Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vestering en Wassenberg over toenemende stroperij
Vragen van de leden Vestering en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Justitie en Veiligheid over toenemende stroperij (ingezonden 4 april 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) mede namens de Minister
Justitie en Veiligheid (ontvangen 5 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2022–2023, nr. 2344.
Vraag 1
Kent u het bericht «Stropers hebben vrij spel: vooral reeën en hazen illegaal afgeschoten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusies van het onderzoek dat wildstroperij steeds meer toeneemt? Zo
nee, waarom niet en op welke bronnen baseert u zich? Zo ja, wat is de trend?
Antwoord 2
In eerdere Kamervragen rond dit onderwerp is reeds aangegeven dat het niet goed mogelijk
is om een zuiver beeld te krijgen van «wildstroperij», omdat dit onder diverse artikelen
van de Wet natuurbescherming valt en dus geen afzonderlijk strafbaar feit is. Het
is op basis van de beschikbare informatie daarom niet mogelijk om te concluderen wat
de omvang en trend is van wildstroperij.
Vraag 3
Deelt u de mening dat illegale stroperij is toegenomen, omdat de pakkans zo laag is
als gevolg van de bezuinigingen op handhaving in het buitengebied? Zo nee, waarom
niet en op welke bronnen baseert u zich? Zo ja, wat gaat u doen om de pakkans te verbeteren?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in het antwoord op de vorige vraag is het niet goed mogelijk om een
zuiver beeld te krijgen van de omvang van stroperij, ik kan daarom ook niet speculeren
over een eventuele oorzaak.
Ten algemene heeft de huidige personele krapte binnen de basisteams van de politie
zijn weerslag op de inzetbare capaciteit van die teams. Dat geldt ook voor handhaving
in het buitengebied. De milieuagenten van de politie hebben, in nauwe samenwerking
met en ondersteunend aan groene boa’s, een rol in de aanpak van stroperij. De politie
werkt er aan om de capaciteit van de milieuagenten op hun politiemilieutaak in 2026
weer zodanig op orde te krijgen dat stroperij effectiever kan worden aangepakt.
Overigens worden nog altijd stropers opgepakt door de politie. Zo zijn in de provincie
Limburg de afgelopen jaren verschillende strafrechtelijke onderzoeken uitgevoerd naar
criminele stroperij. Het gaat dan vaak om intensieve stroperij op hazen met lange
honden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het feit dat het aantal meldingen over stroperij afneemt mogelijk
kan bijdragen aan de toename van illegale stroperij? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke
maatregelen bent u voornemens te treffen om te voorkomen dat mensen geen melding durven
te doen en/of geen getuigenisverklaring durven af te leggen?2
Antwoord 4
Zoals ook aangegeven bij mijn antwoord op vraag twee is op voorhand niet vast te stellen
of en zo ja, in hoeverre stroperij toe- of afneemt. Ook is er geen informatie over
het aantal meldingen en of dat aantal toe- of afneemt.
In algemene zin kan worden gesteld dat observaties van betrokken burgers een belangrijke
bron zijn voor strafrechtelijke opsporingsonderzoeken naar stroperij en kunnen bijdragen
aan daderindicaties. Eén van de doelen van het strafrecht is de afschrikkende werking
die er van uit gaat; indien een verlaagde meldingsbereidheid leidt tot minder succesvolle
strafrechtelijke vervolgingen, kan dit dus in principe ook leiden tot verminderde
afschrikking.
Ten algemene vragen melders, aangevers en getuigen van misdrijven zich regelmatig
af wat de gevolgen kunnen zijn van het afleggen van een getuigenis. De positie van
de getuige is wettelijk geregeld en beschermd. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om
via Meld Misdaad Anoniem melding te doen van feiten.
Vraag 5
Kunt u uitsluiten dat hazen en reeën mogelijk via de lokale poelier of horecagelegenheid
op het bord van de Nederlandse burger terecht kunnen komen? Zo ja, waarop baseert
u dat? Zo nee, wat vindt u hiervan en wat gaat u hier tegen ondernemen?3
Antwoord 5
De NVWA controleert regelmatig bij poeliers en restaurants waar wild op de kaart staat.
