Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over het bericht van Omrop Fryslân op 30 november 2022 'Grote stroom aan nieuwe leerlingen op internationale scholen levert problemen op'
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht «Grote stroom aan nieuwe leerlingen op internationale scholen levert problemen op» (ingezonden 30 maart 2023).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 5 juni
            2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2338.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Grote stroom aan nieuwe leerlingen op internationale
               scholen levert problemen op»1?
            
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Deelt u de mening dat het belangrijk is voor de integratie dat jonge nieuwkomers via
               het onderwijs zo snel mogelijk Nederlands leren en worden voorbereid om te werken
               en zo maximaal mee te doen in de samenleving? Deelt u tevens de mening dat Internationale
               Schakelklassen (ISK’s) daarin een cruciale rol spelen?
            
Antwoord 2
            
Ja, het is belangrijk dat jonge nieuwkomers zo snel mogelijk naar school gaan zodat
               ze de taal kunnen leren, kunnen integreren en participeren in onze samenleving. Daarom
               hebben we in Nederland zowel voor het po (taalklassen of nieuwkomersscholen) als het
               vo (internationale schakel klassen) scholen met een onderwijsprogramma dat specifiek
               gericht is op nieuwkomers. Dit programma biedt deze kinderen de mogelijkheid om de
               taal te leren en om zich voor te bereiden op instroom in het reguliere of speciaal
               onderwijs.
            
Vraag 3 en 4
            
Is het juist dat op dit moment honderden jonge nieuwkomers op een wachtlijst staan
               voor een ISK-school en daardoor noodgedwongen thuis zitten? Welke mogelijkheden ziet
               u om de gemiddelde looptijd te verkoren? Welke mogelijkheden zijn er om in de tussentijd
               alsnog een vorm van onderwijs te geven in de opvang? Ziet u hier bijvoorbeeld mogelijkheden
               om met gemeentes en azc’s afspraken te maken om te werken aan het leren van de taal?
            
Hoe wordt geanticipeerd op het toenemende aantal Oekraïense kinderen dat een beroep
               zal blijven doen op de capaciteit van ISK-scholen en het lesaanbod? Bent u bereid
               in samenspraak met het ISK-onderwijs plannen te maken om verdringing van andere doelgroepen
               te voorkomen?
            
Antwoord 3 en 4
            
Isk-scholen kampen met ernstige capaciteitstekorten door het grote aantal jongeren
               dat een beroep doet op dit onderwijs. Dit aantal zal de komende periode verder toenemen2. Het tekort aan onderwijsplekken is een urgent maatschappelijk probleem en op heel
               korte termijn niet op te lossen zonder scholen en gemeentebesturen meer ruimte te
               geven om het onderwijs op een andere manier te organiseren.
            
Op 30 november 2022 heb ik aan uw Kamer toegezegd om met een voorstel te komen dat
               ruimte biedt om op een andere manier het onderwijs voor een bredere groep nieuwkomers
               te organiseren en daarmee terug te komen naar de Kamer.
            
Het streven blijft daarbij om kinderen onderwijs te bieden dat het meest in het belang
               is van het kind. Dit betekent dat de inspanningen erop gericht zijn om kinderen zo
               snel mogelijk een regulier onderwijsaanbod te doen.
            
In verschillende bijeenkomsten heb ik de afgelopen periode gesproken over hoe ik de
               onderwijspraktijk op korte termijn kan helpen. Om dit zo goed mogelijk te garanderen
               heb ik besloten om op korte termijn met een spoedwetsvoorstel te komen waarmee voor
               nieuwkomers in het onderwijs tijdelijke voorzieningen mogelijk worden gemaakt. Met
               dit voorstel wil ik ruimte bieden aan scholen om het onderwijs voor nieuwkomers tijdelijk
               op een andere manier te organiseren, zodat de wachtlijsten worden tegengegaan. Er
               wordt momenteel nog gewerkt aan het wetsvoorstel.
            
