Schriftelijke vragen : Een uitspraak van de Hoge Raad over het uitzendbeding
Vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks) en Kathmann (PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een uitspraak van de Hoge Raad over het uitzendbeding (ingezonden 8 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Hoge Raad op 17 maart 2023 met nummer 21/04342?1
Vraag 2
Wat zijn de implicaties van de uitspraak van de Hoge Raad?
Vraag 3
Klopt het dat de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor uitzendkrachten
bepaalt dat uitzendovereenkomsten voor minimaal vier weken aangegaan kunnen worden?
Vraag 4
Klopt het dat er door het inroepen van het uitzendbeding elke keer weer opnieuw contracten
van vier weken aangeboden kunnen worden, oplopend tot wel dertien contracten (gegeven
de voorgenomen duur van 52 weken voor fase A)?
Vraag 5
Zo ja, deelt u de opvatting dat dit door kwaadwillende inleners misbruikt kan worden
om het uitbetalen van vakantiedagen of verloven te voorkomen? Of om arbeidsvoorwaarden
bij een nieuw contract onopvallend te wijzigen? Wat vindt u daarvan?
Vraag 6
Zijn er signalen dat dit gebeurt? Welke signalen?
Vraag 7
Zijn er signalen dat dit gebeurt ook als er geen sprake is van ziekte?
Vraag 8
Zou de ketenbepaling niet ook van toepassing moeten zijn op contracten binnen fase
A en op het uitzendbeding?
Vraag 9
Zou de duur van vier weken niet langer moeten zijn?
Vraag 10
Bent u bereid vragen 8 en 9 mee te nemen in uw verkenning naar dit onderwerp?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Tom van der Lee, Kamerlid -
Medeindiener
Barbara Kathmann, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.