Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over de uitvoering van de motie Hijink-Van den Berg over de kwalijke praktijken van commerciële overnames van huisartsenpraktijken
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitvoering van de motie Hijink-Van den Berg over de kwalijke praktijken van commerciële overnames van huisartsenpraktijken (ingezonden 25 april 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 juni
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2587.
Vraag 1
Kunt u aangeven hoe het met de uitvoering van de motie Hijink-Van den Berg over de
kwalijke praktijken van commerciële overnames van huisartsenpraktijken staat?1
Antwoord 1
Ik ben momenteel bezig met de uitvoering van de motie Hijink-Van den Berg. Onlangs
heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd.2 Inmiddels hebben de IGJ en de NZa mij laten weten dat ze meer tijd nodig hebben voor
het onderzoek en zij verwachten het eind dit jaar te publiceren. Zodra de IGJ en de
NZa het aangekondigde onderzoek naar ketenvorming in de huisartsenzorg hebben afgerond,
zal ik de Tweede Kamer nader informeren over de uitvoering van deze motie.
Vraag 2
Kunt u aangeven wat er na de beantwoording van de Kamervragen over commerciële huisartsenpraktijken
sinds januari 2023 gebeurd is?
Antwoord 2
Voor de meest recente stand van zaken verwijs ik naar de brief die de Minister voor
Langdurige Zorg en Sport en ik op 17 mei jl. naar uw Kamer hebben gestuurd.3 Daarin heb ik, kort samengevat, aangegeven dat ketenvorming in de huisartsenzorg
mijn aandacht heeft. De NZa en IGJ doen onderzoek naar dit fenomeen. Naar aanleiding
van dit onderzoek bezie ik of extra maatregelen nodig zijn. Daarnaast houden de toezichthouders
regulier toezicht op casusniveau en handhaven zij waar nodig.
Vraag 3
Kent u het artikel in Skipr «Onvoldoende zicht op impact commercialisering huisartsenpraktijken»?
Zo ja, wat vindt u hiervan?4
Antwoord 3
Ja, het artikel is mij bekend. Dat er nog onvoldoende zicht is op de impact van deze
nieuwe organisatievormen herken ik. Dit is een belangrijke reden voor het onderzoek
dat de toezichthouders IGJ en NZa doen naar deze nieuwe aanbieders in de huisartsenzorg
en de potentiële risico’s die daarmee gepaard gaan.
Vraag 4
Bent u bereid nader onderzoek te laten doen, zoals Nivel adviseert? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Ik herken de conclusie van Nivel dat er nog onvoldoende zicht is op de impact en omvang
van deze nieuwe organisatievormen. Daarom hecht ik ook veel waarde aan het onderzoek
dat IGJ en NZa doen naar ketenvorming in de huisartsenzorg en de potentiële risico’s
die daarmee gepaard gaan. Op basis van hun bevindingen zal ik bepalen welke aanvullende
maatregelen of onderzoeken nodig zijn.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe het staat met onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar commerciële huisartsenpraktijken?
Zijn er al eerste resultaten te melden?
Antwoord 5
De IGJ en NZa kijken gezamenlijk naar de ontwikkelingen in de huisartsenzorg, waarbij
(bedrijfs)ketens toetreden tot deze markt. De toezichthouders maken een analyse op
deze ontwikkelingen en onderzoeken welke problemen en kansen deze ontwikkelingen met
zich meebrengen. Dit onderzoek loopt. In een vervolgstadium bekijken zij, op grond
van deze analyse, of en welke aanpassingen in hun toezichtstrategie nodig zijn om
de kwaliteit en toegankelijkheid van de huisartsenzorg en een professionele bedrijfsvoering
in de huisartsenzorg te blijven borgen.
Ondertussen loopt het reguliere toezicht van de IGJ en de NZa gewoon door. Dit betekent
dat beide toezichthouders op casusniveau ingrijpen waar regels of normen worden overtreden.
Zie als voorbeeld de aanwijzing die de IGJ aan Centric Health Zuid Holland B.V. heeft
gegeven.5
Vraag 6
Is bij de IGJ bekend of het aantal commerciële huisartsenpraktijken sinds januari
verder groeit?
Antwoord 6
Het is op dit moment niet bekend hoeveel ketens van huisartsenpraktijken er precies
zijn en in welke mate het aantal commerciële huisartspraktijken verder groeit.
Vraag 7
Wordt het onderzoek van de IGJ en NZa nog steeds in de zomer verwacht?
Antwoord 7
Nee, zoals ik ook heb toegelicht in mijn antwoord op vraag 1, hebben de IGJ en de
NZa mij laten weten meer tijd nodig te hebben. Zij verwachten hun onderzoek aan het
einde van het jaar te publiceren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.