Ik verwacht het wetsvoorstel begin juniaan uw Kamer te kunnen voorleggen en ga graag
               met uw Kamer hierover in gesprek.
            
Vanwege de massale toestroom van Oekraïense ontheemden heb ik medio 2022 de Wet tijdelijke
               onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden opgesteld. Hiermee heb
               ik de mogelijkheid gecreëerd om voor deze groep ontheemden tijdelijke onderwijsvoorzieningen
               (tov's) in te richten. Dit zorgde ervoor dat Oekraïense ontheemden een plek werd geboden
               binnen het onderwijs. Daarmee werd de druk op het reguliere nieuwkomersonderwijs enigszins
               verlicht. Desalniettemin zie ik dat de druk op het nieuwkomersonderwijs groot blijft.
            
Vraag 5 en 6
            
Is het juist dat het recht op tweejarige financiering voor nieuwkomers die onderwijs
               zullen volgen op een ISK wordt gestart op het moment van aankomst in Nederland? Bent
               u bekend met de klacht vanuit ISK-scholen dat deze financieringsmethode tot een probleem
               leidt omdat minderjarige nieuwkomers die onderwijs zullen gaan volgen veel later op
               een ISK starten dan dat zij Nederland binnenkomen en daarmee het recht op financiering
               dus in de praktijk veel korter is dan twee jaar?
            
Bent u bereid deze financieringsmethode aan te passen en meer recht te doen aan de
               daadwerkelijke verblijfsduur in het onderwijs? Zo ja, op welke termijn? Zo nee waarom
               niet?
            
Antwoord 5 en 6
            
Op dit moment is het inderdaad zo dat de financiering voor onderwijs aan nieuwkomers
               start op het moment van aankomst in Nederland. Het klopt dat dit er in de praktijk
               toe kan leiden dat een schoolbestuur voor minder dan twee jaar nieuwkomersbekostiging
               ontvangt voor een leerling. Ik verken de mogelijkheden om deze systematiek aan te
               passen en zal de uitkomst daarvan ook met uw Kamer delen.
            
Vraag 7
            
Bent u bereid een feitelijk overzicht te verstrekken van de volgende cijfers:
– Hoeveel minderjarige nieuwkomers (12–18 jaar) volgen op dit moment onderwijs in een
                     Internationale Schakelklas (ISK) in Nederland? Hoe ziet de geografische spreiding
                     van deze klassen er uit in Nederland? Hoeveel ISK scholen en klassen heeft Nederland
                     op dit moment?
                  
– Hoe zien de jaarlijkse in- en uitstroomcijfers van ISK-scholen er uit? Hoe lang doen
                     ISK-leerlingen gemiddeld over het traject?
                  
– Hoeveel en welk percentage van het totaal aantal leerlingen gaat vervolgens wel/niet
                     verder met een vervolgopleiding?
                  
– Hoeveel nieuwkomers vinden uiteindelijk een baan in Nederland na het initieel volgen
                     van onderwijs aan een ISK-school?
                  
– Wat is de ontwikkeling van de kwaliteit van ISK-scholen door de jaren heen?
– Hoe vaak wordt een ISK-school gemiddeld door de inspectie bezocht?
Antwoord 7
            
Om te beginnen zaten er op 1 januari 2023 20.825 leerlingen binnen de voorwaarden
               van de nieuwkomersbekostiging in het voortgezet onderwijs. Deze leerlingen gaan niet
               allemaal naar een isk. Zij zijn niet verplicht om naar een isk te gaan maar kunnen
               er ook voor kiezen om meteen in te stromen in het regulier onderwijs.
            
Ik heb beperkt inzicht in het soort onderwijs dat deze leerlingen volgen. Binnen het
               register onderwijs deelnemers (ROD) is het mogelijk om leerlingen het onderwijskenmerk
               isk mee te geven, dit is in het lopende schooljaar voor 13.980 leerlingen het geval.
               Echter het is niet verplicht om leerlingen in een isk dit kenmerk mee te geven en
               hier is ook geen bekostiging aan verbonden. Daardoor is er een reële kans dat deze
               registratie niet compleet is en er meer leerlingen isk onderwijs volgen dan nu uit
               de registratie blijkt. Hierdoor kan ik op dit moment geen sluitend antwoord geven
               op de vragen over het aantal leerlingen, het aantal klassen en scholen en de spreiding.
            
