Antwoord schriftelijke vragen : Antwoorden op vragen van de leden Van der Werf, Sjoerdsma en Hammelburg over de petitie van Yezidi-vrouwen
Vragen van de leden Van der Werf, Sjoerdsma en Hammelburg (allen D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over gerechtigheid voor de Yezidi-gemeenschap (ingezonden 1 mei 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), van Minister Hoekstra
(Buitenlandse Zaken) en van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
mede namens de Staatssecretaris Justitie en Veiligheid (ontvangen 5 juni 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de petitie «Gerechtigheid voor de Yezidi's, uw bijdrage daaraan»?
(Kamerstuk 2023D14987)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling dat Nederland een morele verantwoordelijkheid heeft
de Yezidi-gemeenschap te helpen, gegeven de gruweldaden die hen door IS zijn aangedaan
en het grote deel Nederlandse uitreizigers dat daar onderdeel van uitmaakte?
Antwoord 2
Het kabinet veroordeelt de gruwelijke wandaden die door IS tegen hen zijn gepleegd.
Etnische en religieuze minderheden, waaronder Yezidi’s, hebben zwaar geleden in de
door IS gecontroleerde gebieden. Het leed van de slachtoffers is immens en de slachtoffers
verdienen onze volledige steun.1 Om deze reden zet het kabinet zich in om de Yezidi-gemeenschap te ondersteunen en
te helpen met het streven naar gerechtigheid, het overkomen van hun trauma en rehabilitatie
en re-integratie. In de verdere beantwoording van deze vragen kunt u lezen op welke
manieren Nederland hieraan bijdraagt. Ook wordt verwezen naar recente Kamerbrieven
die ingaan op de Nederlandse inzet op dit terrein.2
Vraag 3
Kunt u aangeven op welke manieren Nederland hulp biedt aan Yezidi’s die op dit moment
in vluchtelingenkampen verblijven? Levert Nederland een bijdrage aan hulp in de kampen
Mam Rashan en Isyan, waar een deel van de vrouwen die deze petitie heeft aangeboden
nu leeft?
Antwoord 3
Zowel direct als indirect ondersteunt Nederland projecten en programma’s om de situatie
van de Yezidi-gemeenschap te verbeteren. Nederland heeft verschillende programma’s
gefinancierd die daaraan op directe wijze bijdragen, waaronder programma’s die gericht
zijn op Yezidi’s die op dit moment in vluchtelingenkampen verblijven. De meeste hiervan
worden ook genoemd in de Kamerbrief van 2 juni jl. waarin wordt gereageerd een petitie
van Yezidi-vrouwen3, maar in het kader van de beantwoording van deze vraag worden ze hierna uitgebreider
beschreven.
In de eerste plaats draagt Nederland bij aan het meerjarige Yezidi Resilience-programma
van Norwegian People’s Aid, dat zich richt op verbeterde dienstverlening op het gebied
van seksueel en gender gerelateerd geweld, psychosociale hulp, bevordering van rechtsbewustzijn
en economische re-integratie en actieve deelname van vrouwen in de publieke sfeer.
Een meerderheid van de deelnemers bevindt zich in vluchtelingenkampen. Het gaat hierbij
om vrouwen en kinderen die slachtoffer zijn geworden van IS, in het bijzonder Yezidi’s.
Daarnaast levert Nederland sinds 2021 een meerjarige bijdrage aan de Nonviolent Peaceforce
voor community security activiteiten in Sinjar. Dit project richt zich onder andere
op lokale verzoening en integratie van Yezidi-vrouwen. Sinds 2022 steunt Nederland
de Internationale Organisatie voor Migratie met een programma dat zich richt op de
implementatie van de Yezidi Survivors Law. Steun wordt onder meer geleverd aan het
lokale kantoor van de Directeur-Generaal voor Yezidi Affairs van het Ministerie van
Migratie en Ontheemding in Sinjar en aan Yezidi-organisaties die zich bezig houden
met capaciteitsopbouw.
Als donor van de Funding Facility for Stabilization van het Ontwikkelingsprogramma
van de Verenigde Naties (UNDP) is Nederland verder ook nauw betrokken bij de wederopbouw
van basisvoorzieningen, zoals ziekenhuizen, scholen, wegen en huizen in de meest getroffen
gebieden in de strijd tegen IS, waaronder Sinjar (de regio waar veel Yezidi’s zich
bevinden).
