Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Peters, Amhaouch en Inge van Dijk over het bericht ‘Ministerie plant eindtoets basisscholen tijdens carnaval en suggereert: verplaats carnaval maar’
Vragen van de leden Peters, Amhaouch en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht «Ministerie plant eindtoets basisscholen tijdens carnaval en suggereert: verplaats carnaval maar» (ingezonden 23 mei 2023).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 7 juni
2023).
Vraag 1
Klopt het dat de doorstroomtoets in 2024 samenvalt met (de aanloop naar) carnaval?1
Antwoord 1
De nieuwe Wet Doorstroomtoetsen po, die in 2021 in de Tweede Kamer en in 2022 in de
Eerste Kamer is behandeld, legt wettelijk de afnameperiode voor de doorstroomtoetsen
vast in de eerste twee volle weken van februari.
Het klopt dat daardoor in sommige jaren de afnameperiode van de doorstroomtoets voorafgaat
aan of (voor een deel van de periode) overlapt met de carnavalsperiode. In 2024 ziet
dit er als volgt uit: scholen dienen de doorstroomtoetsen af te nemen tussen 5 en
16 februari. Carnaval start in 2024 op 11 februari – en op scholen veelal op vrijdag
9 februari. De doorstroomtoets kan dus daarvoor afgenomen worden. Scholen kunnen bij
de aanbieders van digitale versies van de doorstroomtoets zelf bepalen op welk moment
de afname plaatsvindt binnen de wettelijk vastgesteld afnameperiode, bijvoorbeeld
op maandag- of dinsdagochtend 5 of 6 februari. Voor papieren versies is wel een vaste
dag gepland – zo is de afname van de papieren versie van de IEP Eindtoets van Bureau
ICE komend schooljaar gepland op dinsdag 6 en woensdag 7 februari 2024. Zo kunnen
we ervoor zorgen dat scholen natuurlijk niet hoeven te kiezen tussen carnaval vieren
of de doorstroomtoets maken.
Vraag 2
Is bij u bekend dat zowel carnaval als de voorprogramma’s niet zomaar verzet kunnen
worden?
Antwoord 2
Dat is mij bekend. Voor mij staat voorop dat de doorstroomtoets niet plaatsvindt tijdens
carnaval, maar de week ervoor of erna, afhankelijk van hoe carnaval in het jaar valt.
Ook in de huidige situatie zijn een of twee dagdelen nodig, waarmee de ervaring leert
dat de afname niet hoeft te botsen met andere activiteiten. De afgelopen jaren was
er bijvoorbeeld ook een samenloop met Koningsdag, de Koningsspelen, de meivakantie
of de Ramadan (op dit moment is de afnameperiode van de doorstroomtoetsen van 15 april
tot 15 mei). Hiermee gaan we ervan uit dat scholen voldoende ruimte hebben om de doorstroomtoets
binnen de wettelijke periode af te nemen, en daarbij ook rekening te kunnen houden
met andere activiteiten al dan niet gerelateerd aan carnaval.
Vraag 3
Is het juist dat u aan scholen heeft laten weten dat zij het «evenement» carnaval
maar moeten verplaatsen?
Antwoord 3
Bij het beantwoorden van een burgervraag is sprake geweest van een ongelukkige woordkeuze,
die ik hierbij wil terugnemen. Hierover is vanuit mijn ministerie inmiddels ook contact
geweest met de Samenwirkende Limburgse Vastelaovesvereniginge naar aanleiding van de open brief hierover, gericht aan mijn collega, de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook ontving ik een brief van de Bond van Carnavalsverenigingen in Limburg met eenzelfde boodschap. In deze gesprekken zijn we overeengekomen dat er een ongelukkige
suggestie is gewekt in de communicatie, maar dat wij niet anders denken over de status
van carnaval (of Vastelaovend), inclusief al haar lokale gebruiken en tradities, als
immaterieel erfgoed. Carnaval is voor veel mensen, van het zuiden van het land tot
Twente, tot in sommige plaatsen in Friesland, van grote waarde en een periode waaraan
zij veel plezier beleven. Bedoeld was om aan te geven dat de planning van de doorstroomtoetsen
voldoende flexibiliteit zou moeten bieden voor scholen om ruimte te houden voor andere
activiteiten in die periode. Ik houd contact met deze partijen om te bezien op welke
wijze we scholen hierbij nog verder kunnen helpen. Ik kom hiervoor graag binnenkort
voor een werkbezoek langs en houd me aanbevolen voor een bezoek aan het kindercarnaval
te zijner tijd.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat carnaval bij de Nederlandse cultuur hoort, het is immers
immaterieel erfgoed, en dat dit dus geen evenement is?