Verder heeft LOWAN-vo recent een vragenlijst uitgezet onder alle isk’s. Uit de resultaten3 van deze vragenlijst blijkt dat naar schatting in totaal 30.000 leerlingen onderwijs
               volgen op de isk’s. In beginsel volgen leerlingen 2 jaar onderwijs op een isk. Er
               worden geen gegevens bijgehouden over de doorstroom naar het vervolgonderwijs en de
               loopbaan van nieuwkomers.
            
De inspectie heeft eerder wel in beeld gebracht in hoeverre de schoolloopbanen van
               nieuwkomers verschillen van schoolloopbanen van niet-nieuwkomers. In dit themarapport4 wordt onder andere gekeken naar verschillen in opgelopen vertraging, uitstroom naar
               het speciaal(basis)-onderwijs, schooladviezen, eindexamenresultaten en doorstroom
               naar het vervolgonderwijs. Het rapport concludeert dat nieuwkomers te maken hebben
               met meer moeilijkheden in de schoolloopbaan, maar ze krijgen ook kansen en benutten
               deze ook. De schoolloopbanen van nieuwkomers verlopen enerzijds moeizamer dan bij
               niet-nieuwkomers: ze lopen vaker vertraging op, wisselen vaker van school, krijgen
               een lager definitief basisschooladvies, slager minder vaak de eerste keer voor hun
               examen en starten minder vaak met vervolgonderwijs. Anderzijds maakt een deel van
               de nieuwkomers gedurende hun schoolloopbaan gebruik van kansen om door te stromen
               naar een niveau dat meer aansluit bij hun mogelijkheden. In het derde leerjaar van
               het voortgezet onderwijs zijn nieuwkomers vaker dan niet-nieuwkomers opgestroomd en
               doen ze vaker op een hoger niveau eindexamen dan het niveau van hun basisschooladvies.
               Het merendeel van de nieuwkomers studeert door op een niveau passend bij hun eindexamen.
            
Tot slot is er geen sluitend beeld van de kwaliteit van eerste opvang anderstaligen
               (eoa’s) ofwel isk-scholen. Isk’s hebben geen eigen brin-of vestigingsnummer maar worden
               gekoppeld aan een afdeling binnen een school. Vaak is dat een afdeling van een vmbo-school.
               Hierdoor bestaat het risico dat de inspectie van het Onderwijs geen of onvoldoende
               zicht heeft op de isk’s. Om die reden voert de inspectie sinds 2021 jaarlijks een
               prestatieanalyse uit. In de prestatieanalyse analyseert de inspectie op basis van
               een aantal gegevens de onderwijskwaliteit en eventuele risico’s bij de eoa-afdelingen.
               Dit kan leiden tot een kwaliteitsonderzoek of een bestuursgesprek. In 2024 start de
               inspectie daarnaast met kwaliteitsonderzoeken over de onderwijskwaliteit van eoa-afdelingen
               in Nederland.
            
Vraag 8
            
Als u (enkele van) bovenstaande getallen niet kunt verstrekken vanwege een gebrek
               aan specifieke registratie en monitoring op ISK, bent u dan bereid deze cijfers te
               gaan bij houden en de Kamer daarover te informeren?
            
Antwoord 8
            
Op dit moment is er geen wettelijke verplichting om het nieuwkomersonderwijs als dusdanig
               te registreren. Dit wil ik op termijn wel regelen, maar dit vergt een wetswijziging
               en is dus niet op korte termijn te realiseren. Tussentijds houd ik de vinger aan de
               pols via gesprekken met de scholen en betrokken organisaties als LOWAN en VNG. Ook
               kan ik tussentijds een peiling uitvoeren. De instroom fluctueert sterk waardoor een
               peiling altijd een momentopname zal zijn.
            
