Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bromet over de rol van het Didam-arrest op eerlijke pachtovereenkomsten tussen pachters en Staatsbosbeheer en het Rijksvastgoedbedrijf
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de rol van het Didam-arrest op eerlijke pachtovereenkomsten tussen pachters en Staatsbosbeheer en het Rijksvastgoedbedrijf (ingezonden 26 april 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 5 juni
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2593.
Vraag 1
Hoe wilt u de positie van pachters verbeteren als het Didam-arrest blijft leiden tot
korte pachtovereenkomsten? Deelt u de mening dat het arrest de positie van de pachter
juist beschadigd?
Antwoord 1
Het Didam-arrest bevestigt de noodzaak voor overheden om pachtcontracten op een openbare
en transparante wijze aan te bieden. En met die werkwijze kunnen pachtcontracten niet
steeds opnieuw onderhands aan dezelfde pachter worden aangeboden. Dit kan de positie
van de zittende pachter verslechteren aangezien deze bij de geliberaliseerde pachtcontracten
door het arrest minder zekerheid heeft. Mijn doelstelling is om door wijziging van
de pachtwetgeving langlopende pachtcontracten te stimuleren, dit zal het probleem
deels verhelpen.
Vraag 2
Hoe verwacht u dat bedrijven standhouden als kavels waar bedrijfsvoering op is gevestigd
op korte termijn kunnen worden geveild door het Didam-arrest?
Antwoord 2
De pachtcontracten in kwestie zijn aflopende pachtcontracten. De blijvende bedrijfsvoering
op deze kavels was daarmee altijd al onzeker. Wel is door het Didam-arrest deze onzekerheid
toegenomen omdat de gronden door overheden nu openbaar met mededinging moeten worden
aangeboden en dienen pachters bij meerdere gegadigden in concurrentie in te schrijven,
willen zij de grond behouden. Daarbij is er wel de ruimte voor de verpachter om kwaliteitseisen
(bijvoorbeeld duurzaamheidseisen) te stellen en deze mee te nemen bij de beoordeling
van de inschrijving. Dit leidt ertoe dat het bij herziening van de pachtcontracten
niet altijd gaat over de hoogste prijs, maar dat er ook andere voorwaarden te stellen
zijn waardoor uiteindelijk het beste bod wordt geaccepteerd en niet het hoogste bod.
Vraag 3
Onderkent u dat alle verpachters, zeker overheidsbedrijven, de belangen van de agrarische
sector boven hun eigen profijten moeten stellen om de landbouwtransitie te realiseren?
Antwoord 3
Zoals ik vaker heb uitgesproken, acht ik het wenselijk dat de hele keten rekening
houdt met de landbouw transitie. Daartoe heb ik de keten, en daar reken ik de verpachters
ook toe, meerdere keren opgeroepen. De noodzaak van ondersteuning van de landbouwtransitie
en de verduurzaming van de landbouw door de gehele keten, betrek ik ook bij het Landbouwakkoord.
Vraag 4
Deelt u de zorgen van pachters die vrezen dat de door verpachters georganiseerde openbare
veilingen doelen op winstmaximalisatie voor specifiek Staatsbosbeheer en het Rijksvastgoedbedrijf?
Hoe wilt u pachters verzekeren dat verpachters uit zijn op het verduurzamen en verbeteren
van de kwaliteit van het land en niet primair op korte termijn economische winst?
Antwoord 4
Nee deze zorgen deel ik niet. Van de gronden die het Rijksvastgoedbedrijf in beheer
heeft als agrarische gronden is ongeveer 90 procent uitgegeven in reguliere pacht
of erfpacht, dit zijn lang doorlopende contracten en bij de reguliere pachtcontracten
vaak al generaties lang bij dezelfde familie. Dit wijzigt niet door het Didam-arrest.
Het Didam-arrest gaat specifiek over de situatie dat contracten aflopen en raakt daarmee
bij het Rijksvastgoedbedrijf maar een klein deel van het verpachte areaal. Zoals ik
ook heb toegelicht in mijn meest recente brief over de stand van zaken pachtbeleid1 houdt het Rijksvastgoedbedrijf bij de verdeling van de geliberaliseerde pachtcontracten
(de overige ongeveer 10 procent) vanaf 2023 rekening met duurzaamheid bij het bepalen
van het beste bod.