Ook steunt het kabinet het United Nations Investigative Team to Promote Accountability
for Crimes Committed by Da’esh/ISIL (UNITAD).4 Dit VN-bewijsvergaringsmechanisme werkt volgens internationale standaarden en verzamelt
bewijsmateriaal van internationale misdrijven begaan door IS, wat vervolgens beschikbaar
kan worden gesteld aan nationale en internationale gerechten. Met de steun aan UNITAD
levert Nederland daarom een belangrijke bijdrage aan het bewerkstelligen van gerechtigheid
voor IS-misdrijven begaan tegen een breed scala aan slachtoffergroepen, waaronder
tegen de Yezidi-gemeenschap. Tijdens de reis van de Minister van Justitie en Veiligheid
naar Irak in mei 2022 heeft zij een additionele bijdrage van 250.000 euro toegezegd
ten behoeve van bewijsvergaring en psychologische ondersteuning aan de Yezidi-gemeenschap;
deze is in november 2022 overgemaakt.
Tot slot is Nederland momenteel niet actief binnen de kampen Mam Rashan en Isyan,
maar levert het zoals eerder beschreven via Norwegian People’s Aid en andere partners
wel een bijdrage aan hulp in de kampen Chammishko, Bajd Kandala, Shariya, Khanke,
Darkar en Qadia.
Vraag 4
Wat is toe nu toe het resultaat geweest van de inzet van dit kabinet internationaal
en binnen de Verenigde Naties (VN) voor de voortzetting en opschaling van psychosociale
hulp aan Yezidi vrouwen en kinderen?5
Antwoord 4
Zoals hierboven beschreven bij het antwoord op vraag 3 zet het kabinet via verschillende
wegen in op het bieden van ondersteuning, inclusief psychosociale hulp, aan Yezidi-vrouwen
en kinderen. Zo steunt het kabinet het Yezidi Resilience-programma van Norwegian People’s Aid met financiële middelen. Door dit programma is reeds aan 619 vrouwen en tienermeisjes
psychosociale hulp en activiteiten geleverd.
Daarnaast ligt de focus van de Nederlandse steun aan UNITAD op slachtofferondersteuning
en getuigenbescherming.6 Hierdoor kon de Witness Protection and Support Unit worden opgericht, die binnen UNITAD psychologische hulp biedt aan slachtoffers en
getuigen van IS-misdrijven. Ook steunt het kabinet de NonViolent PeaceForce, die zich
inzet om de veiligheid van burgers te bevorderen in Ba’aj en Sinjar, en de Internationale
Organisatie voor Migratie voor de implementatie van de Yezidi Survivors Law. Mede hierdoor zijn op grond van deze wet eerder dit jaar de eerste 24 herstelbetalingen
uitbetaald door de Iraakse overheid aan overlevenden van IS. Met Nederlandse financiering
heeft de Internationale Organisatie voor Migratie een netwerk kunnen opzetten ten
behoeve van dienstverlening op het gebied van mentale gezondheid en psychosociale
steun in Sinjar en de omliggende regio.
Zoals ook toegezegd door de Minister van Buitenlandse Zaken in het gesprek met de
groep Yezidi-vrouwen op 1 april jl. in De Balie7, blijft Nederland in nationale en internationale fora – onder andere in de Raad Buitenlandse
Zaken – pleiten voor gerechtigheid voor de Yezidi-gemeenschap, en voor het belang
van socio-economische ontwikkeling voor deze specifieke groep.
Vraag 5
Hoeveel Yezidi’s verblijven er op dit moment in kamp Al Hol?
Antwoord 5
Het is voor het kabinet niet mogelijk om vast te stellen hoeveel Yezidi’s verblijven
in kamp Al Hol. Het kabinet heeft geen eigenstandige informatie over aantallen.
Vraag 6
Zijn er signalen bekend dat er Yezidi’s worden vastgehouden en misbruikt als sekslaven
door IS’ers in Al Hol en andere opvangkampen waar IS-strijders worden vastgehouden?
Zo ja, wat kan Nederland doen om deze wanpraktijken, veroorzaakt door voornamelijk
Nederlandse en andere West-Europese uitreizigers, tegen te gaan?