Bovendien bestaan isk’s volgens de wet niet, waardoor het niet mogelijk is om isk’s
               te onderscheiden bij DUO. Na de zomer verwacht ik te starten met een verkenning naar
               regulier nieuwkomersonderwijs, waar registratie en monitoring onderdeel van zullen
               zijn.
            
Vraag 9
            
Zijn de aparte hoofdstukken van het toezichtskader voortgezet onderwijs in uw ogen
               voldoende om de kwaliteit van het specifieke onderwijs op de ISK scholen te borgen
               en is er binnen de inspectie voldoende kennis van ISK-onderwijs om goed toezicht te
               kunnen houden?
            
Antwoord 9
            
Ja, het onderzoekskader vo en het waarderingskader eerste opvang anderstaligen ofwel
               isk, wat daar onderdeel van is, zijn in mijn ogen voldoende om de kwaliteit van het
               onderwijs op de isk’s te borgen. In dit waarderingskader wordt specifiek rekening
               gehouden met de kenmerken van nieuwkomersonderwijs.
            
Binnen de inspectie is voldoende kennis aanwezig om toezicht te kunnen houden op dit
               type onderwijs. Het gaat om onderwijs dat valt onder de WVO. De inspecteurs zijn goed
               in staat om dit type onderwijs te beoordelen. Voor de eoa ofwel isk kent de inspectie
               specifieke richtlijnen en procedures, die onderdeel zijn van de Kennisbasis waarvan
               de inspecteurs gebruik maken. De inspectie schoolt nieuwe medewerkers hierin.
            
Vraag 10
            
Is ooit overwogen een apart toezichtskader voor ISK onderwijs te ontwikkelen en zo
               ja, waarom is daar niet voor gekozen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10
            
Nee, dat is niet overwogen. Isk’s vallen onder de WVO. Het toezicht maakt daarom integraal
               onderdeel uit van het toezicht op scholen voor voortgezet onderwijs. De werkwijze
               zoals in het onderzoekskader VO 2021 staat beschreven, geldt voor alle onderwijsvoorzieningen
               die onder de WVO vallen. Zoals in het antwoord op vraag 9 beschreven, is er een apart
               waarderingskader voor eoa’s ofwel isk’s met een aantal standaardaanpassingen ten opzichte
               van het kader voor reguliere vo-scholen.
            
Vraag 11
            
Is er voldoende aandacht voor benchmarking in de ISK-sector en zo nee, bent u bereid
               dit aan te jagen en zo ja, op welke wijze?
            
Antwoord 11
            
Nee, isk’s worden niet gebenchmarkt. Isk’s bestaan in verschillende varianten en zijn
               daarmee onderling niet goed vergelijkbaar.
            
Wel is er onderling contact tussen isk’s, bijvoorbeeld om goede voorbeelden uit te
               wisselen. Dat moedig ik aan. Daar heeft ook LOWAN een ondersteunende rol in en leveren
               ook mijn regiocoördinatoren een belangrijke bijdrage aan. LOWAN-vo heeft bijvoorbeeld
               de LOWAN-vo community. Deze community biedt de mogelijkheid om in gesprek te gaan
               met vakgenoten en kennis met elkaar de delen.
            
Vraag 12
            
Welke belemmeringen zijn er in de aansluiting tussen het onderwijs in een ISK-klas
               en het vervolgonderwijs, zoals het middelbaar beroepsonderwijs, en hoe werkt u eraan
               deze weg te nemen?
            
Antwoord 12
            
Een leerling stroomt zo spoedig mogelijk en in beginsel binnen twee jaar van een isk
               naar vmbo, havo of vwo. Afhankelijk van het niveau en de leeftijd van een leerling
               kan ook doorstroom naar mbo, hbo of wo aan de orde zijn. Leerlingen kunnen overigens
               ook rechtstreeks in regulier vo of mbo instromen, afhankelijk van hun niveau, beheersing
               van het Nederlands en de ondersteuning die een vo-school of mbo-instelling kan bieden.
            