Voor Staatsbosbeheer geldt dat er geen doelstelling van winstmaximalisatie bestaat.
Voor Staatsbosbeheer is verpachting een middel dat wordt ingezet voor het beheer van
gronden overeenkomstig de daaraan toegekende (natuur)doelstellingen. Staatsbosbeheer
houdt bij het sluiten van pachtcontracten dan ook rekening met de duurzaamheidseisen
die volgen uit de voorwaarden van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL). Daarnaast
heeft Staatsbosbeheer als doel om de komende jaren ca. 80 overeenkomsten te sluiten
met pachters, die op hun eigen bedrijf, in combinatie met grond van Staatsbosbeheer,
toewerken naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Dit wordt gecombineerd met een
verkenning hoe de ingebruikgeving van alle pachtgronden kan worden verduurzaamd. In
de verkenning wordt gekeken naar de (juridische) mogelijkheden voor het aanpassen
van overeenkomsten en het ontwikkelen van selectie- en gunningscriteria in het licht
van duurzame ingebruikgeving. Onderzocht wordt bijvoorbeeld in hoeverre een volledig
natuurinclusief bedrijf een gunstige weging kan krijgen bij de beoordeling voor gunning
van de pacht. Overigens zal ook hierbij moeten worden voldaan aan de eisen van het
Didam-arrest.
Vraag 5
Welke consequenties ziet u voor de verduurzaming van het bodemgebruik als pachters
minder investeren door gebrek aan zekerheid? Kunt u aangeven welke acties u gaat ondernemen
om dit struikelblok voor de landbouwtransitie te bestrijden?
Antwoord 5
Het gebrek aan zekerheid om het gebruik van de bodem is geen stimulans om goed te
zorgen voor de bodem. Zoals ik ook al in mijn brief1 heb toegelicht, wil ik er daarom voor zorgen dat langlopende pachtcontracten de nieuwe
standaard worden en kortlopende pachtcontracten vooral worden gebruikt als daar zwaarwegende
redenen voor zijn. Daarnaast wil ik met deze wetsherziening ook faciliteren dat verpachter
en pachter meer duurzaamheidsafspraken maken.
Vraag 6
Hoe apprecieert u dat de grond van natuurorganisaties vaak «om niet» wordt overgedragen
aan overheidsinstanties en zij de subsidies blijven beheren als de grond wordt verpacht?
Welke financiële consequenties heeft dit voor de pachters? Is dit volgens u goed en
eerlijk beleid?
Antwoord 6
Voor zover mij bekend komt het niet voor dat gronden door natuurorganisaties om niet
worden overgedragen aan overheidsinstanties.
U doelt wellicht op de situatie waarbij natuurorganisaties Subsidieregeling Natuur
en Landschap (SNL) van de betreffende provincie blijven ontvangen wanneer de grond
wordt verpacht. Een gecertificeerd natuurbeheerder kan gebruik maken van de SNL om
het natuurbeheer te financieren. Kort gezegd gaat het stelsel uit van kostenelementen
en opbrengsten – waaronder pacht – om te bepalen wat de standaard kostprijs is van
een hectare van een bepaald beheertype.
Indien voor verpachtbare natuurdoeltypen subsidie wordt toegekend, is bij de hoogte
van de subsidienorm rekening gehouden met het deel van de normkosten dat door de grondeigenaar
niet via een voor dat doeltype reële pachtprijs kan worden verkregen. Pachters van
Staatsbosbeheer betalen een pachtprijs waarbij rekening gehouden wordt met rechten,
plichten en beperkingen die horen bij het betreffende natuurdoeltype conform SNL.
Dat deze grond in pacht wordt aangeboden acht ik positief. Dat de lagere pachtopbrengsten
worden gecompenseerd met een subsidie, is onderdeel van de normsystematiek welke de
eigenaar in staat stelt om het op de grond liggende natuurdoeltype in stand te houden
en zie ik daarmee niet als problematisch.
