Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bevers over het bericht ‘Wet verhindert stoppen onterechte zorguitkering’
Vragen van het lid Bevers (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Wet verhindert stoppen onterechte zorguitkering» (ingezonden 19 april 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 30 mei 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Wet verhindert stoppen onterechte zorguitkering»?1
Antwoord 1
Ja, daarmee ben ik bekend.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat een aantal gerechtelijke uitspraken, die stellen dat
het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geen indicaties meer kan intrekken als blijkt
dat mensen geen recht hebben op langdurige zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz),
de aanpak van fraude met zorggeld bemoeilijkt?
Antwoord 2
Het CIZ heeft de wettelijke mogelijkheid om een indicatie in te trekken indien vast
is komen te staan dat er sprake is van fraude, dit is vastgelegd in de Wlz artikel
3.2.4. onderdeel a. De uitspraken van de Centrale Raad van Beroep doen hier niets
aan af. Overigens is het opsporen en aantonen van fraude geen eenvoudig proces en
is dit in beginsel niet de taak van het CIZ als indicatiesteller voor de Wlz en Wet
zorg en dwang (Wzd).
Wanneer een verzekerde niet langer is aangewezen op de geïndiceerde zorg kan het CIZ
het indicatiebesluit herzien of intrekken (Wlz artikel 3.2.4. onderdeel b). Dit is
een andere situatie dan in het geval van aantoonbare fraude. De Centrale Raad van
Beroep (CRvB) heeft in een aantal zaken uitspraken gedaan over het intrekken van indicaties
door het CIZ wanneer een verzekerde niet langer op de Wlz was aangewezen. Bij deze
zaken was het intrekken van de indicatie niet op grond van aantoonbare fraude. Het
CIZ heeft op basis van de uitspraken van de CRvB besloten om op dit moment in geval
van wijziging in de zorgbehoefte van de cliënt enkel een herziening (dus bijvoorbeeld
een lager zorgprofiel) op basis van artikel 3.2.4, onderdeel b, van de Wlz toe te
passen. Er wordt bij een herziening door het CIZ dan niet getoetst op de toegangscriteria
voor de Wlz, maar alleen op het best passende zorgprofiel. Vanwege de uitspraken van
de CRvB ben ik met het CIZ in overleg om zorgvuldig te bekijken wat deze uitspraken
betekenen voor het CIZ.
Vraag 3
Wordt op dit moment gewerkt aan een aanpassing van de wet om te voorkomen dat mensen
die geen recht hebben op langdurige zorg, deze ook niet meer krijgen? Zo ja, wat is
de stand van zaken? Zo nee, bent u bereid dit traject te starten?
Antwoord 3
Vanuit beleidsmatig perspectief vind ik het wenselijk dat het CIZ over de bevoegdheid
beschikt om een indicatiebesluit te herzien of in te trekken wanneer de verzekerde
niet (langer) is aangewezen op de geïndiceerde zorg (zoals ook beschreven in de Wlz
artikel 3.2.4, onderdeel b en de memorie van toelichting) of wanneer er sprake is
van fraude (Wlz artikel 3.2.4. onderdeel a).
In overleg met het CIZ onderzoek ik momenteel of naar aanleiding van de uitspraken
van de CRvB verduidelijking van het wettelijk kader nodig is. Op dit moment is nog
niet duidelijk of de wet wordt aangepast en zo ja, vanaf wanneer.
Vraag 4
Kan de Wet bevordering samenwerking en rechtmatige zorg op zo’n manier aangepast worden
dat deze ook helpt bij het aanpakken van dergelijke fraudeconstructies?2
Antwoord 4
Nee, het Wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, dat op 18 april
jongstleden door uw Kamer is aangenomen, voorziet in wettelijke grondslagen voor gegevensuitwisseling
tussen instanties in het zorgdomein ten behoeve van een effectieve bestrijding van
fraude in de zorg. Wat een instantie met de gegevens kan in de uitvoering van diens
wettelijke taak, zoals in het geval van het CIZ ten aanzien van indicatiestellingen,
wordt niet in het wetsvoorstel geregeld.
Vraag 5
Vindt u het wenselijk dat het CIZ een opsporingsbevoegdheid krijgt? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Het CIZ is verantwoordelijk voor de onafhankelijke indicatiestelling voor de Wlz.
Een nieuwe taak in het opsporen van fraude past niet bij de rol die het CIZ in de
keten als onafhankelijk indicatiesteller heeft. Wel vind ik het van belang dat er
goed wordt samengewerkt tussen ketenpartijen om signalen van fraude te kunnen onderzoeken.
Het CIZ heeft daar ook een belangrijke rol in. Het CIZ werkt in de bestrijding van
fraude samen met de ketenpartners die zijn aangesloten bij het knooppunt zorgfraude
(IKZ). Signalen van ketenpartners worden gedeeld via het verzamelpunt zorgfraude bij
het IKZ. Zoals genoemd bij vraag 4 biedt de wet bevordering samenwerking en rechtmatige
zorg het partijen van het IKZ een wettelijke grondslag voor het uitwisselen van signalen
met ketenpartners.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel gevallen van deze zorgfraudekwestie, die is gevonden in het
Friese dorp, sinds de gerechtelijke uitspraak gesignaleerd zijn?
Antwoord 6
Nee, elke fraudemelding staat op zichzelf en bevat andere signalen van zorgfraude.
Overigens komt het bijna niet voor dat een signaal van zorgfraude wordt onderbouwd
met video opnames van omwonende. Er zijn geen soortgelijke fraudemeldingen geregistreerd
bij het CIZ.
Vraag 7
Worden na constatering en bewijs van fraude de financiële omvang in kaart gebracht,
aangezien de financiële gevolgen van deze fraudeconstructie naar schatting rond de
een miljoen euro liggen? Zo nee, waarom niet en vindt u dat dit wel zou moeten? Zo
ja, worden deze financiële gegevens gedeeld met de toezichthouders?
Antwoord 7
Het zorgkantoor is verantwoordelijk voor de doelmatige en rechtmatige uitvoering van
de Wet langdurige zorg (Wlz). Regelmatig controleren zij in de regio of zowel zorgaanbieders
en/of cliënten zich aan de regels houden. Helaas komt het soms voor dat er misbruik
wordt gemaakt van het persoonsgebonden budget (pgb). Ook duiken er declaraties op
voor zorg in zorginstellingen die niet geleverd is. Het zorgkantoor onderzoekt mogelijke
fraudegevallen zorgvuldig. Wanneer het zorgkantoor duidelijk fraude constateert, zijn
de gevolgen afhankelijk van de situatie. Mogelijke maatregelen zijn het pgb stopzetten,
de zorgovereenkomst stopzetten, pgb terugvorderen, aangifte doen bij de politie of
melding doen bij het landelijk meldpunt, zodat ook andere zorgkantoren actie kunnen
ondernemen. Het Kenniscentrum Fraudebeheersing is onderdeel van Zorgverzekeraars Nederland.
Via het Kenniscentrum Fraudebeheersing werken zorgverzekeraars onderling en met ketenpartners
samen aan het tegengaan en voorkomen van fraude in de zorg. Die ketenpartners zijn:
NZa, IGJ, CIZ, Nederlandse Arbeidsinspectie, FIOD, OM, VNG, Belastingdienst, politie
en Verbond van Verzekeraars.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.