Antwoord 6
De humanitaire en veiligheidssituatie in Al Hol baart grote zorgen. Het is bekend
dat mensenrechtenschendingen, voornamelijk gepleegd door IS-aanhangers, met regelmaat
voorkomen. Het is voor het kabinet niet mogelijk vast te stellen of er momenteel Yezidi’s
worden vastgehouden en misbruikt in Al Hol of andere opvangkampen waar IS-strijders
worden vastgehouden.
Meer in algemene zin kan worden aangegeven dat tegen iedere onderkende uitreiziger
uit Nederland strafrechtelijk onderzoek is of wordt gedaan. Daarbij wordt steeds scherp
gekeken of er – naast lidmaatschap van een terroristische organisatie en het plegen
van terroristische misdrijven – ook signalen zijn voor individuele strafrechtelijke
betrokkenheid bij internationale misdrijven. Van IS heeft de rechter immers reeds
eerder vastgesteld dat het (ook) een organisatie betreft met het oogmerk tot het plegen
van deze ernstige internationale misdrijven.8
De slachtoffers van deze misdrijven, waaronder de Yezidi’s, verdienen onze volledige
steun. Hier wordt vanuit Nederland op verschillende manieren op ingezet, zowel nationaal
als internationaal. Ook steunt Nederland bewijsvergaringsmechanismen zoals UNITAD
en IIIM (voluit het International, Impartial and Independent Mechanism, dat zich richt op internationale misdrijven gepleegd in de Syrische burgeroorlog).9
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat er nog ongeveer 2.700 Yezidi’s worden vermist en mogelijk gevangengehouden
in IS-gezinnen?
Antwoord 7
Uit verschillende openbare bronnen, waaronder verklaringen van Yezidi-overlevenden
van de gruweldaden van IS, is bekend dat er nog veel Yezidi’s vermist zijn. Er is
geen zicht op exacte aantallen, maar naar schatting gaat het inderdaad om ongeveer
2.700 personen.
Vraag 8
Wat doet u om ontvoerde Yezidi’s met hun familie te herenigen? Herinnert u zich de
toezegging, gedaan tijdens het debat over het terug naar Nederland halen van IS-vrouwen,
om steun aan het kantoor voor de redding van de ontvoerde Yezidi’s te verkennen? Hoe
is daar uitvoering aan gegeven?
Antwoord 8
Wat betreft de inspanningen ten aanzien van Yezidi’s die nog gevangen worden gehouden
in gebieden onder controle van IS, is bij het commissiedebat van 15 december 2022
in antwoord op een vraag van het lid Van der Lee aangegeven dat Nederland probeert
bij te dragen aan versterking van de Iraakse veiligheidssector en daarmee indirect
aan operaties tegen IS.10
Daarnaast voert Nederland een specifiek landgebonden asielbeleid voor Irak, waarbij
Yezidi’s zijn aangemerkt als een kwetsbare minderheidsgroep, zoals ook al wordt beschreven
in de Kamerbrief van 2 juni jl.
Yezidi’s die in Nederland als vluchteling zijn erkend kunnen in het kader van gezinshereniging
een beroep doen op het nareisbeleid. Nederland erkent het belang van gezinshereniging
van gezinsleden die, al dan niet door de vlucht, van elkaar zijn gescheiden en stelt
zich daarbij zo flexibel mogelijk op. Bij de behandeling van de nareisaanvraag wordt
bijvoorbeeld rekening gehouden met de situatie waarin gezinsleden verkeren en daarmee
ook wat redelijkerwijs van hen verwacht kan worden bij het aannemelijk maken van de
identiteit en gezinsband.
Vraag 9
Tegen welke belemmeringen loopt Nederland nog aan in de bewijsvergaring voor de misdaden
die tegen de Yezidi-gemeenschap zijn begaan? Welke belemmeringen ondervindt het Team
Internationale Misdrijven van de politie? Zijn alle functies die erbij zijn gekomen
met de uitbreiding van 32 fte tot 43 fte naar aanleiding van de motie-Sjoerdsma c.s.,
nu ook daadwerkelijk vervuld? (Kamerstuk 29 754, nr. 514) (Kamerstuk 29 628, nr. 1071)
Antwoord 9
Een belangrijke uitdaging voor het vergaren van bewijs in deze onderzoeken is dat
het Nederlandse Openbaar Ministerie en het Team Internationale Misdrijven van de politie
in de regel niet zelf ter plaatse onderzoek kunnen doen; daarvoor zijn zij veelal
afhankelijk van internationale bewijsvergaringsmechanismes als UNITAD (zie hieromtrent
ook het antwoord op vraag 11).