Vraag 7
Welke eisen worden gesteld aan instanties, zoals Staatsbosbeheer en het Rijksvastgoedbedrijf?
Onderschrijven zij alleen economische doelstellingen in hun pachtbeleid of hanteren
zij ook natuur en duurzaamheidseisen? Waar worden instanties op afgerekend als ze
zich niet aan deze afspraken houden?
Antwoord 7
Zie ook het antwoord op vraag 4, zowel Staatsbosbeheer als het Rijksvastgoedbedrijf
kijken breder dan economische doelstellingen.
Bij Staatsbosbeheer zie ik hierop toe en bij het RVB wordt hierop toegezien door de
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Beiden leggen hierover verantwoording
af aan uw Kamer.
Vraag 8
Hoe kijkt u naar het feit dat schaarste aan landbouwgrond resulteert in stijgende
pachtprijzen voor biologische boeren, waardoor zij soms noodgedwongen land moeten
opgeven? Middels welke weg wilt u instanties toetsen om te verzekeren dat de door
instanties bepaalde pachtprijzen eerlijk zijn ten opzichte van de regionorm?
Antwoord 8
Langjarig gezien stijgt de prijs van landbouwgrond. Dit leidt inderdaad ook tot stijgende
prachtprijzen voor alle boeren, inclusief biologische boeren. Door rekening te houden
met duurzaamheid bij het bepalen van de uitgiftecriteria hebben biologische boeren
een voordeel ten opzichte van andere boeren. Het beleid op het gebied van duurzaamheid
door verpachters zorgt er ook voor dat biologische boeren met een lagere inschrijving
toch de grond gegund kunnen krijgen bij een uitgifte van pachtgrond. Dit gezegd hebbende,
de pachtprijs voor geliberaliseerde pachtcontracten wordt op een transparante en open
wijze bepaald. Dit kan tot gevolg hebben dat de pachtprijs bij geliberaliseerde pachtcontracten
hoger is dan de pachtnorm voor reguliere pacht.
Vraag 9
Wat is de rol van het Rijksvastgoedbedrijf of Staatsbosbeheer bij het bereiken van
de doelstelling om in 2025 15 procent van het landoppervlak te gebruiken voor biologische
landbouw? Welke consequenties zijn er als deze instanties niet genoeg bijdragen aan
deze doelstelling?
Antwoord 9
Door de beperkingen welke vanuit de natuurstatus van de eigendommen van Staatsbosbeheer
aanwezig zijn, passen deze gronden goed in de bedrijfsvoering van een biologisch landbouwbedrijf.
Een aanzienlijk deel van de pachters van Staatsbosbeheer heeft ook al een biologische
bedrijfsvoering.
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft het Biologische keurmerk uitdrukkelijk meegenomen in
de beoordeling van de beste inschrijving. Hierdoor is de verwachting dat het aantal
biologische boeren op grond van het Rijksvastgoedbedrijf zal toenemen.
Beide organisaties voeren beleid waarmee biologische bedrijfsvoering wordt gestimuleerd
op hun grond. Echter voor het beleid om biologische teelt aan te moedigen, wijs ik
u graag naar het actieplan biologische productie en consumptie2.
Vraag 10
Hoe wordt het stellen van eisen aan de manier van het gebruik van grond (bijvoorbeeld
biologische landbouw) verwerkt in de nieuwe pachtwetgeving enerzijds en de bredere
plannen rond het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), Farm2Fork, Water en
Bodem sturend en andere programma’s anderzijds?
Antwoord 10
Mijn doelstelling is om het duurzaam gebruik van grond te bevorderen. Daarom wil ik
de pachtwetgeving zo aanpassen dat deze duurzaam gebruik van de grond bevordert en
mogelijk maakt. Daarmee faciliteer ik de bredere plannen rond het Nationaal Programma
Landelijk Gebied (NPLG), Farm2Fork, Water en Bodem sturend en andere programma’s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.