Tot nu toe komen de inspecteurs alleen wild van legale herkomst tegen (via de groothandel)
of jagers die het wild afleveren met een «verklaring eerste onderzoek» (Gekwalificeerd
Persoon verklaring). In de periode van oktober 2022 – januari 2023 zijn bij 13 poeliers
en 28 restaurants inspecties uitgevoerd naar wild. Daarbij zijn geen overtredingen
geconstateerd voor het onderwerp wild.
Vraag 6
Is het juist dat zowel de haas als de ree inheemse beschermde diersoorten zijn onder
de bijlage, behorende bij artikel 3.10 van de Wet natuurbescherming?
Antwoord 6
Dit is juist, haas en ree zijn soorten van bijlage, onder A, bij artikel 3.10 van
de Wet natuurbescherming (overige soorten, nationaal beschermde soorten).
Vraag 7
Klopt het dat u een resultaatsverplichting hebt voor de goede staat van instandhouding
van deze soorten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om illegale stroperij
te stoppen en te voorkomen?4
Antwoord 7
Nee, dat klopt niet. Er is geen wettelijke resultaatsverplichting om een goede staat
van instandhouding van deze soorten te behouden of te bereiken. Wel geldt voor deze
soorten de algemene zorgplicht (Wet natuurbescherming Art 1.11 eerste lid).
Vraag 8
Komen er meer middelen beschikbaar om politie en Openbaar Ministerie (OM) te ondersteunen
in hun strijd tegen deze vorm van illegale jacht? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per
wanneer?
Antwoord 8
De motie Hermans is aanleiding geweest voor een intensivering op het gebied van veiligheid
van € 200 mln5. Onderdeel hiervan is een uitbreiding van de politiecapaciteit met 700 fte agenten
voor de basisteams. De verdeling van deze extra capaciteit binnen de eenheden is uiteindelijk
aan de gezagen, dus aan de hoofdofficier van justitie en aan de burgemeesters. Het
eerste deel van de extra agenten zal in 2026 als volledig opgeleide agent van de politieacademie
komen. Het OM en Rechtspraak krijgen op grond van het Coalitieakkoord middelen om
onder meer de capaciteit te vergroten. Het betreft middelen ter hoogte van in totaal
€ 200 mln. voor de «versterking justitiële keten». Het gaat om een oplopende reeks
van € 50 mln. in 2022 oplopend naar € 200 mln. vanaf 2025. Hiervan is € 14,4 mln.
bestemd voor de algemene versterking van het OM.
De capaciteit van de zowel de politie als ook het OM wordt dus versterkt. Deze capaciteit
is niet direct verbonden aan de strijd tegen stroperij. Het is aan het OM – indien
hiertoe aanleiding is – om te bepalen of er extra capaciteit kan en zal worden ingezet
voor de aanpak van stroperij. Daarnaast is een deel van deze zogenaamde Hermans-gelden,
te weten € 5,5 mln., vrijgemaakt voor meer groene boa’s voor toezicht en handhaving
in het buitengebied.
Vraag 9
Hoe gaat u de toenemende stroperij meewegen in het beleid rond de jacht en schadebestrijding,
gezien dit de balans van populaties verstoort waardoor natuurbeleid niet effectief
is?
Antwoord 9
Zoals aangegeven in de antwoorden op eerdere vragen is er geen goed beeld van de omvang
van stroperij. De impact is daarom ook onbekend. Ondanks dat ik stroperij ten zeerste
afkeur kan ik stroperij om deze reden niet meewegen in het beleid. Bij het beleid
rond de jacht en schadebestrijding wordt uitgegaan van de wettelijke kaders zoals
vastgelegd in de Wet natuurbescherming en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Tegelijkertijd
weten we dat handhaven werkt en met de extra middelen (zie antwoord 8) zal daar ook
op ingezet worden.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de jacht zonder nut of noodzaak op hazen voor het jachtseizoen
2023/2024 moet worden gesloten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
In mijn brief aan uw Kamer van 4 april 2023 (Kamerstuk 36 200-XIV, nr. 120) heb ik aangekondigd een traject op te zullen starten om het huidige systeem van
faunabeheer tegen het licht te houden, om te komen tot een toekomstbestendig stelsel.
Omdat ik verwacht dat dit zorgvuldig proces meerdere jaren gaat duren, heb ik de afweging
gemaakt om voor de wildlijst de huidige regeling, waarbij jacht op konijn landelijk
niet geopend is en jacht op haas in drie provincies niet geopend is, in stand te houden
voor tenminste het komende jachtseizoen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.