Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over welke bewindspersoon op dit moment politiek verantwoordelijk is voor de mondkapjesdeal waarbij 100,8 miljoen euro belastinggeld verloren ging
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over welke bewindspersoon op dit moment politiek verantwoordelijk is voor de mondkapjesdeal waarbij 100,8 miljoen euro belastinggeld verloren ging (ingezonden 14 april 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport), mede namens de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 1 juni 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2022–2023, nr. 2442.
Vraag 1
Bent u bekend met uw antwoorden op eerder schriftelijke vragen over «het antwoord
dat oud-minister Martin van Rijn verantwoordelijk is voor de mondkapjesdeal waar 100,8
miljoen euro mee verloren ging»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wilt u gaarne duidelijk aangeven met een naam welke Minister op dit moment ministerieel
verantwoordelijk is voor de mondkapjesdeal?
Als het antwoord hierop de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de heer
Kuipers) is, waarom doet u dan het debat over het Deloitte-onderzoek naar de mondpakjesdeal
in plaats van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport?
Antwoord 2 en 3
Zie hiervoor mijn beantwoording van Kamervragen van de PVV-fractie van 6 april jl.2 Dientengevolge heeft u het debat terecht met mij gevoerd.
Vraag 4, 5 en 6
Vindt u het geen rare constructie dat de Minister die ministerieel verantwoordelijk
is voor de mondkapjesdeal het debat over het Deloitte-onderzoek naar de mondkapjesdeal
niet zelf doet? Waarom is dat?
Waarom kan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de tweede termijn van
het debat niet zelf doen, zodat we de ministerieel verantwoordelijke Minister kunnen
bevragen in plaats van een Minister die niet ministerieel verantwoordelijk is?
Wat is dit voor een rare gang van zaken?
Antwoord 4, 5 en 6
Zie de beantwoording van vraag 2 en 3 voor de verantwoordelijkheid van de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS). Als Minister voor Langdurige
Zorg en Sport ben ik verantwoordelijk voor het proces «coördinatie verantwoording
COVID-19» bij VWS.3 Daaronder valt ook het aanvullende onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen
(hierna: het onderzoek en hierna: PBM). In mijn beantwoording van vragen van de PVV-fractie
in de brief aan uw Kamer van 6 april jongstleden, heb ik dit toegelicht.4 Vanuit deze verantwoordelijkheid kan ik vragen van uw Kamer beantwoorden die zien
op het verloop van het onderzoek en vragen beantwoorden gericht op de bevindingen
uit het «Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods
Alliance B.V.» (hierna: het rapport).
Vraag 7
Bent u bekend met uw antwoord op de vierde vraag van de bovengenoemde schriftelijke
vragen?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8 en 9
Kunt u de vraag beantwoorden die werd gesteld, namelijk, op basis van welk contact
met wie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Van Lienden, Danne
en Van Gestel op de avond van 12 april 2022 concludeerden dat ze miljonair zouden
worden?
Kunt u aangeven met met wie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
dat, door u omschreven als «op basis van feedback van VWS» heeft plaatsgevonden?
Antwoord 8 en 9
In het rapport staat opgenomen dat de heer Van Lienden in gesprekken met Deloitte
Forensic and Dispute Services B.V (hierna: het onderzoeksbureau) heeft toegelicht
dat uit zijn belgegevens blijkt dat hij in de avond van 12 april 2020 met Functionaris
3 VWS heeft gebeld.5 De heer Van Lienden heeft aan het onderzoeksbureau toegelicht dat het gesprek met
Functionaris 3 VWS aanleiding was om een nieuw voorstel aan VWS en het Landelijk Consortium
Hulpmiddelen (hierna: LCH) te doen.6
In gesprekken met het onderzoeksbureau heeft Functionaris 3 VWS aangegeven dat VWS
een opening heeft gehouden waarin de heer Van Lienden als leverancier kon optreden.
Wanneer de heer Van Lienden zich daar niet in had kunnen vinden, zou het niet tot
een overeenkomst zijn gekomen.7
Vraag 10
Waarom werpt u in uw antwoord op de zesde vraag een rookgordijn op door een semantische
discussie te starten over dat u uit het rapport niet kunt opmaken dat de toenmalig
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zou hebben afgedwongen dat er opnieuw
werd onderhandeld met Van Lienden, Danne en Van Gestel?
