Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kamminga over het bericht ‘OM ‘gesprek aangegaan met Silvania’
Vragen van het lid Kamminga (VVD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «OM «gesprek aangegaan» met Silvania» (ingezonden 24 april 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 5 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr.
2590.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «OM «gesprek aangegaan» met Silvania» d.d. 18 april
20231 en het persbericht d.d. 3 april 2023 waarin het Curaçaose Ministerie van Financiën
aangeeft dat het voornemens is om het invorderingsbeleid van de Belastingdienst aan
te passen?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Deelt u de mening dat het onbestaanbaar is dat enerzijds de nog te innen belasting
in het eigen land wordt kwijtgescholden terwijl er aan de andere kant een beroep op
Nederland wordt gedaan om met Nederlands belastinggeld hervormingsprojecten in Curaçao
te financieren? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet?
Deelt u de mening dat het alsnog invorderen van belastingschulden van 2017 en ouder
kan bijdragen aan het op orde brengen van de Curaçaose begroting? Zo ja, zal u hierover
met de regering van Curaçao in gesprek treden?
Kunt u aangeven wat de wettelijke basis is voor het niet meer actief invorderen van
belastingschulden op Curaçao vanaf het jaar 2017 en eerder en wat de status is van
dit besluit/voornemen?
Antwoord 2, 3 en 4
Het bericht waar naar verwezen wordt behoeft enige nuancering. De wijziging in het
invorderingsbeleid betreft geen kwijtschelding van belastingschulden. Het Curaçaose
fiscale invorderingsrecht biedt voor kwijtschelding overigens ook geen wettelijke
basis. Wel kunnen belastingaanslagen verjaren door de invordering minimaal vijf jaar
te staken. De bevoegdheid hiervoor ligt bij de Ontvanger der Belastingen, niet bij
de Minister van Financiën of de belastinginspecteur.
Op Curaçao is de actieve invordering van een aantal belastingaanslagen door de Curaçaose
Ontvanger gestaakt.
Het betreft oudere aanslagen van voor 2018, aanslagen die in het verleden ambtshalve
zijn opgelegd aan belastingplichtigen die zijn ontbonden en vereffend of die niet
meer op Curaçao woonachtig zijn, dan wel aanslagen die zijn verjaard. Aanslagen naar
aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek, schulden van ANG 1 miljoen of hoger
die door de belastingplichtige wel kunnen worden betaald en aanslagen waarvan de verschuldigde
bedragen reeds op een derdenrekening zijn gestort, worden nog steeds actief ingevorderd.
Curaçao verwijst in dit verband naar onderzoeken van de OESO waarbij de kans dat oudere
aanslagen succesvol worden ingevorderd afneemt naarmate de tijd verstrijkt. Curaçao
geeft aan te verwachten dat de wijziging van het invorderingsbeleid een positief effect
zal hebben op de belastingcompliance, omdat in geval van betalingsverzuim sneller
actie kan worden ondernomen door de belastingdienst. Uiteraard zou het eveneens invorderen
van oude belastingschulden bijdragen aan het op orde krijgen van de overheidsfinanciën.
De zogenoemde belastingcompliance is een onderdeel van het Landspakket met hervormingen
onder thema C Belastingen. In de laatste Uitvoeringsrapportage over de voortgang van
de hervormingen3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de samenwerking tussen de Tijdelijke Werkorganisatie
en Curaçao en dat de voortgang van een ander deel van de hervormingen op Thema C een
punt van zorg is. Ik ga hierover in gesprek met Curaçao in de aanloop op de volgende
uitvoeringsagenda die eind juni zal worden vastgesteld.
Vraag 5
Wat is er sinds het soortgelijke besluit genomen in 2015 in de tussentijd gedaan door
de regering van Curaçao om de benodigde hervormingen door te voeren en wat heeft u
de afgelopen jaren gedaan om hierop aan te dringen?
Antwoord 5
Inderdaad zijn ook in 2015 de debiteuren- en invorderingsbestanden van de Curaçaose
Ontvanger op een vergelijkbare wijze opgeschoond. Vóór de periode van het Landspakket
was Nederland niet betrokken bij de belastingcompliance. Binnen het Landspakket onder
Thema C wordt sinds 2020 gewerkt aan verhoging van de belastingcompliance en aan het
optimaliseren en moderniseren van de belastingdienst om de efficiëntie van de inning
te verhogen Daarmee kan de aanleiding tot opschoning worden weggenomen. Op dit vlak
heeft Curaçao inmiddels voortgang geboekt, waardoor de belastingbaten in 2022 hoger
waren dan begroot.
Vraag 6
Hoe wordt ervoor gezorgd dat in de toekomst de benodigde beleidsmatige en organisatorische
aanpassingen nu wel worden doorgevoerd? En wat is daar voor nodig?
Antwoord 6
In het landspakket onder Thema C wordt, zoals in mijn antwoorden op vragen 4 en 5
aangegeven, door de TWO samen met Curaçao gewerkt aan deze hervormingen met betrekking
tot het belastingstelsel, de belastingcompliance, de belastingdienst en de Douane.
Waar nodig en waar door Curaçao verzocht, wordt daarbij ondersteuning geboden. De
fiscale aangelegenheden zijn een autonome aangelegenheid van de landen van het Koninkrijk.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het wenselijk zou zijn om deze benodigde beleidsmatige en organisatorische
aanpassingen randvoorwaardelijk te maken aan verdere financiële bijstand van de hervormingen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik ben van mening dat de activiteiten binnen het Landspakket in samenhang moeten worden
bezien en dat de voortgang zou moeten worden verbeterd op de onderdelen van het Landspakket
die thans geen positieve beoordeling hebben. Dit geldt voor een aantal onderdelen
van thema C Belastingen. Zie ook mijn antwoord op vraag 2, 3 en 4.
Vraag 8
Hoe verhoudt de voorgenomen aanpassing van het invorderingsbeleid op Curaçao zich
tot de meest recente brief van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
waarin wordt gesteld dat de begroting van Curaçao nog onvoldoende voldoet aan normen
genoemd in artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
(Rft)?4
Antwoord 8
De brief van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) heeft betrekking
op de begroting 2023 en de komende jaren. Het Cft beveelt onder meer aan de belastingbaten
hoger te ramen dan nu in de begroting is opgenomen. De wijziging van het invorderingsbeleid
heeft echter na vaststelling van de begroting plaatsgevonden en is derhalve niet meegenomen
in het Cft-advies bij de vastgestelde begroting 2023.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.