Voor wat betreft de onderzoekscapaciteit wordt in de Kamerbrief van 2 juni jl. ook
al aangegeven dat de uitbreiding van het Team Internationale Misdrijven van 32 tot
43 fte daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Medio 2023 lijkt deze capaciteit nog altijd
toereikend. Uiteraard kan dat anders worden bij toekomstige ontwikkelingen. Dit wordt
dan zo nodig via de geëigende wegen aangekaart.
Vraag 10
Op welke manier zorgt u ervoor dat slachtoffers meer proactief worden benaderd, om
zo meer bewijs te vergaren en daarmee meer succesvolle rechtszaken te realiseren?
Antwoord 10
In de brief van 26 januari 2022 van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie
en Veiligheid gezamenlijk wordt ook reeds aangegeven dat politie en Openbaar Ministerie
in Nederland ernaar streven dat slachtoffers en getuigen van Nederlandse IS-strijders
hun weg naar het gespecialiseerde Team Internationale Misdrijven van de politie goed
weten te vinden. Zij zijn daarom al langere tijd bezig om bekendheid, begrip en vertrouwen
op te bouwen binnen de Yezidi-gemeenschap, onder meer via het bestaande netwerk van
ngo’s.11
Vraag 11
Welke mogelijkheden biedt het Memorandum of Understanding (MoU) dat u heeft getekend
met UNITAD (Investigative team to promote accountability for crimes committed by Da’Esh/ISIL
in Iraq and Syria) voor de (vergemakkelijking) van het verstrekken van politiegegevens
en justitiële gegevens? Kunt u toelichten wat het Verdrag dat u voornemens bent te
sluiten om de samenwerkingsmogelijkheden met UNITAD nog meer te benutten inhoudt?12
Antwoord 11
In de Kamerbrief van 2 juni jl. evenals de rapportagebrief Internationale Misdrijven13 wordt aangegeven dat het Memorandum of Understanding deling van (politiële) informatie
ten behoeve van strafrechtelijk onderzoek vergemakkelijkt. Als het gemakkelijker is
om informatie uit te wisselen in het kader van onderzoeken naar internationale misdrijven,
wordt daarmee de kans op opsporing en vervolging van deze misdrijven vergroot. De
volgende stap is het toewerken naar de sluiting van verdragen met bewijsvergaringsmechanismen
zodat ook de justitiële samenwerking kan worden uitgebreid. Dit proces loopt en de
werkzaamheden gericht op de totstandkoming hiervan zijn aangevangen. Te zijner tijd
wordt u hieromtrent nader geïnformeerd.
Vraag 12
Hoe staat het met het overleg tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Openbaar
Ministerie en UNITAD om te bezien of Nederland expertise aan UNITAD kan leveren? Is
Nederland in staat forensische experts te leveren voor het zoeken naar massagraven
en de identificatie van gevonden lichamen? (Kamerstuk 29 754, nr. 649)
Antwoord 12
Dit proces is nog gaande en op dit moment wordt nog onderzocht of en hoe Nederland
expertise aan UNITAD kan leveren. Te zijner tijd zal u hieromtrent nader geïnformeerd
worden.
Vraag 13
Kunt u toelichten hoe het staat met het Joint Investigation Team (JIT) dat zich richt
op misdrijven gepleegd tegen de Yezidi’s door Europese uitreizigers? (Kamerstuk 27 925 nr. 886)
Antwoord 13
Er vindt al geruime tijd nauwe samenwerking plaats tussen het JIT enerzijds en het
Nederlandse Openbaar Ministerie en het Team Internationale Misdrijven anderzijds.
Momenteel wordt gewerkt aan een intensivering van deze samenwerking.
Vraag 14
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat terrorisme/extremisme op 24 mei?
Antwoord 14
Het commissiedebat is zoals bekend verplaatst naar 7 juni a.s., vandaar dat is gestreefd
naar tijdige beantwoording voor de nieuwe datum.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.