Om leerlingen een passende aansluiting van nieuwkomersonderwijs op vervolgonderwijs
               te kunnen bieden, is een warme overdracht en goede samenwerking tussen scholen van
               belang. Dit gaat in veel regio’s goed, maar nog niet overal. Ook de onderwijsbehoefte
               van de specifieke leerling in combinatie met het onderwijsaanbod op de isk en de nieuwe
               school kan een probleem vormen. Dit speelt bijvoorbeeld als een leerling nog langere
               tijd extra ondersteuning in de Nederlandse taal nodig heeft, of kan aan de orde zijn
               als in het nieuwkomersonderwijs niet (voldoende) kan worden aangesloten bij het niveau
               van de leerling.
            
Om de overstap soepel te laten verlopen, biedt Lowan vo aan scholen en onderwijsinstellingen
               een handreiking «In gesprek over doorstroom van isk naar mbo». Verder zijn er ook
               voorbeelden van isk en mbo-instellingen die gezamenlijk een onderwijsaanbod vorm geven
               en bestaat de mogelijkheid om een leerling met een beroepsgericht profiel vanuit de
               isk uit te besteden aan het mbo. Specifiek ten behoeve van de in- en doorstroom van
               ontheemden uit Oekraïne wordt ook gewerkt aan een aanpak van de doorstroom. Hier verwachten
               we lessen uit te trekken voor alle nieuwkomers.
            
Vraag 13
            
Is het juist dat ISK onderwijs binnen de PABO-opleidingen weinig aandacht geniet?
               Ziet u mogelijkheden om binnen PABO-opleidingen meer aandacht te besteden aan ISK-onderwijs
               om aankomend docenten bekender te maken met ISK-onderwijs en om het aanbod van ISK-docenten
               te vergroten? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 13
            
Isk’s verzorgen nieuwkomersonderwijs aan leerlingen in het voortgezet onderwijs. Docenten
               binnen het voortgezet onderwijs worden opgeleid op eerste- of tweedegraads lerarenopleidingen.
               Pabo-opleidingen daarentegen leiden studenten op om les te geven in het primair onderwijs.
               Nieuwkomersonderwijs aan leerlingen in het primair onderwijs wordt gegeven op zogenoemde
               nieuwkomersscholen of taalscholen.
            
Uit een recente uitvraag aan pabo-opleidingen via de Vereniging Hogescholen bleek
               dat de meeste pabo-opleidingen binnen het curriculum aandacht besteden aan onderwijs
               aan anderstalige leerlingen. Dit kan zijn onder de naam NT2, maar ook onder andere
               namen zoals meertaligheid, anderstaligen, differentiëren of taalverwerving. Daarnaast
               bieden de meeste pabo-opleidingen ruimte voor verdere verdieping in het onderwerp,
               bijvoorbeeld via een minor. Ook is er in de helft van de opleidingen de mogelijkheid
               stage te lopen of een bezoek te brengen aan een azc-school, een nieuwkomersschool,
               een internationale school of een internationale groep binnen een reguliere school.
            
De meeste hogescholen bieden een vorm van bij- of nascholing aan leraren in het primair
               én voortgezet onderwijs op het gebied van NT2/nieuwkomersaanwijs aan. Dit kan in verschillende
               vormen, van losse modules tot post-initiële opleidingen.
            
Vraag 14
            
Bent u bereid een aparte brief te sturen over de stand van het ISK-onderwijs en uw
               plannen hieromtrent zodat de Kamer in staat wordt gesteld zich meer bezig te houden
               met deze belangrijke vorm van onderwijs? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 14
            
Bij de Wet tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden
               heb ik aangekondigd in 2023 aan de slag te gaan met het reguliere nieuwkomersonderwijs.
               Na de zomer verwacht ik te starten met een verkenning hierop. Hiermee wil ik in kaart
               brengen wat de stand van zaken is en waar we naartoe willen werken. Wanneer ik de
               resultaten hiervan heb ga ik graag met uw Kamer hierover in gesprek.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.