Antwoord 10
Het rapport geeft een uitvoerige en gedetailleerde weergave van de relevante feiten
en gebeurtenissen rondom de overeenkomst met Relief Goods Alliance B.V.8 Zoals toegelicht in mijn eerdere beantwoording van Kamervragen van de PVV-fractie,
kan ik de formulering, dat uit het rapport zou blijken dat de toenmalig Minister van
VWS zou hebben afgedwongen dat er opnieuw onderhandeld zou worden met de heer Van
Lienden, de heer Damme en de heer Van Gestel, niet uit het rapport opmaken.9 Wel blijkt uit het rapport dat de toenmalig Minister van VWS aan het onderzoeksbureau
heeft toegelicht dat hij op 10 april 2020 aan Functionaris 1 VWS heeft gevraagd om
contact op te nemen met de heer Van Lienden.10
Vraag 11
Het klopt toch dat er opnieuw werd onderhandeld door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen
(LCH) met Van Lienden, Danne en Van Gestel door de voormalig Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport?
Antwoord 11
Graag licht ik volledigheidshalve toe dat er twee verschillende dialogen zijn gevoerd
met de heer Van Lienden, de heer Damme en de heer Van Gestel. In de eerste voorstellen
van de heer Van Lienden, de heer Damme en de heer Van Gestel ging het om voorstellen
om naast het LCH een tweede inkoop- en distributiekanaal op te zetten. Tot tweemaal
toe worden deze voorstellen voor een tweede kanaal door VWS en het LCH afgewezen,
waarna op 12 april 2020 door VWS aan de heer Van Lienden, de heer Damme en de heer
Van Gestel wordt gevraagd een voorstel te doen om als leverancier te komen tot een
samenwerking met het LCH.11
Uit het rapport komt naar voren dat de toenmalig Minister van VWS aan het onderzoeksbureau
heeft toegelicht dat hij op 10 april 2020 aan Functionaris 1 VWS heeft gevraagd om
contact op te nemen met de heer Van Lienden.12
Voor wat betreft gesprekken met de heer Van Lienden, de heer Damme en de heer Van
Gestel kan ik uit het rapport opmaken dat de toenmalig Minister voor Medische Zorg
en Sport betrokken was bij gesprekken die zagen op het voorstel om als leverancier
te komen tot een samenwerking met het LCH.
Vraag 12
Waarom beweert u in vredesnaam dat de brief van de toenmalig Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, de heer De Jonge, overeenkomt met de bevindingen in het Deloitte-onderzoek?
Neemt u uw ministeriële verantwoordelijkheid voor dit antwoord onder de zesde vraag
van de bovengenoemde schriftelijke vragen? Is er daarmee niet sprake van twee ministerieel
verantwoordelijke Ministers voor de mondkapjesdeal die gelijktijdig in hetzelfde kabinet
zitten?
Antwoord 12
Op 6 april 2022 heb ik als bijlage bij mijn brief aan uw Kamer, een brief gedeeld
die de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO) mij heeft
toegezonden. Deze brief bevat een toelichting op de gestelde vragen over zijn betrokkenheid
bij de «mondkapjesdeal» met de heer Van Lienden.13 De Minister voor VRO heeft hierin benoemd dat het staatsrechtelijk ongebruikelijk
is dat een Minister die inmiddels een andere portefeuille bekleedt in het kabinet,
zich mengt in een debat over gebeurtenissen die in de vorige kabinetsperiode hebben
plaatsgehad. De Minister voor VRO heeft hierin aangegeven er aan te hechten de vragen
die zijn opgekomen te beantwoorden en de context van toen toe te lichten.
In mijn eerdere beantwoording van vragen van de PVV-fractie op 6 april jongstleden
heb ik aangegeven dat de inhoud van deze brief overeenkomt met de door het onderzoeksbureau
opgetekende bevindingen betreffende de datum van 10 april 2020.14
De beantwoording van vragen over de bevindingen uit het rapport vallen onder mijn
verantwoordelijkheid zoals hierboven bij de beantwoording van vraag 2, 3, 4, 5 en
6 staat toegelicht.
Vraag 13
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan de tweede termijn van het debat over
het Deloitte-onderzoek naar de mondkapjesdeal?
Antwoord 13
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.