte als lange termijn voornamelijk
in het verbeteren van het buitengrensbeheer, zoals betere registratie van asielzoekers
en asielgrensprocedures, inclusief effectieve terugkeer. Dit betreft een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van de EU. De inzet van het kabinet heeft o.a. geresulteerd in
de recente Conclusies van de Europese Raad van februari jl., waarin is bepaald dat
de Europese Unie vastbesloten is te blijven zorgen voor doeltreffende controle van
haar land- en zeebuitengrenzen en daarbij onder meer de Commissie heeft opgeroepen
om onmiddellijk aanzienlijke EU-fondsen en -middelen te mobiliseren om de lidstaten
te ondersteunen bij het versterken van het buitengrensbeheer en pilotprojecten in
lidstaten te financieren die bijdragen aan het EU-buitengrensbeheer. In de komende
Europese Raad van 29-30 juni 2023 zal gerapporteerd worden over de voortgang van deze
maatregelen. Het kabinet zal de komende tijd in diverse gremia en bilaterale gesprekken
aandacht blijven vragen voor de voortgang hiervan en zal waar mogelijk ondersteuning
bieden.
Daarnaast zet het kabinet zich voor de langere termijn in voor het verankeren van
handelingsperspectief in de nieuwe Schengengrenscode wanneer sprake is van grootschalige
secundaire migratiebewegingen binnen het Schengengebied. Dit wordt zo ook uitgedragen
in gezamenlijkheid met gelijkgezinde lidstaten. Het kabinet hoopt dat spoedig gestart
kan worden met de onderhandelingen tussen de Raad, het Europees Parlement en de Commissie.
Op dit moment beraadt het Europees Parlement zich nog over zijn onderhandelingspositie.
Met betrekking tot de directe uitzetting van mensen uit veilige landen geef ik het
volgende mee. Daar wordt al op ingezet. Bij vreemdelingen uit veilige landen van herkomst
wordt namelijk de asielaanvraag in een verkorte procedure behandeld. Dat kan omdat
de asielzoeker weinig kans maakt op een verblijfsvergunning. Bij een afwijzing door
de IND dient de vreemdeling Nederland snel te verlaten. DT&V, IOM en diverse ngo’s
kunnen eventueel bij vrijwillig vertrek ondersteunen. Gedwongen terugkeer komt in
beeld wanneer iemand niet bereid is uit eigen beweging te vertrekken.
Ten aanzien van het strafbaar stellen van illegaliteit geef ik het volgende mee. Zoals
in het Coalitieakkoord staat aangegeven, zet het kabinet erop in om de Vreemdelingenwet
zo te wijzigen dat het middel van de ongewenstverklaring ook betrekking kan hebben
op uitgeprocedeerde asielzoekers die weg moeten, die weg kunnen, maar die niet meewerken
aan hun terugkeer of vertrek. De ongewenstverklaring, in samenhang met artikel 197
Sr, is een juridisch instrument dat een gevangenisstraf (van ten hoogste zes maanden)
mogelijk maakt voor vreemdelingen die in weerwil van de ongewenstverklaring in Nederland
verblijven. De ongewenstverklaring kan dus als een gekwalificeerde vorm van strafbaarstelling
van onrechtmatig verblijf worden gezien. Een vreemdeling kan pas strafrechtelijk worden
vervolgd, nadat het terugkeerproces is doorlopen en de vreemdeling door zijn eigen
toedoen niet is teruggekeerd.
Vraag 9
Deelt u de mening dat als er nu via een noodwet7 geen immigratiebeperkende maatregelen worden genomen, Nederland ten onder gaat aan
de overbevolking? Zo ja, gaat u zo’n noodwet snel invoeren? Graag een gedetailleerd
antwoord.
Antwoord 9
In antwoord op vraag 5 is reeds, onder verwijzing naar de Kamerbrief van 4 november
2022, aangegeven dat wat betreft de reguliere asielstromen geen sprake is van een
buitengewone omstandigheid die de toepassing van het in die brief geduide noodrecht
rechtvaardigen. Uiteraard laat dit onverlet dat het kabinet zich inzet om meer grip
te krijgen op irreguliere migratie naar en binnen de Unie. Daartoe wordt onder meer
gewezen op de inzet zoals geschetst in de antwoorden op de vragen 4 en 8 en de, in
de beantwoording van de vragen 1 t/m 3 gememoreerde, Kamerbrief van 28 april jl.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.