Antwoord 4
Dat ben ik met u eens. Zie voor verdere toelichting mijn antwoord bij vraag 3.
Vraag 5
Ziet u ook dat het gebrek aan gevoel om hier rekening mee te houden een uiting is
van weinig affiniteit met de regio?
Antwoord 5
Dat ben ik niet met u eens. Het ontwerp van de Wet Doorstroomtoetsen po is tot stand
gekomen na uitvoerige consultatie met verschillende partijen in het onderwijsveld.
Eén van de hoofddoelen van de Wet betrof het creëren van gelijke kansen voor leerlingen
bij de aanmelding voor het voortgezet onderwijs, door de instelling van een centraal
aanmeldmoment eind maart. Bij de veranderingen die dat met zich meebracht voor het
tijdpad rond de schooladvisering en de doorstroomtoets, werd onder meer rekening gehouden
met de onderwijstijd op de basisschool en de formatie van de middelbare scholen.
In uitgebreid overleg met diverse partijen is voor de afnameperiode van de doorstroomtoets
gekozen voor de eerste twee volle weken van februari. Bij de totstandkoming van het
wetsontwerp en de internetconsultatie (in 2020) zijn geen bezwaren geuit tegen deze
periode vanwege carnaval. Uw Kamer heeft in 2021 ingestemd met de afnameperiode die
in de wet is vastgelegd.
Vraag 6
Heeft u er bij de invoering van de doorstroomtoets bij stilgestaan dat carnaval en
de doorstroomtoets eens in de zoveel tijd ongelukkig kunnen samenvallen?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord bij vraag 5.
Vraag 7
In welke jaren vallen de doorstroomtoets en carnaval nog meer ongelukkig samen?
Antwoord 7
De start van carnaval hangt samen met vastentijd in aanloop naar Pasen. De datum van
carnaval wisselt dus jaarlijks – en start bijvoorbeeld in 2025 op 2 maart en in 2026
op 15 februari. Aangezien de afnameperiode van de doorstroomtoets de eerste twee volle
weken van februari beslaat en hierbinnen 1 of 2 dagdelen nodig zijn, gaan we ervan
uit dat er voldoende ruimte is. Dat is in de huidige situatie ook het geval, waarmee
de ervaring leert dat de afname niet hoeft te botsen met bijvoorbeeld Koningsdag,
de Koningsspelen, de meivakantie of de Ramadan (op dit moment is de afnameperiode
van de doorstroomtoetsen van 15 april tot 15 mei).
Vraag 8
Bent u bereid om vóór 9 juni 2023 de Kamer te informeren over een oplossing waardoor
carnaval en de doorstroomtoets in 2024 hand in hand kunnen gaan en om hierbij tevens
te schetsen hoe u dit structureel wilt oplossen?
Antwoord 8
Voor de doorstroomtoets zijn een of twee dagdelen nodig, afhankelijk van de doorstroomtoets
die de school kiest. Voor mij staat dan ook voorop dat de doorstroomtoets niet plaatsvindt
tijdens carnaval, maar de week ervoor of erna, afhankelijk van hoe carnaval in het
jaar valt. Ook in de huidige situatie zijn een of twee dagdelen nodig, waarmee de
ervaring leert dat de afname niet hoeft te botsen met andere activiteiten. De afgelopen
jaren was er bijvoorbeeld ook een samenloop met Koningsdag, de Koningsspelen, de meivakantie
of de Ramadan (op dit moment is de afnameperiode van de doorstroomtoetsen van 15 april
tot 15 mei).
Hiermee gaan we ervan uit dat scholen voldoende ruimte hebben om de doorstroomtoets
binnen de wettelijke periode af te nemen, en daarbij ook rekening kunnen houden met
andere activiteiten al dan niet gerelateerd aan carnaval. De wet zelf biedt die ruimte
al. Scholen kunnen een voor hen passend moment kiezen voor de doorstroomtoets, binnen
de eerste twee volle weken van februari. Voor de doorstroomtoets zijn 1 of 2 dagdelen
nodig, afhankelijk van de aanbieder die de school kiest. Op dit moment zie ik dan
ook geen aanleiding om de afnameperiode aan te passen.
Door uw Kamer is om uiteenlopende redenen, bijvoorbeeld vanwege de resterende onderwijstijd
in groep 8, gevraagd het veranderde tijdpad rond de doorstroomtoets en de aanmelding
bij het voortgezet onderwijs, te evalueren. Daarin zullen we ook aandacht hebben voor
de afnameperiode in relatie tot onder meer de vakantieperiodes en carnaval.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.