Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Peters over het steeds internationaler worden van kunstacademies
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Kunstacademies zijn steeds internationaler: soms ligt voor Nederlanders «de lat te hoog»» (ingezonden 16 maart 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 5 juni
2023).
Vraag 1
Geldt de wervingstop voor internationale studenten ook voor de kunstacademies en conservatoria?1
Antwoord 1
Op 22 december jl. heb ik een brief gestuurd aan alle colleges van bestuur van instellingen
voor hoger onderwijs met de oproep om tot het verschijnen van de vervolgbrief over
internationalisering (zoals u gemeld verwacht ik u deze uiterlijk mei 2023 te sturen)
te stoppen met actieve werving van internationale studenten. Deze oproep is gericht
aan álle hogescholen en universiteiten, met als uitzondering opleidingen gericht op
(regionale) tekortsectoren. Kunstopleidingen vallen niet binnen deze categorie en
daarom is deze wervingstop voor internationale studenten ook voor dit type opleidingen
van toepassing.
Vraag 2
Hoe worden internationale studenten meegenomen in de Kunstonderwijs-afspraken uit
2011, waarmee de kansen voor kunstenaars op de arbeidsmarkt op peil moeten worden
gehouden?
Antwoord 2
In 2011 zijn afspraken gemaakt tussen het Ministerie van OCW en de hogescholen met
kunstopleidingen over het totale aantal studenten dat toegelaten kan worden tot de
bacheloropleidingen van verschillende kunstopleidingen en hoe dit aantal verdeeld
is over de diverse opleidingen. Deze afspraken hebben betrekking op alle studenten,
zowel uit Nederland als EER en niet-EER landen. Er wordt in de volumeafspraken geen
onderscheid gemaakt in herkomst van de student.
Vraag 3
Herkent u de situatie die de Design Academy schetst, waar Nederlandse aspirant-studenten
aarzelen om zich aan te melden aangezien zij vaak tegen de academie opkijken en verwachten
dat de lat voor hen te hoog zal liggen? Speelt dit ook bij andere kunstacademies en
conservatoria?
Antwoord 3
Ik herken dat er veel belangstelling van aspirant-studenten is om een kunstopleiding
te volgen. Daarom kennen deze opleidingen vaak een toelatingselectie, waarbij wordt
gekeken naar de vooropleiding, portfolio’s, artistieke aanleg en specifieke vaardigheden.
Het is mogelijk en aannemelijk dat er aspirant-studenten zijn die zelfselectie toepassen
en hierdoor zich niet aanmelden voor een kunstopleiding. In hoeverre dit specifiek
bij de Design Academy het geval is of bij andere kunstacademies en conservatoria speelt,
is niet bekend.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat, in concurrentie met internationale studenten om de schaarse
plekken, Nederlandse studenten eigenlijk alleen een kans maken op een plek op een
van de kunstacademies of conservatoria, indien zij een jaar lang op eigen kosten een
voorbereidend traject volgen?
Antwoord 4
De toegankelijkheid van kunstopleidingen is een groot goed, vandaar dat we moeten
erkennen dat er daadwerkelijk zorgen zijn op dit gebied. Dit is overigens niet alleen
het geval voor kunstopleidingen, de toegankelijkheid van het gehele onderwijsstelsel
is een groot goed en een belangrijk onderwerp van de bredere discussie die op dit
moment speelt.
Zoals aangegeven bij de beantwoording op vraag 3, vindt er bij bepaalde kunstopleidingen
een toelatingselectie plaats. Bij deze selectie moet blijken dat de student over de
vaardigheden en talent beschikt om de opleiding te kunnen volgen. Deelname aan een
voorbereidend traject vergroot de kansen voor aspirant-studenten om toegelaten te
worden tot een kunstvakopleiding. Een voorbereidend traject is echter geen voorwaarde
om deel te nemen aan een toelatingsselectie of om toegelaten te worden tot een kunstvakopleiding.
Om ruimte te bieden voor de ontwikkeling van talent van Nederlandse aspirant-studenten
is het van belang dat zij in het primair en voortgezet onderwijs toegang krijgen tot
een kwalitatief goed aanbod, binnen- en buitenschools. Het stimuleren van de ontwikkeling
van creatief vermogen in de meest brede zin is daarvoor essentieel.
Kinderen komen in het primair onderwijs in aanraking met kunst en cultuur via het
leergebied kunstzinnige oriëntatie. De rijksoverheid ondersteunt cultuureducatie middels
het programma Cultuureducatie met Kwaliteit, waarmee de verbinding tussen culturele
sector en het onderwijs wordt gemaakt. In het voortgezet onderwijs volgen jongeren
lessen CKV en mogelijk de kunstvakken zoals beeldende vorming, muziek, drama of tekenen.
Zij kunnen zich na deze kennismaking verder ontwikkelen en bekwamen.
In Nederland bestaan ook cultuurprofielscholen. Deze scholen bieden een kunst- en
cultuurrijk programma en -leeromgeving en verbinden cultuureducatie structureel met
de andere leergebieden. Specifiek op het gebied van Dans en Muziek is er samenwerking
met DaMu-scholen, waarbij leerlingen in het vo zich voorbereiden op een opleiding
in het kunstonderwijs.
Ook wil ik er voor zorgen dat alle kinderen in Nederland in hun vrije tijd aan cultuur
kunnen deelnemen en zich hier verder in kunnen bekwamen en ontwikkelen. De CJP-cultuurkaart
en combinatiefunctionarissen (zogenaamde «cultuurcoaches») kunnen hierin een rol spelen.
Wanneer gezinnen financiële drempels ervaren om aan cultuurbeoefening te doen, kunnen
zij terecht bij het Jeugdfonds Sport en Cultuur.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het Nederlandse kunstvakonderwijs en conservatoria er in eerste
instantie zijn om Nederlandse studenten te onderwijzen?
Antwoord 5
Het Nederlandse hbo-kunstonderwijs staat internationaal (zeer) hoog aangeschreven
en heeft wereldwijd een sterke aantrekkingskracht. Die hoge kwaliteit van het onderwijs
vertaalt zich door in het Nederlandse culturele en creatieve werkveld, waar afgestudeerden
– Nederlands en internationaal – aan de slag gaan. Een deel van de kunstopleidingen
aan de hogescholen heeft een internationaal profiel en trekt ook internationaal talent
naar Nederland. Deze opleidingen leiden op vanuit een bewuste onderwijsvisie met een
internationaal en intercultureel karakter. De internationale omgeving draagt bij aan
de positie van het kunstonderwijs en daarmee het Nederlandse culturele en creatieve
werkveld en cultuuraanbod in de wereldtop. Vanzelfsprekend moeten we ervoor zorgen
dat de voordelen van internationalisering in balans zijn met de mogelijke nadelen
en moeten we ervoor waken dat de toegankelijkheid, ook voor studenten uit Nederland,
geborgd blijft. In de Kamerbrief over beheersing internationale studentenstromen in
het hoger onderwijs van 21 april jl. heb ik maatregelen aangekondigd om het aantal
internationale studenten dat naar Nederland komt beter te kunnen beheersen en te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.